Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

434 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

kamperfoeliefamilie 435 Weigela ‘Bristol Ruby’ Het geslacht Weigela behoort tot de Kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae). Het bestaat uit ongeveer 12 soorten, die inheems zijn in Oost-Azië. In 1845 werd de Chinese soort Weigela florida door Robert Fortune in Engeland geïntroduceerd. Door kruising van een aantal soorten is een zeer groot aantal hybriden verkregen. Een klein deel daarvan is geschikt gebleken voor de siertuin en daardoor in de handel gebleven. De cultivars variëren zowel in bloemkleur als in kleur en tekening van de bladeren. Bloemen zijn er in het roze, rood en geel. Bladeren komen voor in de variaties geelgerand, bont lichtgeel, roomwit, gevlekt, goudgeel en groen met een brede gele rand. Als sierstruik in tuinen en plantsoenen staan de kruisingen bekend als Weigelia’s. De wetenschappelijke naam van het geslacht is Weigela. De Zweed C.P. Thunberg, die wel als de vader van de Japanse botanie wordt beschouwd, heeft het geslacht genoemd naar de arts en botanicus C.E. Weigel (1748-1831), auteur van diverse botanische werken. Op vochtige en voedselrijke grond Weigela gedijt het beste op een enigszins vochtige en voedselrijke grond. De struik is bladverliezend en kan afhankelijk van de soort of cultivar 80 tot 300 centimeter hoog worden. Groenbladige planten doen het goed op een zonnige plaats; de bontbladige verlangen een schaduwrijk plekje. De bladeren zijn tegenoverstaand, eirond en hebben een gezaagde rand. In mei en juni staat de struik in bloei. De bloemen verschijnen over het algemeen op het overjarig hout, soms op eenjarige scheuten. Ze staan in bundels aan de uiteinden van de takken en scheuten of alleenstaand in de bladoksels. De bloemen hebben een lang onderstandig vruchtbeginsel, dat over de volle lengte omsloten is door de bloemas en daarmee is vergroeid. Aan het uiteinde daarvan staan de kelkslippen en kroon ingeplant. De kroon is trechter- of klokvormig. De vijf meeldraden staan op de bloemkroon. Het stuifmeel is erg plakkerig en kan daardoor gemakkelijk door bijen worden verzameld. Soms wordt er stuifmeel van een Weigela in Nederlandse honing aangetroffen. Het behoort tot de 108 soorten die door de Keuringsdienst van Waren in de periode 1971-1980 werden aangetroffen. De nectariën liggen op een kussenvormige structuur onderin de bloem op het vruchtbeginsel. Voor het puren van de nectar mag het deel van de bloemkroon onder in de bloem niet te nauw zijn, anders is de afgescheiden nectar onbereikbaar voor de honingbijen. Soms maken hommels gaatjes in de bloemkroon ter hoogte van de nectariën. Bijen maken daar dankbaar gebruik van. Snoeien en vermeerdering Om de groei en bloei te bevorderen is het gewenst dat oude takken in het voorjaar worden teruggesnoeid. In gebieden waar Weigela inheems is vermeerderen de planten zich door middel van zaad. De vrucht is een langwerpige doosvrucht. Cultivars laten zich in de zomer stekken. plaat 205. Weigela ‘Bristol Ruby’ A tak met bladeren en bloemen; B nectarium onderin de bloemkroon; C meeldraad; D stuifmeelkorrel (triporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; E stamper (het onderstandige vruchtbeginsel is behaard); F stempels.

434 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!