Bijenplanten_web
374 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
lipbloemenfamilie 375 Stachys grandiflora Het geslacht Andoorn (Stachys) is met ongeveer 200 soorten een van de grotere geslachten binnen de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Met uitzondering van Australië en de poolgebieden is het over de hele wereld verspreid. In ons land komen zes soorten voor. Cultivars van twee andere soorten zijn bekende sierplanten: Ezelsoor (Stachys byzantina) en Stachys grandiflora. Deze laatste is inheems in de Kaukasus, Turkije en Iran. De hier beschreven waarnemingen zijn gedaan aan de cultivar ‘Superba’. Eindelingse bloeiwijzen Stachys grandiflora is een fraaie tuinplant. De langgesteelde onderste bladeren vormen een rozet. Ze zijn aan de voet hartvormig en hebben een grof gekartelde rand. Aan de bovenzijde liggen de nerven verdiept. De plant heeft rechtopstaande bloeistengels met hooguit drie paar tegenoverstaande bladeren. Soms vormen zich in de oksels van de onderste bladeren eveneens bloeistengels. De donkerpurperroze bloemen staan dicht opeen in bijschermen in de oksels van kleine schutbladen aan de uiteinden van de bloeistengels. De kroon bestaat uit een buisvormig deel, een bovenlip en een onderlip. Hij is zowel van binnen als van buiten behaard. Meeldraden eerst De bloemen zijn proterandrisch: eerst komt het stuifmeel vrij. De vier meeldraden liggen tegen de onderzijde van de bovenlip en het stuifmeel komt daardoor op de bovenzijde van insecten die nectar komen puren. Na verloop van tijd groeit de stijl verder verder uit en steekt de stempels ver buiten de bloemopening, zodat bezoekende insecten er met de rug langs strijken. Voor het opnemen van de nectar is een lange tong nodig, want het buisvormig deel van de bloemkroon is ongeveer een centimeter lang en het nectarium ligt op een discus aan de basis van het vruchtbeginsel. Wolbijen met een tonglengte van 9 tot 10 millimeter en hommels met een nog langere tong hebben er geen moeite mee. De onderlip van de bloemen is voor insecten een geschikte landingsplaats. Op de helmknoppen en op het vruchtbeginsel zitten glanzende klierbolletjes. Plantsoen in bloei Enkele jaren geleden stond begin augustus het plantsoen aan de Vondellaan in Leiden in volle bloei. Er stonden grote groepen vaste planten: onder meer Gewone lavendel (Lavandula angustifolia), Zonnekruid (Helenium-hybriden), Grote kattenstaart (Lythrum salicaria), een Duizendblad-soort (Achillea filipendulina) en Stachys grandiflora ‘Superba’. Zonnig warm weer is ideaal om het insectenbezoek op zo’n plek te bekijken. Mijn bijenvolken stonden in de directe omgeving! Op de grote gele schermen van het duizendblad was geen insect te zien. De Kattenstaart en de laatste bloemen van de Lavendel hebben belangstelling van hommels en een enkele honingbij. Ook is er nog een enkele zweefvlieg te vinden. Opvallend is dat het Zonnekruid alleen maar bezoek heeft van honingbijen. De buisbloemen van de plant zijn maar drie millimeter lang en er is gezien de drukte veel te halen voor de bijen. Hommels talen er niet naar deze plant en geven de voorkeur aan andere bloemen in de directe omgeving. Insecten met een lange tong bezoeken bij voorkeur bloemen met een lange kroonbuis en dus met diep gelegen nectar. De bloemen van Stachys grandiflora worden dan ook druk bezocht door hommels en wolbijen. Vermeerdering In de vruchtkelk vormen zich na bestuiving maximaal vier nootjes. Ze blijven na rijping soms nog lang in de kelk. Wie de plant wil vermeerderen kan hem het best op gezette tijden scheuren, want het is niet zeker dat uit zaad de originele cultivar tevoorschijn komt. plaat 175. Stachys grandiflora A habitus van bloeiende plant; B bloeiwijze; C blad onder aan de plant; D bloem in vrouwelijk stadium; E meeldraden; F stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; G stamper; H vruchtbeginsel met nectarium; I nootjes.
- Page 326 and 327: 324 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 328 and 329: 326 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 330 and 331: 328 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 332 and 333: 330 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 334 and 335: 332 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 336 and 337: 334 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 338 and 339: 336 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 340 and 341: 338 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 342 and 343: 340 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 344 and 345: 342 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 346 and 347: 344 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 348 and 349: 346 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 350 and 351: 348 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 352 and 353: 350 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 354 and 355: 352 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 356 and 357: 354 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 358 and 359: 356 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 360 and 361: 358 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 362 and 363: 360 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 364 and 365: 362 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 366 and 367: 364 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 368 and 369: 366 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 370 and 371: 368 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 372 and 373: 370 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 374 and 375: 372 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 378 and 379: 376 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 380 and 381: 378 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 382 and 383: 380 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 384 and 385: 382 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 386 and 387: 384 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 388 and 389: 386 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 390 and 391: 388 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 392 and 393: 390 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 394 and 395: 392 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 396 and 397: 394 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 398 and 399: 396 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 400 and 401: 398 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 402 and 403: 400 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 404 and 405: 402 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 406 and 407: 404 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 408 and 409: 406 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 410 and 411: 408 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 412 and 413: 410 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 414 and 415: 412 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 416 and 417: 414 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 418 and 419: 416 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 420 and 421: 418 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 422 and 423: 420 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 424 and 425: 422 bijenplanten: nectar en stuifme
lipbloemenfamilie 375<br />
Stachys grandiflora<br />
Het geslacht Andoorn (Stachys) is met ongeveer 200 soorten<br />
een van de grotere geslachten binnen de Lipbloemenfamilie<br />
(Lamiaceae). Met uitzondering van Australië en de poolgebieden<br />
is het over de hele wereld verspreid. In ons land<br />
komen zes soorten voor. Cultivars van twee andere soorten<br />
zijn bekende sierplanten: Ezelsoor (Stachys byzantina) en<br />
Stachys grandiflora. Deze laatste is inheems in de Kaukasus,<br />
Turkije en Iran. De hier beschreven waarnemingen zijn<br />
gedaan aan de cultivar ‘Superba’.<br />
Eindelingse bloeiwijzen<br />
Stachys grandiflora is een fraaie tuinplant. De langgesteelde<br />
onderste bladeren vormen een rozet. Ze zijn aan de voet hartvormig<br />
en hebben een grof gekartelde rand. Aan de bovenzijde<br />
liggen de nerven verdiept. De plant heeft rechtopstaande<br />
bloeistengels met hooguit drie paar tegenoverstaande bladeren.<br />
Soms vormen zich in de oksels van de onderste bladeren eveneens<br />
bloeistengels. De donkerpurperroze bloemen staan dicht<br />
opeen in bijschermen in de oksels van kleine schutbladen aan<br />
de uiteinden van de bloeistengels. De kroon bestaat uit een<br />
buisvormig deel, een bovenlip en een onderlip. Hij is zowel<br />
van binnen als van buiten behaard.<br />
Meeldraden eerst<br />
De bloemen zijn proterandrisch: eerst komt het stuifmeel vrij.<br />
De vier meeldraden liggen tegen de onderzijde van de bovenlip<br />
en het stuifmeel komt daardoor op de bovenzijde van insecten<br />
die nectar komen puren. Na verloop van tijd groeit de stijl<br />
verder verder uit en steekt de stempels ver buiten de bloemopening,<br />
zodat bezoekende insecten er met de rug langs strijken.<br />
Voor het opnemen van de nectar is een lange tong nodig, want<br />
het buisvormig deel van de bloemkroon is ongeveer een centimeter<br />
lang en het nectarium ligt op een discus aan de basis van<br />
het vruchtbeginsel. Wolbijen met een tonglengte van 9 tot 10<br />
millimeter en hommels met een nog langere tong hebben er<br />
geen moeite mee. De onderlip van de bloemen is voor insecten<br />
een geschikte landingsplaats. Op de helmknoppen en op het<br />
vruchtbeginsel zitten glanzende klierbolletjes.<br />
Plantsoen in bloei<br />
Enkele jaren geleden stond begin augustus het plantsoen aan<br />
de Vondellaan in Leiden in volle bloei. Er stonden grote groepen<br />
vaste planten: onder meer Gewone lavendel (Lavandula<br />
angustifolia), Zonnekruid (Helenium-hybriden), Grote kattenstaart<br />
(Lythrum salicaria), een Duizendblad-soort (Achillea<br />
filipendulina) en Stachys grandiflora ‘Superba’. Zonnig warm<br />
weer is ideaal om het insectenbezoek op zo’n plek te bekijken.<br />
Mijn bijenvolken stonden in de directe omgeving! Op de<br />
grote gele schermen van het duizendblad was geen insect te<br />
zien. De Kattenstaart en de laatste bloemen van de Lavendel<br />
hebben belangstelling van hommels en een enkele honingbij.<br />
Ook is er nog een enkele zweefvlieg te vinden. Opvallend is<br />
dat het Zonnekruid alleen maar bezoek heeft van honingbijen.<br />
De buisbloemen van de plant zijn maar drie millimeter lang<br />
en er is gezien de drukte veel te halen voor de bijen. Hommels<br />
talen er niet naar deze plant en geven de voorkeur aan andere<br />
bloemen in de directe omgeving. Insecten met een lange tong<br />
bezoeken bij voorkeur bloemen met een lange kroonbuis en<br />
dus met diep gelegen nectar. De bloemen van Stachys<br />
grandiflora worden dan ook druk bezocht door hommels en<br />
wolbijen.<br />
Vermeerdering<br />
In de vruchtkelk vormen zich na bestuiving maximaal vier<br />
nootjes. Ze blijven na rijping soms nog lang in de kelk.<br />
Wie de plant wil vermeerderen kan hem het best op gezette<br />
tijden scheuren, want het is niet zeker dat uit zaad de originele<br />
cultivar tevoorschijn komt.<br />
plaat 175. Stachys grandiflora<br />
A habitus van bloeiende plant; B bloeiwijze; C blad onder aan de<br />
plant; D bloem in vrouwelijk stadium; E meeldraden; F stuifmeelkorrel<br />
(tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht;<br />
G stamper; H vruchtbeginsel met nectarium; I nootjes.