Bijenplanten_web
42 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
aspergefamilie 43 Oosterse sterhyacint (Scilla siberica) De Oosterse sterhyacint behoort tot de Aspergefamilie (Asparagaceae) en is afkomstig uit Midden- en Zuid-Rusland en Klein- en Voor-Azië. Net als alle andere soorten Sterhyacint is de Oosterse sterhyacint een plant waarvan de bloemen druk door bijen worden bevlogen. Vlak voordat de bloei begint, hebben zich aan de donkerbruine bol drie lancetvormige bladeren gevormd. Het planten van bolletjes van deze Sterhyacint loont de moeite, want ieder bolletje levert vier bloeistengels, elk met twee bloemen. Beschermd stuifmeel en nectar Kelk- en kroonbladen zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden en we spreken daarom van bloemdekbladen, die in twee kransen van drie stuks zijn gegroepeerd rond de zes meeldraden en het vruchtbeginsel. Ze hebben een prachtige blauwe kleur met in het midden een donkere nerf. Als de bloemen in volle bloei staan, zien we meestal de onderkant ervan. De bloemstelen zijn gebogen, waardoor de bloemen als klokjes hangen. Ze zijn stervormig. Door die stand van de bloemen, worden stuifmeel en nectar prachtig door de bloemdekbladen beschermd tegen de regen, die in de bloeitijd in maart nog wel eens wil vallen. Stuifmeelklompjes grijsblauw De meeldraden zijn lintvormig, de kleur is wit, aan de top overgaand in blauw. Ook de helmknoppen hebben een blauwe kleur. In de geopende helmknoppen heeft het stuifmeel een groengele kleur. Merkwaardig is dat de stuifmeelklompjes grijsblauw van kleur zijn. Misschien wordt de kleurverandering veroorzaakt door het vermengen van de stuifmeelkorrels met een beetje nectar. Aan de onderkant zijn de meeldraden sterk gebogen en liggen in een holletje van de voet van de bloemdekbladen. Drie van de zes meeldraden liggen in een groef van het vruchtbeginsel. Op deze plaats komt de nectar uit de tussenschotten van het driehokkig vruchtbeginsel naar buiten. Als de nectar niet direct door insecten wordt opgenomen, verzamelt hij zich in het komvormig gedeelte van de meel draden. Vermeerdering Na de bloei verslappen de bloeistengels en komen de rijpende vruchten op de grond te liggen. De zaden zijn lichtgeelbruin van kleur. De Oosterse sterhyacint plant zich gemakkelijk door zaad voort. Dat is niet het geval met de steriele cultivar met de toepasselijke naam ‘Spring Beauty’. Deze heeft bloeistengels met doorgaans vier bloemen, die ook groter zijn. Geschikt onder struiken De soort is niet kieskeurig wat betreft de grondsoort en is gemakkelijk te kweken. De bollen moeten vroeg in de herfst de grond in, omdat de eenjarige wortels zich hoofdzakelijk in de herfst ontwikkelen. Ze is geschikt als randbeplanting en als beplanting onder struiken, die tijdens de bloei nog geen blad hebben. Ook in het openbaar groen vindt dit bolgewas uitgebreide toepassing. Al dat blauw tussen het frisse groen in maart is een prachtgezicht. Een beplanting die navolging verdient. Bij het toepassen van een dergelijke vroeg bloeiende onderbeplanting kunnen we spreken van dubbel grondgebruik. Eerst bloeit de onderbeplanting, daarna zijn de stuiken aan de beurt. Als die struiken dan ook nog voor de bijen aantrekkelijk zijn, is het helemaal mooi. plaat 9. Oosterse sterhyacint A In bloei staande plant; B bloemdekblad met meeldraad; C meeldraden; D stamper; E dwarsdoorsnede vruchtbeginsel; F stuifmeelkorrel (monocolpaat), equatoriaal aanzicht; G vrucht; H zaden.
- Page 3 and 4: Bijenplanten: nectar en stuifmeel v
- Page 5: Inhoudsopgave Voorwoord ...........
- Page 8 and 9: 6 bijenplanten: nectar en stuifmeel
- Page 10 and 11: 8 bijenplanten: nectar en stuifmeel
- Page 12 and 13: 10 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 14 and 15: 12 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 16 and 17: 14 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 18 and 19: 16 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 20 and 21: 18 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 22 and 23: 20 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 24 and 25: 22 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 26 and 27: 24 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 28 and 29: 26 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 30 and 31: 28 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 32 and 33: 30 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 34 and 35: 32 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 36 and 37: 34 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 38 and 39: 36 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 40 and 41: 38 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 42 and 43: 40 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 46 and 47: 44 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 48 and 49: 46 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
aspergefamilie 43<br />
Oosterse sterhyacint (Scilla siberica)<br />
De Oosterse sterhyacint behoort tot de Aspergefamilie<br />
(Asparagaceae) en is afkomstig uit Midden- en Zuid-Rusland<br />
en Klein- en Voor-Azië. Net als alle andere soorten Sterhyacint<br />
is de Oosterse sterhyacint een plant waarvan de bloemen druk<br />
door bijen worden bevlogen. Vlak voordat de bloei begint,<br />
hebben zich aan de donkerbruine bol drie lancetvormige<br />
bladeren gevormd. Het planten van bolletjes van deze Sterhyacint<br />
loont de moeite, want ieder bolletje levert vier bloeistengels,<br />
elk met twee bloemen.<br />
Beschermd stuifmeel en nectar<br />
Kelk- en kroonbladen zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden<br />
en we spreken daarom van bloemdekbladen, die in<br />
twee kransen van drie stuks zijn gegroepeerd rond de zes meeldraden<br />
en het vruchtbeginsel. Ze hebben een prachtige blauwe<br />
kleur met in het midden een donkere nerf. Als de bloemen<br />
in volle bloei staan, zien we meestal de onderkant ervan.<br />
De bloemstelen zijn gebogen, waardoor de bloemen als klokjes<br />
hangen. Ze zijn stervormig. Door die stand van de bloemen,<br />
worden stuifmeel en nectar prachtig door de bloemdekbladen<br />
beschermd tegen de regen, die in de bloeitijd in maart nog wel<br />
eens wil vallen.<br />
Stuifmeelklompjes grijsblauw<br />
De meeldraden zijn lintvormig, de kleur is wit, aan de top<br />
overgaand in blauw. Ook de helmknoppen hebben een blauwe<br />
kleur. In de geopende helmknoppen heeft het stuifmeel een<br />
groengele kleur. Merkwaardig is dat de stuifmeelklompjes grijsblauw<br />
van kleur zijn. Misschien wordt de kleurverandering<br />
veroorzaakt door het vermengen van de stuifmeelkorrels met<br />
een beetje nectar. Aan de onderkant zijn de meeldraden sterk<br />
gebogen en liggen in een holletje van de voet van de bloemdekbladen.<br />
Drie van de zes meeldraden liggen in een groef van het<br />
vruchtbeginsel. Op deze plaats komt de nectar uit de tussenschotten<br />
van het driehokkig vruchtbeginsel naar buiten. Als de<br />
nectar niet direct door insecten wordt opgenomen, verzamelt<br />
hij zich in het komvormig gedeelte van de meel draden.<br />
Vermeerdering<br />
Na de bloei verslappen de bloeistengels en komen de rijpende<br />
vruchten op de grond te liggen. De zaden zijn lichtgeelbruin<br />
van kleur. De Oosterse sterhyacint plant zich gemakkelijk<br />
door zaad voort. Dat is niet het geval met de steriele cultivar<br />
met de toepasselijke naam ‘Spring Beauty’. Deze heeft bloeistengels<br />
met doorgaans vier bloemen, die ook groter zijn.<br />
Geschikt onder struiken<br />
De soort is niet kieskeurig wat betreft de grondsoort en is<br />
gemakkelijk te kweken. De bollen moeten vroeg in de herfst<br />
de grond in, omdat de eenjarige wortels zich hoofdzakelijk in<br />
de herfst ontwikkelen. Ze is geschikt als randbeplanting en als<br />
beplanting onder struiken, die tijdens de bloei nog geen blad<br />
hebben. Ook in het openbaar groen vindt dit bolgewas uitgebreide<br />
toepassing. Al dat blauw tussen het frisse groen in maart<br />
is een prachtgezicht. Een beplanting die navolging verdient.<br />
Bij het toepassen van een dergelijke vroeg bloeiende onderbeplanting<br />
kunnen we spreken van dubbel grondgebruik.<br />
Eerst bloeit de onderbeplanting, daarna zijn de stuiken aan<br />
de beurt. Als die struiken dan ook nog voor de bijen aantrekkelijk<br />
zijn, is het helemaal mooi.<br />
plaat 9. Oosterse sterhyacint<br />
A In bloei staande plant; B bloemdekblad met meeldraad; C meeldraden;<br />
D stamper; E dwarsdoorsnede vruchtbeginsel; F stuifmeelkorrel<br />
(monocolpaat), equatoriaal aanzicht; G vrucht; H zaden.