Bijenplanten_web
454 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
composietenfamilie 455 Kruldistel (Carduus crispus) Het geslacht Distel (Carduus) behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae) en telt ongeveer 80 soorten. De meeste komen voor in het Middellandse-Zeegebied. De Kruldistel is een van de vier in ons land inheemse soorten. De soorten zijn soms moeilijk van elkaar en van die van het geslacht Vederdistel (Cirsium) te onderscheiden. Op het eerste gezicht heeft de Kruldistel veel weg van de Kale jonker (Cirsium palustre), maar de haren die als een kelk om elke bloem staan, de pappusharen, geven uitsluitsel: die van de Kruldistel zijn getand en die van de Kale jonker geveerd. Kruldistel vestigt zich meestal op plaatsen waar de grond verstoord is, bijvoorbeeld op stortplaatsen, en langs watergangen waar zich hoog op de oevers drijvend vuil heeft afgezet. Scherpe stekels Kruldistel is een tweejarige plant, die in het eerste jaar een stevige penwortel met een bladrozet vormt. In het volgende jaar, soms ook wel in het jaar daarop, ontstaan daaruit rechtopgaande vertakte stengels, waarlangs de bladeren naar boven toe kleiner worden. De bladeren zijn sterk gelobd en hebben een gekroesde rand met korte scherpe stekels; crispus is Latijn voor gekroesd. Langs de stengels staan, als voortzetting van de bladvoeten, smalle vleugelranden, ook gekroesd en dicht met scherpe stekels bezet. Zowel de stengels als de onderzijden van de bladeren zijn spinragachtig behaard. knoppen zijn met elkaar verbonden. Direct onder de stempels gelegen veegharen zorgen er voor dat het stuifmeel tijdens de groei van de stijl uit de geopende helmknoppen wordt geveegd. Bij het rijp worden wijken de stempellobben iets uiteen. Veel insectenbezoek De Kruldistel geniet bij biologen niet veel interesse, als we afgaan op het aantal publicaties dat aan de plant is gewijd. Bij de honingbijen is de interesse groter, want bij het fotograferen van bijenbezoek trof ik zo nu en dan twee of drie bijen tegelijk op een hoofdje aan. Het zijn niet alleen bijen die op de nectar en het stuifmeel afkomen, ook tal van andere insecten komen op de bloemen hun voedsel zoeken. Nectar en stuifmeel De nectar komt onder in de bloem vrij en stijgt in de nauwe bloembuis tot in de verbreding. Door de diepe insnijdingen van de kroon is het ook voor de bijen mogelijk de nectar op te nemen. Ze verzamelen ook stuifmeel op de bloemen; de klompjes zijn vuilwit met een vleugje roze. Distelvink De vrucht is een nootje. Rond de top staan de pappusharen, die aan hun basis tot een ring zijn vergroeid. Deze pappus laat vrij makkelijk los van het nootje en heeft dus geen functie bij verspreiding door de wind, zoals we dat wel bij andere soorten van de familie zien. Door het uiteen wijken van de pappusharen komen de vruchten vrij uit het hoofdje en dan meestal in de directe omgeving op de grond terecht. Als de vruchten rijp zijn, zien we vaak de fraai gekleurde Putter op de planten foerageren. Deze vogel heeft zijn volksnaam Distelvink en zijn wetenschappelijke naam Carduelis carduelis aan dat gedrag te danken. Na de ver spreiding van de zaden sterft de plant af. Roodpaarse bloemen De plant bloeit van juli tot in september. De bloemhoofdjes staan alleen of geclusterd aan de uiteinden van de stengels. Rondom de bloemen bevindt zich een omwindsel van smalle blaadjes, die in een naar buiten omgebogen stekeltje eindigen. De bloemen hebben een roodpaarse buisvormige kroon met vijf slippen waarvan er één wat dieper uitgesneden is. De bloemkroon is daardoor tweelippig geworden. Op de plaats waar kroon wijder wordt, staan de meeldraden ingeplant. De helmplaat 215. Kruldistel A bloeiwijze; B blad van onderaan de plant; C blaadje uit het omwindsel; D bloem; E opengeslagen meeldradenkokertje; F stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus in en onder tectum); G stempels; H vrucht met pappus; I nootje.
- Page 406 and 407: 404 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 408 and 409: 406 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 410 and 411: 408 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 412 and 413: 410 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 414 and 415: 412 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 416 and 417: 414 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 418 and 419: 416 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 420 and 421: 418 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 422 and 423: 420 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 424 and 425: 422 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 426 and 427: 424 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 428 and 429: 426 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 430 and 431: 428 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 432 and 433: 430 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 434 and 435: 432 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 436 and 437: 434 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 438 and 439: 436 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 440 and 441: 438 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 442 and 443: 440 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 444 and 445: 442 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 446 and 447: 444 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 448 and 449: 446 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 450 and 451: 448 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 452 and 453: 450 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 454 and 455: 452 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 458 and 459: 456 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 460 and 461: 458 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 462 and 463: 460 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 464 and 465: 462 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 466 and 467: 464 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 468 and 469: 466 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 470 and 471: 468 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 472 and 473: 470 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 474 and 475: 472 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 476 and 477: 474 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 478 and 479: 476 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 480 and 481: 478 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 482 and 483: 480 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 484 and 485: 482 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 486 and 487: 484 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 488 and 489: 486 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 490 and 491: 488 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 492 and 493: 490 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 494 and 495: 492 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 496 and 497: 494 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 498 and 499: 496 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 500 and 501: 498 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 502 and 503: 500 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 504 and 505: 502 bijenplanten: nectar en stuifme
composietenfamilie 455<br />
Kruldistel (Carduus crispus)<br />
Het geslacht Distel (Carduus) behoort tot de Composietenfamilie<br />
(Asteraceae) en telt ongeveer 80 soorten. De meeste<br />
komen voor in het Middellandse-Zeegebied. De Kruldistel is<br />
een van de vier in ons land inheemse soorten. De soorten<br />
zijn soms moeilijk van elkaar en van die van het geslacht<br />
Vederdistel (Cirsium) te onderscheiden. Op het eerste gezicht<br />
heeft de Kruldistel veel weg van de Kale jonker (Cirsium<br />
palustre), maar de haren die als een kelk om elke bloem<br />
staan, de pappusharen, geven uitsluitsel: die van de Kruldistel<br />
zijn getand en die van de Kale jonker geveerd. Kruldistel<br />
vestigt zich meestal op plaatsen waar de grond verstoord is,<br />
bijvoorbeeld op stortplaatsen, en langs watergangen waar<br />
zich hoog op de oevers drijvend vuil heeft afgezet.<br />
Scherpe stekels<br />
Kruldistel is een tweejarige plant, die in het eerste jaar een<br />
stevige penwortel met een bladrozet vormt. In het volgende<br />
jaar, soms ook wel in het jaar daarop, ontstaan daaruit rechtopgaande<br />
vertakte stengels, waarlangs de bladeren naar boven<br />
toe kleiner worden. De bladeren zijn sterk gelobd en hebben<br />
een gekroesde rand met korte scherpe stekels; crispus is Latijn<br />
voor gekroesd. Langs de stengels staan, als voortzetting van de<br />
bladvoeten, smalle vleugelranden, ook gekroesd en dicht met<br />
scherpe stekels bezet. Zowel de stengels als de onderzijden van<br />
de bladeren zijn spinragachtig behaard.<br />
knoppen zijn met elkaar verbonden. Direct onder de stempels<br />
gelegen veegharen zorgen er voor dat het stuifmeel tijdens de<br />
groei van de stijl uit de geopende helmknoppen wordt geveegd.<br />
Bij het rijp worden wijken de stempellobben iets uiteen.<br />
Veel insectenbezoek<br />
De Kruldistel geniet bij biologen niet veel interesse, als we<br />
afgaan op het aantal publicaties dat aan de plant is gewijd.<br />
Bij de honingbijen is de interesse groter, want bij het fotograferen<br />
van bijenbezoek trof ik zo nu en dan twee of drie<br />
bijen tegelijk op een hoofdje aan. Het zijn niet alleen bijen<br />
die op de nectar en het stuifmeel afkomen, ook tal van andere<br />
insecten komen op de bloemen hun voedsel zoeken.<br />
Nectar en stuifmeel<br />
De nectar komt onder in de bloem vrij en stijgt in de nauwe<br />
bloembuis tot in de verbreding. Door de diepe insnijdingen<br />
van de kroon is het ook voor de bijen mogelijk de nectar op<br />
te nemen. Ze verzamelen ook stuifmeel op de bloemen; de<br />
klompjes zijn vuilwit met een vleugje roze.<br />
Distelvink<br />
De vrucht is een nootje. Rond de top staan de pappusharen,<br />
die aan hun basis tot een ring zijn vergroeid. Deze pappus laat<br />
vrij makkelijk los van het nootje en heeft dus geen functie bij<br />
verspreiding door de wind, zoals we dat wel bij andere soorten<br />
van de familie zien. Door het uiteen wijken van de pappusharen<br />
komen de vruchten vrij uit het hoofdje en dan meestal<br />
in de directe omgeving op de grond terecht. Als de vruchten<br />
rijp zijn, zien we vaak de fraai gekleurde Putter op de planten<br />
foerageren. Deze vogel heeft zijn volksnaam Distelvink en<br />
zijn wetenschappelijke naam Carduelis carduelis aan dat<br />
gedrag te danken. Na de ver spreiding van de zaden sterft<br />
de plant af.<br />
Roodpaarse bloemen<br />
De plant bloeit van juli tot in september. De bloemhoofdjes<br />
staan alleen of geclusterd aan de uiteinden van de stengels.<br />
Rondom de bloemen bevindt zich een omwindsel van smalle<br />
blaadjes, die in een naar buiten omgebogen stekeltje eindigen.<br />
De bloemen hebben een roodpaarse buisvormige kroon met vijf<br />
slippen waarvan er één wat dieper uitgesneden is. De bloemkroon<br />
is daardoor tweelippig geworden. Op de plaats waar<br />
kroon wijder wordt, staan de meeldraden ingeplant. De helmplaat<br />
215. Kruldistel<br />
A bloeiwijze; B blad van onderaan de plant; C blaadje uit het<br />
omwindsel; D bloem; E opengeslagen meeldradenkokertje; F stuifmeelkorrel<br />
(tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht,<br />
3 korreloppervlak (focus in en onder tectum); G stempels; H vrucht<br />
met pappus; I nootje.