07.09.2017 Views

MAGMA 3-2017

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een internationale groep experts buigt zich<br />

over deze fenomenologie en stelt er richtlijnen<br />

voor op (Diagnosis of Non-Celiac Gluten<br />

Sensitivity (NCGS): The Salerno Experts’<br />

Criteria – Nutrients 2015).<br />

Benigne, premaligne of maligne<br />

Misschien wel Chris’ grootste verdienste<br />

ligt in de diagnostiek en behandeling van<br />

premaligne en maligne complicaties van<br />

coeliakie. Een cruciale bijdrage was het<br />

onderscheid tussen benigne en premaligne<br />

vormen van refractaire coeliakie en de verschillen<br />

in therapeutische benadering (Scand<br />

J Gastroenterol 2000). Eind jaren ’90 begon<br />

hij met de experimentele behandeling van<br />

patiënten met refractaire coeliakie. Aanvankelijke<br />

behandelingen met cyclosporine,<br />

IL-10, azathioprine en budesonide leidden<br />

niet tot het gewenste klinische effect. In die<br />

tijd deed Chris in Arnhem ook onderzoek<br />

naar de immunofenotypering van patiënten<br />

met refractaire coeliakie met behulp van<br />

flowcytometrie op biopten, studies die hij<br />

na zijn komst naar het VUmc voortzette<br />

met Mary von Blomberg, Hetty Bontkes en<br />

Marco Schreurs. Het leidde tot definiëring<br />

van de gouden standaard voor de diagnostiek<br />

van refractaire coeliakie type I en II.<br />

Veelal zonder pilotstudies en funding (nauwelijks<br />

mogelijk bij zulke zeldzame ziekten)<br />

werd er gezocht naar andere, gedurfde<br />

behandelstrategieën, zoals cladribine en<br />

autologe stamceltransplantatie. Het zijn<br />

inmiddels internationaal dé standaarden<br />

voor behandeling.<br />

Ideeën die aanvankelijk met<br />

scepsis werden ontvangen,<br />

gingen later vaak als<br />

standaard fungeren<br />

Internationaal onderzoek<br />

Als mooie bekroning op dit jarenlange pionierswerk<br />

vond in 2016, zestien jaar na de<br />

eerste observationele studies met cyclosporine,<br />

de eerste internationale multicenter<br />

RCT plaats naar het effect van anti-IL15<br />

in refractaire coeliakie. Het zal niet verbazen<br />

dat het VUmc meer dan de helft van<br />

alle inclusies kon realiseren. Dankzij Chris’<br />

reputatie op het gebied van refractaire coeliakie<br />

komen mensen uit heel Europa naar<br />

het VUmc voor consultatie en zo nodig<br />

behandeling. De resultaten van deze trial<br />

worden binnenkort verwacht en gelukkig<br />

beginnen andere farmaceutische bedrijven<br />

nu ook voorzichtig interesse te tonen in deze<br />

ziekte.<br />

Hopelijk zullen deze inspanningen de<br />

komende jaren ook hun vruchten gaan<br />

afwerpen voor de vroegdetectie en optimaliseren<br />

van de behandeling van het enteropathie-geassocieerd<br />

T-cellymfoom (EATL),<br />

een ziekte met nog steeds een zeer slechte<br />

prognose.<br />

Samenwerking<br />

In 2004 werd het Nederlands Coeliakie<br />

Consortium (= CDC, Celiac Disease<br />

Consortium) opgericht met steun van een<br />

rijksbijdrage uit het Besluit Subsidies Investeringen<br />

Kennisinfrastuctuur (BSIK). Met<br />

behulp van deze subsidie en een daaropvolgende<br />

FES-subsidie werd tien jaar lang<br />

onderzoek uitgevoerd. In het consortium<br />

werden de kennis en onderzoekskracht van<br />

wetenschappelijke instellingen, industrie<br />

én patiëntengemeenschap samengebracht.<br />

Met name de eerdergenoemde samenwerking<br />

met Cisca Wijmenga (UMCG) en Frits<br />

Koning (LUMC) heeft een schat aan fundamentele<br />

kennis opgeleverd op het gebied<br />

van genetische gevoeligheid en immunopathogenese<br />

van coeliakie. De klinische studie<br />

naar het effect van een gluten-degraderend<br />

enzym is één van de voorbeelden van de<br />

nauwe samenwerking tussen VUmc en<br />

LUMC (World J Gastroenterol. 2013).<br />

Dankzij het aldus opgezette netwerk staat<br />

Nederland nog steeds wereldwijd vooraan<br />

als het gaat om fundamenteel en klinisch<br />

onderzoek naar coeliakie.<br />

Chris schreef het al in 2002: Celiac disease;<br />

more than villous atrophy (Rom J Gastro-<br />

enterol 2002). Onderzoek naar de miltfunctie,<br />

de associatie met schildklierlijden,<br />

type-I-diabetes en auto-immuunhepatitis<br />

heeft de ziekte coeliakie de afgelopen decennia<br />

in een veel breder kader geplaatst. Een<br />

onderwerp waarin Chris zich het afgelopen<br />

jaar heeft vastgebeten, zijn neurologische<br />

manifestaties van coeliakie, waaronder glutenataxie.<br />

Net als refractaire coeliakie een<br />

ziektebeeld dat lange tijd niet of nauwelijks<br />

is onderkend. Op zijn geheel eigen wijze<br />

heeft Chris over dit onderwerp de trom<br />

geroerd en de patiënten stromen toe. De<br />

komende jaren zal deze problematiek hopelijk<br />

een belangrijke onderzoekslijn worden<br />

en de aandacht krijgen die het verdient.<br />

Zeldzame aandoeningen<br />

Coeliakie is meer dan vlokatrofie en vlokatrofie<br />

is meer dan coeliakie. Dankzij zijn<br />

tomeloze energie, inzet en gevoel voor<br />

serendipiteit is er in het VUmc de afgelopen<br />

vijftien jaar veel ervaring opgedaan<br />

met de diagnostiek en behandeling van<br />

zeldzame dunnedarmaandoeningen,<br />

zoals het short-bowelsyndroom, auto-immuun-enteropathie,<br />

collageneuze spruw,<br />

CVID en eosinofiele enteritis. Met de dubbelballon-enteroscopie<br />

en videocapsule is<br />

Chris’ ambitie om te komen tot een dunnedarm-expertisecentrum<br />

waar onderzoek,<br />

diagnostiek en behandeling hand in hand<br />

gaan, goed geslaagd. Natuurlijk is het werk<br />

nooit af. Voeding en motiliteitsstoornissen<br />

van de dunne darm zijn slechts een paar<br />

thema’s die hoog op zijn lijstje staan voor de<br />

komende jaren. Door hun zeldzaamheid zijn<br />

het misschien niet de meest aantrekkelijke<br />

en makkelijk te benaderen ziektebeelden,<br />

maar Chris heeft zich er altijd sterk voor<br />

gemaakt dat juist patiënten met zulke zeldzame<br />

ziektebeelden de zorg krijgen die ze<br />

verdienen. De huidige portfoliokeuzes van<br />

academische ziekenhuizen ziet hij daarbij als<br />

een potentieel groot gevaar.<br />

Tijdens zijn afscheid op 30 juni omschreef<br />

ik Chris als ‘disruptief klinisch wetenschapper’.<br />

Onvermoeibaar innovatief, out of the<br />

box, tegen bestaande dogma’s in en nooit<br />

<br />

<strong>MAGMA</strong> 115

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!