08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

komkommerfamilie 221<br />

Heggenrank (Bryonia dioica)<br />

De Heggenrank is bij ons de enige wilde soort van de<br />

Komkommerfamilie (Cucurbitaceae). De plant heeft een<br />

dikke knolvormige wortelstok die elk jaar opnieuw tot vier<br />

meter lange stengels vormt. De naam Bryonia is afgeleid van<br />

het Griekse bryo (spruiten, snel groeien). De naam Heggenrank<br />

is ook heel toepasselijk, want het is een klimmer op<br />

en in struiken en heggen. Ook een afrastering van gaas of<br />

prikkeldraad neemt de plant voor lief, als de groeiplaats maar<br />

tegen de wind beschut is, want de plant gedijt niet in een<br />

sterk uitdrogende atmosfeer.<br />

Tweehuizige plant<br />

De Heggenrank is tweehuizig: mannelijke en vrouwelijke<br />

bloemen bevinden zich op afzonderlijke planten. Bij het<br />

selecteren van materiaal voor de afbeeldingen viel het me op<br />

dat de vorm van de bladeren van mannelijke planten meer<br />

afgerond is. Toch is de bladvorm zo variabel dat de geslachten<br />

daaraan niet te onderscheiden zijn. Met ranken hechten de<br />

planten zich vast. Eerst draait het uiteinde van een rank zich<br />

rond een vast punt, waarna de hele rank een draaiende<br />

beweging maakt. Ergens halverwege de rank bevindt zich<br />

meestal een recht stukje. Zo ontstaat er een prachtig verende<br />

verbinding.<br />

Vergroeide meeldraden<br />

De bloemen ontwikkelen zich in de bladoksels. De mannelijke<br />

bloemen zijn twee keer zo groot als de vrouwelijke. De kleur<br />

van de kroon van mannelijke bloemen is helderwit aan de<br />

rand, overgaand in lichtgroen naar het midden van de bloem.<br />

De meeldraden zijn geel. Op het eerste gezicht lijkt het alsof<br />

er drie meeldraden zijn. In werkelijk zijn het er vijf, waarvan<br />

er vier twee aan twee zijn vergroeid. Samen vullen ze het<br />

komvormige deel van de bloem, waar zich de nectariën bevinden.<br />

Bij het nectarpuren moet een bij met haar tong door<br />

één van de drie openingen tussen de helmknoppen. Langs de<br />

randen van de merkwaardig gevormde helmknoppen zit<br />

glanzende, toegespitste bolletjes. Tijdens de bloei verdwijnen<br />

ze langzamerhand. In de literatuur heb ik de functie van die<br />

bolletjes niet kunnen achterhalen. Ze doen aan nectardruppeltjes<br />

denken en zouden wel eens een lokfunctie kunnen hebben,<br />

om insecten de weg naar het werkelijke nectarium te wijzen.<br />

De inhoud van de bolletjes is kleverig. Ze zouden daarom ook<br />

kunnen dienen om de tong van het insect van kleefstof te<br />

voorzien, waardoor het stuifmeel gemakkelijker aan de bij<br />

hecht. Hoewel de bloemen van de vrouwelijke planten kleiner<br />

en groener zijn, worden mannelijke en vrouwelijke bloemen<br />

niet afzonderlijk bevlogen. Voor de bestuiving zijn de planten<br />

sterk afhankelijk van de honingbijen. Het in de korfjes verzamelde<br />

stuifmeel is lichtbruin. Het vruchtbeginsel is onderstandig.<br />

Als je een vrouwelijke bloem van opzij bekijkt, is het<br />

alsof de bloemkroon op een steeltje op het vruchtbeginsel<br />

staat. Al tijdens de bloei verschijnen de rode bessen. Ze worden<br />

door vogels gegeten, die daarmee voor de verspreiding van de<br />

zaden zorgen.<br />

Heggenrankbij<br />

De Heggenrankbij (Andrena florea) is een monolectische bij die<br />

uitsluitend op de Heggenrank zowel het stuifmeel als de nectar<br />

verzamelt. Deze solitaire bij komt voornamelijk voor in het<br />

zuidoosten van ons land en nestelt in zelfgemaakte holletjes in<br />

bij voorkeur weinig begroeide vaste grond. Zowel de mannelijke<br />

als de vrouwelijke bloemen worden bezocht. Het stuifmeel<br />

wordt in de beharing van de achterpoten naar het nest<br />

gebracht. Hoewel de Heggenrank ook in de duinen veel voorkomt,<br />

wordt de Heggenrankbij daar zelden aangetroffen.<br />

plaat 98. Heggenrank<br />

A en B stengel met bloeiwijze van respectievelijk mannelijke en<br />

vrouwelijke plant; C vrouwelijke bloem; D en E twee met elkaar<br />

vergroeide meeldraden, respectievelijk van buiten en van binnen;<br />

F enkele meeldraad van binnen; G stuifmeelkorrel (tricolporaat):<br />

1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus<br />

boven en in tectum); H zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!