26.03.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

12 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen<br />

Extraflorale nectariën<br />

Een aantal planten bezit nectariën die buiten de bloemen zijn<br />

gelegen. Dergelijke nectariën worden als extraflorale nectariën<br />

aangeduid. In veel gevallen worden ook deze door de bijen<br />

bezocht. Hun functie voor de bestuiving is dan hoogstens<br />

indirect omdat ze de bijen wel naar de plant lokken, maar niet<br />

direct naar de bloemen. Extraflorale nectariën zijn te vinden<br />

op de omwindselbladen van het bloemhoofdje van Centaurie<br />

(Centaurea; fig. 5). Bijen bezoeken deze hoofdjes als ze nog<br />

gesloten zijn. Extraflorale nectariën komen ook voor op<br />

bladeren, bijvoorbeeld op de bladvoet bij Kers (Prunus),<br />

Populier (Populus), Wilg (Salix) en Wikke (Vicia).<br />

Nectarproductie<br />

Als een plant goed gedijt zal er nectar geproduceerd kunnen<br />

worden. Er zijn diverse factoren die de nectarproductie beïnvloeden.<br />

Volgens Huber (1956) heeft de temperatuur grote<br />

invloed op de afscheiding van nectar. Stijging van temperatuur<br />

(tot een bepaalde waarde) heeft een verhoging van de suikerafgifte<br />

tot gevolg. De afgifte wordt ook beïnvloed door de<br />

bodemvochtigheid. Een betere vochtvoorziening geeft een<br />

hogere suikerafscheiding. Nectarafscheiding heeft meestal<br />

plaats tijdens de bloei: bijvoorbeeld in de voormiddag of de<br />

namiddag, of ‘s avonds en ‘s nachts, als nachtvlinders en vleermuizen<br />

de bestuivers zijn. Het zou voor de hand liggen te<br />

veronderstellen dat de nectarproductie een tegenprestatie voor<br />

het bestuivingswerk van de insecten is. Toch komt de lokfunctie<br />

van de nectar voor de planten op de tweede plaats.<br />

Nectariën waren al voor het ontstaan van bloemen aanwezig<br />

op planten. Ze hadden toen al een functie in de huishouding<br />

van het plantensap.<br />

Nectar<br />

In de groene delen van een plant worden met behulp van (zon)-<br />

licht uit water en koolzuur suikers gevormd, die in verschillende<br />

delen van de plant als een reservestof in de vorm van zetmeel<br />

kunnen worden vastgelegd. Zetmeel is niet oplosbaar in water<br />

en om de reserve te kunnen aanspreken, wordt het afgebroken<br />

tot suikers, die in het plantensap door het bastgedeelte (floëem)<br />

van de vaatbundels kunnen worden getransporteerd. Dit suikerrijke<br />

plantensap kan door het gespecialiseerde weefsel in<br />

nectariën worden opgenomen, bewerkt en als een energierijke<br />

zoete vloeistof, nectar, weer worden uitgescheiden (fig. 6).<br />

Samenstelling van nectar<br />

In een nectarium kunnen uit de aanwezige meervoudige suikers<br />

in het plantensap (bv. saccharose) enkelvoudige suikers worden<br />

gevormd (bv. fructose, glucose). In sommige planten, zoals de<br />

Witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) en de Bergcentaurie<br />

(Centaurea montana), ontbreekt het enzym invertase<br />

in de nectariën en bevat de nectar saccharose. De suikerconcentratie<br />

hangt af van de plantensoort en schommelt tussen<br />

8%, zoals bij de Keizerskroon (Fritillaria imperialis), en 70%,<br />

zoals bij de Wilde marjolein (Origanum vulgare). Veel plantengroepen<br />

hebben hun eigen nectartype, met min of meer vaste<br />

Fig. 5. De schutbladen van de Bergcentaurie (Centaurea montana)<br />

hebben extraflorale nectariën. Foto: Arjen Neve.<br />

Fig. 6. Tijdens dit bijenbezoek op de Spaanse ruiter (Cirsium<br />

dissectum) wordt alleen nectar verzameld. Foto: Arjen Neve.<br />

verhoudingen tussen de hoofdsuikers saccharose, fructose en<br />

glucose. Percival (1961) heeft bij een groot aantal planten de<br />

nectarsamenstelling onderzocht en kwam tot de volgende<br />

drie typen.<br />

1. Nectar met overwegend saccharose, zoals bij veel soorten<br />

van de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae).<br />

2. Nectar met de drie hoofdsuikers in ongeveer gelijke<br />

hoeveelheden, zoals bij het Wilgenroosje (Chamerion<br />

angustifolium) en de Witte honingklaver (Melilotus albus).<br />

3. Nectar met een overmaat aan glucose en fructose of uitsluitend<br />

met deze enkelvoudige suikers, zoals bij veel<br />

soorten van de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).<br />

In laboratoriumproeven geven honingbijen de voorkeur aan<br />

nectar met ongeveer gelijke hoeveelheden van de drie hoofdsuikers<br />

(Wykes, 1952). In het vrije veld laten ze deze voorkeur<br />

vallen en bezoeken ze ook planten met een ander nectartype<br />

(Percival, 1961).<br />

Naast suikers bevat nectar geringe hoeveelheden van andere<br />

organische verbindingen. De normaal in het plantensap<br />

aanwezige stikstof- en fosforverbindingen worden voor een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!