MAGMA 3-2017

07.09.2017 Views

THEMA WETENSCHAPPELIJK LEIDERSCHAP ‘Je mag een stuk meelopen, achteraf weet je pas…’ Een week na zijn afscheid als hoogleraar aan de VU kijken Chris Mulder en MAGMA terug op zijn carrière. Ook aanwezig is Rinse Weersma, op dit moment de jongste MDL-hoogleraar en evenals Mulder afdelingshoofd, niet in Amsterdam maar in Groningen aan het UMCG. e hebt in Nederland nu twee rela- jonge MDL-afdelingshoof- “Jtief den,” begint Mulder als we naar hun houdbaarheidsdatum vragen, “dat is Rinse in Groningen en Frank Vleggaar in Utrecht, nog geen hoogleraar maar dat wordt-ie ongetwijfeld. Zij zullen zich moeten afvragen of zij dat de komende 25 jaar willen doen, zeg maar tot hun pensioen, wat nu gebruikelijk is. Of dat ze zeggen: na tien jaar is het genoeg geweest. Dat is niet makkelijk, terugtreden en plaatsmaken voor iemand anders. En helemaal niet als je denkt ‘holy shit, wat is dat voor iemand’. Als ik die ‘iemand’ was, zou ik zelf zijn opgestapt, maar voor de afdeling en voor het ziekenhuis zou het goed zijn als er zou worden gerouleerd.” snel aan mijn oude uitspraken herinnerd.” Het kersverse Groninger afdelingshoofd Weersma “is er niet op tegen dat iemand langer op zo’n plek zit. Ik begrijp best dat het niet als falen moet worden gezien en dat het zeer verfrissend kan werken wanneer de bakens worden verzet, maar op dit moment kan ik niet zeggen of ik er over tien jaar een streep onder zal zetten.” Was het een grote verandering toen u hoogleraar werd? Weersma: “Voor mijzelf veranderde er niet zoveel. De wereld keek misschien iets anders naar me, maar dat was het dan wel, het werk bleef hetzelfde. Toen ik vorig jaar afdelingshoofd werd, kreeg ik echt een CHRIS MULDER andere baan. Ineens heb je te maken met management, personeelszaken, financiën, budgetten: echt een andere wereld.” In het diepe gegooid of langzaam klaargestoomd? Weersma: “Op een gegeven moment kwam dat afdelingshoofd-zijn in beeld en ja, dan ga je wel cursussen volgen, zowel intern als extern. Ook coaching zat erbij en gesprekstechnieken.” En hoe ging het indertijd bij Mulder? “Ik was onderzoeker in het AMC en kreeg op mijn 36 ste een hoogleraarschap aangeboden in Maastricht. Zeer vereerd, maar toen ik begreep dat ik de enige MDL-arts Zelf bent u gewoon blijven zitten? Mulder: “Ik gaf ooit aan niet langer dan tien jaar afdelingshoofd te willen zijn, zoals in Amerika, waar de functie rouleert binnen de vakgroep.Toen ik in mijn jaargesprek 2010–2011 zei dat ik in 2013 na tien jaar afdelingshoofdschap eventueel mijn afdelingshoofdschap wilde heroverwegen, werd mij gezegd dat dit not done was in Nederland. Toen we als VUmc in 2012–2013 in zwaar weer verkeerden, werd ik echter zeer MAGMA 110

zou zijn en blijven en dat ik door de internisten daar als een excuustruus zou worden gebruikt, zo van ‘we hebben toch ook een MDL-professor’, heb ik ervan afgezien en ben naar Arnhem vertrokken. Daar kwam ik in een maatschap terecht waarvan ik voorzitter werd en later secretaris, want we rouleerden. In die tijd heb ik veel geleerd op het gebied van management, budgetten, onderhandelen met de directie en noem maar op.” Weersma heeft niet hoeven wachten totdat een hoogleraar wegging. “Ik ben hoogleraar geworden puur op basis van mijn researchkwaliteiten. De mij aangeboden tenure-track, waarbij je een carrièreperspectief wordt aangeboden met vaste beoordelingsmomenten, heb ik afgeslagen. Bewust, omdat ik niet houd van een keurslijf en omdat ik het programma niet geschikt vond voor klinische wetenschappers. De meetlat die werd gebruikt, was voor biologen en mensen die in het lab werken.” De belangrijkste drijfveer voor Mulder was onderzoek. “Ik ben uiteindelijk uit Arnhem, waar ik in totaal zo’n zeven promovendi heb begeleid, weggegaan omdat ik aan de VU de ruimte kreeg een bepaald onderzoek verder uit te bouwen. In 2001 kreeg ik een idee rond 6TG en het onderzoek ernaar, en het doorontwikkelen kon alleen in een academisch ziekenhuis en niet in een algemeen ziekenhuis als Arnhem.” Weersma: “Onderzoek is onze zuurstof. Het aantal onderzoeken en het aantal promovendi bepalen voor een belangrijk deel of je fondsen weet aan te trekken waaruit dat onderzoek kan worden gefinancierd. Maar onderzoek, het hele proces eromheen, het werken met promovendi, met extreem getalenteerde mensen, is met name leuk. We zijn super internationaal bezig en werken met de belangrijkste centra samen; dat is de dynamiek waaraan ik de meeste lol beleef. Wetenschap is nog interessanter dan vroeger. Toen had iemand een nieuw idee en ging je kijken of je het ‘waar kon maken’. Tegenwoordig is het veel meer: ‘er is een nieuwe techniek waarmee we veel analyses RINSE WEERSMA in één klap kunnen doen, hoe gaan we daarmee aan de gang en hoe kunnen we dat slim gebruiken’.” En in die hectiek vergeten jullie de vraag ‘waarom’. Waarom zijn we hiermee bezig. Het gaat te vaak over ‘hoe’ en niet ‘is dit het beste voor de patiënt’, luidt een veel gehoorde kritiek. Mulder: “Dat vind ik te makkelijk. Of iets het beste is voor een patiënt, kan wel eens blijken na twintig jaar.” Weersma: “Het draait altijd om de patiënt. Natuurlijk. Daarom zijn wetenschappelijk geïnteresseerde dokters zo belangrijk. Ik werk veel met bio-informatici, genetici, technici en wiskundigen en ja, die kunnen zich weleens verliezen in te veel zijpaden, waardoor de patiënt uit beeld raakt. Voor klinische hoogleraren is het dus zaak om goed in de gaten te houden dat dit niet gebeurt. We moeten als dokters tegelijkertijd wel begrijpen wat er in het lab gebeurt, zodat we de juiste vragen kunnen stellen. Dat zie ik heel erg als mijn rol. Zeker nu de kennis en daardoor de interesse in de basale wetenschap van een MDL-arts steeds minder wordt, omdat de opleiding tot MDLarts wordt ingekort.” Mulder: “Ben ik mordicus op tegen. Schandalig. Het inkorten van de studie tot vijf jaar gaat ten koste van verdieping. Het wetenschappelijke deel, het academische, wordt steeds verder onderbelicht. Knettergek dat we dit laten gebeuren. M’n colo-brevetje halen heet het nu bij veel assistenten. Dan zeg ik: ‘je gaat nog genoeg colo’s doen later, misschien moet je ook eens leren waaróm we een colo doen’.” Weersma: “Academische verdieping is echt nodig. Alleen dan ontwikkel je een probleem oplossend vermogen voor de niet-standaard patiënt. Je moet out of the box durven denken. Er is lef voor nodig om innovatie door te voeren. Juist daarom moet je je zo breed mogelijk oriënteren op je vakgebied.” MAGMA 111

zou zijn en blijven en dat ik door de internisten<br />

daar als een excuustruus zou worden<br />

gebruikt, zo van ‘we hebben toch ook een<br />

MDL-professor’, heb ik ervan afgezien en<br />

ben naar Arnhem vertrokken. Daar kwam ik<br />

in een maatschap terecht waarvan ik voorzitter<br />

werd en later secretaris, want we rouleerden.<br />

In die tijd heb ik veel geleerd op het<br />

gebied van management, budgetten, onderhandelen<br />

met de directie en noem maar op.”<br />

Weersma heeft niet hoeven wachten totdat<br />

een hoogleraar wegging. “Ik ben hoogleraar<br />

geworden puur op basis van mijn<br />

researchkwaliteiten. De mij aangeboden<br />

tenure-track, waarbij je een carrièreperspectief<br />

wordt aangeboden met vaste beoordelingsmomenten,<br />

heb ik afgeslagen. Bewust,<br />

omdat ik niet houd van een keurslijf en<br />

omdat ik het programma niet geschikt vond<br />

voor klinische wetenschappers. De meetlat<br />

die werd gebruikt, was voor biologen en<br />

mensen die in het lab werken.”<br />

De belangrijkste drijfveer voor Mulder was<br />

onderzoek. “Ik ben uiteindelijk uit Arnhem,<br />

waar ik in totaal zo’n zeven promovendi<br />

heb begeleid, weggegaan omdat ik aan de<br />

VU de ruimte kreeg een bepaald onderzoek<br />

verder uit te bouwen. In 2001 kreeg ik een<br />

idee rond 6TG en het onderzoek ernaar, en<br />

het doorontwikkelen kon alleen in een academisch<br />

ziekenhuis en niet in een algemeen<br />

ziekenhuis als Arnhem.”<br />

Weersma: “Onderzoek is onze zuurstof. Het<br />

aantal onderzoeken en het aantal promovendi<br />

bepalen voor een belangrijk deel of<br />

je fondsen weet aan te trekken waaruit dat<br />

onderzoek kan worden gefinancierd. Maar<br />

onderzoek, het hele proces eromheen, het<br />

werken met promovendi, met extreem getalenteerde<br />

mensen, is met name leuk. We zijn<br />

super internationaal bezig en werken met de<br />

belangrijkste centra samen; dat is de dynamiek<br />

waaraan ik de meeste lol beleef.<br />

Wetenschap is nog interessanter dan vroeger.<br />

Toen had iemand een nieuw idee en<br />

ging je kijken of je het ‘waar kon maken’.<br />

Tegenwoordig is het veel meer: ‘er is een<br />

nieuwe techniek waarmee we veel analyses<br />

RINSE WEERSMA<br />

in één klap kunnen doen, hoe gaan we daarmee<br />

aan de gang en hoe kunnen we dat slim<br />

gebruiken’.”<br />

En in die hectiek vergeten jullie de<br />

vraag ‘waarom’. Waarom zijn we hiermee<br />

bezig. Het gaat te vaak over ‘hoe’<br />

en niet ‘is dit het beste voor de patiënt’,<br />

luidt een veel gehoorde kritiek.<br />

Mulder: “Dat vind ik te makkelijk. Of iets<br />

het beste is voor een patiënt, kan wel eens<br />

blijken na twintig jaar.”<br />

Weersma: “Het draait altijd om de patiënt.<br />

Natuurlijk. Daarom zijn wetenschappelijk<br />

geïnteresseerde dokters zo belangrijk. Ik<br />

werk veel met bio-informatici, genetici,<br />

technici en wiskundigen en ja, die kunnen<br />

zich weleens verliezen in te veel zijpaden,<br />

waardoor de patiënt uit beeld raakt. Voor<br />

klinische hoogleraren is het dus zaak om<br />

goed in de gaten te houden dat dit niet<br />

gebeurt. We moeten als dokters tegelijkertijd<br />

wel begrijpen wat er in het lab gebeurt,<br />

zodat we de juiste vragen kunnen stellen.<br />

Dat zie ik heel erg als mijn rol. Zeker nu de<br />

kennis en daardoor de interesse in de basale<br />

wetenschap van een MDL-arts steeds minder<br />

wordt, omdat de opleiding tot MDLarts<br />

wordt ingekort.”<br />

Mulder: “Ben ik mordicus op tegen. Schandalig.<br />

Het inkorten van de studie tot vijf jaar<br />

gaat ten koste van verdieping. Het wetenschappelijke<br />

deel, het academische, wordt<br />

steeds verder onderbelicht. Knettergek dat<br />

we dit laten gebeuren.<br />

M’n colo-brevetje halen heet het nu bij veel<br />

assistenten. Dan zeg ik: ‘je gaat nog genoeg<br />

colo’s doen later, misschien moet je ook eens<br />

leren waaróm we een colo doen’.”<br />

Weersma: “Academische verdieping is<br />

echt nodig. Alleen dan ontwikkel je een<br />

probleem oplossend vermogen voor de<br />

niet-standaard patiënt. Je moet out of the<br />

box durven denken. Er is lef voor nodig om<br />

innovatie door te voeren. Juist daarom moet<br />

je je zo breed mogelijk oriënteren op je vakgebied.”<br />

<br />

<strong>MAGMA</strong> 111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!