Bijenplanten_web
158 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
vlinderbloemenfamilie 159 Rode klaver (Trifolium pratense) Wie heeft het in zijn kinderjaren niet gedaan: bloemetjes van de Rode klaver uit het hoofdje trekken en vanonder de zoetigheid er uit proberen te zuigen. Het was meer het idee dan de smaak, want proeven deed je niet veel. Bijenplant? De Rode klaver behoort tot het geslacht Klaver (Trifolium) van de Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) dat 300 soorten telt. Er is veel onderzoek naar de bestuiving bij deze soort gedaan. Vroeger nam men aan dat alleen hommels de bestuiving konden verzorgen, maar proeven hebben uitgewezen dat de Honingbij een aanzienlijke bijdrage kan leveren. Rode klaver vormt alleen zaad bij kruisbestuiving en in culturen zijn bijenvolken dus van groot belang. Diepe penwortel Rode klaver is een kortlevende overblijvende plant, die algemeen in ons land voorkomt in graslanden, bermen en langs dijken. De plant heeft een tot ongeveer 60 centimeter lange penwortel met stevige zijwortels. Bij het begin van de groei vormt zich voornamelijk het wortelstelsel. Door het krimpen van de wortels wordt de wortelhals naar beneden getrokken, veilig beschermd tegen winter en vraat. Uit de wortelhals vormt zich een rozet met de eerste bladeren, uit de oksels waarvan de stengels groeien. Onderaan de plant zijn de bladeren lang gesteeld. Naar boven worden de bladstelen korter en zijn de bladeren bijna zittend. De hele plant is aanliggend behaard. Lange bloembuis De bloemen staan in ronde tot eivormige hoofdjes, waarin 50 tot 250 bloemen aanwezig kunnen zijn. In 6 tot 8 dagen komen alle bloemen van een hoofdje in bloei. De kelk heeft vijf spitse tanden, waarvan de onderste duidelijk langer is. De bloemkroon is helder karmijnrood. Aan de basis zijn de kroonbladen met elkaar vergroeid en vormen samen een 8 tot 10 millimeter lange bloembuis. Hierin liggen de 10 meeldraden, die op één na grotendeels met elkaar vergroeid zijn. De helmknoppen worden omsloten door de kiel. De stamper is iets langer dan de meeldraden en de stempel ligt bovenin de kiel. Probleem voor de bijen Om nectar te kunnen puren hebben honingbijen een probleem: de lengte van de kroonbuis. Daar hebben ze minder last van in droge en warme periodes, want dan groeit de kroonbuis minder ver uit. Het probleem is ook kleiner als er veel nectar wordt afgescheiden, want die kan in de bloemkroon zo ver stijgen dat de bij het toch kan opnemen. Als zijn tong er net bij kan, wordt door capillaire werking toch de hele hoeveelheid opgenomen. In zuidelijker streken heeft Rode klaver een kortere kroonbuis. Bijen maken bij het nectar puren ook een dankbaar gebruik van de inbraakgaatjes die sommige hommelsoorten in de bloemkroon maken. Rode klaver is ook een belangrijke stuifmeelleverancier voor honingbijen. Als ze hun tong in de bloem steken worden de kiel en de zwaarden weggedrukt, waardoor de meeldraden en de stamper te voorschijn komen en tegen de onderzijde van de bij worden gedrukt. De stuifmeelklompjes zijn bruin. Eén zaad per bloem Wil zich zaad vormen dan moet een bloem binnen 2 tot 4 dagen nadat hij is opengegaan bestoven worden. Na bestuiving gaan de bloemen schuin omlaag hangen en verkleuren ze naar roestbruin. Er wordt meestal maar één zaad per bloem gevormd. plaat 67. Rode klaver A deel van bloeiende plant; B bloem; C doorgesneden bloem met meeldraden; D stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; E stamper; F stempel; G kelk met vrucht; H vrucht; I zaad.
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 146 and 147: 144 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 150 and 151: 148 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 152 and 153: 150 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 162 and 163: 160 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 164 and 165: 162 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 166 and 167: 164 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 168 and 169: 166 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 170 and 171: 168 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 172 and 173: 170 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 174 and 175: 172 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 176 and 177: 174 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 178 and 179: 176 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 180 and 181: 178 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 182 and 183: 180 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 184 and 185: 182 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 186 and 187: 184 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 188 and 189: 186 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 190 and 191: 188 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 192 and 193: 190 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 194 and 195: 192 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 196 and 197: 194 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 198 and 199: 196 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 200 and 201: 198 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 202 and 203: 200 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 204 and 205: 202 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 206 and 207: 204 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 208 and 209: 206 bijenplanten: nectar en stuifme
vlinderbloemenfamilie 159<br />
Rode klaver (Trifolium pratense)<br />
Wie heeft het in zijn kinderjaren niet gedaan: bloemetjes van<br />
de Rode klaver uit het hoofdje trekken en vanonder de zoetigheid<br />
er uit proberen te zuigen. Het was meer het idee dan de<br />
smaak, want proeven deed je niet veel.<br />
Bijenplant?<br />
De Rode klaver behoort tot het geslacht Klaver (Trifolium)<br />
van de Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) dat 300 soorten telt.<br />
Er is veel onderzoek naar de bestuiving bij deze soort gedaan.<br />
Vroeger nam men aan dat alleen hommels de bestuiving<br />
konden verzorgen, maar proeven hebben uitgewezen dat de<br />
Honingbij een aanzienlijke bijdrage kan leveren. Rode klaver<br />
vormt alleen zaad bij kruisbestuiving en in culturen zijn bijenvolken<br />
dus van groot belang.<br />
Diepe penwortel<br />
Rode klaver is een kortlevende overblijvende plant, die<br />
algemeen in ons land voorkomt in graslanden, bermen en<br />
langs dijken. De plant heeft een tot ongeveer 60 centimeter<br />
lange penwortel met stevige zijwortels. Bij het begin van de<br />
groei vormt zich voornamelijk het wortelstelsel. Door het<br />
krimpen van de wortels wordt de wortelhals naar beneden<br />
getrokken, veilig beschermd tegen winter en vraat. Uit de<br />
wortelhals vormt zich een rozet met de eerste bladeren, uit de<br />
oksels waarvan de stengels groeien. Onderaan de plant zijn<br />
de bladeren lang gesteeld. Naar boven worden de bladstelen<br />
korter en zijn de bladeren bijna zittend. De hele plant is<br />
aanliggend behaard.<br />
Lange bloembuis<br />
De bloemen staan in ronde tot eivormige hoofdjes, waarin<br />
50 tot 250 bloemen aanwezig kunnen zijn. In 6 tot 8 dagen<br />
komen alle bloemen van een hoofdje in bloei. De kelk heeft<br />
vijf spitse tanden, waarvan de onderste duidelijk langer is.<br />
De bloemkroon is helder karmijnrood. Aan de basis zijn de<br />
kroonbladen met elkaar vergroeid en vormen samen een 8 tot<br />
10 millimeter lange bloembuis. Hierin liggen de 10 meeldraden,<br />
die op één na grotendeels met elkaar vergroeid zijn. De helmknoppen<br />
worden omsloten door de kiel. De stamper is iets<br />
langer dan de meeldraden en de stempel ligt bovenin de kiel.<br />
Probleem voor de bijen<br />
Om nectar te kunnen puren hebben honingbijen een probleem:<br />
de lengte van de kroonbuis. Daar hebben ze minder last van<br />
in droge en warme periodes, want dan groeit de kroonbuis<br />
minder ver uit. Het probleem is ook kleiner als er veel nectar<br />
wordt afgescheiden, want die kan in de bloemkroon zo ver<br />
stijgen dat de bij het toch kan opnemen. Als zijn tong er net<br />
bij kan, wordt door capillaire werking toch de hele hoeveelheid<br />
opgenomen. In zuidelijker streken heeft Rode klaver een<br />
kortere kroonbuis. Bijen maken bij het nectar puren ook een<br />
dankbaar gebruik van de inbraakgaatjes die sommige hommelsoorten<br />
in de bloemkroon maken.<br />
Rode klaver is ook een belangrijke stuifmeelleverancier voor<br />
honingbijen. Als ze hun tong in de bloem steken worden de<br />
kiel en de zwaarden weggedrukt, waardoor de meeldraden en<br />
de stamper te voorschijn komen en tegen de onderzijde van de<br />
bij worden gedrukt. De stuifmeelklompjes zijn bruin.<br />
Eén zaad per bloem<br />
Wil zich zaad vormen dan moet een bloem binnen 2 tot<br />
4 dagen nadat hij is opengegaan bestoven worden. Na bestuiving<br />
gaan de bloemen schuin omlaag hangen en verkleuren ze<br />
naar roestbruin. Er wordt meestal maar één zaad per bloem<br />
gevormd.<br />
plaat 67. Rode klaver<br />
A deel van bloeiende plant; B bloem; C doorgesneden bloem met<br />
meeldraden; D stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht,<br />
2 equatoriaal aanzicht; E stamper; F stempel; G kelk met vrucht;<br />
H vrucht; I zaad.