Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

204 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

ozenfamilie 205 Gewone braam (Rubus fruticosus) De Gewone braam is in ons land een belangrijke drachtplant. Voor een imker, die zijn bijen in het duingebied heeft staan, kan de Gewone braam een flinke honingoogst leveren. Het pollenaandeel van deze struik in de honing kan oplopen tot 50%. Veel soorten De Gewone braam behoort tot de Rozenfamilie (Rosaceae). Over het algemeen spreken we van de Gewone braam, maar dat is dan eigenlijk een verzamelnaam voor veel ‘kleine’ soorten. De struik heeft een korte stam, waaruit zich de stengels ontwikkelen. In het voorjaar is de groei langzaam, maar in augustus volgt een snellere groei. In het eerste jaar hebben de stengels alleen bladeren. In het volgende jaar ontwikkelen zich uit de okselknoppen zijtakjes met bladeren en bloemen. Na het tweede jaar sterven de stengels meestal af. De bloemen De bloeiwijze is een losse vertakte tros. Het merendeel van de bramensoorten begint in de periode van half juni tot half juli te bloeien. De bloemen zijn vijftallig, met een losbladige kelk en kroon, waarvan de kleur varieert van wit tot donkerroze. De talrijke meeldraden staan in kransen binnen de bloemkroon. De stampers staan op een kegelvormige verhoging. Tussen de stampers en de meeldradenkransen ligt een schijfvormige discus die de nectar afscheidt. Nadat een bloem zich heeft geopend, gaan eerst de helmknoppen van de buitenste meeldraden open. Tegelijkertijd zijn de stampers rijp. Met het openen van de helmknoppen buigen de meeldraden naar buiten, ver van de stampers verwijderd. Voor de bestuiving is daarom insectenbezoek nodig. Zijn alle meeldraden naar buiten gebogen, dan ligt de discus met de nectar geheel vrij. Van een aantal bloemen heb ik bij wijze van proef eens alle stampers verwijderd. De bijen raken daardoor in de war en vliegen meestal meteen weer op als ze in zo’n gehavende bloem nectar willen halen. Soms zoeken ze aan weerszijden van de meeldradenkransen naar nectar. Waarschijnlijk zijn ze er op getraind dat de nectar tussen de meeldradenkransen en de stampers te vinden is. De bloemen van de braam, waarop ik op Terschelling een tijdje bijenbezoek heb geobserveerd, hadden een geur die aan rozen deed denken. Die geur moet voor de oriëntatie van de bijen erg belangrijk zijn, want tijdens mijn waarnemingen zag ik dat ook een afgevallen kroonblaadje, dat door bijen werd bevlogen. Nectar en stuifmeel Het suikergehalte van de nectar varieert van 12 tot 49%. De hele dag komt er stuifmeel beschikbaar. Van de in ons land voorkomende bramensoorten is maar een (klein) deel van de stuifmeelkorrels kiemkrachtig. Vegetatieve voortplanting De vrucht is een steenvrucht. De dicht bij elkaar staande vruchten vormen een samengestelde bes. De steenkern is sterk gegroefd. Het zaad wordt apogaam gevormd, dat wil zeggen dat het zich ontwikkelt zonder dat bevruchting plaatsvindt. Toch is bestuiving nodig, want die geeft de prikkel tot zaadvorming. Vegetatieve voortplanting vindt plaats wanneer de loten in het tweede jaar ombuigen en met de top de grond raken. Het einde dringt zich dan in de grond en richt zich daarna weer op. Er ontstaan wortels die met de eindknop overwinteren, om in het volgende jaar tot een nieuwe plant uit te groeien. plaat 90. Gewone braam A tak met bladeren en bloeiwijze; B stampers; C stamper; D meeldraden; E stuifmeelkorrel (tricolp(or)aat), polair aanzicht; F vruchten; G steenvrucht; H steen.

204 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!