Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

452 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

composietenfamilie 453 Zulte (Aster tripolium) Het geslacht Aster (Aster) behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae) en telt ongeveer 400 soorten, die vooral in gematigde en subtropische streken voorkomen. Rijk aan soorten zijn Noord-Amerika en Oost-Azië. De Zulte, ook wel Zeeaster genoemd, is in ons land de enige inheemse soort. Enkele andere verwilderen soms. Zulte is in ons land een algemene plant van de zilte gronden, vooral langs de kust. Veel nectar en stuifmeel Zulte kan eenjarig, tweejarig of overblijvend zijn. Het zaad kiemt in het voorjaar. De plant vormt in het eerste jaar een rozet van lancetvormige, gesteelde bladeren. Ze worden in sommige streken wel als groente gebruikt. Het volgend jaar vormen zich vertakte bloeistengels. De planten bloeien van juli tot in september. Zulte is een zeer variabele plant. Soms wordt een plant niet hoger dan vijf centimeter, maar er komen ook populaties voor met planten die een hoogte bereiken van twee meter. De stengelbladeren zijn ook lancetvormig maar ze zijn ongesteeld en omvatten voor een deel de stengel. De bloemen staan bij elkaar in een hoofdje. Ze verspreiden een intensieve geur. Er zijn buisbloemen en lintbloemen. De buisbloemen, waarvan er 20 tot 25 stuks in een hoofdje staan, zijn voor de bijen het meest interessant, omdat ze zowel nectar als stuifmeel leveren. De buisvormige, gele kroon omsluit het grootste deel van de stijl en verwijdt zich bovenaan klokvormig. In de verbreding staan de meeldraden op de kroon ingeplant. De nectar wordt onder in de bloem afgescheiden en verzamelt zich in het brede gedeelte van de kroon. Dit is maar een paar millimeter lang, waardoor de nectar makkelijk door insecten met een korte tong kan worden opgenomen. De bloemen produceren veel nectar. Geen wonder dat veel insecten op de Zulte vliegen. Behalve bijen kunnen we er ook vliegen, zweefvliegen, kevers, wespen en vlinders op aantreffen. Voor de Schorzijdebij (Colletus halophilus) is de Zulte de belangrijkste voedselplant. Ook de stuifmeelproductie van de buisbloemen mag er zijn. Het stuifmeel wordt tijdens de bloei door de stijl uit de kokervormig met elkaar verbonden helmknoppen naar boven gedrukt. Voor honingbijen is Zulte een ideale stuifmeelbron in een periode dat er niet veel meer in bloei staat en de volken juist veel stuifmeel nodig hebben. De stuifmeelklompjes zijn heldergeel. De lintbloemen staan langs de rand van het hoofdje. De kleur van de kroon varieert van wit tot blauwpaars. In de lintbloemen ontbreken de meeldraden; ze hebben wel een stamper en zijn dus vrouwelijk. Honing De honing van de Zulte heeft een penetrante geur en een sterke smaak. Sommige imkers geven er de voorkeur aan om de honing niet eerder dan drie maanden na het potten te eten. De smaak zou dan beter zijn. Vermeerdering Behalve bij kruisbestuiving vormt er zich ook zaad bij zelfbestuiving. De vrucht is een nootje, dat door de aanwezigheid van de daarop staande haren (pappus) makkelijk door de wind wordt meegenomen. De nootjes blijven enige tijd op water drijven en kunnen ook op deze manier worden verspreid. Er kan ook vegetatieve vermeerdering door wortelopslag plaatsvinden. plaat 214. Zulte A deel van bloeiende plant; B lintbloem; C buisbloemen in opeenvolgende stadia; D opengeslagen meeldradenkokertje; E stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; F vrucht met pappus; G nootje.

452 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!