Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

416 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

muskuskruidfamilie 417 Gelderse roos (Viburnum opulus) De Gelderse roos behoort tot het geslacht Sneeuwbal (Viburnum). Dit maakt deel uit van de Muskuskruidfamilie (Adoxaceae) en telt ongeveer 250 soorten. Het verspreidingsgebied strekt zich uit over gematigd en subtropisch Eurazië en Noord-Amerika. De Gelderse roos is inheems in ons land en komt voor langs bosranden en in duinstreken. Het is een bladverliezende struik die een voedselrijke bodem verlangt. Hij gedijt goed op een schaduwrijke plaats. Lokbloemen De tegenoverstaande bladeren hebben een lange bladsteel. Aan de basis daarvan zitten twee draadvormige aanhangsels en dicht bij de bladschijf twee of meer kleine uitsteeksels die nectar afscheiden. De bladschijf bestaat uit drie grof getande lobben. In mei en juni kunnen honingbijen en insecten, als vliegen en kevers bij de Gelderse roos terecht voor nectar en stuifmeel. In de grote vlakke bloemschermen vinden we twee soorten bloemen. Langs de rand staan grote langgesteelde bloemen, die als optisch lokmiddel dienen voor bezoekende insecten. In deze bloemen zijn de stamper en de meeldraden niet tot ontwikkeling gekomen. De bloemen in het midden zijn kortgesteeld en veel kleiner. De kleur van de bloemkroon is net als bij die van de randbloemen roomwit. De vijf kroonbladen zijn met elkaar vergroeid tot een korte buis met aan de rand vijf lobben. Tussen de lobben staan de met de bloemkroon verbonden meeldraden. De stamper draagt een korte stijl met drie kussenvormige stempels. In het driehokkige onderstandige vruchtbeginsel komt één zaadknop tot ontwikkeling. Geurige stuifmeelkorrels Bij de bloemen van de Gelderse roos is ook de geur van het stuifmeel een oriëntatiemiddel voor de insecten. Het is een amino-geur, die in het bijzonder aantrekkingskracht uitoefent op vliegen en kevers. Verondersteld wordt wel dat stuifmeelgeur de oudste bloemengeur is. Het door de bijen verzamelde stuifmeel is in de stuifmeelklompjes lichtbruin. De nectar wordt op de bovenzijde van het vruchtbeginsel afgescheiden en is makkelijk bereikbaar voor insecten met een korte tong. Hij bevat gelijke hoeveelheden bietsuiker, vruchtensuiker en druivensuiker, een verhouding waaraan bijen de voorkeur geven. Bittere vruchten Na bestuiving groeit het vruchtbeginsel uit tot een iets doorschijnende, besachtige steenvrucht. In de vrucht komt één zaad tot ontwikkeling. Het vruchtvlees heeft een bittere smaak. Dit is wellicht de reden dat de vruchten door de meeste vogels niet direct worden verorberd als ze rijp zijn. Ze zijn zeer geliefd bij pestvogels, die echter alleen het vruchtvlees eten en dus geen bijdrage leveren aan de zaadverspreiding. Sneeuwbal Sinds het einde van de 16e eeuw is in ons land een bijzondere vorm in cultuur. Bij deze vorm zijn alle bloemen steriel en lijken ze allemaal op de randbloemen van de gewone Gelderse roos. Hij staat als bekend als de Sneeuwbal (Viburnum opulus f. roseum). De bloeiwijze is een grote bol met witte bloemen. plaat 196. Gelderse roos A tak met bladeren en bloeiwijze; B tweeslachtige bloem en bloemknop; C meeldraad; D stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus boven en in/onder tectum); E stamper; F vruchten; G steen.

416 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!