08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

teunisbloemfamilie 117<br />

Wilgenroosje (Chamerion angustifolium)<br />

Het Wilgenroosje behoort tot de Teunisbloemfamilie<br />

(Onagraceae) en heeft zijn naam te danken aan de vorm van<br />

de bladeren, die veel gelijkenis vertoont met die van sommige<br />

wilgen. De soort komt vaak voor langs bosranden en op<br />

plaatsen waar bomen zijn gekapt. De plant is overblijvend en<br />

kan anderhalve meter hoog worden. Hij heeft een wortelstelsel<br />

waaruit zich ondergrondse uitlopers ontwikkelen.<br />

De stengel is onderaan bezet met lancetvormige bladeren.<br />

Bovenaan gaat de stengel over in een trosvormige bloeiwijze.<br />

Het Wilgenroosje bloeit van juli tot september.<br />

De vorm van de bloeiwijze en de stand van de bloemen<br />

dragen in belangrijke mate bij aan de zichtbaarheid voor<br />

bezoekende insecten. De bloemen staan rondom de bloeistengel.<br />

Aan de voet van elke bloem staat een smal steunblad.<br />

De bloemsteel is kort. De bloemen hebben een onderstandig<br />

vruchtbeginsel dat wordt omsloten door het buisvormig<br />

verlengde van de bloemsteel. Aan het eind daarvan staan<br />

langs de rand vier smalle kelkbladen en vier paarsrode kroonbladen.<br />

Het vruchtbeginsel draagt een aan de basis behaarde<br />

stijl met vier naar buiten gebogen stempels.<br />

Blauw stuifmeel<br />

Een bloem heeft acht meeldraden, die ongeveer even hoog<br />

reiken als de stijl. De meeldraden hebben aan de basis een<br />

verbrede voet. De stuifmeelklompjes zijn blauw. Het nectarium<br />

ligt op het vruchtbeginsel. De afgescheiden nectar kan tijdelijk<br />

worden opgeslagen onder de verbrede bases van de meeldraden<br />

en tussen de beharing aan de basis van de stijl. De nectar ligt<br />

daar goed beschermd.<br />

Het Wilgenroosje behoort tot de groep planten waarvan kwantiteit<br />

en kwaliteit van de nectar niet samengaan. De grootste<br />

hoeveelheid nectar wordt in de nacht afgescheiden, maar de<br />

suikerconcentratie is midden op de dag het grootst. De bijen<br />

richten zich op het suikergehalte en de bloemen worden<br />

daarom midden op de dag het drukst bezocht. De suikerconcentratie<br />

varieert dan van 44 tot 63%.<br />

Proterandrische bloemen<br />

De bloemen zijn proterandrisch: eerst gaan de helmknoppen<br />

open, daarna rijpen de stempellobben. In een pas geopende<br />

bloem zijn de meeldraden horizontaal of schuin naar voren<br />

gericht. Ze vormen dan samen een ideale landingsplaats voor<br />

bezoekende insecten. In dit stadium is de stijl naar beneden<br />

gebogen en liggen de stempellobben nog tegen elkaar. Als het<br />

stuifmeel is vrijgegeven, verwelken de meeldraden en krommen<br />

naar buiten. Daarna komt de stijl omhoog en buigen de<br />

stempellobben naar buiten, zodat insecten op de stempels<br />

kunnen landen en iets van het meegebrachte stuifmeel achter<br />

kunnen laten. De volgorde van bloeien in een bloeiwijze is<br />

van beneden naar boven. Honingbijen beginnen hun bezoek<br />

onderin de bloeiwijze en vervolgen dat verder omhoog.<br />

De kans op kruisbestuiving wordt op deze wijze vergroot.<br />

Vermeerdering<br />

Behalve door genoemde vegetatieve vermeerdering via het<br />

wortelstelsel, vermeerdert de plant zich door de vorming van<br />

zaad. De vrucht gaat met vier kleppen open, waardoor de zaden<br />

vrij komen te liggen. De zaden hebben een pluizige beharing en<br />

worden daardoor gemakkelijk door de wind uit de geopende<br />

vrucht geblazen en meegenomen. De zaden behouden lange<br />

tijd hun kiemkracht. Ze kiemen in de herfst of in het voorjaar.<br />

De herfstkiemers komen het volgend jaar het eerst in bloei.<br />

Daarna volgen de planten die in het voorjaar zijn gekiemd.<br />

plaat 46. Wilgenroosje<br />

A bloeiwijze; B blad; C bloem in mannelijk stadium; D bloem in<br />

vrouwelijk stadium; E stuifmeelkorrel (triporaat): 1 polair aanzicht,<br />

2 equatoriaal aanzicht; F vrucht; G geopende vrucht; H zaad met<br />

pluis; I zaden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!