Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

256 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

kaasjeskruidfamilie 257 Muskuskaasjeskruid (Malva moschata) Het geslacht Kaasjeskruid (Malva) behoort tot de Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) en telt ongeveer 40 soorten. Deze zijn inheems in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Vijf soorten komen in ons land in het wild voor. Muskuskaasjeskruid komt verspreid in het hele land voor. Het groeit in wegbermen en op ruige en verstoorde plaatsen. Verschillende bladvormen Muskuskaasjeskruid is een overblijvende plant met een penwortel. De rechtopstaande stengels zijn vertakt en sterk behaard. De bladeren onderaan de stengel zijn ongeveer tot de helft ingesneden, bovenaan veel dieper, soms bijna tot de bladvoet. De bladrand is onregelmatig getand. Muskusgeur Muskuskaasjeskruid staat van juli tot september in bloei. De bloemen staan in de bladoksels en aan het eind van de stengels. Behalve een kelk, die uit vijf met elkaar vergroeide bladen bestaat, is er ook een bijkelk. Deze is met de kelk vergroeid en bestaat uit drie smalle blaadjes. De sierlijke bloemen hebben een muskusgeur. De driehoekige kroonbladen zijn zachtroze. De vijf meeldraden zijn met de voet van de kroonbladen vergroeid. De helmdraden zijn voor een groot deel met elkaar vergroeid en vormen een kokertje rond de stampers. Als een bloem ontluikt zijn alleen de meeldraden zichtbaar; de stampers zitten dan nog verborgen tussen de meeldraden. Opvallende bouw meeldraden Opvallend aan het Muskuskaasjeskruid, en ook aan de andere soorten van de familie, is de bouw van de meeldraden. De helmdraden zijn aan het eind vertakt en dragen een aantal eenhokkige helmknoppen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er veel meer dan vijf meeldraden zijn. Bij het begin van de bloei staan de helmknoppen omlaag gebogen. Bij het openen gaan ze omhoog en enige tijd later buigen ze weer terug. Dan komt er een bosje stempels uit het kokertje tevoorschijn. Deze spreiden zich uiteen en nemen de plaats in van de inmiddels omlaag gebogen helmknoppen. Elke stempel is verbonden met het deel van het vruchtbeginsel waaruit een deelvruchtje ontstaat. De uit deelvruchtjes bestaande vrucht heeft de vorm van een platte ronde kaas. De vrucht blijft door de verdroogde bloemkelk omsloten. Bijenbezoek De bloemen worden voornamelijk bezocht voor de nectar. Die is te vinden tussen de kroonbladen op de kelkbladen. De nectariën worden beschermd door beharing langs de voet van de kroonbladen. De bijen lopen over de kroonbladen naar de nectariën en komen daarbij met de rugzijde in aanraking met de helmknoppen (mannelijk stadium), of de omgebogen stempels (vrouwelijk stadium). Honingbijen die op Muskuskaasjeskruid en verwante soorten vliegen worden ook wel molenaarsknechten genoemd. Tijdens het bloembezoek worden rug en zijkanten bepoederd met stuifmeel, en zo zien ze eruit als meelsjouwers. Soms zitten ze zo onder het stuifmeel dat ze zich, staande op een blad, schoon moeten maken, willen ze het nectar verzamelen kunnen voortzetten. De stuifmeelkorrels zijn zo groot dat ze met het blote oog van elkaar te onderscheiden zijn. Ze hebben veel kleine ronde kiemopeningen verspreid op het korreloppervlak (periporaat). De hele korrel is bezet met korte stekeltjes. Behalve honingbijen dragen ook hommels in hoge mate bij aan de bestuiving. Als insectenbezoek uitblijft gaan de stempels zich verder krommen. Ze kunnen dan in aanraking komen met restanten van het eigen stuifmeel, waarna ook zaadzetting kan plaatsvinden. plaat 116. Muskuskaasjeskruid A deel van de plant met bladeren en bloeiwijze; B blad van onderaan de plant; C onderzijde bloem; D meeldraden; E stuifmeelkorrel (periporaat); F stamper; G door kelk omsloten vrucht; H vrucht; I deelvrucht; J zaad; K kiemplant.

256 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!