Bijenplanten_web
402 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
schermbloemenfamilie 403 Peen (Daucus carota) Peen behoort tot het geslacht Daucus van de Schermbloemenfamilie (Apiaceae). Dit telt ongeveer 60 soorten. De meeste zijn inheems in het Middellandse-Zeegebied en de Oriënt. Een klein aantal komt voor in tropisch Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en Noord- en Zuid-Amerika. De Peen komt algemeen voor in de zuidwestelijke helft van ons land; elders is hij vrij zeldzaam. De plant gedijt het beste op een voedselarme, goed doorlatende droge bodem op bermen, dijken en in de duinen. Er bestaan vele ondersoorten en rassen. Tweejarig De Peen is een tweejarige plant. In het eerste jaar ontwikkelen zich een lange penwortel en een bladrozet. De langgesteelde bladeren zijn dubbel tot viervoudig geveerd. De bloeiwijze is een eindstandig scherm. Ook in de bladoksels ontwikkelen zich bloemschermen. Scherm met schermpjes Een bloemscherm is samengesteld uit een groot aantal kleinere schermen op lange stralen. Zowel het grote scherm als de kleinere zijn voorzien van smalle omwindselbladen. De schermpjes bevatten of tweeslachtige of tweeslachtige en mannelijke bloemen. De mannelijke ontwikkelen zich in schermen van zijstengels. Bij verdere vertakking van de zijstengels wordt het aantal mannelijke bloemen steeds groter. Een bloem heeft vijf kleine kelktanden, vijf witte kroonbladen, vijf meeldraden en een onderstandig stekelig behaard vruchtbeginsel met twee stijlen. In een mannelijke bloem ontbreken de stijlen en de zaadknoppen in het vruchtbeginsel. Op het vruchtbeginsel van beide bloemtypen ligt een kussenvormige discus met de nectariën. Soms staat er midden in een bloemscherm een schermpje met één of een klein aantal zwartpurperen bloemen. De kroonbladen ervan zijn vlezig, vervormd en groter. De bloemen zijn mannelijk of vrouwelijk. Een alleenstaande bloem is meestal vrouwelijk en steekt boven het bloemscherm uit. De biologische betekenis van deze bloemen is onbekend. Bijenbezoek Doordat in een scherm veel bloemen dicht bij elkaar staan, functioneert de hele bloeiwijze als oriëntatiemiddel voor de bijen. De zichtbaarheid wordt nog door verder verhoogd doordat de kroonbladen van de bloemen langs de rand van een schermpje sterk vergroot zijn. Ook de witte discus draagt bij aan een betere zichtbaarheid. Door de open ligging van de nectar is de Peen is een attractie voor een grote verscheidenheid aan insecten. Ze verzamelen nectar en stuifmeel. Honingbijen zijn trouwe bezoekers. Ze bezoeken ook schermen die ogenschijnlijk uitgebloeid waren: de afscheiding van nectar gaat nog door nadat de meeldraden en de kroonbladen zijn afgevallen. Omdat de stempels daarna nog een poosje ont vankelijk zijn voor stuifmeel (bloemen proterandrisch!), wordt de kans op kruisbestuiving vergroot. De bijen verzamelen ook stuifmeel op de bloemen. De klompjes zijn vuilgroen. Vermeerdering De Peen vermeerdert zich alleen door zaad. Tijdens de vruchtzetting buigen de stralen naar binnen. Aan dit verschijnsel heeft de plant de bijnaam Vogelnestje te danken. Als de zaden rijp zijn, buigen de stralen bij droog weer naar buiten. Als ze vochtig worden, gaan ze weer naar binnen. De vrucht is een tweedelige splitvrucht. De deelvruchten zijn aan de binnenzijde plat en aan de buitenzijde bol en ze bevatten elk één zaad. Op de bolle zijde en langs de rand staan stevige stekels met een of meer korte tandjes. De deelvruchten hechten zich daarmee gemakkelijk aan een ruwe vacht of aan kleding. Ze worden ook door de wind verspreid. plaat 189. Peen A wortel; B wortelblad; C bloeiwijze; D tweeslachtige bloem in het midden van een schermpje; E tweeslachtige bloem langs de rand van een schermpje; F meeldraad; G stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H stamper; I scherm tijdens vruchtzetting; J vrucht; K deelvrucht: 1 bolle zijde, 2 vlakke zijde.
- Page 354 and 355: 352 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 356 and 357: 354 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 358 and 359: 356 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 360 and 361: 358 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 362 and 363: 360 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 364 and 365: 362 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 366 and 367: 364 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 368 and 369: 366 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 370 and 371: 368 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 372 and 373: 370 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 374 and 375: 372 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 376 and 377: 374 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 378 and 379: 376 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 380 and 381: 378 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 382 and 383: 380 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 384 and 385: 382 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 386 and 387: 384 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 388 and 389: 386 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 390 and 391: 388 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 392 and 393: 390 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 394 and 395: 392 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 396 and 397: 394 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 398 and 399: 396 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 400 and 401: 398 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 402 and 403: 400 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 406 and 407: 404 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 408 and 409: 406 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 410 and 411: 408 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 412 and 413: 410 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 414 and 415: 412 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 416 and 417: 414 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 418 and 419: 416 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 420 and 421: 418 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 422 and 423: 420 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 424 and 425: 422 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 426 and 427: 424 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 428 and 429: 426 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 430 and 431: 428 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 432 and 433: 430 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 434 and 435: 432 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 436 and 437: 434 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 438 and 439: 436 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 440 and 441: 438 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 442 and 443: 440 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 444 and 445: 442 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 446 and 447: 444 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 448 and 449: 446 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 450 and 451: 448 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 452 and 453: 450 bijenplanten: nectar en stuifme
schermbloemenfamilie 403<br />
Peen (Daucus carota)<br />
Peen behoort tot het geslacht Daucus van de Schermbloemenfamilie<br />
(Apiaceae). Dit telt ongeveer 60 soorten. De meeste<br />
zijn inheems in het Middellandse-Zeegebied en de Oriënt.<br />
Een klein aantal komt voor in tropisch Afrika, Australië,<br />
Nieuw-Zeeland en Noord- en Zuid-Amerika. De Peen komt<br />
algemeen voor in de zuidwestelijke helft van ons land; elders<br />
is hij vrij zeldzaam. De plant gedijt het beste op een voedselarme,<br />
goed doorlatende droge bodem op bermen, dijken en<br />
in de duinen. Er bestaan vele ondersoorten en rassen.<br />
Tweejarig<br />
De Peen is een tweejarige plant. In het eerste jaar ontwikkelen<br />
zich een lange penwortel en een bladrozet. De langgesteelde<br />
bladeren zijn dubbel tot viervoudig geveerd. De bloeiwijze is<br />
een eindstandig scherm. Ook in de bladoksels ontwikkelen<br />
zich bloemschermen.<br />
Scherm met schermpjes<br />
Een bloemscherm is samengesteld uit een groot aantal<br />
kleinere schermen op lange stralen. Zowel het grote scherm<br />
als de kleinere zijn voorzien van smalle omwindselbladen.<br />
De schermpjes bevatten of tweeslachtige of tweeslachtige en<br />
mannelijke bloemen. De mannelijke ontwikkelen zich in<br />
schermen van zijstengels. Bij verdere vertakking van de zijstengels<br />
wordt het aantal mannelijke bloemen steeds groter.<br />
Een bloem heeft vijf kleine kelktanden, vijf witte kroonbladen,<br />
vijf meeldraden en een onderstandig stekelig behaard vruchtbeginsel<br />
met twee stijlen. In een mannelijke bloem ontbreken<br />
de stijlen en de zaadknoppen in het vruchtbeginsel. Op het<br />
vruchtbeginsel van beide bloemtypen ligt een kussenvormige<br />
discus met de nectariën. Soms staat er midden in een bloemscherm<br />
een schermpje met één of een klein aantal zwartpurperen<br />
bloemen. De kroonbladen ervan zijn vlezig,<br />
vervormd en groter. De bloemen zijn mannelijk of vrouwelijk.<br />
Een alleenstaande bloem is meestal vrouwelijk en steekt boven<br />
het bloemscherm uit. De biologische betekenis van deze<br />
bloemen is onbekend.<br />
Bijenbezoek<br />
Doordat in een scherm veel bloemen dicht bij elkaar staan,<br />
functioneert de hele bloeiwijze als oriëntatiemiddel voor de<br />
bijen. De zichtbaarheid wordt nog door verder verhoogd<br />
doordat de kroonbladen van de bloemen langs de rand van<br />
een schermpje sterk vergroot zijn. Ook de witte discus draagt<br />
bij aan een betere zichtbaarheid. Door de open ligging van de<br />
nectar is de Peen is een attractie voor een grote verscheidenheid<br />
aan insecten. Ze verzamelen nectar en stuifmeel.<br />
Honingbijen zijn trouwe bezoekers. Ze bezoeken ook<br />
schermen die ogenschijnlijk uitgebloeid waren: de afscheiding<br />
van nectar gaat nog door nadat de meeldraden en de kroonbladen<br />
zijn afgevallen. Omdat de stempels daarna nog een<br />
poosje ont vankelijk zijn voor stuifmeel (bloemen proterandrisch!),<br />
wordt de kans op kruisbestuiving vergroot. De bijen<br />
verzamelen ook stuifmeel op de bloemen. De klompjes zijn<br />
vuilgroen.<br />
Vermeerdering<br />
De Peen vermeerdert zich alleen door zaad. Tijdens de vruchtzetting<br />
buigen de stralen naar binnen. Aan dit verschijnsel<br />
heeft de plant de bijnaam Vogelnestje te danken. Als de zaden<br />
rijp zijn, buigen de stralen bij droog weer naar buiten. Als ze<br />
vochtig worden, gaan ze weer naar binnen. De vrucht is een<br />
tweedelige splitvrucht. De deelvruchten zijn aan de binnenzijde<br />
plat en aan de buitenzijde bol en ze bevatten elk één<br />
zaad. Op de bolle zijde en langs de rand staan stevige stekels<br />
met een of meer korte tandjes. De deelvruchten hechten zich<br />
daarmee gemakkelijk aan een ruwe vacht of aan kleding.<br />
Ze worden ook door de wind verspreid.<br />
plaat 189. Peen<br />
A wortel; B wortelblad; C bloeiwijze; D tweeslachtige bloem in het<br />
midden van een schermpje; E tweeslachtige bloem langs de rand van<br />
een schermpje; F meeldraad; G stuifmeelkorrel (tricolporaat):<br />
1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; H stamper; I scherm tijdens<br />
vruchtzetting; J vrucht; K deelvrucht: 1 bolle zijde, 2 vlakke zijde.