Bijenplanten_web
132 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
hertshooifamilie 133 Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) In vroegere tijden werden op 24 juni, de dag gewijd aan Sint-Jan, huizen en kerken getooid met bloemen van het Sint-Janskruid. Behalve ter opluistering van de feestelijke dag moesten de planten ook dienen als bescherming tegen slecht weer, de duivel en heksen. Hij heet daarom ook wel ‘Jaag de duivel’. Hij heeft ook wel iets magisch. Als je de gele bloemknoppen fijn wrijft, krijg je donkerrode vingers. Olieklieren Het Sint-Janskruid behoort tot de Hertshooifamilie (Hypericaceae), een familie met ongeveer 1300 soorten in 40 geslachten. Bijna alle komen voor in de tropen. Het geslacht Hertshooi (Hypericum) is ook te vinden in de gematigde zones. Kenmerkend voor de familie zijn olieklieren in alle bovengrondse delen van de plant. Op spoorwegemplacementen Sint-Janskruid komt bijna overal in ons land voor, zij het op de kleigronden niet zo veel als op de zandgronden. De plant gedijt het beste op een droge, warme bodem. Ideale groeiplaatsen zijn spoorwegemplacementen. De plant komt ook veel voor in droge wegbermen. De plant is overblijvend en kan 80 centimeter hoog worden. De stengels zijn stevig en vertakt. Ze zijn rond en hebben twee lijsten, die bij elke knoop een kwartslag verspringen. De gaafrandige bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar. Verspreid in de bladschijf zitten olieklieren, die als lichte puntjes zichtbaar zijn als het blad tegen het licht wordt gehouden. Het lijkt alsof er gaatjes in zitten. Vandaar de wetenschappelijke soortnaam perforatum. Dodonaeus schrijft in zijn Cruydeboeck daarover: ‘de bladeren, dewelke tegen den dag gesien oft in de sonne gehouden/ met kleyne puttekens of gaetkens doorboort oft doorsteken schijnen te wesen’. De bladeren hebben ook nog olieklieren in de vorm van zwarte spikkels. Lange meeldraden Eind juni staat de plant in bloei. De bloemen staan in bijschermen. De kroonbladen hebben in de aderen een rode vloeistof. Voor ons oog zijn de kroonbladen heldergeel. Voor het bijenoog liggen de zaken anders. Op een klein deel aan de basis na, reflecteren de kroonbladen ook het voor ons onzichtbare ultraviolet. Het mengsel van geel en ultraviolet vormt voor de bijen een kleur, die bijenpurper wordt genoemd. De vele citroengele meeldraden zullen voor het bijenoog goed afsteken tegen de daaronder gelegen kroonbladen. Ze zijn erg lang, staan in bundels en zijn onderaan met elkaar vergroeid. Tussen de beide helmhokken ligt een olieklier gevuld met een donkerrode vloeistof. Als de hokken open zijn, is deze donker opgedroogd. Bijenbezoek Van een bloem openen zich alle helmknoppen binnen twee dagen. Het stuifmeel komt gedurende de gehele dag vrij. Hoewel de bloemen geen nectar afscheiden, heb ik toch honingbijen pogingen zien ondernemen om nectar te puren. Misschien waren het nieuwelingen. Het stuifmeel wordt vaak tijdens de vlucht door de bijen verzameld. Ze blijven dan boven de bloem vliegen en raken daarbij met de poten aan de helmknoppen. De stuifmeelklompjes zijn geel. Doosvrucht Voor het vormen van zaad is de plant niet geheel afhankelijk van insectenbezoek. Behalve door kruis- en zelfbestuiving wordt ook zaad gevormd zonder dat er bestuiving heeft plaatsgevonden. De vrucht is een doosvrucht die aan de bovenzijde opengaat. Gedurende de hele winter blijven de vruchten aan de inmiddels verdorde plant. De cylindrische zaden zijn zwart en hebben een netvormig glad oppervlak. Voor het kiemen hebben ze licht nodig. Geneeskracht Dodonaeus schreef het al: ‘Dit selve cruydt groen met sijne bladeren op de wonden gheleyt brengt deze tot heelinghe’. Sint-Janskruid bevat bestanddelen met een antibacteriële werking. De door de klieren afgescheiden etherische olie en extracten van delen van de plant vinden toepassing in de homeopathie. plaat 54. Sint-Janskruid A deel van bloeiende plant; B meeldraad; C stuifmeelkorrel (tricolp(or)aat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus boven en in tectum); D en E stamper respectievelijk van opzij en van boven; F stempel; G vruchten; H zaden.
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 146 and 147: 144 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 150 and 151: 148 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 152 and 153: 150 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 160 and 161: 158 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 162 and 163: 160 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 164 and 165: 162 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 166 and 167: 164 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 168 and 169: 166 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 170 and 171: 168 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 172 and 173: 170 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 174 and 175: 172 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 176 and 177: 174 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 178 and 179: 176 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 180 and 181: 178 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 182 and 183: 180 bijenplanten: nectar en stuifme
132 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen