08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

nectar en stuifmeel 11<br />

Nectar en stuifmeel<br />

Nectar wordt door de plant afgescheiden in nectariën.<br />

We kunnen onderscheid maken tussen florale nectariën, die<br />

deel uitmaken van een bloem, en extraflorale nectariën, die<br />

zich buiten de bloemen op de plant bevinden. Een andere<br />

indeling van nectariën houdt verband met de functie die ze in<br />

de bestuiving hebben. Werken nectariën mee aan het proces<br />

van bestuiving dan worden ze nuptiaal genoemd, ontbreekt<br />

die functie dan heten ze extranuptiaal. In een aantal gevallen<br />

is deze grens moeilijk aan te brengen.<br />

Nectariën op de bloemas<br />

Nectariën op de bloemas kunnen zich op verschillende plaatsen<br />

bevinden en vertonen een grote diversiteit aan vormen. Wat<br />

betreft de plaats kan een grove indeling worden gemaakt in drie<br />

groepen: onderaan het vruchtbeginsel, bovenaan het vruchtbeginsel<br />

en elders op de bloemas. Ter plaatse van het nectarium<br />

is de bloemas vaak dikker en kussenvormig. Zo’n verdikking<br />

wordt wel met de term discus aangeduid. Een verdikking<br />

onderaan het vruchtbeginsel vinden we ofwel tussen bloemkroon<br />

en meeldraden, ofwel tussen meeldraden en vruchtbeginsel.<br />

In het laatste geval heeft het nectarium de vorm van<br />

een schijf, gelegen rond de basis van het vrucht beginsel. Dit<br />

komt voor bij onder meer soorten van de Heifamilie (Ericaceae),<br />

Lip bloemenfamilie (Lamiaceae), Vlambloemfamilie (Polemoniaceae)<br />

en Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). Ook bij de Kruisbloemen<br />

familie (Brassicaceae) ligt het nectarium onderaan het<br />

vrucht beginsel op de bloemas. Er is een diversiteit aan vormen<br />

bij de verschillende soorten van deze familie. De discus kan<br />

cirkelvormig, maanvormig of driehoekig zijn en kan rond de<br />

voet van elke meeldraad liggen, maar ook aaneengesloten rondom<br />

alle meeldraden samen. Een mooi voorbeeld van een bovenop<br />

het vruchtbeginsel gelegen nectarium vinden we bij de<br />

Schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het omsluit de basis van de<br />

stijl en heet daarom ook wel stylopodium. Bij sommige soorten<br />

van de Rozenfamilie (Rosaceae) is de bloemas uitgegroeid tot<br />

een bekervormige bloembodem, los van het/de vruchtbeginsel(s).<br />

Aan de rand ervan staan kelk, kroon en meeldraden.<br />

Het nectarium is hier op de binnenzijde van de bloembodem<br />

gelegen. Bij Teunisbloem-soorten (Oenothera) ligt het bekervormige<br />

deel van de bloembodem tegen het vrucht beginsel en<br />

zet zich daarboven buisvormig voort. Aan de rand van het buisvormige<br />

deel staan de kelk, kroon en meeldraden. Het buisvormig<br />

deel (hypanthium) lijkt door de kleur deel uit te maken<br />

van de bloemkroon maar is in feite een deel van de bloemas.<br />

Het nectarium ligt onderin het buisvormige deel. Een zelfde<br />

plaatsing van het nectarium vinden we bij Fuchsia magellanica,<br />

eveneens een soort uit de Teunisbloem familie (Onagraceae).<br />

Nectariën op kelkbladen<br />

Bloemen van de Linde (Tilia) hebben een nectarium op de<br />

bovenzijde van de kelkbladen, afgedekt door haren. Bij Kaasjeskruid-soorten<br />

(Malva) scheiden haren op de kelkbladen nectar<br />

af. Dergelijke haren worden trichoomnectariën genoemd.<br />

Bij sommige planten, zoals de Reuzenbalsemien (Impatiens<br />

glandulifera), heeft een van de kelkbladen een speciale vorm.<br />

Zo’n gespecialiseerd kelkblad heeft een spoor met onderin een<br />

nectarium. De afgescheiden nectar kan tijdelijk in de spoor<br />

worden opgeslagen.<br />

Nectariën op kroonbladen<br />

Bij veel planten liggen de nectariën op de kroonbladen.<br />

Bij Gewoon speenkruid (Ficaria verna) hebben deze aan hun<br />

basis een uitstulping waarin de nectariën zijn gelegen. Duidelijk<br />

zichtbaar zijn de nectariën bij de Berberis (Berberis): ze liggen<br />

aan de basis van de kroonbladen en hebben een contrasterende<br />

oranje kleur. Kroonbladen kunnen in hun vorm aangepast zijn<br />

aan de plaats van de nectariën. Zo heeft de bloemkroon van<br />

de Echte valeriaan (Valeriana officinalis) aan de voorkant een<br />

uitstulping met daarin een kort spoorvormig gedeelte, waarin<br />

zich het nectarium bevindt. Bij de Spoorbloem (Centranthus<br />

ruber) hebben de bloemen een duidelijk zichtbare spoor met<br />

een nectarium. Deze spoor dient tevens als opslag voor de vrijgekomen<br />

nectar. Bij de Winterakoniet (Eranthis hyemalis; fig. 3)<br />

hebben de kelkbladen de lokfunctie overgenomen van de<br />

bloemkroon. De kroonbladen zijn klein en hebben de vorm<br />

van een beker. Onderin ligt het nectarium en de beker dient<br />

als tijdelijke opslag voor de nectar. Als de kroonbladen geheel<br />

ten dienste staan van de nectarafscheiding worden ze nectarbladen<br />

genoemd. Ook Nieskruid (Helleborus) en Nigelle<br />

(Nigella) hebben dergelijke bekervormige nectarbladen.<br />

Nectariën op meeldraden<br />

Ook op meeldraden kunnen we nectariën aantreffen. Bij de<br />

Adderwortel (Polygonum bistorta) liggen de nectariën aan de<br />

bases van de helmdraden. Soms heeft een meeldraad een<br />

aanhangsel dat in een spoor van de bloemkroon reikt. Op dit<br />

aanhangsel bevinden zich nectariën. Mooie voorbeelden<br />

hiervan vinden we bij het Driekleurig viooltje (Viola tricolor)<br />

en de Vingerhelmbloem (Corydalis solida).<br />

Nectariën op de stamper<br />

Nectariën op stampers bevinden zich vaak op de wand van het<br />

vruchtbeginsel, zoals bij de Wilde liguster (Ligustrum vulgare)<br />

en de Gewone boksdoorn (Lycium barbarum). Bij Muurpeper<br />

en andere Vetkruid-soorten (Sedum; fig. 4) ligt het nectarium<br />

onderaan het vruchtbeginsel en heeft de vorm van een schubachtige<br />

uitstulping. Bij Wijnruit (Ruta graveolens) hebben de<br />

nectariën de vorm van ronde kussentjes op het vruchtbeginsel.<br />

Bij een aantal soorten van de Lookfamilie (Alliaceae) en de<br />

Aspergefamilie (Asparagaceae) hebben de nectariën een onopvallende<br />

plaats. Hier bevinden ze zich in de scheidingswanden<br />

tussen de hokken van het vruchtbeginsel. De nectar wordt<br />

via kanaaltjes naar boven of beneden afgevoerd. Dergelijke<br />

nectariën worden septaalnectariën genoemd (septum =<br />

scheidingswand).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!