Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

418 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

kamperfoeliefamilie 419 Spoorbloem (Centranthus ruber) Spoorbloem, ook Rode valeriaan genoemd, is één van de 12 soorten van het geslacht Centranthus van de Kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae). De geslachtsnaam Centranthus is afgeleid van het Griekse kentron (spoor) en anthos (bloem); bij alle soorten hebben de bloemen een spoor. Het geslacht is inheems in Zuid-Europa. Wasachtig berijpt De plant heeft een korte houtige wortelstok en wordt ongeveer een meter hoog. Onderaan de plant zijn de kruisgewijs tegenover elkaar staande bladeren kortgesteeld en lancetvormig, bovenaan zittend en driehoekig. De stevige rechtopstaande stengels zowel als de bladeren zijn zeegroen en geheel wasachtig berijpt. De bloeiwijzen ontwikkelen zich als eindelingse bijschermen. Bij iedere vertakking in het scherm bevindt zich een steunblaadje. De roze tot diep rozerode bloemkroon bestaat uit een negen millimeter lange bloembuis en een vijflobbige rand. Onder aan de bloembuis zit een ongeveer vier millimeter lange spoor, waarin de nectar wordt afgescheiden. Variabele bloemgeur De bloemen zijn duidelijk proterandrisch. In een bloeiwijze zijn de verschillende bloeistadia heel goed te zien. Eerst komt de enig aanwezige, met de bloemkroon vergroeide, meeldraad tot ontwikkeling. De stamper is dan nog kort en iets omgebogen. Nadat de helmknop is opengegaan en het stuifmeel aan bezoekende insecten is toevertrouwd, buigt de meeldraad naar beneden. Door het strekken en verder uitgroeien van de stamper komt de stempel op de plaats waar zich eerder de helmknop bevond. De bloemen verspreiden een zwakke geur. Je moet je neus tussen de bloemen steken om de geur waar te nemen. ‘s Morgens vroeg ruiken de bloemen lekker, overdag is er bijna geen geur en ‘s avonds is de geur versterkt met een aaslucht. Motten en bijen In haar boek Floral Biology rangschikt Mary Percival (1969) de Spoorbloem onder de mot- of nachtvlinderbloemen. Toch worden de bloemen ook door honingbijen bezocht. Ondanks de lange bloembuis halen bijen toch nectar op de bloemen. De bloembuis is in lengterichting door een dun tussenschot in tweeën gedeeld. In de ene helft bevindt zich de stamper. De andere helft is bezet met naar beneden gerichte haren en gaat naar beneden over in het spoor met het nectarium. De nectar stijgt in het smalle deel van de bloembuis omhoog, waardoor hij bereikbaar wordt en opgenomen kan worden. Grote stuifmeelkorrels Er wordt ook stuifmeel verzameld. De klompjes zijn groot en lichtbruin. De stuifmeelkorrels zijn groot. Opvallend zijn de stekeltjes op de dunne wand van de kiemopeningen. Als de korrel kiemt en de inhoud naar buiten komt, staan de stekeltjes in een walletje langs de rand van de kiemopening. In de plaat is dit voor één kiemopening aangegeven. Kelk voor windverspreiding Tijdens de bloei is de op het vruchtbeginsel staande kelk onopvallend. Hij is dan nog klein en naar binnen omgerold. Bij rijping van de vrucht groeit hij verder uit en vormt uiteindelijk een kroontje met lange geveerde haren. Dat dient voor verspreiding van de vrucht door de wind. Elke vrucht bevat één zaad. Voor de tuin De Spoorbloem is een geschikte plant voor de tuin. Hij moet echter wel in bedwang worden gehouden, want hij heeft neigingen te gaan woekeren. Bovendien laat hij zich gemakkelijk uitzaaien. In Zuid-Europa groeit de plant op warme plaatsen op een rotsachtige bodem. Waar de soort in cultuur voorkomt, wordt hij ook verwilderd op muren aangetroffen. Wellicht is de Spoorbloem geschikt voor begroeiing van stenige geluidswallen. plaat 197. Spoorbloem A bloeiwijze; B en C blad van onderaan en bovenaan de plant; D en E bloem in mannelijk en vrouwelijk stadium; F stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht; G vrucht met uitgegroeide kelk; H vrucht.

418 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!