08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lipbloemenfamilie 379<br />

Kleine tijm (Thymus serpyllum)<br />

Het geslacht Tijm (Thymus) behoort tot de Lipbloemenfamilie<br />

(Lamiaceae) en telt ongeveer 50 soorten, waarvan er<br />

drie in ons land voorkomen: Grote tijm (Thymus puleguloides),<br />

de sterk gelijkende Kleine tijm (vroeger Wilde tijm genoemd)<br />

en de uiterst zeldzame Kruiptijm (Thymus praecox).<br />

Halfstruik<br />

Kleine tijm is een halfstruikje van voedselarme zonnige standplaatsen.<br />

De tot 50 centimeter lange takjes liggen op de grond<br />

en vormen een dichte zode. Uit de takjes ontwikkelen zich<br />

korte, rechtopstaande bloeistengels. Na de bloei verhout een<br />

deel van deze stengels. De tegenover elkaar staande bladeren<br />

zijn langs de rand veelal met lange haren bezet. Aan de onderzijde<br />

springen de nerven iets uit.<br />

slippen en twee langere onderslippen, welke langs de rand<br />

bezet zijn met lange haren. De roodpaarse kroon is buisvormig<br />

met langs de rand een vlakke bovenlip en een naar beneden<br />

omgebogen drielobbige onderlip. Op de onderlip liggen witte<br />

en rode vlekjes, die samen het nectarmerk vormen. De onderlip<br />

is meestal ook de landingsplaats voor de vele bezoekende<br />

insecten.<br />

Nectar en stuifmeel<br />

Het kussenvormige nectarium ligt aan de basis van het vruchtbeginsel<br />

en wordt beschermd door een haarkrans onder in de<br />

bloembuis. De bloemen zijn proterandrisch, dat wil zeggen:<br />

ze doorlopen eerst een mannelijk en daarna een vrouwelijk<br />

stadium. In het eerste stadium steken de vier op de kroon<br />

staande meeldraden buiten de bloem. De stamper, die bij het<br />

begin van de bloei alleen het roodpaarse uiteinde laat zien,<br />

groeit daarna verder uit en steekt de stempels ver buiten de<br />

bloem. Honingbijen bezoeken de bloemen zowel voor de<br />

nectar als het stuifmeel. Volgens mijn waarnemingen zijn de<br />

lichtbruine stuifmeelklompjes over het algemeen niet groot.<br />

Na de bloei valt de bloemkroon af. De haarkrans aan de<br />

binnenzijde van de vruchtkelk buigt naar binnen en sluit de<br />

rijpende vrucht in. Als de vrucht rijp is dient de kelk als<br />

klitorgaan voor de verspreiding van de zaden.<br />

Schijnkransen<br />

De bloemen verschijnen van mei tot in oktober. Ze staan in<br />

bijschermen in de bladoksels. De bijschermen van twee tegenoverstaande<br />

bladeren vormen een schijnkrans. De kransen van<br />

de bovenste bladparen staan dicht op elkaar en geven de<br />

eindelingse bloeiwijze een bolvormig aanzien. Zowel de kelkals<br />

de kroonbladen zijn met elkaar vergroeid. De kelk is<br />

duidelijk tweelippig en heeft drie korte driehoekige bovenplaat<br />

177. Kleine tijm<br />

A deel van bloeiende plant; B blad: 1 onderzijde, 2 bovenzijde;<br />

C bloemknop en bloem in mannelijk stadium; D bloem in vrouwelijk<br />

stadium; E stamper; F geopende kelk met haarkrans; G stuifmeelkorrel<br />

(stephanocolpaat): 1 polair aanzicht, 2 korreloppervlak<br />

(focus boven en in tectum); H vruchtkelk: 1 van boven, 2 van opzij.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!