Bijenplanten_web
284 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
alsemienfamilie 285 Vlijtig liesje (Impatiens walleriana) Om een indruk te krijgen van de planten waarop honing bijen zoal vliegen, verzamelde ik regelmatig stuifmeelklompjes die door het gaas in de bodem van de kasten op de lade daaronder waren gevallen. Ik was vooral geïnteresseerd in de klompjes die in het najaar waren verzameld. Op een zonnige herfstdag keert namelijk zo’n 30% van de bijen terug met stuifmeel aan de achterpoten. En dat in de bebouwde kom van Leiden! Jaren achtereen vond ik blauwe klompjes met rechthoekige stuifmeelkorrels. Dergelijke korrels komen in ons land alleen voor bij soorten van het geslacht Springzaad (Impatiens) van de Balsemienfamilie (Balsaminaceae). Uit Afrika De bekende Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) heeft lichtgeel stuifmeel. Bij het zoeken naar andere Impatienssoorten kwam ik bij Vlijtig liesje. Het stuifmeel van deze soort had zo te zien dezelfde kleur als de blauwe klompjes. Een preparaat gaf uitsluitsel: de blauwe klompjes bevatten stuifmeel van het Vlijtig liesje. Omdat in het werkgebied van de bijen grote stukken van het plantsoen beplant zijn met het Vlijtig liesje, ben ik na mijn vondst meteen gaan kijken: en ja hoor, hier en daar vlogen honingbijen op de bloemen. Behalve stuifmeel verzamelden ze ook nectar. Gezien de bloembouw zou je dat laatste niet verwachten. Het Vlijtig liesje is heel bekend als kamerplant en als eenjarige tuinplant. Die populariteit heeft de plant vooral te danken aan de gemakkelijke teelt en de lange bloei. Verder is er een grote variatie in bloemkleur. De soort is inheems in tropisch Oost-Afrika. In 1864 werd hij daar ontdekt door een zekere Horace Waller, naar wie de wetenschappelijke soortnaam walleriana verwijst. Schaduwplant De plant heeft vlezige, enigszins doorzichtige stengels, die uitsluitend door celdruk (turgor) in de weefsels overeind worden gehouden. Bij watergebrek gaan ze slap hangen. Net als veel andere soorten van het geslacht is het Vlijtig liesje van oorsprong een plant van vochtige bossen. Dat is te zien aan de horizontale stand van de bladeren. Bloemen met een lange spoor De bloemen staan in de bladoksels. Ze verschillen nogal van die van de bekende Reuzenbalsemien. Er zijn drie kelkbladen: twee kleine driehoekige en één grote met een vier centimeter lange spoor. Hierin bevindt zich het nectarium. De vlakke bloemkroon bestaat uit vijf bladen. De vijf meeldraden zijn met elkaar vergroeid. Ze liggen als een muts om de stamper. De helmknoppen openen zich aan de binnenzijde. Het stuifmeel komt aan één zijde van de muts vrij, net boven de plaats waar de spoor zich bevindt. Precies op deze plaats is er een kleine ruimte tussen twee kroonbladen. Voor insecten ligt de weg vrij om nectar te puren, mits hun tong lang genoeg is. In het mannelijke stadium van de proterandrische bloemen komt bij het nectar puren stuifmeel op de voorzijde van kop en monddelen. Tijdens de bloei groeit de stamper verder uit en drukt de meeldraden met de inmiddels geleegde helmknoppen van de bloem. Insecten die nu nectar komen halen komen met kop en monddelen tegen de stempel en dan is er grote kans op bestuiving. Volgens mijn waarnemingen verzamelen honingbijen of stuifmeel of nectar. Als ze stuifmeel verzamelen, werken ze met kaken en voorpoten het vrijgekomen stuifmeel in de beharing. Als je de lengte van de spoor bekijkt, verwacht je niet dat ook nectar wordt verzameld. Toch doen ze het: op bijna uitgebloeide bloemen, waaraan soms nog alleen het kelkblad met spoor vast zit. Waarschijnlijk is de nectar daarin zo hoog gestegen dat de bijentong lang genoeg is om er bij te kunnen. Zaad weggeslingerd De vruchten hebben een dikke vlezige wand, die onder spanning staat. Als het zaad rijp is komt de vruchtwand bij de geringste aanraking los van de steel en rollen de vijf vruchtbladen zich spiraalsgewijs op. Dat gaat bliksemsnel, waardoor het zaad wordt weggeslingerd. plaat 130. Vlijtig liesje A deel van plant met bladeren, bloeiwijze en rijpende vrucht; B bladrand; C bloemknop; D en E bloem, respectievelijk van opzij en van onderen; F kelkblad met spoor; G meeldraden: 1 van voren, 2 van opzij ; H stamper; I doorsnede stamper; J stuifmeelkorrel (stephanocolpaat): 1 polair aanzicht, 2 en 3 equatoriale aanzichten; K rijpe vrucht: 1 van opzij, 2 van onder; L opgerold vruchtblad; M zaad.
- Page 236 and 237: 234 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 238 and 239: 236 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 240 and 241: 238 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 242 and 243: 240 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 244 and 245: 242 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 246 and 247: 244 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 248 and 249: 246 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 250 and 251: 248 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 252 and 253: 250 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 254 and 255: 252 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 256 and 257: 254 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 258 and 259: 256 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 260 and 261: 258 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 262 and 263: 260 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 264 and 265: 262 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 266 and 267: 264 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 268 and 269: 266 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 270 and 271: 268 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 272 and 273: 270 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 274 and 275: 272 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 276 and 277: 274 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 278 and 279: 276 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 280 and 281: 278 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 282 and 283: 280 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 284 and 285: 282 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 288 and 289: 286 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 290 and 291: 288 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 292 and 293: 290 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 294 and 295: 292 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 296 and 297: 294 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 298 and 299: 296 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 300 and 301: 298 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 302 and 303: 300 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 304 and 305: 302 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 306 and 307: 304 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 308 and 309: 306 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 310 and 311: 308 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 312 and 313: 310 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 314 and 315: 312 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 316 and 317: 314 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 318 and 319: 316 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 320 and 321: 318 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 322 and 323: 320 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 324 and 325: 322 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 326 and 327: 324 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 328 and 329: 326 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 330 and 331: 328 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 332 and 333: 330 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 334 and 335: 332 bijenplanten: nectar en stuifme
284 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen