Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

334 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

helmkruidfamilie 335 Knopig helmkruid (Scrophularia nodosa) Het geslacht Helmkruid (Scrophularia) behoort tot de Helmkruidfamilie (Scrophulariaceae) en telt ongeveer 250 soorten, die in de gematigde en subtropische gebieden van het noordelijk halfrond voorkomen. In het gebied tussen de Kaukasus en de Himalaya groeien de meeste soorten. In ons land komen vier soorten Helmkruid in het wild voor. Behalve de hier beschreven soort zijn dat Gevleugeld helmkruid (S. umbrosa), Geoord helmkruid (S. auriculata) en Voorjaarshelmkruid (S. vernalis). Laatstgenoemde soort is in de negentiende eeuw vanuit Zuid-Europa ingevoerd, speciaal als bijenplant voor de drachtloze periode aan het eind van het voorjaar en het begin van de zomer. Knopig helmkruid komt vrij algemeen in ons land voor. De soort gedijt zowel op zonnige als beschaduwde plaatsen en houdt van een vochtige bodem. Overblijvende plant Knopig helmkruid is een overblijvende plant met knolvormige wortelstokken waaruit zich nieuwe planten kunnen ontwikkelen. Aan deze wortelstokken heeft de soort haar naam te danken. De naam nodosa is afgeleid van het Latijnse nodus (knoop, verdikking, knobbel). De bladeren zijn kruisgewijs tegenoverstaand. Bloemen eerst vrouwelijk De bloemen zijn tweeslachtig en verschijnen vanaf april tot juni in losse trossen aan de uiteinden van de stengels. Ze zijn weinig opvallend, noch in grootte, noch in kleur. De bloemkroon is buisvormig en heeft langs de rand vijf duidelijke slippen: twee aan de bovenkant, twee opzij en één aan de onderkant. De onderste slip is omlaag gebogen, de andere staan recht vooruit. Aan de basis is de kroon lichtgroen; de slippen hebben een donkerbruinrode kleur. De onderste slip moet bij honingbijen wel in het oog vallen, want hij kaatst ook ultraviolet terug. De ontwikkeling van de bloemen is proterogyn, wat wil zeggen dat eerst de stamper tot ontwikkeling komt en daarna de meeldraden. De bloem is dus eerst in een vrouwelijk en daarna in een mannelijk stadium. De vrouwelijke fase duurt ongeveer twee dagen; de meeldraden liggen dan nog opgerold in de bloemkroon. Het voordeel van een dergelijke ontwikkeling is dat de kans op kruisbestuiving dan groter is. Na de bestuiving verwelkt de stijl. Elke bloem heeft vier meeldraden, twee lange en twee korte, en een staminodium, die alle op de kroon staan ingeplant. Het staminodium is een onderontwikkelde meeldraad. Het hangt boven in de bloem en sluit de bloemopening voor een deel af. De bloemen hebben een goed ontwikkeld nectarium, dat als een kussen rond het vruchtbeginsel ligt. Per bloem wordt 5 tot 8 milligram suiker afgescheiden. Het suikergehalte van de nectar schommelt tussen de 15 en 50%. Insectenbezoek Behalve door honingbijen en hommels wordt het Knopig helmkruid ook door wespen bezocht. Vroeg op de dag duurt het bezoek per bloem het langst, waaruit afgeleid zou kunnen worden dat de afscheiding van nectar dan het grootst is. Nectar purende insecten moeten met de kop onder het staminodium door en komen dan in direct contact met de stamper of de meeldraden. Als het staminodium wordt verwijderd komt er minder stuifmeel op de stempel. Veel zaad Na de bloeiperiode valt de kroon af en sluit de kelk zich om het vruchtbeginsel. Dat groeit uit tot een tweehokkige doosvrucht, waarin vele zaden tot ontwikkeling kunnen komen. Het zaad behoudt maar korte tijd zijn kiemkracht. Meestal komt het direct na verspreiding tot ontkieming. plaat 155. Knopig helmkruid A bloeiwijze; B blad; C bloem; D doorsnede kroon met twee meeldraden; E stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus boven en in tectum); F doorsnede kroon met meeldraden, staminodium en stamper; G vruchten; H open vrucht; I zaad.

334 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!