MAGMA 3-2017

07.09.2017 Views

Verbetering van visualisatie, bediening, snelheid en efficiency tijdens coloscopie 1-5 “ Use of ENDOCUFF VISION ® improved overall performance by making colonoscopy a quicker (CIT) and more efficient (MAP/ADR) procedure” 5 NORGINE en het zeil logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Norgine groep. ENDOCUFF VISION is een geregistreerd handelsmerk van Arc Medical Design Limited. 1. Biecker et al. J Clin Gastroenterol 2015;49:413-8 2. Tsiamoulos et al. UEGJ October 2014 vol. 2 no. 1 suppl A495 3. Tsiamoulos et al. GUT 2014;63:A152-A153 4. Konda et al. Gastrointest Endosc 2015;81:1123-29 5. Tsiamoulos et al. Gastrointest Endosc 2015;81(55)AB209 NL/ECV/0716/0004 • jan 2016 • CUF 1010

THEMA WETENSCHAPPELIJK LEIDERSCHAP Alternatieve benoeming hoogleraar Na bijna vijftien jaar hoogleraar te zijn geweest, ervaar ik het beleid van UMCs bij de aanstelling van hoogleraren, dat bovendien per academisch ziekenhuis verschilt, nog steeds als een black box. Voordat ik daarop inga, zal ik – met dank aan Rob de Knegt (Erasmus MC) – eerst kort de wijze bespreken waarop hoogleraren in de ons omringende landen worden benoemd. België Bij onze zuiderburen is de algemene definitie van hoogleraar ‘een Doctor die onderwijs geeft binnen een academische instelling’. In principe komen alle gepromoveerde artsen die les geven, in aanmerking. Om het aantal hoogleraren toch enigszins te beperken, zijn er aanvullende eisen. Voor medici: gepromoveerd zijn in de geneeskunde, minimaal een halve dag per week patiëntenzorg in een academisch ziekenhuis, onderwijs geven binnen een academisch ziekenhuis, aantoonbare betrokkenheid bij wetenschappelijke projecten als initiator en auteur. Dit alles beschreven in een formulier dat lijkt op een Nederlandse subsidie-aanvraag bij ZonMW. Deze ‘aanvraag’ wordt vervolgens door hoogleraren beoordeeld. In dit systeem maakt iedereen kans, omdat sprake is van objectieve criteria. Als er volgens deze criteria géén goede kandidaten zijn, wordt ook niemand benoemd. Een afdelingshoofd moet per definitie hoogleraar zijn. In het kader van onderlinge competitie wordt soms wel eens een hoogleraarstitel gegeven als ‘lokkertje’ om patiënten aan te trekken of te behouden. Dit komt overigens incidenteel ook in Nederland (en Duitsland) voor, waarbij perifere specialisten door een academisch ziekenhuis tot hoogleraar worden benoemd. Duitsland Duitsland heeft een extreem gereguleerd systeem. Iedere arts is gepromoveerd: aan het eind van de medische studie moet een doctoraat worden geschreven, wat recht geeft op de doctorstitel. Zoals in de media te lezen valt, gaan vooraanstaande Duitsers met regelmaat door een woordscanner waaruit dan blijkt dat ‘alles’ is geplagieerd. Ook artsen ontkomen niet altijd aan dit lot. De promotie zoals wij die kennen – met een aantal jaren research of 5 à 6 Engelstalige artikelen in een boekje – bestaat daar niet. Na een doctoraat kunnen artsen opteren voor de titel ‘privaatdocent’: dan moet je zo’n 25–30 artikelen gepubliceerd hebben in peer reviewed tijdschriften. De impactfactor speelt een rol: er zijn meer artikelen nodig indien deze zijn gepubliceerd in lagere journals en minder als de hoogste journals worden bereikt. Een hoogleraar heeft nog meer zelf-geïnitieerde publicaties nodig (minimaal 50–60) plus internationaal aanzien. Regelmatig uitgenodigd worden voor voordrachten in binnen- en buitenland is een must. Het Duitse systeem lijkt zeer objectief, maar natuurlijk spelen ook hier persoonlijke factoren een rol. Echter, het afdelingshoofd kan kéér op kéér een collega voordragen, maar men kan nooit om de basale reglementen heen. Nederland De Nederlandse situatie is zoals gezegd ondoorzichtig. Wat opvalt, is dat universiteiten die zich willen profileren op bepaalde onderzoekslijnen – stel: kanker of inflammatoir darmlijden – relatief snel toestemming geven voor een hoogleraarsbenoeming. Het principal investigatorschap in Nederland leidt er ook toe dat mensen doen ‘wat het snelst tot een petje leidt’. Afdelingen snijden rücksichtslos academische pathologie weg als die niet tot publicaties leidt. Het begrip hoog en laag complex draagt ook niet bij aan helderheid. Het lijkt het erop dat een professoraat bekkenbodem, diverticulair lijden van het colon of auto-immune leverziekten niet te doen is. Dankzij minister van onderwijs Jet Bussemaker kunnen vrouwen nu bovendien een ‘Vogelaar’-hoogleraarschap krijgen. In hoeverre dit de carrière van mannen blokkeert, zal de toekomst leren. Ook zien we dat er professoraten worden toegekend aan mensen van boven de 55–60 jaar als een soort ‘kers op de taart’, terwijl het voor iedereen duidelijk was dat deze collega’s dit tien jaar terug al verdienden. Een standaardbeleid voor professorenbenoemingen in Nederland zou welkom zijn. Dat nu de ene klinische afdeling 80% van zijn medewerkers tot hoogleraar benoemt en de andere afdeling minder dan 10%, is aan niemand uit te leggen. De huidige onevenredigheid leidt tot een storend egocentrisme, wat in de algemene bevolking nu minder lijkt voor te komen dan in de academische centra. Benoeming nieuwe stijl Mijn alternatief zou zijn om iedereen die gepromoveerd is én minimaal 30 artikelen heeft geschreven (niet als co-auteur maar als auteur of principal investigator), na vijf jaar tot hoogleraar te benoemen en deze benoeming na vijf jaar opnieuw te beoordelen. Indien men twee of drie keer herbenoemd is, mag men de titel professor wat mij betreft tot de dood behouden. Chris Mulder MAGMA 119

THEMA<br />

WETENSCHAPPELIJK<br />

LEIDERSCHAP<br />

Alternatieve benoeming hoogleraar<br />

Na bijna vijftien jaar hoogleraar te zijn geweest, ervaar ik het beleid van UMCs<br />

bij de aanstelling van hoogleraren, dat bovendien per academisch ziekenhuis<br />

verschilt, nog steeds als een black box. Voordat ik daarop inga, zal ik – met<br />

dank aan Rob de Knegt (Erasmus MC) – eerst kort de wijze bespreken<br />

waarop hoogleraren in de ons omringende landen worden benoemd.<br />

België<br />

Bij onze zuiderburen is de algemene definitie<br />

van hoogleraar ‘een Doctor die onderwijs<br />

geeft binnen een academische instelling’. In<br />

principe komen alle gepromoveerde artsen<br />

die les geven, in aanmerking. Om het aantal<br />

hoogleraren toch enigszins te beperken, zijn<br />

er aanvullende eisen. Voor medici: gepromoveerd<br />

zijn in de geneeskunde, minimaal<br />

een halve dag per week patiëntenzorg in een<br />

academisch ziekenhuis, onderwijs geven<br />

binnen een academisch ziekenhuis, aantoonbare<br />

betrokkenheid bij wetenschappelijke<br />

projecten als initiator en auteur. Dit<br />

alles beschreven in een formulier dat lijkt<br />

op een Nederlandse subsidie-aanvraag bij<br />

ZonMW. Deze ‘aanvraag’ wordt vervolgens<br />

door hoogleraren beoordeeld.<br />

In dit systeem maakt iedereen kans, omdat<br />

sprake is van objectieve criteria. Als er volgens<br />

deze criteria géén goede kandidaten<br />

zijn, wordt ook niemand benoemd. Een<br />

afdelingshoofd moet per definitie hoogleraar<br />

zijn. In het kader van onderlinge<br />

competitie wordt soms wel eens een hoogleraarstitel<br />

gegeven als ‘lokkertje’ om patiënten<br />

aan te trekken of te behouden. Dit komt<br />

overigens incidenteel ook in Nederland (en<br />

Duitsland) voor, waarbij perifere specialisten<br />

door een academisch ziekenhuis tot<br />

hoogleraar worden benoemd.<br />

Duitsland<br />

Duitsland heeft een extreem gereguleerd<br />

systeem. Iedere arts is gepromoveerd: aan<br />

het eind van de medische studie moet een<br />

doctoraat worden geschreven, wat recht<br />

geeft op de doctorstitel. Zoals in de media<br />

te lezen valt, gaan vooraanstaande Duitsers<br />

met regelmaat door een woordscanner<br />

waaruit dan blijkt dat ‘alles’ is geplagieerd.<br />

Ook artsen ontkomen niet altijd aan dit lot.<br />

De promotie zoals wij die kennen – met een<br />

aantal jaren research of 5 à 6 Engelstalige<br />

artikelen in een boekje – bestaat daar niet.<br />

Na een doctoraat kunnen artsen opteren<br />

voor de titel ‘privaatdocent’: dan moet je<br />

zo’n 25–30 artikelen gepubliceerd hebben<br />

in peer reviewed tijdschriften. De impactfactor<br />

speelt een rol: er zijn meer artikelen<br />

nodig indien deze zijn gepubliceerd in<br />

lagere journals en minder als de hoogste<br />

journals worden bereikt. Een hoogleraar<br />

heeft nog meer zelf-geïnitieerde publicaties<br />

nodig (minimaal 50–60) plus internationaal<br />

aanzien. Regelmatig uitgenodigd worden<br />

voor voordrachten in binnen- en buitenland<br />

is een must.<br />

Het Duitse systeem lijkt zeer objectief, maar<br />

natuurlijk spelen ook hier persoonlijke factoren<br />

een rol. Echter, het afdelingshoofd<br />

kan kéér op kéér een collega voordragen,<br />

maar men kan nooit om de basale reglementen<br />

heen.<br />

Nederland<br />

De Nederlandse situatie is zoals gezegd<br />

ondoorzichtig. Wat opvalt, is dat universiteiten<br />

die zich willen profileren op bepaalde<br />

onderzoekslijnen – stel: kanker of inflammatoir<br />

darmlijden – relatief snel toestemming<br />

geven voor een hoogleraarsbenoeming. Het<br />

principal investigatorschap in Nederland<br />

leidt er ook toe dat mensen doen ‘wat het<br />

snelst tot een petje leidt’. Afdelingen snijden<br />

rücksichtslos academische pathologie weg<br />

als die niet tot publicaties leidt. Het begrip<br />

hoog en laag complex draagt ook niet bij aan<br />

helderheid. Het lijkt het erop dat een professoraat<br />

bekkenbodem, diverticulair lijden<br />

van het colon of auto-immune leverziekten<br />

niet te doen is. Dankzij minister van onderwijs<br />

Jet Bussemaker kunnen vrouwen nu<br />

bovendien een ‘Vogelaar’-hoogleraarschap<br />

krijgen. In hoeverre dit de carrière van mannen<br />

blokkeert, zal de toekomst leren. Ook<br />

zien we dat er professoraten worden toegekend<br />

aan mensen van boven de 55–60 jaar<br />

als een soort ‘kers op de taart’, terwijl het<br />

voor iedereen duidelijk was dat deze collega’s<br />

dit tien jaar terug al verdienden.<br />

Een standaardbeleid voor professorenbenoemingen<br />

in Nederland zou welkom zijn.<br />

Dat nu de ene klinische afdeling 80% van<br />

zijn medewerkers tot hoogleraar benoemt<br />

en de andere afdeling minder dan 10%,<br />

is aan niemand uit te leggen. De huidige<br />

onevenredigheid leidt tot een storend egocentrisme,<br />

wat in de algemene bevolking nu<br />

minder lijkt voor te komen dan in de academische<br />

centra.<br />

Benoeming nieuwe stijl<br />

Mijn alternatief zou zijn om iedereen die<br />

gepromoveerd is én minimaal 30 artikelen<br />

heeft geschreven (niet als co-auteur maar als<br />

auteur of principal investigator), na vijf jaar<br />

tot hoogleraar te benoemen en deze benoeming<br />

na vijf jaar opnieuw te beoordelen.<br />

Indien men twee of drie keer herbenoemd<br />

is, mag men de titel professor wat mij betreft<br />

tot de dood behouden.<br />

Chris Mulder<br />

<strong>MAGMA</strong> 119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!