Bijenplanten_web
90 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
duizendknoopfamilie 91 Adderwortel (Persicaria bistorta) Laten we voor de verandering deze keer eens met de ondergrondse delen van de plant beginnen. De namen Adderwortel en bistorta geven beide aan dat er met de wortel van de plant iets bijzonders aan de hand is. De plant heeft een wortelstok, die zich als een slang door de grond slingert. Direct onder het grondoppervlak is hij tweemaal sterk omgebogen. De naam bistorta is afgeleid van het Latijnse bis (tweemaal of dubbel) en tortus (gedraaid). De vorm van de wortelstok is erg variabel en wijkt meestal af van die van het getekende exemplaar. Ik heb er vijf uit de grond gehaald en ze waren alle verschillend. Groeiplaats Adderwortel gedijt het beste op een vochtige kalkarme bodem die rijk is aan voedsel en humus. Hij kwam veel voor op terreinen met een horizontale grondwaterstroming, vooral in beekdalgraslanden. Nu is de soort daar grotendeels uit verdwenen door ontwatering en bekalking van de terreinen. Bladeren Aan de vele knopen in de stengels is te zien dat we hier te maken hebben met een lid van de Duizendknoopfamilie (Polygonaceae). Aan de plant vinden we twee typen bladeren: gesteelde en zittende. De wortelbladeren hebben een lange, naar boven toe gevleugelde steel met een driehoekige doorsnede. Naar boven worden de bladstelen steeds korter en bovenaan de plant zijn de bladeren zittend. scheiden; we spreken daarom van bloemdekbladen. Ze zijn lichtroze van kleur en aan de basis met elkaar vergroeid. Er zijn acht meeldraden, die in twee kransen staan ingeplant op het vergroeide gedeelte van de bloemdekbladen. Geurende stuifmeelkorrels De bloemen zijn proterandrisch. Ze verkeren eerst in het mannelijke stadium, met alleen rijpe meeldraden, en daarna in het vrouwelijke stadium, met alleen rijpe stampers. Tijdens het eerste stadium reiken de helmknoppen ver buiten de bloem. De bloemen beginnen pas te geuren als de helmknoppen opengaan en het stuifmeel vrijkomt. Dat komt doordat alleen de stuifmeelkorrels van de bloem geur afgeven. De geur is niet aangenaam (doet aan zweetvoeten denken). Als de bloem zich in het vrouwelijke stadium bevindt is hij geurloos. Wat de aantrekkingskracht van insecten betreft heeft dit voor de bloeiwijze geen gevolgen, want er bevindt zich daarin altijd wel een bloem in het mannelijke stadium. Suikergehalte van de nectar Bijen verzamelen zowel stuifmeel als nectar op de bloemen. De stuifmeelklompjes zijn donker gekleurd, bijna zwart. De nectariën liggen onderaan de helmdraden van de drie meeldraden van de binnenste krans. Bij een Pools onderzoek uit het begin van de 80er jaren vond men een suikergehalte in de nectar variërend van 40 tot 50%. Vermeerdering Over het algemeen wordt maar weinig kiemkrachtig zaad geproduceerd. De vermeerdering geschiedt hoofdzakelijk door de vorming van worteluitlopers. Het deert de plant daarom niet wanneer de bodem gedurende lange tijd is bedekt met materiaal, zoals hooi of slootvuil. De uitlopers blijven zich wel ontwikkelen. Bloemen in een schijnaar De plant staat in juni volop in bloei. De bloemen zitten in een schijnaar aan het eind van de stengel. De eerste bloemen openen zich onderaan de aar, waarna de bloei zich naar boven voortzet. Vaak herhaalt deze bloeivolgorde in een tweede bloeiperiode. Kelk en bloemkroon zijn niet duidelijk te onderplaat 33. Adderwortel A wortelstok met uitlopers (zijwortels deels weggelaten); B gesteeld blad; C zittend blad; D bloeiwijze; E bloem in mannelijk stadium; F bloemdekblad met meeldraad; G stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H bloem in vrouwelijk stadium; I stampers van bloem: 1 mannelijk stadium, 2 vrouwelijk stadium; J aar met vruchten; K nootjes.
- Page 42 and 43: 40 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 44 and 45: 42 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 46 and 47: 44 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 48 and 49: 46 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
duizendknoopfamilie 91<br />
Adderwortel (Persicaria bistorta)<br />
Laten we voor de verandering deze keer eens met de ondergrondse<br />
delen van de plant beginnen. De namen Adderwortel<br />
en bistorta geven beide aan dat er met de wortel van<br />
de plant iets bijzonders aan de hand is. De plant heeft een<br />
wortelstok, die zich als een slang door de grond slingert.<br />
Direct onder het grondoppervlak is hij tweemaal sterk<br />
omgebogen. De naam bistorta is afgeleid van het Latijnse bis<br />
(tweemaal of dubbel) en tortus (gedraaid). De vorm van de<br />
wortelstok is erg variabel en wijkt meestal af van die van het<br />
getekende exemplaar. Ik heb er vijf uit de grond gehaald en<br />
ze waren alle verschillend.<br />
Groeiplaats<br />
Adderwortel gedijt het beste op een vochtige kalkarme bodem<br />
die rijk is aan voedsel en humus. Hij kwam veel voor op<br />
terreinen met een horizontale grondwaterstroming, vooral in<br />
beekdalgraslanden. Nu is de soort daar grotendeels uit verdwenen<br />
door ontwatering en bekalking van de terreinen.<br />
Bladeren<br />
Aan de vele knopen in de stengels is te zien dat we hier te<br />
maken hebben met een lid van de Duizendknoopfamilie<br />
(Polygonaceae). Aan de plant vinden we twee typen bladeren:<br />
gesteelde en zittende. De wortelbladeren hebben een lange,<br />
naar boven toe gevleugelde steel met een driehoekige doorsnede.<br />
Naar boven worden de bladstelen steeds korter en<br />
bovenaan de plant zijn de bladeren zittend.<br />
scheiden; we spreken daarom van bloemdekbladen. Ze zijn<br />
lichtroze van kleur en aan de basis met elkaar vergroeid.<br />
Er zijn acht meeldraden, die in twee kransen staan ingeplant<br />
op het vergroeide gedeelte van de bloemdekbladen.<br />
Geurende stuifmeelkorrels<br />
De bloemen zijn proterandrisch. Ze verkeren eerst in het<br />
mannelijke stadium, met alleen rijpe meeldraden, en daarna<br />
in het vrouwelijke stadium, met alleen rijpe stampers. Tijdens<br />
het eerste stadium reiken de helmknoppen ver buiten de bloem.<br />
De bloemen beginnen pas te geuren als de helmknoppen<br />
opengaan en het stuifmeel vrijkomt. Dat komt doordat alleen<br />
de stuifmeelkorrels van de bloem geur afgeven. De geur is niet<br />
aangenaam (doet aan zweetvoeten denken). Als de bloem zich<br />
in het vrouwelijke stadium bevindt is hij geurloos. Wat de<br />
aantrekkingskracht van insecten betreft heeft dit voor de bloeiwijze<br />
geen gevolgen, want er bevindt zich daarin altijd wel een<br />
bloem in het mannelijke stadium.<br />
Suikergehalte van de nectar<br />
Bijen verzamelen zowel stuifmeel als nectar op de bloemen.<br />
De stuifmeelklompjes zijn donker gekleurd, bijna zwart.<br />
De nectariën liggen onderaan de helmdraden van de drie<br />
meeldraden van de binnenste krans. Bij een Pools onderzoek<br />
uit het begin van de 80er jaren vond men een suikergehalte in<br />
de nectar variërend van 40 tot 50%.<br />
Vermeerdering<br />
Over het algemeen wordt maar weinig kiemkrachtig zaad<br />
geproduceerd. De vermeerdering geschiedt hoofdzakelijk door<br />
de vorming van worteluitlopers. Het deert de plant daarom<br />
niet wanneer de bodem gedurende lange tijd is bedekt met<br />
materiaal, zoals hooi of slootvuil. De uitlopers blijven zich<br />
wel ontwikkelen.<br />
Bloemen in een schijnaar<br />
De plant staat in juni volop in bloei. De bloemen zitten in<br />
een schijnaar aan het eind van de stengel. De eerste bloemen<br />
openen zich onderaan de aar, waarna de bloei zich naar boven<br />
voortzet. Vaak herhaalt deze bloeivolgorde in een tweede bloeiperiode.<br />
Kelk en bloemkroon zijn niet duidelijk te onderplaat<br />
33. Adderwortel<br />
A wortelstok met uitlopers (zijwortels deels weggelaten); B gesteeld<br />
blad; C zittend blad; D bloeiwijze; E bloem in mannelijk stadium;<br />
F bloemdekblad met meeldraad; G stuifmeelkorrel (tricolporaat):<br />
1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H bloem in vrouwelijk<br />
stadium; I stampers van bloem: 1 mannelijk stadium, 2 vrouwelijk<br />
stadium; J aar met vruchten; K nootjes.