Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

372 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

lipbloemenfamilie 373 Ezelsoor (Stachys byzantina) Ezelsoor behoort tot het geslacht Andoorn (Stachys) van de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Dit geslacht telt ongeveer 200 soorten die verspreid over bijna de hele wereld voorkomen. Ezelsoor is inheems in Zuidwest-Azië. Mooi behaard In het wild kunnen de overblijvende planten een meter hoog worden, maar in cultuur zijn ze meestal niet hoger dan een halve meter. De stengels en bladeren gaan schuil onder een zachte grijze beharing. De elliptische wortelbladeren zijn gesteeld. Langs de bloeistengels worden de bladeren naar boven toe kleiner en zijn tenslotte ongesteeld. De bloemen verschijnen van juni tot in augustus aan de uiteinden van stevige rechtopstaande stengels. De bloemen vallen niet direct in het oog. Ze staan in okselstandige bijschermen, die per knoop een schijnkrans vormen. De kelk is bedekt met een dikke harenvacht. De rozerode kroon is binnen de kelk buisvormig, waardoor alleen de boven- en onderlip te zien zijn. De drielobbige onderlip bestaat uit drie met elkaar vergroeide kroonbladen. De bovenlip is (wat minder duidelijk) gevormd uit twee kroonbladen. De kroonbuis heeft even boven het vruchtbeginsel een krans van korte stijve haren. Kleine bezoekende insecten, die geen bijdrage leveren aan de bestuiving van de bloem en die alleen om de nectar komen, wordt het door de harenkrans moeilijk gemaakt om bij het nectarium te komen. Dat ligt op een kussenvormige ring rond het vruchtbeginsel. Twee lange en twee korte meeldraden zijn op de kroon ingeplant en liggen tegen de onderkant van de bovenlip. De bloemen zijn proterandrisch. Eerst komt het stuifmeel vrij, daarna groeit de stamper verder uit en rijpen de stempels. Bezoekende insecten landen op de onderlip en strijken tijdens het nectar puren met de rugzijde tegen de open helmknoppen of, in het vrouwelijke stadium, tegen de stempels. In dit laatste stadium zijn de twee korte meeldraden naar buiten gebogen. Het vruchtbeginsel bestaat uit vier lobben. De stijl staat daar tussenin. Wolbijen Honingbijen verzamelen nectar en stuifmeel op Ezelsoor, maar als er de Grote wolbij (Anthidium manicatum) op de bloemen vliegt, krijgen ze niet veel gelegenheid voor een bezoek. Meestal is er dan ook een mannetje van de Grote wolbij in de buurt. Die vliegt regelmatig tussen de planten door, staat ook nu en dan stil in de lucht, en bewaakt zijn tijdelijk territorium tegen indringers. Hommels en andere bijen die in de buurt komen worden verjaagd en soms tot op een afstand van 25 meter achtervolgd. De vrouwtjes van de Grote wolbij krijgen tijdens hun bezoek zo nu en dan bezoek van het mannetje, dat daarbij blijk geeft van zijn zorg om het voortbestaan van de soort. Wolbijen gebruiken de beharing van de Ezelsoor en andere behaarde planten voor het bekleden van hun nestholte. Ze geven de voorkeur aan roze bloemen. Zo kun je ze ook aantreffen op Hartgespan (Leonuris cardiaca) en Bont kroonkruid (Securigera varia). Vermeerdering Ezelsoor vermeerdert zich door zaad. De vrucht bevat vier nootjes. Tuinplanten kunnen ook vermeerderd worden door scheuren. plaat 174. Ezelsoor A stengel met bladeren en bloeiwijzen; B bloem in vrouwelijk stadium; C meeldraad; D stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; E stamper; F vruchtbeginsel met nectarium; G nootjes.

lipbloemenfamilie 373<br />

Ezelsoor (Stachys byzantina)<br />

Ezelsoor behoort tot het geslacht Andoorn (Stachys) van de<br />

Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Dit geslacht telt ongeveer<br />

200 soorten die verspreid over bijna de hele wereld voorkomen.<br />

Ezelsoor is inheems in Zuidwest-Azië.<br />

Mooi behaard<br />

In het wild kunnen de overblijvende planten een meter hoog<br />

worden, maar in cultuur zijn ze meestal niet hoger dan een<br />

halve meter. De stengels en bladeren gaan schuil onder een<br />

zachte grijze beharing. De elliptische wortelbladeren zijn<br />

gesteeld. Langs de bloeistengels worden de bladeren naar<br />

boven toe kleiner en zijn tenslotte ongesteeld. De bloemen<br />

verschijnen van juni tot in augustus aan de uiteinden van<br />

stevige rechtopstaande stengels. De bloemen vallen niet direct<br />

in het oog. Ze staan in okselstandige bijschermen, die per<br />

knoop een schijnkrans vormen. De kelk is bedekt met een<br />

dikke harenvacht. De rozerode kroon is binnen de kelk buisvormig,<br />

waardoor alleen de boven- en onderlip te zien zijn.<br />

De drielobbige onderlip bestaat uit drie met elkaar vergroeide<br />

kroonbladen. De bovenlip is (wat minder duidelijk) gevormd<br />

uit twee kroonbladen.<br />

De kroonbuis heeft even boven het vruchtbeginsel een krans<br />

van korte stijve haren. Kleine bezoekende insecten, die geen<br />

bijdrage leveren aan de bestuiving van de bloem en die alleen<br />

om de nectar komen, wordt het door de harenkrans moeilijk<br />

gemaakt om bij het nectarium te komen. Dat ligt op een<br />

kussenvormige ring rond het vruchtbeginsel. Twee lange en<br />

twee korte meeldraden zijn op de kroon ingeplant en liggen<br />

tegen de onderkant van de bovenlip. De bloemen zijn<br />

proterandrisch. Eerst komt het stuifmeel vrij, daarna groeit de<br />

stamper verder uit en rijpen de stempels. Bezoekende insecten<br />

landen op de onderlip en strijken tijdens het nectar puren met<br />

de rugzijde tegen de open helmknoppen of, in het vrouwelijke<br />

stadium, tegen de stempels. In dit laatste stadium zijn de twee<br />

korte meeldraden naar buiten gebogen. Het vruchtbeginsel<br />

bestaat uit vier lobben. De stijl staat daar tussenin.<br />

Wolbijen<br />

Honingbijen verzamelen nectar en stuifmeel op Ezelsoor,<br />

maar als er de Grote wolbij (Anthidium manicatum) op de<br />

bloemen vliegt, krijgen ze niet veel gelegenheid voor een<br />

bezoek. Meestal is er dan ook een mannetje van de Grote wolbij<br />

in de buurt. Die vliegt regelmatig tussen de planten door,<br />

staat ook nu en dan stil in de lucht, en bewaakt zijn tijdelijk<br />

territorium tegen indringers. Hommels en andere bijen die in<br />

de buurt komen worden verjaagd en soms tot op een afstand<br />

van 25 meter achtervolgd. De vrouwtjes van de Grote wolbij<br />

krijgen tijdens hun bezoek zo nu en dan bezoek van het<br />

mannetje, dat daarbij blijk geeft van zijn zorg om het voortbestaan<br />

van de soort. Wolbijen gebruiken de beharing van de<br />

Ezelsoor en andere behaarde planten voor het bekleden van<br />

hun nestholte. Ze geven de voorkeur aan roze bloemen.<br />

Zo kun je ze ook aantreffen op Hartgespan (Leonuris cardiaca)<br />

en Bont kroonkruid (Securigera varia).<br />

Vermeerdering<br />

Ezelsoor vermeerdert zich door zaad. De vrucht bevat vier<br />

nootjes. Tuinplanten kunnen ook vermeerderd worden door<br />

scheuren.<br />

plaat 174. Ezelsoor<br />

A stengel met bladeren en bloeiwijzen; B bloem in vrouwelijk<br />

stadium; C meeldraad; D stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht,<br />

2 equatoriaal aanzicht; E stamper; F vruchtbeginsel met<br />

nectarium; G nootjes.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!