Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

358 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

lipbloemenfamilie 359 Watermunt (Mentha aquatica) Watermunt behoort tot het geslacht Munt (Mentha) van de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De soort komt algemeen in ons land voor en groeit optimaal op plaatsen waar bodem doorlopend vochtig is en in ondiep water. De plant heeft liggende en rechtopstaande vertakte stengels. Onder aan de plant vormen zich uitlopers, zowel boven als onder de grond. De eironde bladeren aan de stengels en bovengrondse uitlopers zijn kruisgewijs tegenoverstaand. Ze hebben een gezaagde rand. Aan de onderzijde zitten klieren die een vluchtige olie afscheiden, die de plant zijn karakteristieke muntgeur geeft. Met een loep zijn de druppeltjes olie duidelijk waar te nemen. Eenvoudige bloembouw De bloemen verschijnen vanaf juli en tot in de herfst in okselstandige bijschermen. Twee tegenover elkaar staande bijschermen vormen een schijnkrans. Aan de uiteinden van de stengels staan de bladparen zo dicht bij elkaar dat de schijnkransen samen een bolvormige bloeiwijze van schijnkransen vormen. Vergeleken met de bloemen van andere geslachten van de familie zijn die van het geslacht Munt eenvoudig gebouwd. De buisvormige kelk heeft vijf spitse tanden. Ze zijn ongeveer even lang, maar tussen de twee tanden aan de voorzijde is de insnijding dieper. Op de kelk liggen rijen olieklieren. De kroon is buisvormig met langs de rand vier lobben, waarvan er een breder is en een uitgerande top heeft. De kelk is paars, de kroon helder lila. De nectar wordt afgescheiden door een discus op de bloembodem en heeft een hoog gehalte aan vitamine C. Boven in het buisvormige deel van de kroon bevindt zich een haarkrans, die de nectar beschermt. Het bovenstandige vruchtbeginsel is tweehokkig. Tijdens de bloei deelt het zich in vieren. De lange rechte stijl heeft aan het eind twee priemvormige stempels. Bij het begin van de bloei staan ze nog tegen elkaar. Na het vrijkomen van het stuifmeel wijken ze uiteen. De vier meeldraden steken ver uit de kroon. Vermeerdering Behalve door zaad vermeerdert de plant zich vegetatief door de vorming nieuwe planten aan de uitlopers. Je ziet planten van Watermunt dan ook vaak in grote groepen bijeen. De vrucht is een splitvrucht die uit vier bruine nootjes bestaat. Bijenbezoek Watermunt is een welkome bron van nectar en stuifmeel voor de bijen in de periode waarin de bijenweide op zijn retour is en de volken zich voorbereiden op de winterzit. Bij het maken van een serie dia’s van honingbijen op de bloemen van Watermunt was er iets dat me opviel. Het was prachtig zonnig weer, weinig wind en de bloemen werden druk bezocht. Het bezoek aan een enkele bloem in een bloeiwijze is meestal vluchtig en je moet snel zijn om een opname te kunnen maken. Automatisch ga je dan de gang van een enkele bij volgen. Wat me daarbij opviel, was dat als een bloeiwijze door een bij was bezocht om nectar te puren, dezelfde bij er later wel weer op neerstreek, maar meteen weer op de vleugels ging naar een volgende bloeiwijze. Aan het uiterlijk van de bloemen was zo te zien niets veranderd. Nectar en stuifmeel waren nog wel te halen, want de bloeiwijze werd nog volop door andere honingbijen bezocht. Een verklaring kan zijn dat bij het bezoek geurstoffen worden achtergelaten die later weer waargenomen worden. plaat 167. Watermunt A deel van bloeiende plant; B bloem; C stamper; D meeldraad; E stuifmeelkorrel (stephanocolpaat), polair aanzicht; F kelk in vruchtstadium; G nootje.

lipbloemenfamilie 359<br />

Watermunt (Mentha aquatica)<br />

Watermunt behoort tot het geslacht Munt (Mentha) van de<br />

Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De soort komt algemeen in<br />

ons land voor en groeit optimaal op plaatsen waar bodem<br />

doorlopend vochtig is en in ondiep water. De plant heeft<br />

liggende en rechtopstaande vertakte stengels. Onder aan de<br />

plant vormen zich uitlopers, zowel boven als onder de grond.<br />

De eironde bladeren aan de stengels en bovengrondse uitlopers<br />

zijn kruisgewijs tegenoverstaand. Ze hebben een<br />

gezaagde rand. Aan de onderzijde zitten klieren die een<br />

vluchtige olie afscheiden, die de plant zijn karakteristieke<br />

muntgeur geeft. Met een loep zijn de druppeltjes olie<br />

duidelijk waar te nemen.<br />

Eenvoudige bloembouw<br />

De bloemen verschijnen vanaf juli en tot in de herfst in okselstandige<br />

bijschermen. Twee tegenover elkaar staande bijschermen<br />

vormen een schijnkrans. Aan de uiteinden van de<br />

stengels staan de bladparen zo dicht bij elkaar dat de schijnkransen<br />

samen een bolvormige bloeiwijze van schijnkransen<br />

vormen. Vergeleken met de bloemen van andere geslachten<br />

van de familie zijn die van het geslacht Munt eenvoudig<br />

gebouwd. De buisvormige kelk heeft vijf spitse tanden.<br />

Ze zijn ongeveer even lang, maar tussen de twee tanden aan<br />

de voorzijde is de insnijding dieper. Op de kelk liggen rijen<br />

olieklieren.<br />

De kroon is buisvormig met langs de rand vier lobben, waarvan<br />

er een breder is en een uitgerande top heeft. De kelk is<br />

paars, de kroon helder lila. De nectar wordt afgescheiden door<br />

een discus op de bloembodem en heeft een hoog gehalte aan<br />

vitamine C. Boven in het buisvormige deel van de kroon<br />

bevindt zich een haarkrans, die de nectar beschermt.<br />

Het bovenstandige vruchtbeginsel is tweehokkig. Tijdens de<br />

bloei deelt het zich in vieren. De lange rechte stijl heeft aan het<br />

eind twee priemvormige stempels. Bij het begin van de bloei<br />

staan ze nog tegen elkaar. Na het vrijkomen van het stuifmeel<br />

wijken ze uiteen. De vier meeldraden steken ver uit de kroon.<br />

Vermeerdering<br />

Behalve door zaad vermeerdert de plant zich vegetatief door<br />

de vorming nieuwe planten aan de uitlopers. Je ziet planten<br />

van Watermunt dan ook vaak in grote groepen bijeen.<br />

De vrucht is een splitvrucht die uit vier bruine nootjes bestaat.<br />

Bijenbezoek<br />

Watermunt is een welkome bron van nectar en stuifmeel voor<br />

de bijen in de periode waarin de bijenweide op zijn retour is en<br />

de volken zich voorbereiden op de winterzit. Bij het maken van<br />

een serie dia’s van honingbijen op de bloemen van Watermunt<br />

was er iets dat me opviel. Het was prachtig zonnig weer, weinig<br />

wind en de bloemen werden druk bezocht. Het bezoek aan een<br />

enkele bloem in een bloeiwijze is meestal vluchtig en je moet<br />

snel zijn om een opname te kunnen maken. Automatisch ga je<br />

dan de gang van een enkele bij volgen. Wat me daarbij opviel,<br />

was dat als een bloeiwijze door een bij was bezocht om nectar<br />

te puren, dezelfde bij er later wel weer op neerstreek, maar<br />

meteen weer op de vleugels ging naar een volgende bloeiwijze.<br />

Aan het uiterlijk van de bloemen was zo te zien niets veranderd.<br />

Nectar en stuifmeel waren nog wel te halen, want de<br />

bloeiwijze werd nog volop door andere honingbijen bezocht.<br />

Een verklaring kan zijn dat bij het bezoek geurstoffen worden<br />

achtergelaten die later weer waargenomen worden.<br />

plaat 167. Watermunt<br />

A deel van bloeiende plant; B bloem; C stamper; D meeldraad;<br />

E stuifmeelkorrel (stephanocolpaat), polair aanzicht; F kelk in<br />

vruchtstadium; G nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!