Bijenplanten_web
144 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
vlinderbloemenfamilie 145 Blauwe lupine (Lupinus angustifolius) De Blauwe lupine behoort tot het geslacht Lupinus, dat ongeveer 100 soorten omvat. De meeste daarvan komen voor in Noord-Amerika. Een klein aantal, waaronder de Blauwe lupine, is afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied. Alle soorten verlangen een kalkarme grond waarin de plant diep kan wortelen. Zoals bij veel soorten van de Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) groeit er op de wortels een stikstofbindende bacterie. Door inwerking van de bacterie krijgen de wortels van Lupine-soorten onregelmatige knolvormige verdikkingen. Bij alle andere vlinderbloemigen zitten er knolletjes aan de zijkanten van de wortels. De vorm van deze zogenoemde bacterieknolletjes is, afhankelijk van de plantensoort, rond, ovaal, vingervormig of handvormig. Door de stikstofbinding is Blauwe lupine heel geschikt als groenbemester, hetgeen de Romeinen al bekend was. Daardoor is de Blauwe lupine op veel plaatsen verwilderd. Eenjarige plant Blauwe lupine is eenjarig en bloeit van juni tot augustus. De plant heeft handvormige bladeren. Zowel aan de hoofdstengel als aan de zijstengels staan de bloemen in eindstandige rechtopstaande trossen. De bloemkroon bestaat uit vijf kroonbladen: één bovenaan (vlag), twee zijdelingse (zwaarden) en twee onderaan, die samen de kiel vormen. De vlag dient als lokmiddel voor insecten, en is blauw met een blauwviolette top of geheel donkerviolet. Tijdens de bloei krullen de randen eerst naar achter, en daarna weer naar voren. De zwaarden zijn blauw. Ze omsluiten de kiel bijna geheel, De kiel is eerst groen, later roze. In de kiel liggen de stamper en de met elkaar vergroeide meeldraden. De meeldraden die voor de kroonbladen staan hebben grote helmknoppen en gaan het eerst open. De andere vijf zijn korter en hebben kleinere helmknoppen. Als de bloem zich opent zit de top van de kiel al vol met stuifmeel uit de lange meeldraden. Als een insect op de zwaarden gaat staan worden deze samen met de kiel naar beneden gedrukt. Daardoor wordt het stuifmeel uit de top van de kiel geperst. De helmknoppen van de korte meeldraden fungeren daarbij als een zuiger. Na verloop van tijd komt ook de stamper naar buiten. De bloemen zijn zwak proterandrisch. Voor de bestuiving is het nodig dat de stempel wordt aangeraakt. Daardoor worden de stempelpapillen beschadigd en komt er een kleverige substantie vrij die de stuifmeelkorrels vasthoudt en hun kieming activeert. Blauwe lupine heeft geen nectariën. De vrucht De vrucht is een peul, die wordt gevormd door twee vruchtbladen. De vruchtwand heeft een bijzondere structuur. De cellen aan de buitenzijde hebben een andere vorm en richting dan die aan de binnenzijde. Wanneer bij rijping de vruchtwand uitdroogt komen beide vruchtkleppen door het verschil in celstructuur onder spanning te staan. Op een gegeven ogenblik worden de kleppen ten gevolge van de inwendige krachten van elkaar losgetrokken, waarna ze zich direct als een spiraal oprollen en de zaden worden weggeslingerd. De zaden zijn glad en gemarmerd bruin. Bijenbezoek Als honingbijen op de Blauwe lupine vliegen, stellen ze het pompmechanisme in werking (zie boven), waarna ze het stuifmeel dat in de beharing aan de onderzijde terecht is gekomen kunnen verzamelen. De stuifmeelklompjes zijn oranje. De bloemen van de Vaste lupine (Lupinus polyphyllus), die als sierplant wordt gekweekt, worden ook door honingbijen bevlogen. Vermoedelijk kunnen ze daarop het pompmechanisme niet in werking stellen, want volgens mijn waarnemingen gaan ze daarop anders te werk. Ze gaan dwars op de zwaarden staan en werken met hun voorpoten beide zwaarden uiteen. Daarbij komen de stempel en meeldraden naar boven. Ze krabben over de helmhokken om het stuifmeel te kunnen verzamelen. De stuifmeelklompjes van deze soort zijn donkergeel. plaat 60. Blauwe lupine A bloeiwijze; B blad; C bloemen: 1-3 opeenvolgende bloeistadia; D bloem waarvan één van de zwaarden is verwijderd; E bloemkelk met meeldraden en stamper; F stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht; G stamper; H stempel; I vruchten; J opengesprongen vrucht; K zaden.
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 150 and 151: 148 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 152 and 153: 150 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 160 and 161: 158 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 162 and 163: 160 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 164 and 165: 162 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 166 and 167: 164 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 168 and 169: 166 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 170 and 171: 168 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 172 and 173: 170 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 174 and 175: 172 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 176 and 177: 174 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 178 and 179: 176 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 180 and 181: 178 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 182 and 183: 180 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 184 and 185: 182 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 186 and 187: 184 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 188 and 189: 186 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 190 and 191: 188 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 192 and 193: 190 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 194 and 195: 192 bijenplanten: nectar en stuifme
vlinderbloemenfamilie 145<br />
Blauwe lupine (Lupinus angustifolius)<br />
De Blauwe lupine behoort tot het geslacht Lupinus, dat<br />
ongeveer 100 soorten omvat. De meeste daarvan komen voor<br />
in Noord-Amerika. Een klein aantal, waaronder de Blauwe<br />
lupine, is afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied.<br />
Alle soorten verlangen een kalkarme grond waarin de plant<br />
diep kan wortelen. Zoals bij veel soorten van de Vlinderbloemenfamilie<br />
(Fabaceae) groeit er op de wortels een<br />
stikstofbindende bacterie. Door inwerking van de bacterie<br />
krijgen de wortels van Lupine-soorten onregelmatige knolvormige<br />
verdikkingen. Bij alle andere vlinderbloemigen<br />
zitten er knolletjes aan de zijkanten van de wortels. De vorm<br />
van deze zogenoemde bacterieknolletjes is, afhankelijk van de<br />
plantensoort, rond, ovaal, vingervormig of handvormig.<br />
Door de stikstofbinding is Blauwe lupine heel geschikt als<br />
groenbemester, hetgeen de Romeinen al bekend was.<br />
Daardoor is de Blauwe lupine op veel plaatsen verwilderd.<br />
Eenjarige plant<br />
Blauwe lupine is eenjarig en bloeit van juni tot augustus.<br />
De plant heeft handvormige bladeren. Zowel aan de hoofdstengel<br />
als aan de zijstengels staan de bloemen in eindstandige<br />
rechtopstaande trossen. De bloemkroon bestaat uit vijf kroonbladen:<br />
één bovenaan (vlag), twee zijdelingse (zwaarden) en<br />
twee onderaan, die samen de kiel vormen. De vlag dient als<br />
lokmiddel voor insecten, en is blauw met een blauwviolette<br />
top of geheel donkerviolet. Tijdens de bloei krullen de randen<br />
eerst naar achter, en daarna weer naar voren. De zwaarden zijn<br />
blauw. Ze omsluiten de kiel bijna geheel, De kiel is eerst groen,<br />
later roze. In de kiel liggen de stamper en de met elkaar<br />
vergroeide meeldraden. De meeldraden die voor de kroonbladen<br />
staan hebben grote helmknoppen en gaan het eerst open.<br />
De andere vijf zijn korter en hebben kleinere helmknoppen.<br />
Als de bloem zich opent zit de top van de kiel al vol met stuifmeel<br />
uit de lange meeldraden. Als een insect op de zwaarden<br />
gaat staan worden deze samen met de kiel naar beneden<br />
gedrukt. Daardoor wordt het stuifmeel uit de top van de kiel<br />
geperst. De helmknoppen van de korte meeldraden fungeren<br />
daarbij als een zuiger. Na verloop van tijd komt ook de<br />
stamper naar buiten. De bloemen zijn zwak proterandrisch.<br />
Voor de bestuiving is het nodig dat de stempel wordt aangeraakt.<br />
Daardoor worden de stempelpapillen beschadigd en<br />
komt er een kleverige substantie vrij die de stuifmeelkorrels<br />
vasthoudt en hun kieming activeert. Blauwe lupine heeft<br />
geen nectariën.<br />
De vrucht<br />
De vrucht is een peul, die wordt gevormd door twee vruchtbladen.<br />
De vruchtwand heeft een bijzondere structuur.<br />
De cellen aan de buitenzijde hebben een andere vorm en<br />
richting dan die aan de binnenzijde. Wanneer bij rijping<br />
de vruchtwand uitdroogt komen beide vruchtkleppen door<br />
het verschil in celstructuur onder spanning te staan. Op een<br />
gegeven ogenblik worden de kleppen ten gevolge van de<br />
inwendige krachten van elkaar losgetrokken, waarna ze zich<br />
direct als een spiraal oprollen en de zaden worden weggeslingerd.<br />
De zaden zijn glad en gemarmerd bruin.<br />
Bijenbezoek<br />
Als honingbijen op de Blauwe lupine vliegen, stellen ze het<br />
pompmechanisme in werking (zie boven), waarna ze het stuifmeel<br />
dat in de beharing aan de onderzijde terecht is gekomen<br />
kunnen verzamelen. De stuifmeelklompjes zijn oranje.<br />
De bloemen van de Vaste lupine (Lupinus polyphyllus), die als<br />
sierplant wordt gekweekt, worden ook door honingbijen bevlogen.<br />
Vermoedelijk kunnen ze daarop het pompmechanisme<br />
niet in werking stellen, want volgens mijn waarnemingen gaan<br />
ze daarop anders te werk. Ze gaan dwars op de zwaarden staan<br />
en werken met hun voorpoten beide zwaarden uiteen. Daarbij<br />
komen de stempel en meeldraden naar boven. Ze krabben<br />
over de helmhokken om het stuifmeel te kunnen verzamelen.<br />
De stuifmeelklompjes van deze soort zijn donkergeel.<br />
plaat 60. Blauwe lupine<br />
A bloeiwijze; B blad; C bloemen: 1-3 opeenvolgende bloeistadia;<br />
D bloem waarvan één van de zwaarden is verwijderd; E bloemkelk<br />
met meeldraden en stamper; F stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair<br />
aanzicht; G stamper; H stempel; I vruchten; J opengesprongen<br />
vrucht; K zaden.