Bijenplanten_web
66 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
anonkelfamilie 67 Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris) Met zijn bloeiperiode in maart en april is Wildemanskruid een van de vroege bijenplanten. Als het omstreeks die tijd maar warm genoeg is, valt er veel nectar en stuifmeel op de bloemen te halen. Niet meer inheems Wildemanskruid behoort tot de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Pulsatilla is een van de 50 geslachten van de familie. Het telt 25 tot 30 soorten, die grotendeels hun natuurlijke groeiplaatsen in Centraal- en Oost-Azië hebben liggen. In West-Europa komen zeven soorten voor. Tot halverwege in de vorige eeuw was Wildemanskruid in ons land nog inheems op enkele plaatsen in Gelderland. Nu vinden we de plant alleen nog maar in tuinen. Veel stuifmeel De plant heeft een penwortel met vertakte wortelstokken. Bladeren zijn er in twee soorten: wortelbladeren en stengelbladeren. De wortelbladeren hebben een lange steel en staan in een rozet. De bladschijf is dubbel geveerd en heeft een sterke beharing. De stengelbladeren staan bij elkaar aan het begin van de bloemsteel. Ze zijn niet gesteeld en aan de voet met elkaar vergroeid. Zowel de bloemsteel, meestal één per plant, als de stengelbladeren zijn ook weer voorzien van een dichte beharing. In het prille knopstadium van de bloem omsluiten de stengelbladeren de bloemknop. Kelk en kroon zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden. Een enkele bloem heeft twee kransen van drie bloemdekbladen, donkerviolet en aan de buitenzijde zacht behaard. Rond een groot aantal dicht opeen staande stampers ligt een brede krans met vele meeldraden. Een bloem kan wel 300.000 stuifmeelkorrels produceren. De bloemen zijn proterogyn, dat wil zeggen dat de stempels rijp zijn voordat het stuifmeel in een bloem ter beschikking komt, waardoor zelfbestuiving zo veel mogelijk wordt tegengegaan. Dat gebeurt ook door de stand van de meeldraden ten opzichte van de stampers, want tijdens de bloei buigen ze naar buiten. Zoals bij veel andere lentebloemen komt het stuifmeel in de voormiddag vrij. De helmkokjes van de meeldraden die tegen de stampers liggen en die langs de buitenzijde van de meeldradenkrans gaan het laatst open. Een nuttige aanpassing, want als bestuiving uitblijft, buigen de lange stijlen om en bestaat er alsnog een kans op vruchtzetting door zelfbestuiving. Nectariën In de literatuur vinden we vaak de vermelding dat Pulsatilla geen nectar geeft. Een deel van de soorten levert inderdaad geen nectar. Wildemanskruid doet dat echter wel, op een bijzondere plaats. Langs de buitenzijde van de meeldradenkrans staan korte steeltjes met een ronde kop. Het zijn eigenlijk steriele meeldraden (staminodiën). Daarop liggen de nectariën, zowel op de kop als op het steeltje. Een nectar purende Honingbij loopt rond de buitenzijde van de meeldradenkrans. Ook stuifmeel wordt door de bijen verzameld. De stuifmeelklompjes zijn grijsachtig lichtgeel. Vermeerdering Wildemanskruid vermeerdert zich door zaad. De vrucht is een dopvrucht, waaraan de lange behaarde stijl blijft zitten. Die levert een bijdrage aan de verspreiding door de wind. Eenmaal op de grond gelegen gaat de verdroogde stijl zich onder invloed van vocht en droogte krommen en strekken en boort, als de gelegenheid zich voordoet, de vrucht in de grond. Voor het geval dat de penwortel afsterft, vormen zich eventueel nieuwe planten uit de wortelstokken. plaat 21. Wildemanskruid A bloeistengel met bladeren en bloem; B onderzijde bloem; C blad van wortelrozet; D meeldraad; E helmknop; F staminodiën; G stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H stamper; I vruchten met restant van de stijl; J vrucht.
- Page 18 and 19: 16 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 20 and 21: 18 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 22 and 23: 20 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 24 and 25: 22 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 26 and 27: 24 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 28 and 29: 26 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 30 and 31: 28 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 32 and 33: 30 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 34 and 35: 32 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 36 and 37: 34 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 38 and 39: 36 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 40 and 41: 38 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 42 and 43: 40 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 44 and 45: 42 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 46 and 47: 44 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 48 and 49: 46 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
anonkelfamilie 67<br />
Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris)<br />
Met zijn bloeiperiode in maart en april is Wildemanskruid<br />
een van de vroege bijenplanten. Als het omstreeks die tijd<br />
maar warm genoeg is, valt er veel nectar en stuifmeel op<br />
de bloemen te halen.<br />
Niet meer inheems<br />
Wildemanskruid behoort tot de Ranonkelfamilie<br />
(Ranunculaceae). Pulsatilla is een van de 50 geslachten van<br />
de familie. Het telt 25 tot 30 soorten, die grotendeels hun<br />
natuurlijke groeiplaatsen in Centraal- en Oost-Azië hebben<br />
liggen. In West-Europa komen zeven soorten voor. Tot halverwege<br />
in de vorige eeuw was Wildemanskruid in ons land nog<br />
inheems op enkele plaatsen in Gelderland. Nu vinden we de<br />
plant alleen nog maar in tuinen.<br />
Veel stuifmeel<br />
De plant heeft een penwortel met vertakte wortelstokken.<br />
Bladeren zijn er in twee soorten: wortelbladeren en stengelbladeren.<br />
De wortelbladeren hebben een lange steel en staan<br />
in een rozet. De bladschijf is dubbel geveerd en heeft een<br />
sterke beharing. De stengelbladeren staan bij elkaar aan het<br />
begin van de bloemsteel. Ze zijn niet gesteeld en aan de voet<br />
met elkaar vergroeid. Zowel de bloemsteel, meestal één per<br />
plant, als de stengelbladeren zijn ook weer voorzien van een<br />
dichte beharing. In het prille knopstadium van de bloem<br />
omsluiten de stengelbladeren de bloemknop. Kelk en kroon<br />
zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden. Een enkele<br />
bloem heeft twee kransen van drie bloemdekbladen, donkerviolet<br />
en aan de buitenzijde zacht behaard. Rond een groot<br />
aantal dicht opeen staande stampers ligt een brede krans met<br />
vele meeldraden. Een bloem kan wel 300.000 stuifmeelkorrels<br />
produceren. De bloemen zijn proterogyn, dat wil<br />
zeggen dat de stempels rijp zijn voordat het stuifmeel in een<br />
bloem ter beschikking komt, waardoor zelfbestuiving zo<br />
veel mogelijk wordt tegengegaan. Dat gebeurt ook door<br />
de stand van de meeldraden ten opzichte van de stampers,<br />
want tijdens de bloei buigen ze naar buiten. Zoals bij<br />
veel andere lentebloemen komt het stuifmeel in de voormiddag<br />
vrij.<br />
De helmkokjes van de meeldraden die tegen de stampers liggen<br />
en die langs de buitenzijde van de meeldradenkrans gaan het<br />
laatst open. Een nuttige aanpassing, want als bestuiving uitblijft,<br />
buigen de lange stijlen om en bestaat er alsnog een kans<br />
op vruchtzetting door zelfbestuiving.<br />
Nectariën<br />
In de literatuur vinden we vaak de vermelding dat Pulsatilla<br />
geen nectar geeft. Een deel van de soorten levert inderdaad<br />
geen nectar. Wildemanskruid doet dat echter wel, op een<br />
bijzondere plaats. Langs de buitenzijde van de meeldradenkrans<br />
staan korte steeltjes met een ronde kop. Het zijn eigenlijk<br />
steriele meeldraden (staminodiën). Daarop liggen de nectariën,<br />
zowel op de kop als op het steeltje. Een nectar purende<br />
Honingbij loopt rond de buitenzijde van de meeldradenkrans.<br />
Ook stuifmeel wordt door de bijen verzameld. De stuifmeelklompjes<br />
zijn grijsachtig lichtgeel.<br />
Vermeerdering<br />
Wildemanskruid vermeerdert zich door zaad. De vrucht is<br />
een dopvrucht, waaraan de lange behaarde stijl blijft zitten.<br />
Die levert een bijdrage aan de verspreiding door de wind.<br />
Eenmaal op de grond gelegen gaat de verdroogde stijl zich<br />
onder invloed van vocht en droogte krommen en strekken<br />
en boort, als de gelegenheid zich voordoet, de vrucht in de<br />
grond. Voor het geval dat de penwortel afsterft, vormen zich<br />
eventueel nieuwe planten uit de wortelstokken.<br />
plaat 21. Wildemanskruid<br />
A bloeistengel met bladeren en bloem; B onderzijde bloem; C blad<br />
van wortelrozet; D meeldraad; E helmknop; F staminodiën; G stuifmeelkorrel<br />
(tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht;<br />
H stamper; I vruchten met restant van de stijl; J vrucht.