Bijenplanten_web
342 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
lipbloemenfamilie 343 Callicarpa bodonieri var. giraldii Op grond van moleculair onderzoek wordt Callicarpa, evenals het geslacht Caryopteris, tegenwoordig tot de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae) gerekend. Vroeger behoorden beide tot de IJzerhardfamilie (Verbenaceae). Callicarpa telt ongeveer 140 soorten, die inheems zijn in de subtropische en tropische gebieden van Amerika, Azië en Australië. De meeste komen voor in Oost- en Zuidoost-Azië, met name op de Filipijnen. Van de ongeveer 40 soorten uit het Amerikaanse areaal komen er maar liefst 30 voor op Cuba. In cultuur Verschillende Callicarpa-soorten zijn in cultuur gebracht. Heel geschikt voor ons klimaat is Callicarpa bodinieri var. giraldii. Deze variëteit is in het begin van de twintigste eeuw in cultuur is ontstaan, personen die daarbij betrokken waren zijn in haar naam verwerkt. De soortnaam verwijst naar E.M. Bodinier, een Fransman die in de vorige eeuw zich in China naast zijn werkzaamheden als missionaris intens bezig hield met het verzamelen van planten, en de variëteitsnaam naar G. Giraldi, een Italiaanse missionaris die zich aan het eind van de negentiende eeuw eveneens in China planten verzamelde. Bloemen in bijschermen De cultivar giraldii is een dicht vertakte tot ongeveer een meter hoge struik. De bladeren zijn elliptisch en tegenoverstaand. Langs de rand zijn ze licht getand. De onderkant is iets behaard en lichter dan de bovenkant. De tweeslachtige bloemen verschijnen in juli in bijschermen in bladoksels aan de uiteinden van de takken. Ze hebben een komvormige kelk met vier lobben. Kelk en bloemsteel zijn met sterharen bezet. De roodpaarse kroon bestaat uit een buisvormig onderste deel en een vierlobbige rand. Afwisselend met de kroonlobben staan de meeldraden. Ze staan onder aan op de kroonbuis ingeplant en steken hun helmknoppen ver buiten de bloemopening. Ook de stamper reikt ver buiten de bloem. Het nectarium ligt op het vruchtbeginsel. De vrijgekomen nectar wordt vastgehouden en beschermd door een dichte beharing. Opvallende vruchten De vruchten van de Callicarpa-struiken vallen in het najaar erg op door hun violette kleur. Soms dragen de struiken bijzonder rijk, wat misschien wel een gevolg is van veel bijenbezoek, want bij kruisbestuiving is de vruchtzetting optimaal. Aan deze opvallende vruchten heeft het geslacht zijn naam te danken: Callicarpa is afgeleid van het Griekse callos (mooi) en carpos (vrucht). In de besachtige steenvrucht komen twee of drie pitten tot ontwikkeling. Vermeerdering De struiken laten zich makkelijk vermeerderen door zowel zomer- als winterstekken en door het maken van afleggers. Om goede planten te verkrijgen moeten scheuten en zijscheuten regelmatig worden getopt. Het verdient aanbeveling de struiken in het vroege voorjaar terug te snoeien. plaat 159. Callicarpa bodinieri var. giraldii A tak met bladeren en bloeiwijzen; B bloemknop; C bloem; D helmknop; E stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; F stamper; G vruchten; H pit.
- Page 294 and 295: 292 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 296 and 297: 294 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 298 and 299: 296 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 300 and 301: 298 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 302 and 303: 300 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 304 and 305: 302 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 306 and 307: 304 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 308 and 309: 306 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 310 and 311: 308 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 312 and 313: 310 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 314 and 315: 312 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 316 and 317: 314 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 318 and 319: 316 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 320 and 321: 318 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 322 and 323: 320 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 324 and 325: 322 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 326 and 327: 324 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 328 and 329: 326 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 330 and 331: 328 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 332 and 333: 330 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 334 and 335: 332 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 336 and 337: 334 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 338 and 339: 336 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 340 and 341: 338 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 342 and 343: 340 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 346 and 347: 344 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 348 and 349: 346 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 350 and 351: 348 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 352 and 353: 350 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 354 and 355: 352 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 356 and 357: 354 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 358 and 359: 356 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 360 and 361: 358 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 362 and 363: 360 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 364 and 365: 362 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 366 and 367: 364 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 368 and 369: 366 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 370 and 371: 368 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 372 and 373: 370 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 374 and 375: 372 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 376 and 377: 374 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 378 and 379: 376 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 380 and 381: 378 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 382 and 383: 380 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 384 and 385: 382 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 386 and 387: 384 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 388 and 389: 386 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 390 and 391: 388 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 392 and 393: 390 bijenplanten: nectar en stuifme
342 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen