Bijenplanten_web
110 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
ooievaarsbekfamilie 111 Donkere ooievaarsbek (Geranium phaeum) De bloemen van de Donkere ooievaarsbek worden altijd druk bezocht door honingbijen. Er is zelfs nog bijenbezoek waar te nemen wanneer de bloemen zijn uitgebloeid en de kroonbladen zijn afgevallen. Blijkbaar is er ook na de bloei nog wat te halen. Stinsenplant Op veel buitenplaatsen in ons land komen planten voor die daarbuiten niet in het wild voorkomen. Ze zijn daar vaak lang geleden aangeplant en worden stinsenplanten genoemd. De benaming is afgeleid van het Friese woord stins, een versterkte woning. Vroeger werd dit type woning gebouwd in de vorm van een soort woontoren, meestal met drie verdiepingen. Van de stinsen is weinig meer over. De enige volledig bewaarde stins is de Schierstins in Veenwouden. Het bodemmilieu van de buitenplaatsen stemt in veel opzichten overeen met dat van de oorspronkelijke groeiplaatsen van de stinsenplanten. De Donkere ooievaarsbek is een stinsenplant die vooral te vinden is op buitenplaatsen in de Vechtstreek. De plant afkomstig uit de berggebieden van Midden- en Zuid-Europa. Purper De Donkere ooievaarsbek behoort tot de Ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae) en heeft rechtopstaande bebladerde stengels. De wortelbladeren staan in een rozet en verdrogen spoedig tijdens de bloeiperiode. Meestal staan twee bloemen bij elkaar aan de stengel. Er zijn vijf kelkbladen, waartussen de kroonbladen staan. Karakteristiek is de vlakke, soms iets teruggeslagen purperen of lila bloemkroon. De meeldraden staan in twee kransen van vijf. Tussen die van de buitenkrans zijn duidelijk de nectariën te zien. Het zijn groene knobbeltjes, die wel als omgevormde kroonbladen worden beschouwd. Tijdens de bloei komt er veel in beweging. Bij het opengaan van de bloem gaan eerst de meeldraden van de binnenkrans omhoog en komt het stuifmeel vrij. Daarna volgen de overige meeldraden. De stijl wordt tijdens de bloei langer en wanneer de vijf stempellobben uiteenbuigen zijn alle meeldraden weer naar buiten gebogen en is er van de helmknoppen niets meer over. Postflorale nectariën De bloei van een enkele bloem is maar van korte duur. Na twee of drie dagen vallen de kroonbladen al af. Toch kunnen bijen van mei tot september genieten van het aanbod van nectar en stuifmeel omdat zich steeds nieuwe bloemknoppen ontwikkelen. Daar komt nog bij dat ook na de bloei (postfloraal), als de kroonbladen zijn afgevallen, de nectariën nog in werking blijven. Voor de oriëntatie zullen de bijen in dat stadium wellicht van de nog aanwezige geur gebruik moeten maken. Mozaïek De Donkere ooievaarsbek heeft, evenals andere soorten van het geslacht Geranium, grote stuifmeelkorrels. Door de structuur van de korrelwand geven opeenvolgende instellingen van de microscoop (focus boven in en onder het tectum) bij een 1000-voudige vergroting een wisselend, mozaïekachtig beeld te zien. Wegspringende zaden Als de vrucht zich vormt, buigen de bloemstelen van twee bij elkaar staande bloemen uit elkaar. De vrucht richt zich omhoog. Als zaden rijp zijn, springt de vrucht met vijf kleppen open en worden de zaden door de kleppen weggeslingerd. plaat 43. Donkere ooievaarsbek A stengel met bladeren en bloemen; B onderzijde bloem; C stamper en meeldraden; D stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht; E rijpende vruchten; F zaad.
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 100 and 101: 98 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 146 and 147: 144 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 150 and 151: 148 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 152 and 153: 150 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 154 and 155: 152 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 156 and 157: 154 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 158 and 159: 156 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 160 and 161: 158 bijenplanten: nectar en stuifme
ooievaarsbekfamilie 111<br />
Donkere ooievaarsbek (Geranium phaeum)<br />
De bloemen van de Donkere ooievaarsbek worden altijd<br />
druk bezocht door honingbijen. Er is zelfs nog bijenbezoek<br />
waar te nemen wanneer de bloemen zijn uitgebloeid en de<br />
kroonbladen zijn afgevallen. Blijkbaar is er ook na de bloei<br />
nog wat te halen.<br />
Stinsenplant<br />
Op veel buitenplaatsen in ons land komen planten voor die<br />
daarbuiten niet in het wild voorkomen. Ze zijn daar vaak lang<br />
geleden aangeplant en worden stinsenplanten genoemd.<br />
De benaming is afgeleid van het Friese woord stins, een versterkte<br />
woning. Vroeger werd dit type woning gebouwd in de<br />
vorm van een soort woontoren, meestal met drie verdiepingen.<br />
Van de stinsen is weinig meer over. De enige volledig bewaarde<br />
stins is de Schierstins in Veenwouden.<br />
Het bodemmilieu van de buitenplaatsen stemt in veel opzichten<br />
overeen met dat van de oorspronkelijke groeiplaatsen van de<br />
stinsenplanten. De Donkere ooievaarsbek is een stinsenplant<br />
die vooral te vinden is op buitenplaatsen in de Vechtstreek.<br />
De plant afkomstig uit de berggebieden van Midden- en<br />
Zuid-Europa.<br />
Purper<br />
De Donkere ooievaarsbek behoort tot de Ooievaarsbekfamilie<br />
(Geraniaceae) en heeft rechtopstaande bebladerde stengels.<br />
De wortelbladeren staan in een rozet en verdrogen spoedig<br />
tijdens de bloeiperiode. Meestal staan twee bloemen bij elkaar<br />
aan de stengel. Er zijn vijf kelkbladen, waartussen de kroonbladen<br />
staan. Karakteristiek is de vlakke, soms iets teruggeslagen<br />
purperen of lila bloemkroon. De meeldraden staan<br />
in twee kransen van vijf. Tussen die van de buitenkrans zijn<br />
duidelijk de nectariën te zien. Het zijn groene knobbeltjes, die<br />
wel als omgevormde kroonbladen worden beschouwd.<br />
Tijdens de bloei komt er veel in beweging. Bij het opengaan<br />
van de bloem gaan eerst de meeldraden van de binnenkrans<br />
omhoog en komt het stuifmeel vrij. Daarna volgen de overige<br />
meeldraden. De stijl wordt tijdens de bloei langer en wanneer<br />
de vijf stempellobben uiteenbuigen zijn alle meeldraden weer<br />
naar buiten gebogen en is er van de helmknoppen niets meer<br />
over.<br />
Postflorale nectariën<br />
De bloei van een enkele bloem is maar van korte duur. Na<br />
twee of drie dagen vallen de kroonbladen al af. Toch kunnen<br />
bijen van mei tot september genieten van het aanbod van<br />
nectar en stuifmeel omdat zich steeds nieuwe bloemknoppen<br />
ontwikkelen. Daar komt nog bij dat ook na de bloei (postfloraal),<br />
als de kroonbladen zijn afgevallen, de nectariën nog<br />
in werking blijven. Voor de oriëntatie zullen de bijen in dat<br />
stadium wellicht van de nog aanwezige geur gebruik moeten<br />
maken.<br />
Mozaïek<br />
De Donkere ooievaarsbek heeft, evenals andere soorten van<br />
het geslacht Geranium, grote stuifmeelkorrels. Door de<br />
structuur van de korrelwand geven opeenvolgende instellingen<br />
van de microscoop (focus boven in en onder het tectum) bij<br />
een 1000-voudige vergroting een wisselend, mozaïekachtig<br />
beeld te zien.<br />
Wegspringende zaden<br />
Als de vrucht zich vormt, buigen de bloemstelen van twee<br />
bij elkaar staande bloemen uit elkaar. De vrucht richt zich omhoog.<br />
Als zaden rijp zijn, springt de vrucht met vijf kleppen<br />
open en worden de zaden door de kleppen weggeslingerd.<br />
plaat 43. Donkere ooievaarsbek<br />
A stengel met bladeren en bloemen; B onderzijde bloem; C stamper<br />
en meeldraden; D stuifmeelkorrel (tricolpaat), polair aanzicht;<br />
E rijpende vruchten; F zaad.