Bijenplanten_web
98 bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen
ibesfamilie 99 Aalbes (Ribes rubrum) Honingbijen die op zoek zijn naar geschikte bloemen oriënteren zich in het algemeen met hulp van de kleur en de vorm van de bloemen. De geur gaat een rol in spelen als de bloem al dicht is genaderd. Van sommige kleine en kleurloze bloemen vraag je je af hoe bijen in staat zijn ze te vinden. Dat is ook het geval bij de Aalbes. De bloemen staan weliswaar bij elkaar in een tros, maar ze zijn klein en hebben een groenachtig gele kleur. Tussen het groen van de bladeren zijn ze erg onopvallend, tenminste voor ons oog. Toch worden de bloemen soms druk door bijen bevlogen en deze hoeven ogenschijnlijk weinig moeite te doen om de bloemetjes te vinden. Ongetwijfeld zal de geur helpen bij het oriëntatieproces, maar dan zal de bloeiwijze toch al dicht benaderd moeten zijn. De bloemen behoren tot de bijengele bloemen, en wellicht hebben bijen er een andere kijk op dan wij mensen. Steenbreekfamilie De Aalbes behoort tot de Ribesfamilie (Grossulariaceae). Het geslacht Ribes, waartoe de Aalbes behoort, telt ongeveer 80 soorten. Ze komen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Diverse soorten van het geslacht zijn zeer decoratief. Ze vinden daarom veel toepassing in tuinen. Een aantal soorten is voor de besvrucht in cultuur gebracht. De Aalbes is er daar een van. Vervellende takken De Aalbes is een struik, waarvan de takken elk jaar een vervelling ondergaan. De dunne bast, die een glanzend roodbruine kleur heeft, laat dan in stroken los. In het voorjaar ontwikkelt zich uit de knop aan het eind van een tak een korte stengel, die in de loop van het jaar houtig wordt. De bast van dit jonge hout is groenachtig grijs en rimpelig. Aan deze nieuwe stengel groeien gelobde bladeren. De bloemen verschijnen aan de takken die tenminste één jaar oud zijn. Ze komen uit de knoppen boven de littekens van de bladeren van het vorige jaar. Grote kelkbladen De bloeiwijze heeft de vorm van een tros. De bloemen hebben vijf kelkbladen, vijf kroonbladen, vijf meeldraden en een vruchtbeginsel, dat uit twee vruchtbladen bestaat. De geelgroene kelkbladen zijn veel groter dan de kroonbladen en geven daardoor de vorm aan de bloem. Ze zijn aan de basis met elkaar en met het vruchtbeginsel vergroeid. De kroon bladen, die veel kleiner zijn, staan tussen de kelkbladen. Het nectarium bevindt zich op het vruchtbeginsel. In de bloem zijn de stampers rijp om stuifmeel te ontvangen nog voordat de helmhokken van de meeldraden opengaan. Men noemt dat verschijnsel ook wel proterogynie; afgeleid van het Latijnse proteros (eerst) en gynoecio (stamper). De stempel begint rijp te worden als de bloem nog in knop is en blijft in die toestand als de bloem zich nog in halfopen toestand bevindt. Daarna gaat de bloem geheel open en komt het stuifmeel vrij. Bij gunstig weer duurt het mannelijke stadium twee tot drie dagen. Bijenbezoek Door de open ligging van de nectar en de vlakke bloembouw kunnen vele soorten insecten met een korte tong op de bloemen van de Aalbes terecht. Doordat veel nectar wordt afgescheiden, worden de bloemen soms druk door bijen bevlogen. In mindere mate wordt ook stuifmeel verzameld. De stuifmeelkorrels hebben ronde kiemopeningen, die over het korreloppervlak verspreid liggen. De openingen liggen in stroken, die een fijnere structuur hebben dan de rest van het korreloppervlak. Vruchten De vrucht is een helderrode of geelwitte bes die graag door vogels wordt gegeten, waardoor de zaden verspreid worden. plaat 37. Aalbes A tak met winterknoppen; B tak met bladeren, bloeiwijzen en rijpende vruchten; C bloem; D meeldraad; E stuifmeelkorrel (periporaat): 1 korrel, 2 korreloppervlak (focus boven en in tectum); F vruchten.
- Page 50 and 51: 48 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 52 and 53: 50 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 54 and 55: 52 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 56 and 57: 54 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 58 and 59: 56 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 60 and 61: 58 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 62 and 63: 60 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 64 and 65: 62 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 66 and 67: 64 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 68 and 69: 66 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 70 and 71: 68 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 72 and 73: 70 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 74 and 75: 72 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 76 and 77: 74 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 78 and 79: 76 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 80 and 81: 78 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 82 and 83: 80 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 84 and 85: 82 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 86 and 87: 84 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 88 and 89: 86 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 90 and 91: 88 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 92 and 93: 90 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 94 and 95: 92 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 96 and 97: 94 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 98 and 99: 96 bijenplanten: nectar en stuifmee
- Page 102 and 103: 100 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 104 and 105: 102 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 106 and 107: 104 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 108 and 109: 106 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 110 and 111: 108 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 112 and 113: 110 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 114 and 115: 112 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 116 and 117: 114 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 118 and 119: 116 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 120 and 121: 118 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 122 and 123: 120 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 124 and 125: 122 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 126 and 127: 124 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 128 and 129: 126 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 130 and 131: 128 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 132 and 133: 130 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 134 and 135: 132 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 136 and 137: 134 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 138 and 139: 136 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 140 and 141: 138 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 142 and 143: 140 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 144 and 145: 142 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 146 and 147: 144 bijenplanten: nectar en stuifme
- Page 148 and 149: 146 bijenplanten: nectar en stuifme
ibesfamilie 99<br />
Aalbes (Ribes rubrum)<br />
Honingbijen die op zoek zijn naar geschikte bloemen oriënteren<br />
zich in het algemeen met hulp van de kleur en de vorm<br />
van de bloemen. De geur gaat een rol in spelen als de bloem al<br />
dicht is genaderd. Van sommige kleine en kleurloze bloemen<br />
vraag je je af hoe bijen in staat zijn ze te vinden. Dat is ook het<br />
geval bij de Aalbes. De bloemen staan weliswaar bij elkaar in<br />
een tros, maar ze zijn klein en hebben een groenachtig gele<br />
kleur. Tussen het groen van de bladeren zijn ze erg onopvallend,<br />
tenminste voor ons oog. Toch worden de bloemen soms<br />
druk door bijen bevlogen en deze hoeven ogenschijnlijk weinig<br />
moeite te doen om de bloemetjes te vinden. Ongetwijfeld<br />
zal de geur helpen bij het oriëntatieproces, maar dan zal de<br />
bloeiwijze toch al dicht benaderd moeten zijn. De bloemen<br />
behoren tot de bijengele bloemen, en wellicht hebben bijen<br />
er een andere kijk op dan wij mensen.<br />
Steenbreekfamilie<br />
De Aalbes behoort tot de Ribesfamilie (Grossulariaceae).<br />
Het geslacht Ribes, waartoe de Aalbes behoort, telt ongeveer<br />
80 soorten. Ze komen voor in de gematigde streken van het<br />
noordelijk halfrond. Diverse soorten van het geslacht zijn<br />
zeer decoratief. Ze vinden daarom veel toepassing in tuinen.<br />
Een aantal soorten is voor de besvrucht in cultuur gebracht.<br />
De Aalbes is er daar een van.<br />
Vervellende takken<br />
De Aalbes is een struik, waarvan de takken elk jaar een vervelling<br />
ondergaan. De dunne bast, die een glanzend roodbruine<br />
kleur heeft, laat dan in stroken los. In het voorjaar ontwikkelt<br />
zich uit de knop aan het eind van een tak een korte stengel,<br />
die in de loop van het jaar houtig wordt. De bast van dit jonge<br />
hout is groenachtig grijs en rimpelig. Aan deze nieuwe stengel<br />
groeien gelobde bladeren. De bloemen verschijnen aan de<br />
takken die tenminste één jaar oud zijn. Ze komen uit de knoppen<br />
boven de littekens van de bladeren van het vorige jaar.<br />
Grote kelkbladen<br />
De bloeiwijze heeft de vorm van een tros. De bloemen<br />
hebben vijf kelkbladen, vijf kroonbladen, vijf meeldraden<br />
en een vruchtbeginsel, dat uit twee vruchtbladen bestaat.<br />
De geelgroene kelkbladen zijn veel groter dan de kroonbladen<br />
en geven daardoor de vorm aan de bloem. Ze zijn<br />
aan de basis met elkaar en met het vruchtbeginsel vergroeid.<br />
De kroon bladen, die veel kleiner zijn, staan tussen de kelkbladen.<br />
Het nectarium bevindt zich op het vruchtbeginsel.<br />
In de bloem zijn de stampers rijp om stuifmeel te ontvangen<br />
nog voordat de helmhokken van de meeldraden opengaan.<br />
Men noemt dat verschijnsel ook wel proterogynie; afgeleid<br />
van het Latijnse proteros (eerst) en gynoecio (stamper).<br />
De stempel begint rijp te worden als de bloem nog in knop<br />
is en blijft in die toestand als de bloem zich nog in halfopen<br />
toestand bevindt. Daarna gaat de bloem geheel open en<br />
komt het stuifmeel vrij. Bij gunstig weer duurt het<br />
mannelijke stadium twee tot drie dagen.<br />
Bijenbezoek<br />
Door de open ligging van de nectar en de vlakke bloembouw<br />
kunnen vele soorten insecten met een korte tong op de<br />
bloemen van de Aalbes terecht. Doordat veel nectar wordt<br />
afgescheiden, worden de bloemen soms druk door bijen<br />
bevlogen. In mindere mate wordt ook stuifmeel verzameld.<br />
De stuifmeelkorrels hebben ronde kiemopeningen, die over<br />
het korreloppervlak verspreid liggen. De openingen liggen in<br />
stroken, die een fijnere structuur hebben dan de rest van het<br />
korreloppervlak.<br />
Vruchten<br />
De vrucht is een helderrode of geelwitte bes die graag<br />
door vogels wordt gegeten, waardoor de zaden verspreid<br />
worden.<br />
plaat 37. Aalbes<br />
A tak met winterknoppen; B tak met bladeren, bloeiwijzen en rijpende<br />
vruchten; C bloem; D meeldraad; E stuifmeelkorrel (periporaat):<br />
1 korrel, 2 korreloppervlak (focus boven en in tectum); F vruchten.