08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

kruisbloemenfamilie 245<br />

Grote zandkool (Diplotaxis tenuifolia)<br />

De bloemen van de Grote zandkool moeten wel heel<br />

aantrekkelijk zijn voor honingbijen. Je kunt geen bloeiende<br />

planten tegenkomen, hoe weinig ook bij elkaar, of er vliegen<br />

bijen op. Door hun kleur zijn de bloemen ook wel heel<br />

opvallend en bovendien verspreiden ze een bijzondere geur.<br />

Twee inheemse soorten<br />

Het geslacht Zandkool (Diplotaxis) behoort tot de Kruisbloemenfamilie<br />

(Brassicaceae) en telt ongeveer 20 soorten.<br />

Deze zijn vooral afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied,<br />

Noord-Afrika en Midden-Europa. In ons land zijn twee<br />

soorten inheems: de Grote zandkool (Diplotaxis tenuifolia)<br />

en de Kleine zandkool (Diplotaxis muralis). In ons land komen<br />

ze van nature hoofdzakelijk in het duingebied voor.<br />

De Grote zandkool is algemener dan de Kleine zandkool.<br />

Het areaal van de Grote zandkool heeft zich in de recente tijd<br />

sterk kunnen uitbreiden als gevolg van menselijk ingrijpen.<br />

De plant gedijt namelijk heel goed op verstoorde gronden, die<br />

bijvoorbeeld ontstaan bij uitbreidingen van woongebieden en<br />

bij wegenaanleg.<br />

Meerjarige plant<br />

Grote zandkool is een meerjarige plant. Hij wordt 30 tot<br />

80 centimeter hoog. De vertakte stengels zijn aan de basis vaak<br />

houtig. Hoewel de hele plant bebladerd is, staan de meeste<br />

bladeren toch onderaan de stengels. De bladeren zijn veerdelig.<br />

Al in het eerste jaar kan de plant in bloei komen.<br />

Bloeit van mei tot in de herfst<br />

In mei verschijnen de eerste bloementrossen, waarin aan<br />

het eind telkens nieuwe bloemen tot ontwikkeling komen.<br />

In een tros staan doorlopend twee bloemen in volle bloei.<br />

De bloei duurt tot in de herfst. De bloemen zijn tweeslachtig.<br />

Ze hebben de bekende bloembouw van kruisbloemigen:<br />

twee maal twee kruisgewijs tegenoverstaande kelkbladen met<br />

daartussen vier kroonbladen. Er zijn zes meeldraden, twee<br />

korte en vier lange. Wie de bloemen van de Grote zandkool<br />

eenmaal heeft gezien, herkent de plant steeds weer aan de<br />

bloemkleur. De bloemkroon is fel citroengeel. Het lijkt wel<br />

of de kroonbladen lichtgevend zijn. De rand reflecteert ultraviolet.<br />

Voor honingbijen zijn de bloemen daarom geel met een<br />

bijenpurperen randje: het mengsel van geel en ultraviolet geeft<br />

namelijk een kleur die door de bijen als purper wordt waargenomen.<br />

Zoals ook bij andere soorten van de familie buigen de lange<br />

meeldraden de helmknoppen naar die van de korte meeldraden,<br />

boven de plaats waar de nectar wordt afgescheiden.<br />

De bloemen hebben vier nectariën, waarvan er twee actief<br />

zijn. Die liggen voor de korte meeldraden. De nectar verzamelt<br />

zich tussen het niervormig nectarium en de voet van de meeldraad.<br />

Er komt veel nectar vrij, hetgeen waarschijnlijk een<br />

verklaring is voor het intensieve bijenbezoek. De niet actieve<br />

nectariën zijn tongvormig en steken tussen de kroonbladen<br />

naar buiten. In de namiddag wordt het puren van nectar<br />

bemoeilijkt doordat de bloemen zich sluiten.<br />

De bijen verzamelen ook stuifmeel. De klompjes zijn lichtgeel<br />

tot lichtbruin. Voor kruisbestuiving is Grote zandkool aangewezen<br />

op het bezoek van insecten. Als dat uitblijft, vindt er<br />

zelfbestuiving plaats.<br />

Vrucht<br />

De vrucht is een hauw. Daarin zit een perkamentachtig tussenschot.<br />

De zaden liggen aan beide zijden daarvan in twee rijen,<br />

wat kenmerkend is voor het geslacht. De naam Diplotaxis<br />

is afgeleid van het Griekse diplous (dubbel) en taxis (rij).<br />

De Grote zandkool is van verwante soorten te onderscheiden<br />

aan het stukje bloemas tussen de basis van de hauw en de aanhechting<br />

van de overige bloemdelen. Na rijping van de zaden<br />

gaat de hauw met twee kleppen open. De zaden komen in het<br />

voorjaar tot ontkieming.<br />

plaat 110. Grote zandkool<br />

A stengel met bloeiwijze; B blad; C gesloten bloem; D meeldraad;<br />

E stuifmeelkorrel (tricolpaat):1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht,<br />

3 korreloppervlak (focus boven en in tectum); F stamper en<br />

nectariën; G vrucht (hauw); H zaad; I kiemplant.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!