08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

composietenfamilie 463<br />

Akkerdistel (Cirsium arvense)<br />

Akkerdistel behoort tot het geslacht Vederdistel van de<br />

Composietenfamilie (Asteraceae) en komt wereldwijd in de<br />

gematigde streken voor. In ons land is de soort zeer algemeen.<br />

Hardnekkig onkruid<br />

Akkerdistel is een overblijvende, 20 tot 60 centimeter hoge<br />

plant. Het is een hardnekkig en moeilijk te bestrijden wortelonkruid.<br />

Het wortelstelsel is zeer omvangrijk. Als een kiemplant<br />

een paar maanden oud is, wordt de hoofdwortel dikker<br />

en vormen zich daaruit ondergrondse uitlopers. Die verlopen<br />

eerst horizontaal, maar later buigen ze omlaag en groeien verder<br />

tot aan het grondwaterniveau. Waar ze naar beneden buigen,<br />

vormen zich weer horizontale uitlopers. Op diverse knopen<br />

vormen zich nieuwe planten. Als de groeiplaats wordt verstoord,<br />

bijvoorbeeld bij grondverzet of door ploegen, kunnen<br />

zich uit kleine stukjes van de uitlopers nieuwe planten ontwikkelen.<br />

De plant overwintert met het wortelstelsel en de daarop<br />

gevormde knoppen, waaruit nieuwe planten kunnen ontstaan.<br />

De bladeren zijn zeer variabel van vorm. Ze zijn lancetvormig<br />

en hebben een sterk gelobde rand met stekelige punten.<br />

Tweehuizig<br />

De Akkerdistel bloeit van juli tot in oktober. De bloemen<br />

staan in hoofdjes, welke in een tuilvormige bloeiwijze gerangschikt<br />

zijn. De hoofdjes hebben een eivormig, meestal paars<br />

omwindsel. De Akkerdistel is tweehuizig: de mannelijke en<br />

vrouwelijke bloemen staan op verschillende planten.<br />

De hoofdjes van de mannelijke plant zijn groter dan die van<br />

de vrouwelijke. De lilarode bloemkroon bestaat uit een nauwe<br />

buis met bovenaan een klokvormige verwijding die langs de<br />

rand vijf langgerekte kroonslippen draagt.<br />

De meeldraden staan op de kroon ingeplant. De helmknoppen<br />

zijn met elkaar vergroeid tot een kokertje, waarbinnen bij de<br />

mannelijke bloemen het stuifmeel vrijkomt. De stijl draagt<br />

aan de top twee tegen elkaar liggende stempellobben. Deze<br />

zijn aan de buitenzijde borstelig behaard. Tijdens de bloei<br />

wordt de stijl langer, waardoor het stuifmeel door de beharing<br />

uit de helmknoppen wordt geveegd. De stempellobben buigen<br />

niet uit elkaar, zoals dat bij verwante soorten wel gebeurt.<br />

Ze blijven tegen elkaar liggen, alleen de met papillen bezette<br />

randen buigen iets naar buiten.<br />

Nectarium op bloembodem<br />

Het nectarium ligt diep in de bloem op het vruchtbeginsel<br />

rondom de stijl. De afgescheiden nectar stijgt in de nauwe<br />

bloembuis tot in het klokvormig deel van de kroon omhoog<br />

en is dan ook bereikbaar voor insecten met een korte tong.<br />

Voor de bestuiving is de plant voornamelijk aangewezen op<br />

bezoek van honingbijen.<br />

Vermeerdering<br />

Behalve vegetatief door worteluitlopers vermeerdert de plant<br />

zich ook door zaad. De zaadvorming is optimaal wanneer<br />

planten van beide geslachten niet verder dan 30 meter van<br />

elkaar verwijderd staan. Is die afstand meer dan 400 meter,<br />

dan wordt er praktisch geen zaad gevormd. De vrucht is een<br />

nootje voorzien van lange geveerde zijdezachte pappusharen.<br />

Ze worden door de wind verspreid.<br />

plaat 219. Akkerdistel<br />

A bloeiwijze met vrouwelijke hoofdjes; B bloeiwijze met mannelijke<br />

hoofdjes; C blad; D vrouwelijke bloem; E mannelijke bloem;<br />

F opengeslagen meeldradenkokertje; G stuifmeelkorrel (tricolporaat):<br />

1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus in<br />

en onder tectum); H stempels vrouwelijke bloem; I zaadhoofdjes;<br />

J nootje met pappus; K nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!