Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

370 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

lipbloemenfamilie 371 Winterbonenkruid (Satureja montana) Winterbonenkruid behoort tot het geslacht Satureja van de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Dit telt ongeveer 130 soorten, die vooral voorkomen in de warmere streken van beide halfronden. Veel soorten zijn te vinden in het oostelijk deel van het Middellandse-Zeegebied. Winterbonenkruid is inheems in Zuid-Europa. Late bloei Winterbonenkruid is een halfstruikje van zo’n 20 centimeter hoog. De plant heeft een krachtige penwortel en vertakt zich rijkelijk. De lijnvormige, aan de rand gewimperde bladeren zijn tegenoverstaand. De bloemen staan in okselstandige bijschermen. Ze hebben een vlakke bovenlip, waar de meeldraden en de stijl tegenaan liggen. Aan de uitranding van de bovenlip is te zien dat deze feitelijk is samengesteld uit twee met elkaar vergroeide kroonbladen. De kroon is lichtroze. Op de onderlip en de zijlippen liggen violetrode stippen. Twee soorten bloemen Er zijn planten met voornamelijk tweeslachtige bloemen en planten met vrouwelijke bloemen. In de laatste zijn de meeldraden niet volledig ontwikkeld. De tweeslachtige bloemen hebben twee lange en twee korte meeldraden, met helm hokken die haaks op elkaar staan. Vrouwelijke bloemen zijn kleiner dan mannelijke. De bloemopening is aan de voorzijde bezet met een beharing, die bescherming biedt aan de nectar, die vrijkomt aan de basis van het vruchtbeginsel. In de tweeslachtige bloemen wordt de gevorkte stempel rijp na het vrijkomen van het stuifmeel. Tijdens het nectar puren komt de bij met de bovenzijde van de kop in aanraking met de open helmknoppen of met de rijpe stempel. De hele dag nectar In de achtertuin van mijn woning in Leiden stond een plant van Winterbonenkruid. Eens was er tijdens de bloei in augustus en september bij redelijk tot zeer warm weer bezoek van telkens één of soms twee bijen, en dat de hele dag door tot zo’n 7 uur in de avond. Volgens een ruwe schatting stonden er doorlopend 500 bloemen in bloei. Het bijenbezoek aan een bloem was erg vluchtig. Ik heb toen de tijd eens opgenomen en kwam na een voorzichtige berekening tot de conclusie dat wanneer alle bloemen worden bezocht één bloem tenminste 15 maal per dag bezoek van een nectar purende bij kan verwachten. Wel moet er dan de hele dag genoeg nectar geproduceerd worden, in een hoeveelheid die voor de bijen aantrekkelijk is. Een prima bijenplant dus. Aromatische stoffen Op alle delen van de plant, zelfs op de kroon, treffen we dicht op elkaar, iets verdiept gelegen klierharen aan. Ze verschijnen als glanzende bolletjes; later als ze zijn opgedroogd zijn het rode stippen. De hele plant bevat aromatische stoffen, in hoofdzaak carvacrol. Winterbonenkruid wordt daarom gebruikt als toekruid bij gerechten. Aan het gebruik bij bonen heeft de plant haar naam te danken. Vermeerdering Winterbonenkruid vermeerdert zich door zaad. In de vruchtkelk kunnen vier nootjes tot ontwikkeling komen. Als na de bloei de bloemkroon is afgevallen, buigen de haren op de binnenrand van de kelk naar binnen. Ze verhinderen een vroegtijdige verspreiding van zaden. De plant is een winterstaander en de vruchtkelk blijft lang aanwezig. De zaden worden verspreid als de kelk loskomt en met de daarin aanwezige nootjes door de wind wordt meegenomen. Als ze op de grond terechtkomen, vormt zich door inwerking van vocht rondom de nootjes een slijmlaag, waardoor gunstige kiemomstandigen ontstaan. plaat 173. Winterbonenkruid A deel van bloeiende plant; B tweeslachtige bloem; C vrouwelijke bloem; D meeldraden; E stuifmeelkorrel (stephanocolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; F stamper; G vruchtbeginsel met nectarium; H vruchtkelk; I nootje.

370 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!