Bijenplanten_web
92 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
anjerfamilie 93 Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi) De Echte koekoeksbloem behoort tot de Anjerfamilie (Caryophyllaceae) en was voorheen ondergebracht in het geslacht Lychnus, als enige soort van dat geslacht in ons land. De soort heeft haar naam te danken aan het voorkomen van schuim in de bladoksels. Vroeger dacht men dat het spuug was van de Koekoek. Het schuim is echter een afscheiding van de Schuimcicade (Philaenus spumarius) die het gebruikt om ongezien te blijven. Binnen de Anjerfamilie is de plant een buitenbeentje. In tegenstelling tot andere soorten van die familie houdt hij van een vochtige standplaats. In ons land is hij dan ook een algemene plant van natte weilanden en vochtige duinvalleien. Hij heeft echter veel te lijden gehad van ontwateringen waardoor het areaal is teruggedrongen naar slootkanten. Korte levensduur De Echte koekoeksbloem heeft, ondanks dat hij een overblijvende plant is, maar een vrij korte levensduur. Hij overwintert met een rozet van tegenoverstaande bladeren. Langs de bloeistengel staan smalle bladeren kruisgewijs tegenover elkaar. De hoofdbloei valt in de voorzomer. Daarna kan er nog een nabloei tot in de herfst plaatsvinden. De bloemen staan in bijschermen verspreid langs de hoofdstengel en vormen zo samen een losse tros. De kelkbladen zijn voor een groot deel met elkaar vergroeid tot een eivormige kelkbuis. De bloemkroon wordt gevormd door vijf kroonbladen. Ze bestaan uit een smal gedeelte aan het begin, de nagel genoemd, en een brede plaat die is verdeeld in twee brede slippen in het midden en twee smalle slippen langs de zijkant. Zo’n bloemvorm met vele geledingen is gunstig voor de optische oriëntatie door bezoekende insecten. De kroonbladen worden door de kelkbuis bij elkaar gehouden. De kleur is meestal roze, soms wit. Ter plaatse van de overgang van de nagel naar de plaat zit er op elk kroonblad een uit twee slippen bestaand aanhangsel. Samen vormen deze aanhangsels de bijkroon van de bloem. Met uitzondering van de bijkroon reflecteren de kroonbladen sterk ultraviolet. Voor de Honingbij is de bijkroon daardoor een prima markering van het midden van de bloem. De meeldraden staan in twee kransen van vijf. Die van de binnenste krans zijn met de nagel van de kroonbladen vergroeid. Het stuifmeel van beide kransen komt na elkaar vrij: eerst gaan de helmknoppen van de losstaande meeldraden in de buitenkrans open. De kans op kruisbestuiving wordt hierdoor vergroot. Die wordt bovendien nog groter doordat de stempels rijp worden na het vrijkomen van het stuifmeel in de eigen bloem. De nectariën liggen op de bases van de meeldraden. Meeldraadgallen Bijen verzamelen zowel nectar als stuifmeel op de bloemen. Maar het geval kan zich voordoen dat ze iets anders dan het verlangde stuifmeel verzamelen. De bloemen zijn soms aangetast door Meeldraadbrand (Microbotryum violaceum, syn. Ustilago violacea). Tengevolge daarvan komen de helmknoppen niet tot ontwikkeling, maar vormen zich in plaats daarvan de met paarse sporen gevulde vruchtlichamen van deze parasitaire schimmel. Als die sporen in grote hoeveelheden door bijen worden verzameld, heeft dat invloed op de kleur van de honing. Vermeerdering De Echte koekoeksbloem vermeerdert zich door middel van zaad. De vrucht is een eivormige doosvrucht die aan de bovenzijde met vijf korte tanden opengaat. Door schudden van de vrucht, bijvoorbeeld door de wind of door langslopende dieren, worden de zaden naar buiten geslingerd. De zwarte zaden zijn bezet met rijen korte stekels. Deze hechten zich daarmee gemakkelijk aan de vacht van langslopende dieren, die op deze wijze voor de verspreiding zorgen. Het zaad kiemt direct na verspreiding. plaat 34. Echte koekoeksbloem A bloeiende plant; B bloem van boven; C kroonblad met meeldraad; D losstaande meeldraad; E stuifmeelkorrel (periporaat), 1. aanzicht korrel, 2. details van de wand (focus in tectum/boven columellae en in columellae); F deel van bloemkelk met stamper; G geopende vrucht; H zaad.
- Page 44 and 45: 42 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 46 and 47: 44 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 48 and 49: 46 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
92 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen