Bijenplanten_web
404 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
schermbloemenfamilie 405 Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) De Blauwe zeedistel behoort tot Schermbloemenfamilie (Apiaceae). De soort heeft in Europa een mediterraan- Atlantische verbreiding. In ons land komt ze algemeen voor in de duinen en de zeereep. Lange penwortel De plant is tweejarig of overblijvend. Hij heeft een lange penwortel en is daardoor in hoge mate droogtebestendig. In het begin ontwikkelt zich een wortelrozet met langgesteelde ronde bladeren. Uit de rozet groeit in de zomer een stevige bloeistengel met zittende gelobde bladeren. Ze voelen hard aan en de bladrand heeft grote scheefstaande stekels. Onder aan de plant zijn de bladeren blauwgroen, bovenaan amethistblauw. Bloemen in hoofdjes De bloei is van juni tot augustus. De bloemen staan in hoofdjes, die op hun beurt in een gevorkt bijscherm staan gerangschikt. In het begin zijn de hoofdjes rond, later krijgen ze een langgerekte ovale vorm. Onder de hoofdjes staat een omwindsel van scherp getande schutbladen. Ze hebben een belangrijke functie bij de visuele oriëntatie van de honingbijen. Ze reflecteren namelijk zwak het voor de bijen zichtbare ultraviolet, terwijl de hoofdjes dat niet doen. Deze vallen daardoor beter op tussen de bladeren. Bij iedere bloem in een hoofdje staat een lang schutblad dat aan de top in drie scherpe tanden eindigt. De bloemen zijn vijftallig. Ze hebben een tweehokkig onderstandig vruchtbeginsel. Langs de rand daarvan staan lange spitse kelkbladen waarvan de middennerf in een naaldscherpe punt eindigt. De kroonbladen zijn naar het midden van de bloem omgebogen. Op het vruchtbeginsel staan twee stijlen, omringd door een discus, waarop de nectariën zijn gelegen. De meeldraden steken ver uit de bloem. Alle bloemdelen hebben een amethistblauwe kleur, plaatselijk in verschillende tinten. Zo zijn de helmknoppen veel donkerder dan de rest van de bloem. De bloemen zijn proterandrisch: eerst komt het stuifmeel vrij, daarna zijn de stempels rijp. Door de vorm van de bloemkroon is de nectar toegankelijk voor insecten met een korte tong; deze hoeft maar drie millimeter lang te zijn. De honingbijen bezoeken de bloemen van de Blauwe zeedistel ook als er in de directe omgeving van een plant massaal andere bijenplanten voorkomen. Zo groeien er aan de luwe kant van de stuifdijk op de Boschplaat op Terschelling kleine groepen, vlakbij Lamsoor (Limonium vulgare), een zeer gewilde bijenplant. Toch is er dan ook bijenbezoek op de bloemen van de Blauwe zeedistel waar te nemen. Vruchtverspreiding Na de bloei blijven de kelkbladen en de stijl met de rijpende vrucht verbonden. De vrucht is een tweedelige splitvrucht. In iedere deelvrucht vormt zich één zaad. Het zaad kan laat in het najaar of vroeg in de zomer tot ontkieming komen. De platte deelvruchten zijn aan de ene kant vlak en aan de andere kant bolvormig. Aan de bolvormige zijde hebben ze een stekelige beharing; ook aan de rand zijn ze stekelig. Door het ruwe oppervlak en de stekelige kelkresten blijven ze gemakkelijk hechten aan langskomende dieren, die dan voor de verspreiding zorgen. Ook vindt verspreiding plaats als de afgestorven planten door de wind worden meegenomen. Doordat de vruchten blijven drijven, kunnen ze ook nog door het water worden verspreid. plaat 190. Blauwe zeedistel A deel van plant met bladeren en bloeiwijze; B bloem met schutblad; C kroonbladen; D stuifmeelkorrel (tricolporaat), equatoriaal aanzicht; E vrucht; F zaad.
- Page 356 and 357: 354 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 358 and 359: 356 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 360 and 361: 358 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 362 and 363: 360 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 364 and 365: 362 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 366 and 367: 364 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 368 and 369: 366 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 370 and 371: 368 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 372 and 373: 370 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 374 and 375: 372 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 376 and 377: 374 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 378 and 379: 376 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 380 and 381: 378 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 382 and 383: 380 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 384 and 385: 382 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 386 and 387: 384 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 388 and 389: 386 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 390 and 391: 388 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 392 and 393: 390 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 394 and 395: 392 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 396 and 397: 394 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 398 and 399: 396 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 400 and 401: 398 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 402 and 403: 400 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 404 and 405: 402 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 408 and 409: 406 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 410 and 411: 408 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 412 and 413: 410 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 414 and 415: 412 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 416 and 417: 414 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 418 and 419: 416 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 420 and 421: 418 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 422 and 423: 420 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 424 and 425: 422 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 426 and 427: 424 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 428 and 429: 426 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 430 and 431: 428 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 432 and 433: 430 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 434 and 435: 432 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 436 and 437: 434 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 438 and 439: 436 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 440 and 441: 438 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 442 and 443: 440 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 444 and 445: 442 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 446 and 447: 444 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 448 and 449: 446 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 450 and 451: 448 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 452 and 453: 450 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 454 and 455: 452 bijenplanten: nectar en stuifme
schermbloemenfamilie 405<br />
Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum)<br />
De Blauwe zeedistel behoort tot Schermbloemenfamilie<br />
(Apiaceae). De soort heeft in Europa een mediterraan-<br />
Atlantische verbreiding. In ons land komt ze algemeen voor<br />
in de duinen en de zeereep.<br />
Lange penwortel<br />
De plant is tweejarig of overblijvend. Hij heeft een lange<br />
penwortel en is daardoor in hoge mate droogtebestendig.<br />
In het begin ontwikkelt zich een wortelrozet met langgesteelde<br />
ronde bladeren. Uit de rozet groeit in de zomer een stevige<br />
bloeistengel met zittende gelobde bladeren. Ze voelen hard<br />
aan en de bladrand heeft grote scheefstaande stekels.<br />
Onder aan de plant zijn de bladeren blauwgroen, bovenaan<br />
amethistblauw.<br />
Bloemen in hoofdjes<br />
De bloei is van juni tot augustus. De bloemen staan in<br />
hoofdjes, die op hun beurt in een gevorkt bijscherm staan<br />
gerangschikt. In het begin zijn de hoofdjes rond, later krijgen<br />
ze een langgerekte ovale vorm. Onder de hoofdjes staat een<br />
omwindsel van scherp getande schutbladen. Ze hebben een<br />
belangrijke functie bij de visuele oriëntatie van de honingbijen.<br />
Ze reflecteren namelijk zwak het voor de bijen zichtbare<br />
ultraviolet, terwijl de hoofdjes dat niet doen. Deze vallen<br />
daardoor beter op tussen de bladeren. Bij iedere bloem in een<br />
hoofdje staat een lang schutblad dat aan de top in drie scherpe<br />
tanden eindigt.<br />
De bloemen zijn vijftallig. Ze hebben een tweehokkig onderstandig<br />
vruchtbeginsel. Langs de rand daarvan staan lange<br />
spitse kelkbladen waarvan de middennerf in een naaldscherpe<br />
punt eindigt. De kroonbladen zijn naar het midden van de<br />
bloem omgebogen. Op het vruchtbeginsel staan twee stijlen,<br />
omringd door een discus, waarop de nectariën zijn gelegen.<br />
De meeldraden steken ver uit de bloem. Alle bloemdelen<br />
hebben een amethistblauwe kleur, plaatselijk in verschillende<br />
tinten. Zo zijn de helmknoppen veel donkerder dan de rest<br />
van de bloem.<br />
De bloemen zijn proterandrisch: eerst komt het stuifmeel vrij,<br />
daarna zijn de stempels rijp. Door de vorm van de bloemkroon<br />
is de nectar toegankelijk voor insecten met een korte<br />
tong; deze hoeft maar drie millimeter lang te zijn.<br />
De honingbijen bezoeken de bloemen van de Blauwe zeedistel<br />
ook als er in de directe omgeving van een plant massaal andere<br />
bijenplanten voorkomen. Zo groeien er aan de luwe kant van<br />
de stuifdijk op de Boschplaat op Terschelling kleine groepen,<br />
vlakbij Lamsoor (Limonium vulgare), een zeer gewilde bijenplant.<br />
Toch is er dan ook bijenbezoek op de bloemen van de<br />
Blauwe zeedistel waar te nemen.<br />
Vruchtverspreiding<br />
Na de bloei blijven de kelkbladen en de stijl met de rijpende<br />
vrucht verbonden. De vrucht is een tweedelige splitvrucht.<br />
In iedere deelvrucht vormt zich één zaad. Het zaad kan laat<br />
in het najaar of vroeg in de zomer tot ontkieming komen.<br />
De platte deelvruchten zijn aan de ene kant vlak en aan de<br />
andere kant bolvormig. Aan de bolvormige zijde hebben ze<br />
een stekelige beharing; ook aan de rand zijn ze stekelig.<br />
Door het ruwe oppervlak en de stekelige kelkresten blijven ze<br />
gemakkelijk hechten aan langskomende dieren, die dan voor<br />
de verspreiding zorgen. Ook vindt verspreiding plaats als de<br />
afgestorven planten door de wind worden meegenomen.<br />
Doordat de vruchten blijven drijven, kunnen ze ook nog<br />
door het water worden verspreid.<br />
plaat 190. Blauwe zeedistel<br />
A deel van plant met bladeren en bloeiwijze; B bloem met schutblad;<br />
C kroonbladen; D stuifmeelkorrel (tricolporaat), equatoriaal aanzicht;<br />
E vrucht; F zaad.