Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

468 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

composietenfamilie 469 Cosmos (Cosmos bipinnatus) Het geslacht Cosmos behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae) en telt ongeveer 29 soorten, waarvan er 10 eenjarig zijn. De andere zijn overblijvend. Ze zijn inheems in de warmere delen van Amerika. De meeste soorten komen uit Mexico. De naam Cosmos is afgeleid van het Griekse kosmos, dat sieraad betekent. Roze, lila of wit De bladeren zijn dubbel geveerd (bipinnatus). De bloemhoofdjes staan op lange bloemstelen in de oksels van de bladeren. De tweeslachtige bloemen in het midden van het hoofdje hebben een gele kroon, die verschrompelt en bruin wordt bij uitbloeien. Elke bloem heeft een vliezig schutblad. Het nectarium bevindt zich aan het ondereinde van de stijl, die daar nauw door de bloembuis wordt omsloten. Iets onder het midden zijn de meeldraden met de bloemkroon verbonden. Ze staan dicht tegen elkaar en vormen samen een kokertje. Het stuifmeel komt aan de binnenzijde vrij en wordt door de langer wordende stijl naar buiten gewerkt. De acht roze, lila of witte bloemen langs de rand van het hoofdje zijn groot. Hoewel ze steriel zijn (geen stamper en meeldraden), hebben ze een belangrijke functie. Ze zorgen er voor dat de bloemhoofdjes goed zichtbaar zijn voor de insecten die voor de bestuiving moeten zorgen. Bijenplant voor het najaar De planten kunnen wel twee meter hoog worden. Van juli tot in oktober bloeien ze en kunnen bijen er nectar en stuifmeel op verzamelen. Het is een heel geschikte bijenplant voor de nazomer. Veranderend vlieggedrag Als een Honingbij een bloemhoofdje nadert en er boven gaat vliegen komt ze terecht in de luchtwerveling die ze in het komvormige bloemhoofdje veroorzaakt. Dat is duidelijk te zien aan het vlieggedrag. Ik vraag me af of ook de luchtwerveling niet een middel voor de bij zou kunnen zijn om zich op het bloemhoofdje te oriënteren. Bijen die nectar puren hebben vaak een met stuifmeel bepoederde kop. Ze brengen de monddelen of langs de gebogen stempellobben of langs de met stuifmeel bepoederde stijl naar beneden in de bloemopening. Op deze wijze brengen ze met hun bepoederde kop het stuifmeel van bloem tot bloem. Ook wordt er stuifmeel verzameld. De klompjes zijn geel. De stuifmeelkorrels zijn bolvormig en hebben verspreid over het hun oppervlak relatief lange stekels. Rondom, in het equatoriale vlak, liggen drie kiemopeningen. Voor tuin en vaas Twee eenjarige soorten worden veel in tuinen aangeplant: Cosmos bipinnatus en de veel daarop lijkende Cosmos sulphureus. Het is gewenst vroeg in het seizoen op warmte te zaaien, anders valt de bloei wel erg laat. Hoewel het voor de bijen beter is dat de bloemen in de tuin staan, moet toch worden gezegd dat Cosmos zeer geschikt is als snijbloem. Het oog in huis wil ook wat. plaat 222. Cosmos A deel van plant met hoofdjes; B blad; C hoofdje waarvan een deel van de randbloemen is weggenomen, gezien van opzij; D 1 en 2: omwindselbladen van beide kransen van het bloemhoofdje; E randbloem gezien van opzij; F 1-5: middelste bloemen in opeenvolgende bloeistadia, 2 en 3: met schutblad; G opengeslagen bloemkroon met meeldraden; H stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; I nootje.

468 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!