Bijenplanten_web
172 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
ozenfamilie 173 Wateraardbei (Comarum palustre) De Wateraardbei behoort tot de Rozenfamilie (Rosaceae). Hij groeit in ondiep water of op vochtige veengrond en humusrijke zandgrond. Een belangrijke voorwaarde is dat het water en de bodem voedselarm zijn. De plant is overblijvend en heeft een vertakte wortelstok, waaruit zich nieuwe planten vormen. In ondiep water liggen de wortelstokken op de bodem of ze zweven. Uit een wortelstok ontwikkelen zich bebladerde scheuten en bloeistengels. De bladeren zijn geveerd, met drie tot zeven blaadjes. hoogde bloembodem. Te beginnen bij de buitenste krans wijken ze tijdens de bloei uiteen. Nadat het stuifmeel is vrijgekomen, vallen de helmknoppen af. Veel nectar Het nectarium ligt in een ring rond het bolle gedeelte van de bloembodem en heeft een duidelijk afwijkende kleur: eerst blauwgroen, later lichtgroen. Er wordt veel nectar geproduceerd. Dat is goed te zien als de bloemen van insectenbezoek worden afgeschermd. Op het nectarium zijn dan nectardruppeltjes met het blote oog waarneembaar. Behalve nectar ver zamelen bijen ook stuifmeel. De stuifmeelklompjes zijn bruingroen en niet groot. Blijkbaar wordt er niet veel stuifmeel verzameld. Vruchtvorming Na de bloei zwelt de bloembodem en vormt, met de rijpende vruchtjes (nootjes), een schijnvrucht, net als bij de Aardbei (Fragaria). Deze valt niet af, maar blijft in de ‘bloem’. De grote kelkbladen buigen na de bloei naar binnen en sluiten zich met de kroonbladen om de schijnvrucht. Als de eigenlijke vruchten rijp zijn, worden deze binnen de omgebogen kelkbladen opgevangen en van daaruit verspreid, bijvoorbeeld via het wateroppervlak. Ook vindt verspreiding plaats door dieren die van de schijnvruchten eten. Onopvallende bloemen In het begin van de zomer staat de Wateraardbei in volle bloei. De tweeslachtige bloemen zijn vijf- tot zeventallig. Tussen het groen vallen de bloemen niet erg in het oog. Dat komt niet door de bloemvorm maar door de overwegend donkerrode kleur van de bloemdekbladen, meeldraden en stampers. De grote kelkbladen geven de vorm aan de bloem. Ze staan wijd uiteen, en zijn aan beide kanten behaard. Onder de kelkbladen zit een korte bijkelk. Tussen de kelkbladen staan de veel kleinere, onbehaarde kroonbladen. De bloemen van de Wateraardbei zijn proterandrisch. In een vijftallige bloem bevinden zich 20 meeldraden en talrijke vruchtbeginsels. De meeldraden staan in kransen rond het bolle gedeelte van de bloembodem met de vruchtbeginsels. Bij het openen staan de meeldraden rechtop tegen de verplaat 74. Wateraardbei A stengel met bloemen; B blad; C bloem; D meeldraden; E stuifmeelkorrel (tricolp(or)aat), polair aanzicht; F stamper; G schijnvrucht, door kelkbladen omsloten; H vruchtjes.
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 146 and 147: 144 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 150 and 151: 148 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 152 and 153: 150 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 160 and 161: 158 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 162 and 163: 160 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 164 and 165: 162 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 166 and 167: 164 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 168 and 169: 166 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 170 and 171: 168 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 172 and 173: 170 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 176 and 177: 174 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 178 and 179: 176 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 180 and 181: 178 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 182 and 183: 180 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 184 and 185: 182 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 186 and 187: 184 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 188 and 189: 186 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 190 and 191: 188 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 192 and 193: 190 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 194 and 195: 192 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 196 and 197: 194 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 198 and 199: 196 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 200 and 201: 198 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 202 and 203: 200 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 204 and 205: 202 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 206 and 207: 204 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 208 and 209: 206 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 210 and 211: 208 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 212 and 213: 210 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 214 and 215: 212 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 216 and 217: 214 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 218 and 219: 216 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 220 and 221: 218 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 222 and 223: 220 bijenplanten: nectar en stuifme
172 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen