Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

150 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

vlinderbloemenfamilie 151 Citroengele honingklaver (Melilotus officinalis) De Citroengele honingklaver behoort tot de Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). Het is een tweejarige plant en in ons land vinden we hem soms in gezelschap van de Witte honingklaver (Melilotus albus) op ruigten en andere braakliggende gronden. Beide zijn bijenplanten bij uitstek. Je kunt er praktisch altijd bijen op zien vliegen en ze zijn daarvoor bereid hun actieradius flink te vergroten. Bijenpurper De fraai gevormde bloemkroon bestaat uit een kiel, twee zwaarden en daarboven de vlag. Voor ons oog zijn de bloemen geel. Voor het bijenoog is de vlag aan het uiteinde bijenpurper en aan de basis geel van kleur. Bij de kiel en de zwaarden is de kleur aan de basis bijenpurper en aan het uiteinde geel. Bijenpurper is een menging van geel en ultraviolet, die beide de eindgebieden van het bijenspectrum vormen. In de kiel zitten de stamper en de 10 meeldraden verborgen. Negen daarvan zijn aan de basis vergroeid tot een gootje, de tiende staat vrij boven het gootje. In het gootje bevindt zich de stamper. Doordat die ene meeldraad los zit, is de nectar makkelijk bereikbaar voor purende honingbijen. Bij het puren drukt zij de kiel en de zwaarden naar beneden. De meeldraden en de stamper komen daarbij in aanraking met de onderzijde van het insect. Na het bezoek komen kiel en zwaarden weer omhoog en worden de meeldraden weer door de kiel omsloten. Langdurige bloei De Citroengele honingklaver bloeit van mei tot oktober. Juist door die lange bloeiperiode is deze Honingklaver van zo groot belang voor de bijen. Veel grondsoorten zijn geschikt voor de soort, als ze maar niet te zuur zijn. Kalkrijke gronden zijn het meest geschikt. Een voorwaarde voor een goede teelt is de aanwezigheid van stikstofbindende bacteriën, waarmee de plant in symbiose leeft, en een vast zaaibed, dat alleen aan de oppervlakte mag worden losgemaakt. De plant wortelt diep en heeft daardoor niet gauw last van langdurige droogte. Met uitzondering van de kleur van de bloemen vertonen de Citroengele honingklaver en de Witte honingklaver (Melilotus albus) veel gelijkenis. De laatste komt een paar weken later in bloei maar produceert meer stuifmeel en nectar. Bloemvastheid Als beide soorten Honingklaver bij elkaar staan, brengen honingbijen die op de Citroengele honingklaver vliegen geen bezoek aan de bloemen van de Witte honingklaver, en andersom. plaat 63. Citroengele honingklaver A deel van bloeiende plant; B bloem; C bloemkelk met meeldraden en stamper; D helmknop; E stuifmeelkorrel (tricolporaat), equatoriaal aanzicht; F stamper; G stempel; H vruchten; I gesloten vrucht; J geopende vrucht; K zaad.

vlinderbloemenfamilie 151<br />

Citroengele honingklaver (Melilotus officinalis)<br />

De Citroengele honingklaver behoort tot de Vlinderbloemenfamilie<br />

(Fabaceae). Het is een tweejarige plant en in ons land<br />

vinden we hem soms in gezelschap van de Witte honingklaver<br />

(Melilotus albus) op ruigten en andere braakliggende<br />

gronden. Beide zijn bijenplanten bij uitstek. Je kunt er<br />

praktisch altijd bijen op zien vliegen en ze zijn daarvoor<br />

bereid hun actieradius flink te vergroten.<br />

Bijenpurper<br />

De fraai gevormde bloemkroon bestaat uit een kiel, twee<br />

zwaarden en daarboven de vlag. Voor ons oog zijn de bloemen<br />

geel. Voor het bijenoog is de vlag aan het uiteinde bijenpurper<br />

en aan de basis geel van kleur. Bij de kiel en de zwaarden is<br />

de kleur aan de basis bijenpurper en aan het uiteinde geel.<br />

Bijenpurper is een menging van geel en ultraviolet, die beide<br />

de eindgebieden van het bijenspectrum vormen. In de kiel<br />

zitten de stamper en de 10 meeldraden verborgen. Negen<br />

daarvan zijn aan de basis vergroeid tot een gootje, de tiende<br />

staat vrij boven het gootje. In het gootje bevindt zich de<br />

stamper. Doordat die ene meeldraad los zit, is de nectar makkelijk<br />

bereikbaar voor purende honingbijen. Bij het puren<br />

drukt zij de kiel en de zwaarden naar beneden. De meeldraden<br />

en de stamper komen daarbij in aanraking met de onderzijde<br />

van het insect. Na het bezoek komen kiel en zwaarden weer<br />

omhoog en worden de meeldraden weer door de kiel<br />

omsloten.<br />

Langdurige bloei<br />

De Citroengele honingklaver bloeit van mei tot oktober.<br />

Juist door die lange bloeiperiode is deze Honingklaver van zo<br />

groot belang voor de bijen. Veel grondsoorten zijn geschikt<br />

voor de soort, als ze maar niet te zuur zijn. Kalkrijke gronden<br />

zijn het meest geschikt. Een voorwaarde voor een goede teelt<br />

is de aanwezigheid van stikstofbindende bacteriën, waarmee<br />

de plant in symbiose leeft, en een vast zaaibed, dat alleen aan<br />

de oppervlakte mag worden losgemaakt. De plant wortelt diep<br />

en heeft daardoor niet gauw last van langdurige droogte.<br />

Met uitzondering van de kleur van de bloemen vertonen de<br />

Citroengele honingklaver en de Witte honingklaver (Melilotus<br />

albus) veel gelijkenis. De laatste komt een paar weken later in<br />

bloei maar produceert meer stuifmeel en nectar.<br />

Bloemvastheid<br />

Als beide soorten Honingklaver bij elkaar staan, brengen<br />

honingbijen die op de Citroengele honingklaver vliegen<br />

geen bezoek aan de bloemen van de Witte honingklaver,<br />

en andersom.<br />

plaat 63. Citroengele honingklaver<br />

A deel van bloeiende plant; B bloem; C bloemkelk met meeldraden<br />

en stamper; D helmknop; E stuifmeelkorrel (tricolporaat), equatoriaal<br />

aanzicht; F stamper; G stempel; H vruchten; I gesloten vrucht;<br />

J geopende vrucht; K zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!