Bijenplanten_web

26.03.2018 Views

114 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

kattenstaartfamilie 115 Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) De Grote kattenstaart behoort tot de Kattenstaartfamilie (Lythraceae). De naam Lythrum salicaria is afgeleid van het Griekse lyt(h)ron (met bloed bezoedeld) en van salix (de bladeren lijken op die van sommige wilgensoorten). Purperen bloemen De bloemen hebben een prachtige purperen kleur, die eigenlijk een mengsel van blauw, rood en ultraviolet is. Voor ons is het ultraviolet onzichtbaar, terwijl de bijen de rode component niet kunnen waarnemen. Op de zes kroonbladen die op de rand van de klokvormige kelk staan, bevinden zich donkere aderen waarin het ultraviolet ontbreekt. Voor de bijen zijn de kroonbladen violet met blauwe aderen die, samen met de kleurige kelk, het nectarmerk vormen. Op de bodem van de kelk bevinden zich de nectariën in een groene ring rond het vruchtbeginsel. Doordat de kelk ruim is, hoeven de bijen niet veel moeite te doen om de nectar te puren. Daarvoor moeten ze de stamper en de meeldraden passeren, en zo zorgen ze ‘en passant’ voor de bestuiving. Drie bloemtypen Het bijzondere van de Grote kattenstaart is dat er drie bloemtypen zijn. Zowel de stamper als de meeldraden kunnen in lengte variëren. In iedere bloem zijn een stamper en twee groepen van zes meeldraden te vinden. Beide groepen verschillen in lengte en soms in kleur van het stuifmeel. Bij de vorm met korte stamper ligt de stempel nog binnen de kelk. Voorbij de stempel reiken een groep middellange meeldraden met geel stuifmeel en een groep lange meeldraden met groen stuifmeel. De tweede vorm heeft een middellange stamper, een groep korte meeldraden met geel stuifmeel en een groep lange meeldraden met groen stuifmeel. De derde vorm heeft een lange stamper en korte en middellange meeldraden, beide met geel stuifmeel. Afwijkingen komen regelmatig voor. Door de verschillen in stamper- en meeldraadlengte wordt zelfbestuiving tegengegaan. Tweekleurige stuifmeelklompjes De stuifmeelkorrels zijn in het algemeen groter naar gelang de meeldraden langer zijn. Door het kleurverschil van het stuifmeel zijn de stuifmeelklompjes soms tweekleurig. De stuifmeelkorrels hebben drie colpi met in het midden een ronde pore (in een vers stuifmeelpreparaat stulpt de inhoud van een korrel door de poren vaak iets naar buiten). Tussen de colpi bevinden zich kleinere groeven zonder een pore, de pseudo colpi. De colpi en pseudocolpi hebben een korrelig oppervlak, terwijl het overige oppervlak een ribbelige (striate) structuur heeft. Op vochtige bodem Wie voor de beplanting in en rond een tuinvijver bijenplanten zoekt, moet de Grote kattenstaart eens proberen. Dit is een plant van vochtige gronden en je treft hem dan ook vaak langs waterkanten aan. De plant gedijt ook in ondiep water. Dan vormt zich rond de vaste kern van de stengel onder water en even daarboven een weefsel met luchtkanalen, waardoor zuurstof naar het wortelstelsel kan worden gevoerd. Dergelijke planten worden helofyten genoemd. Onder optimale groeiomstandigheden kan de plant een hoogte van twee meter bereiken. In het water groeiende exemplaren blijven meestal korter. Vermeerdering De plant vermeerdert zich door de vorming van zaad. De vrucht is een doosvrucht die met twee kleppen opengaat. De zaden hebben een slijmlaag op het oppervlak waardoor ze zich gemakkelijk hechten aan bijvoorbeeld vogels, die dan voor de verspreiding zorg dragen. plaat 45. Grote kattenstaart A bloeiwijze; B doorsnede bloemtype met middellange stamper en korte en lange meeldraden; C doorsnede bloemtype met korte stamper en middellange en lange meeldraden; D, E en F stampers met bijbehorende meeldraden van de drie bloemtypen; G helmknop; H stuifmeelkorrel (heterocolpaat): 1 polair aanzicht, 2 equatoriaal aanzicht; I geopende vrucht; J zaad.

114 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!