26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

composietenfamilie 491<br />

Ligularia dentata<br />

Het geslacht Ligularia behoort tot de Composietenfamilie<br />

(Asteraceae) en telt ongeveer 80 soorten, die op een paar<br />

uitzonderingen na inheems zijn in Azië, vooral in China,<br />

Japan en Siberië. Enkele soorten worden in ons land als<br />

sierplant gekweekt. Een daarvan is Ligularia dentata, die in<br />

het begin van de twintigste eeuw vanuit China in Engeland<br />

werd geïntroduceerd. Het is een winterharde soort die goed<br />

gedijt op een vochtige plek in de halfschaduw.<br />

Grote bladeren<br />

De meeste bladeren staan onderaan de plant. Ze zijn langgesteeld,<br />

stengelomvattend en kunnen 30 centimeter breed<br />

worden. Naar boven neemt het aantal bladeren sterk af en zijn<br />

ze ook kleiner en korter gesteeld. De bladschijf is niervormig<br />

en heeft een grof getande rand. De plant heeft daaraan zijn<br />

soortnaam te danken: dentata betekent getand. De bladeren<br />

zijn erg in trek bij slakken. In het najaar zien de planten er<br />

vaak haveloos uit, met grote gaten in de bladeren.<br />

Bloemen in tuilen<br />

De bloeitijd is van juli tot en met september, en omvat dus de<br />

periode waarin de bijenweide in een bebouwde omgeving op<br />

zijn retour is. De bloemen staan in grote hoofdjes in een tuilvormige<br />

bloeiwijze. De bloemen worden bijeen gehouden<br />

door een krans van stevige omwindselbladen. De hoofdjes aan<br />

de buitenzijde van de tuil (aan de onderste takken), komen<br />

het eerst tot ontwikkeling. De hoofdjes bevatten buisbloemen<br />

en randstandige lintbloemen. De lintbloemen hebben alleen<br />

een stamper. De bloemkroon is aan de basis buisvormig en<br />

gaat met een hoek over in een lang lintvormig gedeelte.<br />

Ligularia is afgeleid van het Latijnse ligula (lint, riem).<br />

De buisbloemen zijn tweeslachtig. In knop zijn ze oranje.<br />

In bloei zijn ze net als de lintbloemen donkergeel. De rand<br />

van de kroonbuis draagt vijf driehoekige slippen.<br />

Veel stuifmeel<br />

De meeldraden staan op de kroon ingeplant. De helmknoppen<br />

zijn vergroeid en vormen een kokertje rond de stijl. Als deze<br />

uit het kokertje groeit, buigen de stempels al naar buiten.<br />

Er wordt veel stuifmeel geproduceerd. Als de bijen over de<br />

bloemen lopen om nectar te puren, raken hun kop, zijkanten<br />

en onderzijde geheel met stuifmeel bepoederd. Ze lijken<br />

goede bestuivers te zijn. Het in klompjes verzamelde stuifmeel<br />

is geel. De stuifmeelkorrels hebben drie kiemopeningen.<br />

Daartussen is het oppervlak gelijkmatig bedekt met<br />

stekeltjes.<br />

Vermeerdering<br />

De plant laat zich gemakkelijk uit zaad vermeerderen.<br />

De vruchten (nootjes) hebben een krans van pappusharen,<br />

waardoor de wind ze kan verspreiden. Uit waarnemingen is<br />

me echter gebleken dat de meeste vruchten in de directe<br />

omgeving van de plant terecht komen. Vermeerdering kan ook<br />

door deling in het voorjaar geschieden.<br />

plaat 233. Ligularia dentata<br />

A bloeiwijze; B blad van het midden van de stengel; C lintbloem;<br />

D buisbloem; E deel van een pappushaar; F opengeslagen meeldraden-kokertje;<br />

G stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht,<br />

2 korreloppervlak (focus in en onder tectum); H vruchthoofdje;<br />

I vrucht met pappus; J nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!