Bijenplanten_web
202 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
ozenfamilie 203 Duinroos (Rosa pimpinellifolia) De Duinroos behoort tot het geslacht Roos (Rosa) van de Rozenfamilie (Rosaceae) en komt vooral voor in de duinen en op de Waddeneilanden. De plant vraagt een kalkrijke bodem, maar kan zich op ontkalkende duinen lang handhaven omdat hij diep wortelt. Grote gedeelten van de duinen kunnen met de Duinroos begroeid zijn. Wanneer de planten in de volle zon staan blijven ze laag. Het zijn dwergstruiken, waarvan een groot deel zich onder de grond bevindt. In de schaduw worden de struiken hoger en ijler. De scherpe stekels verschillen in lengte en komen alleen voor op de takken; de blad- en de bloemstelen zijn er vrij van. De bladeren vertonen veel gelijkenis met die van de Kleine pimpernel (Sanguisorba minor), vandaar de naam pimpinellifolia. Veel meeldraden Het is een fleurig gezicht als in de voorzomer de Duinroos grote stukken van de duinen met roomwitte bloemen tooit. De bloembodem is urnvormig en omsluit de stampers. De stempels steken even buiten de nauwe opening van de bloembodem. Vruchtbeginsel en stijl zijn beide bezet met doorschijnende haren. Langs de stijl zijn de haren rood aan gelopen. De meeldraden staan in drie kransen en buigen na het openen van de bloem opeenvolgend naar buiten. De gele helmknoppen verschillen in vorm. In één bloem telde ik eens 20 stampers en 60 meeldraden. Bijenbezoek De honingbijen moeten het van de talrijke meeldraden hebben, want evenals andere soorten van het geslacht produceert de Duinroos weinig of geen nectar. Het is een echte pollenbloem. Een bij loopt tijdens het bloembezoek alsmaar over de helmknoppen. Zij gunt zich daarbij geen rust. Het verzamelde stuifmeel heeft in de klompjes een groengele kleur. De bijen vliegen alleen op die bloemen, waarvan nog niet alle helmknoppen zijn opengegaan. In dat stadium van de bloem heeft de bloemkroon een komvorm. Tegen het eind van de bloei krijgt de bloemkroon een vlakke stand. Volgens mijn waar nemingen geuren de bloemen waarin nog stuifmeel is te halen intensiever dan de bloemen met vlakke bloemkroon, waarvan de helmknoppen bijna alle leeg zijn. Waarschijnlijk gebruiken bijen het verschil in geur om deze bloeistadia van elkaar te onderscheiden. Ze benaderen wel alle bloemen, maar die met lege helmknoppen worden niet bezocht. Alleen de kroonbladen vallen af Duinroos vermeerdert zich door wortelopslag en door zaad. Na de bloei vallen alleen de kroonbladen af. Stampers en meeldraden verwelken, maar blijven aan de bloem vastzitten. De bloembodem groeit uit tot een paarse rozenbottel. Als die rijp is gaan de kelkbladen omhoog staan. Roest Op de Duinroos komt veelvuldig een roestschimmel voor: de Duinroosroest. Opvallend zijn de fel oranje sporenmassa’s op diverse delen van de plant, bijvoorbeeld op de bladeren en de bloembodem. plaat 89. Duinroos A tak met bladeren en bloemen; B stamper; C meeldraden; D stuifmeelkorrel (tricolp(or)aat), polair aanzicht; E rozenbottel; F vruchten.
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 160 and 161: 158 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 162 and 163: 160 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 164 and 165: 162 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 166 and 167: 164 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 168 and 169: 166 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 170 and 171: 168 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 172 and 173: 170 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 174 and 175: 172 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 176 and 177: 174 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 178 and 179: 176 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 180 and 181: 178 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 182 and 183: 180 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 184 and 185: 182 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 186 and 187: 184 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 188 and 189: 186 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 190 and 191: 188 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 192 and 193: 190 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 194 and 195: 192 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 196 and 197: 194 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 198 and 199: 196 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 200 and 201: 198 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 202 and 203: 200 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 206 and 207: 204 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 208 and 209: 206 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 210 and 211: 208 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 212 and 213: 210 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 214 and 215: 212 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 216 and 217: 214 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 218 and 219: 216 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 220 and 221: 218 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 222 and 223: 220 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 224 and 225: 222 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 226 and 227: 224 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 228 and 229: 226 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 230 and 231: 228 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 232 and 233: 230 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 234 and 235: 232 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 236 and 237: 234 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 238 and 239: 236 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 240 and 241: 238 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 242 and 243: 240 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 244 and 245: 242 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 246 and 247: 244 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 248 and 249: 246 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 250 and 251: 248 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 252 and 253: 250 bijenplanten: nectar en stuifme
ozenfamilie 203<br />
Duinroos (Rosa pimpinellifolia)<br />
De Duinroos behoort tot het geslacht Roos (Rosa) van de<br />
Rozenfamilie (Rosaceae) en komt vooral voor in de duinen<br />
en op de Waddeneilanden. De plant vraagt een kalkrijke<br />
bodem, maar kan zich op ontkalkende duinen lang handhaven<br />
omdat hij diep wortelt. Grote gedeelten van de duinen<br />
kunnen met de Duinroos begroeid zijn. Wanneer de planten<br />
in de volle zon staan blijven ze laag. Het zijn dwergstruiken,<br />
waarvan een groot deel zich onder de grond bevindt. In de<br />
schaduw worden de struiken hoger en ijler. De scherpe stekels<br />
verschillen in lengte en komen alleen voor op de takken;<br />
de blad- en de bloemstelen zijn er vrij van. De bladeren<br />
vertonen veel gelijkenis met die van de Kleine pimpernel<br />
(Sanguisorba minor), vandaar de naam pimpinellifolia.<br />
Veel meeldraden<br />
Het is een fleurig gezicht als in de voorzomer de Duinroos grote<br />
stukken van de duinen met roomwitte bloemen tooit. De<br />
bloembodem is urnvormig en omsluit de stampers. De stempels<br />
steken even buiten de nauwe opening van de bloembodem.<br />
Vruchtbeginsel en stijl zijn beide bezet met doorschijnende<br />
haren. Langs de stijl zijn de haren rood aan gelopen. De meeldraden<br />
staan in drie kransen en buigen na het openen van de bloem<br />
opeenvolgend naar buiten. De gele helmknoppen verschillen in<br />
vorm. In één bloem telde ik eens 20 stampers en 60 meeldraden.<br />
Bijenbezoek<br />
De honingbijen moeten het van de talrijke meeldraden hebben,<br />
want evenals andere soorten van het geslacht produceert de<br />
Duinroos weinig of geen nectar. Het is een echte pollenbloem.<br />
Een bij loopt tijdens het bloembezoek alsmaar over de helmknoppen.<br />
Zij gunt zich daarbij geen rust. Het verzamelde<br />
stuifmeel heeft in de klompjes een groengele kleur.<br />
De bijen vliegen alleen op die bloemen, waarvan nog niet<br />
alle helmknoppen zijn opengegaan. In dat stadium van de<br />
bloem heeft de bloemkroon een komvorm. Tegen het eind<br />
van de bloei krijgt de bloemkroon een vlakke stand. Volgens<br />
mijn waar nemingen geuren de bloemen waarin nog stuifmeel<br />
is te halen intensiever dan de bloemen met vlakke bloemkroon,<br />
waarvan de helmknoppen bijna alle leeg zijn.<br />
Waarschijnlijk gebruiken bijen het verschil in geur om deze<br />
bloeistadia van elkaar te onderscheiden. Ze benaderen wel alle<br />
bloemen, maar die met lege helmknoppen worden niet<br />
bezocht.<br />
Alleen de kroonbladen vallen af<br />
Duinroos vermeerdert zich door wortelopslag en door zaad.<br />
Na de bloei vallen alleen de kroonbladen af. Stampers en<br />
meeldraden verwelken, maar blijven aan de bloem vastzitten.<br />
De bloembodem groeit uit tot een paarse rozenbottel. Als die<br />
rijp is gaan de kelkbladen omhoog staan.<br />
Roest<br />
Op de Duinroos komt veelvuldig een roestschimmel voor:<br />
de Duinroosroest. Opvallend zijn de fel oranje sporenmassa’s<br />
op diverse delen van de plant, bijvoorbeeld op de bladeren en<br />
de bloembodem.<br />
plaat 89. Duinroos<br />
A tak met bladeren en bloemen; B stamper; C meeldraden;<br />
D stuifmeelkorrel (tricolp(or)aat), polair aanzicht; E rozenbottel;<br />
F vruchten.