Bijenplanten_web
460 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
composietenfamilie 461 Wilde cichorei (Cichorium intybus) De Wilde cichorei behoort tot het geslacht Cichorei van de Composietenfamilie (Asteraceae). Dit telt negen soorten, die bijna allemaal inheems zijn in het Middellandse-Zeegebied. De Wilde cichorei komt tegenwoordig bijna wereldwijd in de gematigde streken voor, in ons land vooral op de dijken langs de grote rivieren. De soort is ook langs wegen te vinden, meestal op plaatsen waar andere planten het laten afweten doordat de bodem verstoord of te dicht is. Verschillende bladvormen Wilde cichorei is een overblijvende plant met taaie onregelmatig vertakte stengels. Door die onregelmatige vertakkingen maakt de plant een enigszins rommelige indruk. De bladeren staan onderaan in een rozet en verder spaarzaam verspreid langs de stengels. De rozetbladeren zijn diep ingesneden en aan de basis steelvormig versmald. Ze lijken veel op die van de Paardenbloem (Taraxacum officinale). De stengelbladeren zijn lancetvormig en veel minder of in het geheel niet ingesneden. De bladrand is getand. Korte bloei De plant bloeit in juli en augustus. De hoofdjes staan aan korte zijstengels en in de oksels daarvan. De bloemen in een hoofdje worden omsloten door een omwindsel, dat bestaat uit klierachtig behaarde blaadjes. Ze staan in twee kransen; de buitenste wijzen naar buiten, de andere staan dicht aangesloten tegen de bloemen. Een hoofdje telt maar weinig bloemen. Het zijn allemaal lintbloemen met een hemelsblauwe kroon. Behalve blauw kaatsen ze ook ultraviolet terug, waardoor ze voor het bijenoog bijenviolet zijn. Door het geringe aantal bloemen is het hoofdje rijk aan contouren, waardoor het beter zichtbaar is voor bijen. Elk hoofdje bloeit maar één dag, eigenlijk minder dan een dag. ‘s Morgens vroeg gaan de hoofdjes open en de bijen moeten er dan vlug bij zijn, want midden op de dag stopt de nectarafscheiding al weer. In de namiddag sluiten de hoofdjes en verwelken de bloemen. Het buisvormige deel van de bloemkroon is ongeveer drie millimeter lang, waardoor ook insecten met een korte tong terecht kunnen om de nectar te puren. Prachtige stuifmeelkorrels De beharing aan het eind van de stijl zorgt er voor dat het stuifmeel uit het kokertje van verbonden helmhokken wordt geveegd. Als bestuiving door insecten uitblijft, krommen de stempels zich en vindt mogelijk zelfbestuiving plaats. Maar het moet allemaal wel in een korte tijdspanne gebeuren. Dat is misschien één van de oorzaken dat in een hoofdje maar weinig zaad tot ontwikkeling komt. De stuifmeelkorrels hebben een zeer opvallende oppervlaktestructuur. De korrel heeft de vorm van een afgeplatte bol, waarin zich halverwege de hoogte drie ronde aperturen bevinden. Tussen de aperturen, daarboven en daaronder liggen volgens een vast patroon gestekelde richeltjes. Dit patroon vinden we ook op de stuifmeelkorrels van bijvoorbeeld Groot streepzaad (Crepis biennis), Vertakte leeuwentand (Leontodon autumnalis), de Akkermelkdistel (Sonchus arvensis) en de Paardenbloem. Dergelijke korrels heten fenestraat. Vrucht De vrucht is een kort gebogen nootje met aan de top een krans van korte schubjes (pappus). Door licht en lage temperaturen wordt de kieming van het zaad geremd. plaat 218. Wilde cichorei A bloeiwijze; B stengelblad; C schutblad; D bloemknop; E bloem; F opengeslagen meeldradenkokertje; G stuifmeelkorrel (fenestraat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H stempels; I nootje.
- Page 412 and 413: 410 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 414 and 415: 412 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 416 and 417: 414 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 418 and 419: 416 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 420 and 421: 418 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 422 and 423: 420 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 424 and 425: 422 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 426 and 427: 424 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 428 and 429: 426 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 430 and 431: 428 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 432 and 433: 430 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 434 and 435: 432 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 436 and 437: 434 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 438 and 439: 436 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 440 and 441: 438 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 442 and 443: 440 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 444 and 445: 442 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 446 and 447: 444 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 448 and 449: 446 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 450 and 451: 448 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 452 and 453: 450 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 454 and 455: 452 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 456 and 457: 454 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 458 and 459: 456 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 460 and 461: 458 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 464 and 465: 462 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 466 and 467: 464 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 468 and 469: 466 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 470 and 471: 468 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 472 and 473: 470 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 474 and 475: 472 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 476 and 477: 474 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 478 and 479: 476 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 480 and 481: 478 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 482 and 483: 480 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 484 and 485: 482 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 486 and 487: 484 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 488 and 489: 486 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 490 and 491: 488 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 492 and 493: 490 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 494 and 495: 492 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 496 and 497: 494 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 498 and 499: 496 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 500 and 501: 498 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 502 and 503: 500 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 504 and 505: 502 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 506 and 507: 504 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 508 and 509: 506 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 510 and 511: 508 bijenplanten: nectar en stuifme
composietenfamilie 461<br />
Wilde cichorei (Cichorium intybus)<br />
De Wilde cichorei behoort tot het geslacht Cichorei van de<br />
Composietenfamilie (Asteraceae). Dit telt negen soorten, die<br />
bijna allemaal inheems zijn in het Middellandse-Zeegebied.<br />
De Wilde cichorei komt tegenwoordig bijna wereldwijd in<br />
de gematigde streken voor, in ons land vooral op de dijken<br />
langs de grote rivieren. De soort is ook langs wegen te vinden,<br />
meestal op plaatsen waar andere planten het laten afweten<br />
doordat de bodem verstoord of te dicht is.<br />
Verschillende bladvormen<br />
Wilde cichorei is een overblijvende plant met taaie onregelmatig<br />
vertakte stengels. Door die onregelmatige vertakkingen<br />
maakt de plant een enigszins rommelige indruk. De bladeren<br />
staan onderaan in een rozet en verder spaarzaam verspreid<br />
langs de stengels. De rozetbladeren zijn diep ingesneden en<br />
aan de basis steelvormig versmald. Ze lijken veel op die van de<br />
Paardenbloem (Taraxacum officinale). De stengelbladeren zijn<br />
lancetvormig en veel minder of in het geheel niet ingesneden.<br />
De bladrand is getand.<br />
Korte bloei<br />
De plant bloeit in juli en augustus. De hoofdjes staan aan<br />
korte zijstengels en in de oksels daarvan. De bloemen in een<br />
hoofdje worden omsloten door een omwindsel, dat bestaat<br />
uit klierachtig behaarde blaadjes. Ze staan in twee kransen;<br />
de buitenste wijzen naar buiten, de andere staan dicht<br />
aangesloten tegen de bloemen. Een hoofdje telt maar weinig<br />
bloemen. Het zijn allemaal lintbloemen met een hemelsblauwe<br />
kroon. Behalve blauw kaatsen ze ook ultraviolet<br />
terug, waardoor ze voor het bijenoog bijenviolet zijn.<br />
Door het geringe aantal bloemen is het hoofdje rijk aan<br />
contouren, waardoor het beter zichtbaar is voor bijen.<br />
Elk hoofdje bloeit maar één dag, eigenlijk minder dan een dag.<br />
‘s Morgens vroeg gaan de hoofdjes open en de bijen moeten er<br />
dan vlug bij zijn, want midden op de dag stopt de nectarafscheiding<br />
al weer. In de namiddag sluiten de hoofdjes en<br />
verwelken de bloemen. Het buisvormige deel van de bloemkroon<br />
is ongeveer drie millimeter lang, waardoor ook insecten<br />
met een korte tong terecht kunnen om de nectar te puren.<br />
Prachtige stuifmeelkorrels<br />
De beharing aan het eind van de stijl zorgt er voor dat het<br />
stuifmeel uit het kokertje van verbonden helmhokken wordt<br />
geveegd. Als bestuiving door insecten uitblijft, krommen de<br />
stempels zich en vindt mogelijk zelfbestuiving plaats. Maar het<br />
moet allemaal wel in een korte tijdspanne gebeuren. Dat is<br />
misschien één van de oorzaken dat in een hoofdje maar weinig<br />
zaad tot ontwikkeling komt. De stuifmeelkorrels hebben een<br />
zeer opvallende oppervlaktestructuur. De korrel heeft de vorm<br />
van een afgeplatte bol, waarin zich halverwege de hoogte drie<br />
ronde aperturen bevinden. Tussen de aperturen, daarboven<br />
en daaronder liggen volgens een vast patroon gestekelde<br />
richeltjes. Dit patroon vinden we ook op de stuifmeelkorrels<br />
van bijvoorbeeld Groot streepzaad (Crepis biennis), Vertakte<br />
leeuwentand (Leontodon autumnalis), de Akkermelkdistel<br />
(Sonchus arvensis) en de Paardenbloem. Dergelijke korrels<br />
heten fenestraat.<br />
Vrucht<br />
De vrucht is een kort gebogen nootje met aan de top een krans<br />
van korte schubjes (pappus). Door licht en lage temperaturen<br />
wordt de kieming van het zaad geremd.<br />
plaat 218. Wilde cichorei<br />
A bloeiwijze; B stengelblad; C schutblad; D bloemknop; E bloem;<br />
F opengeslagen meeldradenkokertje; G stuifmeelkorrel (fenestraat):<br />
1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H stempels; I nootje.