Bijenplanten_web
62 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
anonkelfamilie 63 Winterakoniet (Eranthis hyemalis) De Winterakoniet behoort tot de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Er bestaat een enorme variatie in de vorm van de bloemen. Meestal zijn de kroonbladen zodanig van vorm, dat ze als lokmiddel en oriëntatiemiddel dienen voor insecten die voor de bestuiving moeten zorgen. In veel gevallen is de voortplanting van de plant van bestuiving door insecten afhankelijk. Bij de Winterakoniet hebben we een mooi voorbeeld van het overnemen van de functie van de kroonbladen door de erachter liggende kelkbladen. De kroonbladen van deze plant hebben een andere functie gekregen. Een vroege bloeier Uit de naam Winterakoniet kunnen we afleiden, dat we hier te doen hebben met een vroege bloeier. Zowel de Nederlandse als ook de wetenschappelijke namen geven dat aan. De naam Eranthis is afgeleid van het Griekse er (vroeg) en anthos (bloem). De naam hyemalis betekent winterbloeiend. Eranthis telt acht soorten, die hun oorsprong hebben in Zuid- Europa en in Oost- en Centraal-Azië tot Japan. Alleen de Winterakoniet is inheems in Zuid-Europa. Zo’n vroege bloeier moet zich snel kunnen ontwikkelen. De plant heeft dan ook een knol, in feite een dikke wortelstok, waarin de voedingsstoffen voor de snelle groei liggen opgeslagen. Eerst ontwikkelt zich de stengel met de bloemknop. Later volgen de bladeren. Uit de knol vormen zich ook uitlopers, waaruit nieuwe planten kunnen ontstaan. De jonge planten hebben in het eerste jaar maar één blad. Nectarbladen Vlak onder de bloem zitten drie bladeren, die diep zijn ingesneden. Ze staan horizontaal, een beetje afhangend, en vormen samen een soort rozet. Wat op het eerste gezicht kroonbladen lijken, zijn in werkelijkheid kelkbladen. Deze staan in twee kransen. De buitenste zijn breder en aan de top soms iets ingesneden. Voor ons oog zijn de kelkbladen geel. Voor de Honingbij zijn ze bijenpurper. Behalve geel kaatsen ze namelijk ook ultraviolet terug. Geel vermengd met ultraviolet geeft het voor de bijen zichtbare bijenpurper. De kroonbladen zijn trechtervormig en veel kleiner dan de kelkbladen, ze vallen bijna niet op. Binnen de trechter wordt nectar afgescheiden. Kroonbladen van deze vorm worden door hun functie ook wel honingbladen genoemd; een betere benaming is nectarbladen. De kroonbladen zijn geel, ook voor het bijenoog. De gele met nectar gevulde ‘bekertjes’ steken voor de bijen goed af tegen het bijenpurper van de kelkbladen. Als de temperatuur gaat stijgen, gaan de bloemen heerlijk geuren. ‘s Avonds gaan de bloemen dicht. Ze staan ongeveer acht dagen in bloei. Voor de bijen valt de bloeiperiode wel erg vroeg, namelijk in februari en maart, onder gunstige weersomstandigheden soms wel eerder. In die tijd kunnen er toch wel goede vliegdagen zijn. Een andere soort, Eranthis cilicica, heeft het voordeel voor de bijen dat zij later in bloei staat. Het resultaat van een kruising van deze soort met de Winterakoniet is de Eranthis x tubergenii, een hybride met erg mooie bloemen. Al lang in cultuur De Winterakoniet is een geschikte plant voor de tuin en is goed te combineren met andere bol- en knolgewassen. Sinds de zestiende eeuw wordt hij al in tuinen toegepast. De plant verlangt een goed gedraineerde grond, die in de zomer niet door de felle zon mag worden beschenen. De grond moet namelijk ook in de zomer goed vochtig blijven. In oktober moeten de knolletjes de grond in, drie centimeter diep en 15 centimeter uit elkaar. De eerste winter zullen ze nog niet bloeien. U moet geduld hebben tot de daarop volgende winter, maar dan heeft u er ook jaren plezier van. Als u ze laat staan krijgt u er steeds meer. plaat 19. Winterakoniet A bloem; B gesloten bloem; C vorm met gevulde bloem; D wortelblad van jonge plant; E blaadje onder de bloem; F knol met scheut aan het begin van een nieuwe groeiperiode; G kelkblad met kroonblad; H kroonblad (nectarblad); I meeldraad; J geopende helmknop; K stamper; L stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht; M geopende vruchten; N zaad.
- Page 14 and 15: 12 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 16 and 17: 14 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 18 and 19: 16 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 20 and 21: 18 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 22 and 23: 20 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 24 and 25: 22 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 26 and 27: 24 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 28 and 29: 26 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 30 and 31: 28 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 32 and 33: 30 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 34 and 35: 32 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 36 and 37: 34 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 38 and 39: 36 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 40 and 41: 38 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 42 and 43: 40 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 44 and 45: 42 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 46 and 47: 44 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 48 and 49: 46 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
62 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen