Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

250 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

kruisbloemenfamilie 251 Bladrammenas (Raphanus sativus) Raphanus sativus behoort tot het geslacht Radijs (Raphanus) van de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Het geslacht telt 10 soorten, die inheems zijn in Eurazië. In ons land komt één soort in het wild voor: de Knopherik (Raphanus raphanistrum). De gekweekte Raphanus sativus kent twee vomen, elk met vele rassen: Radijs en Rammenas. Bij Radijs is alleen het stengeldeel vlak boven de wortelhals verdikt, bij Rammenas behalve dit gedeelte ook nog een deel van de wortel. De Bladrammenas is een vorm van Rammenas met maar weinig verdikte wortels. Voor groenbemesting Bladrammenas wordt vaak ingezaaid op braakliggende landbouwgronden. De plant leent zich heel goed als groen bemester. Hij heeft de eigenschap om de opgenomen stikstof vast te houden. Bovendien speelt de plant een belangrijke rol in de bestrijding van cystenaaltjes, die de bieten aantasten. De wortels hebben dezelfde lokstoffen om de aaltjes tot ontwikkeling te laten komen als de bieten. Omdat diverse rassen van de Bladrammenas resistent zijn, kunnen deze zich niet vermeerderen en nieuwe cysten vormen, waarna ze dood gaan. Bij wisselbouw kan de boer vaker bieten verbouwen. Bladrammenas heeft als bijkomend voordeel boven andere groenbemesters dat het zich sterk ontwikkelt, waardoor onkruid geen kans krijgt. bladen met een smalle basis (nagel) en zes meeldraden, vier lange en twee korte. De kroonbladen zijn wit of lichtpaars en hebben donkere nerven. De nectariën liggen onder in de bloem: twee grote voor de korte meeldraden en twee kleine voor de lange meeldraden. Doordat de kelkbladen rechtop staan en dicht tegen nagels van de kroonbladen liggen, is het voor de honingbijen niet mogelijk om van bovenaf nectar te puren, daarvoor is hun tong te kort. Maar de kelkbladen zijn onderaan zo gevormd dat er kleine openingen overblijven, waardoor de nectar voor de bijen toch bereikbaar is. Nectarverzamelaars landen dan ook op de onderkant van de bloem. Ze leveren dan geen enkele bijdrage aan de bestuiving. De bloemen hebben de bijen echter wel nodig, want zonder kruisbestuiving vormt zich bijna geen zaad. Bladrammenas moet het dus hebben van de stuifmeelverzamelaars. De bloemen ontluiken in de morgen en blijven ongeveer drie dagen open. Spoedig na het opengaan komt er stuifmeel vrij. Doordat het stuifmeel in korte tijd beschikbaar komt, is het bijenbezoek en daardoor de mogelijkheid voor kruisbestuiving vrij beperkt. Als Bladrammenas wordt toegepast als groenbemester zullen de bijen niet optimaal van het gewas kunnen profiteren, want het moet op gezette tijden worden geklepeld. Wel is het zo dat kort na het klepelen de planten alweer beginnen te bloeien. Regelmatig klepelen heeft als voordeel dat het gewas optimaal functioneert in de bestrijding van het cystenaaltje. Vermeerdering Bladrammenas vermeerdert zich door zaad, dat zijn kiemkracht lang behoudt. De vrucht is een bijzondere hauw. Het onderste deel, waar zich bij andere soorten van de familie de zaden bevinden, is maar een paar millimeter lang en zaadloos. Bij de Bladrammenas vormt het zaad zich in de snavel, die bij rijpheid van het onderste deel afbreekt. Twee bloemkleuren De Bladrammenas is een één- of tweejarige plant, die een hoogte van ongeveer een meter kan bereiken. De rechtopstaande stevige stengel vertakt zich herhaaldelijk en heeft liervormige bladeren. Aan het eind van de stengels ontwikkelen zich vertakte bloeistengels. Doordat zich steeds nieuwe bloemen vormen, heeft de plant een lange bloeitijd. De bloemen hebben vier lange rechtopstaande kelkbladen, vier kroonplaat 113. Bladrammenas A bloeiwijze; B blad; C kelk met meeldraden en stamper; D stuifmeelkorrel (tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus boven en in tectum); E stamper met nectariën; F vrucht (hauw); G zaad.

kruisbloemenfamilie 251<br />

Bladrammenas (Raphanus sativus)<br />

Raphanus sativus behoort tot het geslacht Radijs (Raphanus)<br />

van de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Het geslacht telt<br />

10 soorten, die inheems zijn in Eurazië. In ons land komt<br />

één soort in het wild voor: de Knopherik (Raphanus raphanistrum).<br />

De gekweekte Raphanus sativus kent twee vomen,<br />

elk met vele rassen: Radijs en Rammenas. Bij Radijs is<br />

alleen het stengeldeel vlak boven de wortelhals verdikt, bij<br />

Rammenas behalve dit gedeelte ook nog een deel van de<br />

wortel. De Bladrammenas is een vorm van Rammenas met<br />

maar weinig verdikte wortels.<br />

Voor groenbemesting<br />

Bladrammenas wordt vaak ingezaaid op braakliggende landbouwgronden.<br />

De plant leent zich heel goed als groen bemester.<br />

Hij heeft de eigenschap om de opgenomen stikstof vast te<br />

houden. Bovendien speelt de plant een belangrijke rol in de<br />

bestrijding van cystenaaltjes, die de bieten aantasten. De wortels<br />

hebben dezelfde lokstoffen om de aaltjes tot ontwikkeling te<br />

laten komen als de bieten. Omdat diverse rassen van de Bladrammenas<br />

resistent zijn, kunnen deze zich niet vermeerderen<br />

en nieuwe cysten vormen, waarna ze dood gaan. Bij wisselbouw<br />

kan de boer vaker bieten verbouwen. Bladrammenas heeft als<br />

bijkomend voordeel boven andere groenbemesters dat het zich<br />

sterk ontwikkelt, waardoor onkruid geen kans krijgt.<br />

bladen met een smalle basis (nagel) en zes meeldraden, vier<br />

lange en twee korte. De kroonbladen zijn wit of lichtpaars<br />

en hebben donkere nerven. De nectariën liggen onder in de<br />

bloem: twee grote voor de korte meeldraden en twee kleine<br />

voor de lange meeldraden. Doordat de kelkbladen rechtop<br />

staan en dicht tegen nagels van de kroonbladen liggen, is het<br />

voor de honingbijen niet mogelijk om van bovenaf nectar te<br />

puren, daarvoor is hun tong te kort. Maar de kelkbladen zijn<br />

onderaan zo gevormd dat er kleine openingen overblijven,<br />

waardoor de nectar voor de bijen toch bereikbaar is. Nectarverzamelaars<br />

landen dan ook op de onderkant van de bloem.<br />

Ze leveren dan geen enkele bijdrage aan de bestuiving.<br />

De bloemen hebben de bijen echter wel nodig, want zonder<br />

kruisbestuiving vormt zich bijna geen zaad. Bladrammenas<br />

moet het dus hebben van de stuifmeelverzamelaars.<br />

De bloemen ontluiken in de morgen en blijven ongeveer drie<br />

dagen open. Spoedig na het opengaan komt er stuifmeel vrij.<br />

Doordat het stuifmeel in korte tijd beschikbaar komt, is het<br />

bijenbezoek en daardoor de mogelijkheid voor kruisbestuiving<br />

vrij beperkt. Als Bladrammenas wordt toegepast als groenbemester<br />

zullen de bijen niet optimaal van het gewas kunnen<br />

profiteren, want het moet op gezette tijden worden geklepeld.<br />

Wel is het zo dat kort na het klepelen de planten alweer<br />

beginnen te bloeien. Regelmatig klepelen heeft als voordeel<br />

dat het gewas optimaal functioneert in de bestrijding van<br />

het cystenaaltje.<br />

Vermeerdering<br />

Bladrammenas vermeerdert zich door zaad, dat zijn kiemkracht<br />

lang behoudt. De vrucht is een bijzondere hauw. Het onderste<br />

deel, waar zich bij andere soorten van de familie de zaden<br />

bevinden, is maar een paar millimeter lang en zaadloos.<br />

Bij de Bladrammenas vormt het zaad zich in de snavel, die bij<br />

rijpheid van het onderste deel afbreekt.<br />

Twee bloemkleuren<br />

De Bladrammenas is een één- of tweejarige plant, die een<br />

hoogte van ongeveer een meter kan bereiken. De rechtopstaande<br />

stevige stengel vertakt zich herhaaldelijk en heeft liervormige<br />

bladeren. Aan het eind van de stengels ontwikkelen<br />

zich vertakte bloeistengels. Doordat zich steeds nieuwe bloemen<br />

vormen, heeft de plant een lange bloeitijd. De bloemen<br />

hebben vier lange rechtopstaande kelkbladen, vier kroonplaat<br />

113. Bladrammenas<br />

A bloeiwijze; B blad; C kelk met meeldraden en stamper; D stuifmeelkorrel<br />

(tricolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht,<br />

3 korreloppervlak (focus boven en in tectum); E stamper met<br />

nectariën; F vrucht (hauw); G zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!