08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

kruisbloemenfamilie 241<br />

Zeeraket (Cakile maritima)<br />

De Zeeraket is een karakteristieke kustplant. De soort groeit<br />

op plaatsen waar de wind vrij spel heeft en zand recentelijk is<br />

opgestoven. Je vraagt je af waar de plant in het pure zand zijn<br />

voedingsstoffen vandaan haalt.<br />

Eenjarig<br />

De Zeeraket behoort tot geslacht Cakile van de Kruisbloemenfamilie<br />

(Brassicaceae). Behalve de Zeeraket telt het nog drie<br />

soorten, die overeenkomstige groeiplaatsen hebben. De Zeeraket<br />

is eenjarig en ontwikkelt zich zeer snel uit jonge planten.<br />

Als in juni de bloei begint, hebben zich al grote bossige<br />

planten met vlezige bladeren gevormd.<br />

Vloedlijnplant<br />

Hoewel de plant in een zoute omgeving staat is hij toch niet<br />

zoutminnend (halofiel) te noemen. Wel verdraagt hij met mate<br />

zout in het grondwater. In het buitenduin vinden we planten<br />

op hoger gelegen gedeelten, zoals zandheuveltjes, waar het zout<br />

voor een deel door het regenwater uit het zand is gespoeld.<br />

De plant heeft voor een goede en snelle ontwikkeling een<br />

voedingsbodem met veel stikstof nodig. Op het strand zijn dat<br />

plaatsen met veel plantenresten in de bodem. We vinden de<br />

Zeeraket dan ook veel op de hoge vloedlijn, waar onder meer<br />

aangespoelde wieren zijn blijven liggen.<br />

draden en een bovenstandig vruchtbeginsel met een korte stijl.<br />

De kroonbladen zijn lichtlila met donkere nerven. Ook vormen<br />

met witte bloemen komen voor. Honingbijen verzamelen<br />

nectar en stuifmeel op de bloemen. Onderin de bloem liggen<br />

vier groene kussenvormige nectariën. Twee ervan hebben de<br />

vorm van een halve maan en liggen aan de binnenzijde van de<br />

korte meeldraden. De andere zijn langwerpig en liggen aan de<br />

buitenzijde tussen de lange meeldraden. Als de vrijgekomen<br />

nectar niet direct door insecten wordt opgenomen kan het<br />

worden opgeslagen in de uitstulpingen van de dicht tegen de<br />

nagels van de kroonbladen staande kelkbladen. De stuifmeelklompjes<br />

zijn lichtbruin. In polair aanzicht zijn de stuifmeelkorrels<br />

cirkelrond, in equatoriaal aanzicht elliptisch. Het korreloppervlak<br />

heeft een netstructuur. De randen langs de drie<br />

langwerpige kiemopeningen hebben een rafelige structuur.<br />

Zaadverspreiding door water en wind<br />

Al tijdens de bloei komen er vruchten tot rijping. De vruchten<br />

bestaan uit het uitgegroeide vruchtbeginsel, met daarop de<br />

snavel (ontstaan uit de stijl). In de snavel komt meestal een<br />

zaad tot ontwikkeling, in het vruchtgedeelte lang niet altijd.<br />

Als het zaad rijp is valt de snavel af. De wand is hard en bevat<br />

veel lucht, waardoor de snavel op het water blijft drijven.<br />

De harde wand zorgt ervoor dat het zaad niet door het zoute<br />

water wordt aangetast. Behalve door water vindt ook zaadverspreiding<br />

plaats door de wind.<br />

Het onderste vruchtgedeelte blijft aan de plant, ook nadat<br />

deze is afgestorven. Wanneer verdorde plantenresten door<br />

de wind worden meegenomen en op een luwe plaats blijven<br />

liggen of door aanspoelsel worden vastgehouden, zullen zich<br />

uit de nog aan de plant zittende zaden nieuwe planten kunnen<br />

ontwikkelen. Voor de ontkieming is het nodig dat het zaad<br />

met een laag zand wordt bedekt. Voor de ontwikkeling in de<br />

beginfase hebben de planten veel vocht en licht nodig.<br />

Bloemen in een tros<br />

De bloeiwijze is een tros waarin de bloemen vanaf de basis<br />

tot ontwikkeling komen. Tijdens de bloei vormen zich aan<br />

het eind van de tros weer nieuwe bloemen en wordt de as van<br />

de bloeiwijze steeds langer. De bloembouw is karakteristiek<br />

voor de Kruisbloemenfamilie. Vier kruisgewijs staande<br />

kelkbladen en kroonbladen, twee korte en vier lange meelplaat<br />

108. Zeeraket<br />

A deel plant met bloeiwijze; B bloem; C kroonblad; D meeldraden<br />

met stamper; E stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht;<br />

F stamper met nectariën; G vrucht; H zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!