08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

composietenfamilie 493<br />

Groot hoefblad (Petasites hybridus)<br />

Het geslacht Hoefblad (Petasites) behoort tot de Composietenfamilie<br />

(Asteraceae) en telt ongeveer 17 soorten. Groot hoefblad<br />

is tweehuizig: de mannelijke en vrouwelijke bloemen<br />

staan in hoofdjes op afzonderlijke planten. Aanvankelijk<br />

dacht men dat het twee verschillende soorten waren, vandaar<br />

de huidige soortnaam hybridus.<br />

Vroege bloeier<br />

Groot hoefblad is een van de vroegst bloeiende bijenplanten<br />

en voorziet zo de groeiende bijenvolken van het broodnodige<br />

stuifmeel. Direct na de bloei komen de bladeren tot ontwikkeling.<br />

Ze zijn niervormig en kunnen bijna een meter<br />

groot worden.<br />

Ze bedekken grote delen van de bodem, waardoor andere<br />

planten daar niet tot ontwikkeling kunnen komen. De soort<br />

houdt van een vochtige bodem en gedijt goed langs sloten.<br />

Het wortelstelsel is sterk ontwikkeld.<br />

Mannelijke bloemen<br />

De mannelijke bloemhoofdjes staan in een trosvormige bloeiwijze,<br />

die direct na afloop van de bloei verwelkt. De bloeiwijzestengel<br />

is bezet met schubben. De hoofdjes staan in de<br />

oksels van driehoekige schutblaadjes en zijn kort gesteeld.<br />

De steeltjes zijn bezet met driehoekige steelblaadjes.<br />

Het groenrode omwindsel van de hoofdjes is bekervormig.<br />

De bloemen zijn aan hun basis buisvormig. Naar boven verbreedt<br />

de bloemkroon zich bekervormig. Langs van de rand<br />

draagt de kroonbuis driehoekige rozerode slippen. De vijf<br />

meeldraden staan in de kroon ingeplant. De helmknoppen<br />

zijn zijdelings met elkaar verbonden en vormen zo een kokertje.<br />

De helmhokken openen aan de binnenzijde.<br />

Bij het begin van de bloei strijkt de steriele knotsvormige<br />

stempel langs de geopende helmhokken. Als een mannelijke<br />

bloem in volle bloei staat is de stempel geheel bepoederd met<br />

wit stuifmeel. De mannelijke bloemen produceren ook nectar.<br />

Het nectarium ligt op een discus onder in de bloem.<br />

Door capillaire werking verzamelt de nectar zich in het verbrede<br />

deel van de kroonbuis, waar de bijen en andere insecten<br />

er makkelijk bij kunnen. Tegelijkertijd wordt door de bijen<br />

stuifmeel verzameld. De stuifmeelklompjes zijn wit.<br />

Vrouwelijke bloemen<br />

Ook de vrouwelijke bloemen staan in een trosvormige bloeiwijze.<br />

De stengel is bezet met purperkleurige schubben.<br />

De lichtgroene bloemen hebben een slanke vorm. De kroon<br />

omsluit de stijl van de stamper. De rand van de bloemkroon is<br />

veelal purper gekleurd. Op de rand van het vruchtbeginsel<br />

staan dunne witte pappusharen. De vrouwelijke bloemen<br />

produceren geen nectar. Na de bloei groeit de stengel verder<br />

uit en als de bladeren zich voor een deel hebben ontwikkeld,<br />

reiken de inmiddels gevormde vruchthoofdjes daar ver<br />

boven uit.<br />

Nectarbloemen<br />

In het midden van elk vrouwelijk hoofdje staan enkele bloemen<br />

die veel lijken op mannelijke bloemen. Ze hebben wel een<br />

stamper en meeldraden maar die zijn niet functioneel.<br />

Onderin deze bloemen ligt een nectarium dat rijkelijk nectar<br />

afscheidt. De gehele bloembuis staat veelal tot de rand vol met<br />

nectar. Door de aanwezigheid van de nectarbloemen is er ook<br />

regelmatig insectenbezoek op de hoofdjes van de vrouwelijke<br />

bloemen en kan eventueel bestuiving plaatsvinden.<br />

Vermeerdering<br />

Groot hoefblad vermeerdert zich door zaad en vegetatief door<br />

worteluitlopers. De vrucht is een nootje dat door de aanwezigheid<br />

van een pappus door de wind wordt verspreid. Door de<br />

vegetatieve vermeerdering kunnen grote groepen van mannelijke<br />

of vrouwelijke planten ontstaan.<br />

plaat 234. Groot hoefblad<br />

A mannelijke bloeiwijze; B vrouwelijke bloeiwijze; C blad; D mannelijke<br />

bloem; E opengeslagen meeldradenkokertje; F stuifmeelkorrel<br />

(tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; G vrouwelijke<br />

bloem; H vruchthoofdje; I nootje met pappus; J nootje; K nectarbloem<br />

uit vrouwelijk hoofdje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!