08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uwbladigenfamilie 311<br />

Glad parelzaad (Lithospermum officinale)<br />

Glad parelzaad is een van de ongeveer 60 soorten van het<br />

geslacht Parelzaad (Lithospermum) van de Ruwbladigen familie<br />

(Boraginaceae). Aangenomen wordt dat het een van meest<br />

oorspronkelijke geslachten van de familie is. Het geslacht<br />

komt voor in de gematigde streken van Amerika en Eurazië.<br />

In ons land zijn er twee soorten inheems: Glad parelzaad en<br />

het ernstig bedreigde Ruw parelzaad (Lithspermum arvense).<br />

Glad parelzaad is plaatselijk vrij algemeen in kalkrijke duinen<br />

van het Duindistrict, van Bergen in Noord-Holland tot Cadzand<br />

in Zeeuws-Vlaanderen, alsmede op een aantal plaatsen in<br />

Zuid-Limburg.<br />

Overblijvende plant<br />

De plant is overblijvend en heeft een korte dikke penwortel.<br />

Daaruit ontwikkelen zich in het voorjaar een aantal rechtopstaande<br />

bloeistengels met afwisselend geplaatste ongesteelde<br />

bladeren. De hoofdnerf en zijnerven liggen verdiept in het<br />

bovenoppervlak en zijn aan de onderzijde uitspringend.<br />

Zowel stengels als bladeren zijn aanliggend behaard. Bovenaan<br />

de stengels vormen zich bloemen in dubbele schichten. Aan het<br />

opgerolde uiteinde van een schicht zijn de zich ontwikkelende<br />

bloemknoppen zichtbaar. De schichten zijn bebladerd en in<br />

iedere bladoksel vormt zich een bloem. Aan het einde van de<br />

bloei, die duurt van mei tot juli, vormen de schichten schuin<br />

omhoog staande stengels.<br />

Nauwe bloemopening<br />

De bloemen hebben een kelk met vijf lange behaarde slippen.<br />

De buisvormige kroon is maar weinig langer dan de kelk en<br />

heeft langs de rand vijf driehoekige lobben. De kroon is lichtgeelgroen<br />

en aan de buitenzijde aanliggend behaard. Bovenaan<br />

wordt de bloemopening voor een aanzienlijk deel afgesloten<br />

door vijf trapeziumvormige, kort behaarde schubben.<br />

Dicht onder de schubben staan klierharen.<br />

Kleine stuifmeelkorrels<br />

Halverwege het buisvormig deel van de bloemkroon staan<br />

vijf meeldraden met een korte helmdraad op de bloemkroon.<br />

Van alle soorten in het geslacht heeft het Glad parelzaad<br />

de kleinste stuifmeelkorrels. De vorm van de korrel is langgerekt,<br />

met een insnoering iets naast het midden. De<br />

kiemopeningen liggen rond het korte, iets dikkere deel van<br />

de korrel. Ze zijn in de illustratie niet aangegeven, omdat<br />

ik ze niet heb kunnen waarnemen. Het overbrengen van<br />

stuifmeel van de ene bloem naar de andere zal via de monddelen<br />

van insecten plaats vinden. Ook door zelfbestuiving<br />

kan er zaad worden gevormd. De bloemen hebben een korte<br />

stamper, waarvan de tweelobbige stempel ongeveer op dezelfde<br />

hoogte als de helmknoppen staat. Bij Glad parelzaad is<br />

er geen sprake van meerdere stijllengten (heterostylie), zoals<br />

wel het geval is bij een aantal Aziatische en Amerikaanse<br />

soorten.<br />

Nectarium op de bloemkroon<br />

Het ringvormige nectarium ligt op de basis van de kroonbuis.<br />

De vrijgekomen nectar verzamelt zich achter de rand van de<br />

ring, in de bolling van de buis.<br />

Nootjes als porselein<br />

Na de bloei groeien de kelkslippen verder uit. Hoewel er in<br />

het tweehokkige vruchtbeginsel vier zaadknoppen zitten,<br />

komen er meestal maar twee tot ontwikkeling. De vrucht is<br />

een hard lichtblauwgrijs nootje met een porseleinachtige<br />

glans. Alle parelzaadsoorten hebben van die harde nootjes.<br />

De naam Lithospermum is afgeleid van het Griekse lithos<br />

(steen) en sperma (zaad). De nootjes blijven nog lang in de<br />

verdorde kelken zitten, soms wel de hele winter. De zaden<br />

kiemen meteen na de verspreiding.<br />

plaat 143. Glad parelzaad<br />

A bloeiwijze; B blad van bloeistengel; C bloem; D opengeslagen<br />

bloemkroon; E meeldraad; F stuifmeelkorrel (stephanocolporaat),<br />

equatoriaal aanzicht; G stamper; H verdorde kelk met vruchten;<br />

I nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!