25.04.2017 Views

NOAB-Activa-2017-v7 definitief

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaargang 30 - Nummer 1 - <strong>2017</strong><br />

‘Als je de caissières gaat ver-zzp-en,<br />

kun je bijna alles ver-zzp-en’<br />

prof. mr. Gerrard Boot, hoogleraar Arbeidsrecht


Twinfield online boekhouden. Slimmer. Sneller.<br />

Samen.<br />

Gebruik jij al de voordelen van online boekhouden? Hiermee heb je altijd<br />

real-time inzicht in de laatste cijfers. Zo ben en blijf je automatisch up-to-date!<br />

Ook maakt Twinfield het makkelijk om slim met je klanten samen te werken.<br />

Zo houd je tijd over voor advies. En koppelen met andere software, zoals de<br />

bank? Geen probleem, Twinfield koppelt met meer dan 300 applicaties.<br />

Ook slimmer samenwerken?<br />

Weten wat Twinfield voor jouw kantoor kan betekenen? Ga dan naar:<br />

www.twinfield.nl/accountant


3<br />

Inhoud<br />

‘Schijnzelfstandigheid is nog<br />

steeds moeilijk te bestrijden’<br />

6<br />

De kern van de circulaire<br />

economie is waardering<br />

10<br />

Lean Management: meer efficiency,<br />

met behoud van kwaliteit<br />

28<br />

12 ‘Blockchain gaat ons werk<br />

ingrijpend veranderen’<br />

14 Wijzigingen in de Wwft: een<br />

risicoanalyse<br />

17 Kantoor in beeld<br />

18 Belastingdienst onder vuur<br />

22 Daarom tóch een rapportgenerator<br />

24 Nieuw: <strong>NOAB</strong> Bootcamp<br />

26 ‘Softwareleveranciers tonen te<br />

weinig visie’<br />

30 Wanneer stop je echt?<br />

32 ‘Gewoon goed mijn werk doen’<br />

34 ‘Zorgverzekeraars gebruiken<br />

machtige positie verkeerd’<br />

36 Het ‘zzp-pensioen’<br />

38 ‘<strong>NOAB</strong>-kantoren laten kansen<br />

liggen’<br />

41 SnelStart trekt samen op met<br />

klanten<br />

42 Positieve energie in een klant<br />

stoppen<br />

COLOFON <strong>Activa</strong> magazine is een uitgave van de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. <strong>Activa</strong> verschijnt 4x per jaar. Jaargang 30,<br />

nr. 1 maart <strong>2017</strong> ISSN 1384-2676 <strong>NOAB</strong> Postbus 2478 5202 CL ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 614 14 19 www.noab.nl mail: info@noab.nl Redactie<br />

Ed de Vlam (hoofdredacteur), Loft 238 Tekst & Media (eindredactie), Henk Poker, Chris Wolters, Hans Pieters Bladmanagement Michel Hamer, Chantal van Pelt<br />

Acquisitie <strong>NOAB</strong>, 073 - 614 14 19 Advertentietarieven Op aanvraag bij de uitgever Contactpersoon Michel Hamer Vormgeving Stephan Lerou ‘s-Hertogenbosch<br />

Opmaak Repro Design Zutphen Druk Dekkers van Gerwen ‘s-Hertogenbosch, 088-0280900 Abonnementenadministratie Opgave van abonnementen, opzegging en<br />

adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven aan de uitgever. Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van<br />

opzegging is ontvangen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Abonnementskosten € 45,- per jaar (incl. BTW). Coverfoto prof. mr. Gerrard Boot,<br />

hoogleraar Arbeidsrecht, fotografie Paul Tolenaar ■


Visma eAccounting & Practice Management<br />

Schakel uw cliënten moeiteloos aan!<br />

Online samenwerken met uw cliënten<br />

Visma eAccounting is een complete cloudoplossing voor kleinere ondernemers. Voor slechts € 15 per maand beschikt uw cliënt over<br />

een compleet pakket voor boekhouden en factureren. En met een paar simpele stappen kan hij ook gratis zijn eigen website maken<br />

met Visma eAccounting. Wil uw cliënt alleen factureren? Dan sluit u hem voor € 9 per maand aan op Visma eAccounting Factureren.<br />

Wilt u Visma eAccounting en Visma Practice Management gratis proberen?<br />

Kijk op eaccounting.nl /accountant<br />

adviesgroep Partners in kwaliteit<br />

kantoor Mr. van Zijl B.V.<br />

Advocaten • casemanagers<br />

Korvelseweg 142<br />

5025 JL Tilburg<br />

T. 013 - 463 55 99<br />

E. mail@kantoormrvanzijl.nl<br />

uw vragen over arbeidsrecht<br />

Dijkstra & Van den Ende Advocaten<br />

Wagenweg 12-b<br />

1442 BX Purmerend<br />

T. 0299 - 42 30 35<br />

E. secretariaat@de-advocaten.nl<br />

E. vandenende@de-advocaten.nl<br />

voor uw juridische vraagstukken<br />

Postbus 2478<br />

5202 CL ‘s-Hertogenbosch<br />

T. 073 - 614 14 19<br />

E. info@noab.nl<br />

www.noab.nl


5<br />

Voorwoord<br />

Martien Hermans<br />

Voorzitter van <strong>NOAB</strong><br />

Samen een nieuwe start!<br />

De afgelopen maanden is de Belastingdienst weer veel<br />

in het nieuws geweest. Meestal niet positief. De staatssecretaris<br />

wordt het vuur na aan de schenen gelegd in deze<br />

laatste maanden van zijn ambtsperiode. De Wet DBA, de<br />

dure vertrekregeling, de beveiligingslekken en het vertrek<br />

van de DG: het is niet eenvoudig om verantwoordelijk<br />

te zijn voor het reilen en zeilen bij de Belastingdienst.<br />

Ook wij merken dat het belangrijke ministerie van Financiën,<br />

waaronder de Belastingdienst als uitvoeringsorganisatie<br />

ressorteert, grote problemen kent, zowel op organisatorisch<br />

gebied, in personele zaken, en last-but-not-least<br />

met IT.<br />

Verschillende culturen<br />

Het is ook niet eenvoudig. Politici bedenken ideeën op<br />

het gebied van onder meer fiscale wetgeving, ambtenaren<br />

werken dit uit, de beide Kamers wijzigen er nog wat<br />

aan, de Belastingdienst doet een uitvoeringstoets en er<br />

is weer een nieuwe regel ‘geboren’. Ik zeg met nadruk<br />

‘nieuw’ omdat er vaak geen regels worden geschrapt,<br />

maar er vooral nieuwe regels bijkomen. Na publicatie in<br />

de Staatscourant begint het dan pas écht, aangezien de<br />

praktijk – ondernemers, burgers en bedrijven in Nederland<br />

– zijn werkwijze hierop moet aanpassen.<br />

Ook de Belastingdienst moet zijn systeem dan nog aanpassen.<br />

En daar wringt hem nu precies de schoen. Er is<br />

niet nagedacht over de gevolgen van wetgeving in de keten<br />

van belastingplichtige, intermediair en overheid. De<br />

systemen van de Belastingdienst zijn hopeloos verouderd.<br />

Met deze verouderde systemen probeert men dan ook nog<br />

ingewikkelde processen te gaan draaien, zoals EBV, eID,<br />

metatoezicht enzovoorts. Bovendien hebben we te maken<br />

met verschillende culturen binnen de Belastingdienst:<br />

de oude generatie die vooral denkt in fysiek toezicht en<br />

handhaving en de nieuwe generatie die moderne digitale<br />

processen wil implementeren om de belastinginning efficiënter<br />

te maken.<br />

Politieke lef en regie<br />

Zolang deze strijd blijft voortduren, zie ik de problemen<br />

bij het belangrijkste ministerie van ons land niet kleiner,<br />

maar eerder groter worden. En waar is onze premier in<br />

dit debat? Als het over integratie of Europees beleid gaat<br />

is hij direct te vinden op al onze nieuwszenders. Maar als<br />

het gaat over het ministerie dat ervoor moet zorgen dat er<br />

überhaupt geld in onze schatkist vloeit, is hij onzichtbaar.<br />

Er is echt politieke lef en regie nodig om de Belastingdienst<br />

in Nederland weer tot een gerespecteerd instituut<br />

te maken. Smelt de directies van het ministerie van Financiën<br />

en de Belastingdienst samen tot één team, vorm<br />

een ministerie van IT voor de gehele overheid, zorg dat er<br />

in 2020 een volledig nieuw vereenvoudigd belastingstelsel,<br />

gebouwd op moderne IT-systemen, operationeel is!<br />

Kost dit geld? Ja! Maar niets doen kost op termijn nog<br />

veel meer, omdat de continuïteit van de geldstromen in<br />

’s lands schatkist niet meer is gewaarborgd. De stekker uit<br />

het oude systeem en aan de slag met een modern systeem,<br />

waar andere landen jaloers naar zullen kijken. Dat verdienen<br />

alle toegewijde medewerkers van de Belastingdienst,<br />

maar méér nog alle burgers in dit land! Doormodderen zal<br />

de komende jaren telkens opnieuw tot incidenten en daarmee<br />

politiek gekrakeel leiden. Samen een nieuwe start<br />

maken zal leiden tot herstel van vertrouwen en toename<br />

van onze belastingmoraal. <strong>NOAB</strong> is er klaar voor! ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


6<br />

‘Schijnzelfstandigheid is nog steeds<br />

moeilijk te bestrijden’<br />

Staatssecretaris Wiebes van Financiën schortte eind 2016 de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties op, de opvolger van de<br />

VAR-verklaring. Zzp’ers zouden massaal opdrachten zijn misgelopen. Maar zeker zo belangrijk is de onduidelijkheid over de vraag<br />

wanneer sprake is van een arbeidsverhouding.<br />

Door: Hans Pieters<br />

Een kritisch rapport van de Commissie beoordeling modelovereenkomsten<br />

Wet DBA onder leiding van hoogleraar Arbeidsrecht<br />

prof. mr. Gerrard Boot, de ‘Commissie Boot’, gaf de<br />

doorslag om de Wet DBA uit te stellen tot 1 januari 2018. Tot<br />

die tijd krijgen zzp’ers en opdrachtgevers geen boete of naheffing,<br />

tenzij de opdrachtgever ‘opzettelijk een situatie van evidente<br />

schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan’.<br />

Het rapport en uitstel vormen een goede aanleiding om de<br />

naamgever van de commissie, Gerrard Boot, te interviewen.<br />

Risico<br />

Onder de VAR-winst uit onderneming lag het risico bij de<br />

zzp’er. Dat risico beperkte zich tot het mislopen van de ondernemersfaciliteiten.<br />

“Gek genoeg klagen de zzp-organisaties<br />

dáár niet over. Maar precies hetzelfde risico, maar dan gedeeld<br />

met de opdrachtgever, wordt wel als nadeel van het nieuwe<br />

systeem gezien. Dat is vreemd,” vindt Boot.<br />

‘Opeens is er behoefte aan een<br />

extreme mate van zekerheid’<br />

Een tweede punt van kritiek is dat de opdrachtgevers de<br />

modelovereenkomst te ingewikkeld vinden. “Terwijl VNO-<br />

NCW mede aan de wieg van de Wet DBA stond.” Boot vindt<br />

de ophef overdreven. “Per bedrijf kun je het af met een paar<br />

maatwerkovereenkomsten, afgestemd op de functie. Hiervóór<br />

moest je bij al die mensen gaan controleren of ze hun VARwuo<br />

hadden. Opeens is er behoefte aan een extreme mate van<br />

zekerheid.” Opdrachtgevers hadden in veel gevallen ook de<br />

algemene modellen van de Belastingdienst kunnen gebruiken,<br />

is zijn visie. “In de brancheovereenkomsten stond vaak weinig<br />

spectaculairs. In de zorg was bijvoorbeeld de enige relevante<br />

toevoeging dat je bij een klachtenregeling moet zijn aangesloten.”<br />

Caissières<br />

Opdrachtgevers en zzp’ers konden niet goed uit de voeten met<br />

de nieuwe wet. Het meldpunt DBA ontving ongeveer 1.800<br />

reacties. In de voortgangsrapportage constateert de Commissie<br />

dat de modelovereenkomsten duidelijkheid bieden voor<br />

opdrachtgevers, maar dat in sommige sectoren sprake was van<br />

een grijs gebied, met onzekerheid tot gevolg. “In de meeste<br />

gevallen bieden de modelovereenkomsten wél zekerheid,” benadrukt<br />

Boot. Bovendien, zo stelt hij, was één van de doelstellingen<br />

schijnzelfstandigheid tegen te gaan.<br />

Een belangrijk moment voor Boot bij de beoordeling van de<br />

Wet DBA, was informatie van de Belastingdienst dat er een<br />

modelovereenkomst voor caissières ter goedkeuring was voorgelegd.<br />

“Het was niet eens zo makkelijk voor de Belastingdienst<br />

om de voorgelegde modelovereenkomst af te wijzen.”<br />

Het markeert voor hem waar de grens wordt overschreden.<br />

“Als je de caissières gaat ver-zzp-en, kun je bijna alles ver-zzpen.<br />

Dan schaf je het hele sociale stelsel af. Dát was het moment<br />

dat ik dacht ‘je kunt het niet helemaal aan de markt overlaten’.<br />

Je kunt niet in redelijk menen dat een caissière een ondernemer<br />

is.”<br />

Hij somt op: “Een caissière heeft geen enkele vrijheid. Ze zit<br />

letterlijk op één vierkante meter en heeft nul ruimte om een<br />

eigen invulling aan haar werk te geven.” Bovendien is het<br />

maatschappelijk onwenselijk. “Het gaat om gewone arbeid,<br />

die normaliter op basis van een arbeidsovereenkomst wordt<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


7<br />

gedaan door mensen die het niet breed hebben en helemaal niet<br />

kiezen voor flexibilisering. Dat moet gewoon een arbeidsovereenkomst<br />

blijven. Het is iets wat ik al langere tijd denk, maar<br />

dit was er een mooi voorbeeld van.”<br />

Het voorbeeld verleidt hem tot een bespiegeling van een belangrijk<br />

motief om te flexibiliseren, zoals dat ook naar voren<br />

komt uit onderzoek van het CBS. “Als andere concurrenten<br />

hetzelfde hebben gedaan en je wordt daardoor kapot geconcurreerd,<br />

kan ik me voorstellen dat je je gedwongen voelt om te<br />

volgen.”<br />

De zwakte van de Wet DBA is dat schijnzelfstandigheid nog<br />

steeds heel moeilijk bestreden kan worden. Ter verduidelijking<br />

gebruikt hij het voorbeeld van de caissières. “Als de supermarkt<br />

zegt ‘je mag je vrij laten vervangen, de enige eis die we<br />

stellen is dat je vervanging een VOG-verklaring heeft’, is het<br />

voor de Belastingdienst erg moeilijk om daar de vinger achter<br />

te krijgen.”<br />

Uurtarief<br />

In zijn oratie bij de benoeming tot hoogleraar Arbeidsrecht<br />

heeft Boot aandacht proberen te vragen voor de grote groep<br />

zzp’ers waar arbeidsrechtelijk iets mee is. “Er moet ook oog<br />

zijn voor de sociaaleconomische positie en niet alleen maar<br />

voor het puur juridische criterium ‘gezagsverhouding’.” De<br />

groep zelfstandigen die de zaken financieel en organisatorisch<br />

op orde heeft, hoef je wat Boot betreft niet onnodig te betuttelen.<br />

Maar rond de helft heeft geen invloed op zijn of haar tarieven<br />

en is afhankelijk van één of slechts enkele grote opdrachtgevers,<br />

constateert hij. Hij ziet dit als ‘gedwongen zzp’ers’, een<br />

kwalificatie waarop hij veelvuldig is aangevallen, onder meer<br />

vanuit belangenbehartigers als ZZP-Nederland. Boot begrijpt<br />

het sentiment: “Vraag je een zzp’er ‘ben je gedwongen om<br />

zzp’er te zijn?’, dan zijn er maar heel weinig die dat erkennen.<br />

Dat heeft misschien ook wel met psychologie te maken, omdat<br />

het een nare constatering is.”<br />

Hij kwam tot zijn kwalificatie op basis van gegevens van de<br />

Belastingdienst (te vinden in het SER-advies ‘Zzp’er in beeld’<br />

uit 2010). “Zo’n veertig procent van de zzp’ers heeft een uurloon<br />

onder de € 15 en zestig procent een uurloon onder de € 20.<br />

Die getallen heb ik nooit weersproken gehoord.” Meer recente<br />

cijfers zijn niet openbaar, maar Boot acht het aannemelijk dat<br />

de tarieven in de tussentijd nauwelijks zijn veranderd.<br />

Fotografie: Paul Tolenaar<br />

Gerrard Boot<br />

Hij zet zijn argument kracht bij door het uurtarief van € 15<br />

af te zetten tegen het wettelijk minimumloon (€ 8,96 per uur<br />

bij een 40-urige werkweek). Het verschil onderaan de streep<br />

is minimaal, zo rekent hij voor: “Bovenop het minimumloon<br />

ontvangt een werknemer acht procent vakantiegeld. Bovendien<br />

heeft hij minimaal vier weken aan doorbetaalde vakantiedagen.<br />

De werkgever betaalt daarnaast een bijdrage aan werknemersverzekeringen,<br />

zoals WW en ZW,” somt Boot op. Genoeg<br />

reden dus om te constateren dat een grote groep het slecht<br />

heeft.<br />

Pakketbezorgers<br />

Een juridische strijd waarbij het onderscheid tussen werknemer<br />

en zzp’er is verduidelijkt, is de discussie rond de pakketbezorgers.<br />

“Hierover zijn uitgebreide civiele procedures gevoerd,<br />

als laatste bij het Gerechtshof Arnhem (bron: 17 augustus<br />

2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6621). Het Hof heeft geconcludeerd<br />

dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst en<br />

dat de pakketbezorgers echte ondernemers zijn.” Het Hof heeft<br />

haar uitspraak uitgebreid gemotiveerd. De pakketbezorgers<br />

hebben een behoorlijke ondernemersvrijheid, aldus Boot: “Ze<br />

moeten een eigen bus aanschaffen. Dat kan een 17 jaar oude<br />

Ford Transit zijn, maar ook een nieuwe Mercedes-bus. Dat<br />

maakt in je km-prijs enorm veel uit. Bovendien mogen ze<br />

zich voor een gedeelte van hun werk laten vervangen. Een<br />

pakketbezorger kan bij wijze van spreken zijn buurmeisje inschakelen.”<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


SINDS 1983<br />

Écht betalen<br />

vanuit je<br />

boekhouding<br />

Accounting Connected<br />

met een kapitale C<br />

Minox integreert Plingit. Payments simplified.<br />

Écht betalen vanuit je boekhouding, middels een veilige betaalapp.<br />

In drie eenvoudige stappen in één app een factuur scannen,<br />

goedkeuren en betalen. En dat zonder in te loggen bij je bank.<br />

Facturen<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Scannen<br />

Goedkeuren<br />

Betalen<br />

Gratis in onze boekhoudsoftware vanaf 15 euro per maand. Ga naar www.minox.nl/plingit


9<br />

Het is en was niet zo dat je voor het ondernemerschap meerdere<br />

opdrachtgevers nodig hebt, benadrukt Boot. “Bij de VARwuo<br />

(winst uit onderneming) kreeg je ook je VAR-verklaring<br />

als je invulde dat je drie of minder opdrachtgevers had, maar<br />

wel ondernemersrisico liep en had geïnvesteerd.” En ook bij<br />

de Wet DBA is het aantal opdrachtgevers niet het doorslaggevend<br />

criterium. “Vanuit de Belastingdienst gezien is het<br />

allerbelangrijkste van de Wet DBA dat er een knip werd gemaakt<br />

tussen het zijn van ondernemer aan de ene kant en de<br />

losse relatie tussen opdrachtgever en zzp’er aan de andere kant.<br />

“In de oude situatie, van de VAR, werd je vooraf aangemerkt<br />

als ondernemer. Dat werd pas achteraf getoetst. Het betekende<br />

automatisch dat je in al de losse relaties geen loonbelasting en<br />

premies verschuldigd was.” Die koppeling is bij de Wet DBA<br />

losgelaten, aldus Boot.<br />

Het werpt de vraag op hoe er een eind aan de onzekerheid rond<br />

zelfstandigheid kan komen. Een goed systeem moet aan drie<br />

dingen voldoen, somt Boot op. “Het moet een behoorlijke mate<br />

van zekerheid voor opdrachtgevers geven, je moet er schijnzelfstandigheid<br />

mee kunnen bestrijden en het systeem moet<br />

uitvoerbaar zijn.” Het systeem van de modelovereenkomsten<br />

voldoet alleen aan het eerste en het derde criterium, constateert<br />

hij. Lees je de wetsgeschiedenis van de Wet DBA, dan is het<br />

belangrijkste argument om de VAR af te schaffen het ongelijk<br />

verdeelde risico. “De opdrachtnemer wel, de opdrachtgever<br />

niet. Het woord schijnzelfstandigheid kom je amper tegen.”<br />

Met een enkele aanpassing is dit wel te doen. “Om schijnzelfstandigheid<br />

tegen te gaan moet je inhoudelijke criteria ontwikkelen.<br />

Een aanpassing van de wettelijke definitie van een<br />

arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) gaat misschien te ver,<br />

maar het formuleren van een extra rechtsvermoeden van een<br />

arbeidsovereenkomst zou kunnen. Dat is haalbaar en dan houd<br />

je de flexibiliteit.”<br />

Driehoek<br />

De Commissie Boot stelt een driehoek voor. De gezagsverhouding<br />

is één van de drie aspecten, naast de mate van beloning<br />

en de duur van de overeenkomst. De gezagsverhouding wordt<br />

gedefinieerd door het begrippenpaar corebusiness/inbedding.<br />

Beide zijn heel simpel. Als iets tot je corebusiness behoort, heb<br />

je er verstand van en kun je ook aansturen. Maar heb je last<br />

van muizen, dan huur je een ongediertebestrijder in.”<br />

De tweede pijler van de driehoek is de mate van beloning. “Als<br />

je mensen onderbetaalt, hebben ze behoefte aan bescherming<br />

van het werknemerschap. Betaal je juist heel veel, dan kun je<br />

ze met rust laten.” Pijler drie is de duur van de overeenkomst:<br />

“Of een opdracht twee dagen is of twee jaar duurt, maakt<br />

enorm veel uit.” De drie criteria samen vormen een moderne<br />

mix waarmee je makkelijk kunt zeggen of iets richting arbeidsoverkomst<br />

kantelt of juist niet, doceert Boot.<br />

Als voorbeeld noemt hij vakkenvullers in de supermarkt. “Dat<br />

werk is core business, dus kun je het niet uitbesteden aan<br />

zzp’ers, tenzij je ze vervolgens twee keer zoveel betaalt. En<br />

ook dan heb je na een half jaar of langer twee criteria die richting<br />

werknemerschap gaan. Bij alles wat schuurt, zal dus vaker<br />

een vermoeden van een arbeidsovereenkomst zijn. De echte<br />

specialisten houd je over.”<br />

‘Om schijnzelfstandigheid tegen<br />

te gaan moet je inhoudelijke<br />

criteria ontwikkelen’<br />

Het is een bruggetje naar de discussie over de maatschappelijke<br />

gevolgen van de flexibilisering. “Je bent geneigd de situatie<br />

van vandaag als norm te beschouwen. Maar je kunt ook drie<br />

stappen terugzetten en kijken ‘wat is nu een reële beloning?’.”<br />

Als voorbeeld noemt Boot de positie van muziekdocenten. De<br />

meesten zijn vanwege bezuinigingen in de kunstsector ontslagen<br />

om als zzp’er hetzelfde werk te doen. “Die mensen verdienen<br />

50, 60% van wat ze vroeger hadden. De Raad voor de<br />

Kunsten constateert dat de bezuinigingen in de culturele sector<br />

bijna helemaal terecht zijn gekomen bij de uitvoerende kunstenaars.<br />

Dat is niet goed.”<br />

Boot hoopt op een kentering in het debat. Hij wijst op een<br />

OESO-onderzoek, waaruit wereldwijd een duidelijke positieve<br />

correlatie blijkt tussen de mate van ontslagbescherming en de<br />

arbeidsproductiviteit per uur. “Blijkbaar voelen mensen met<br />

een goede ontslagbescherming zich meer betrokken bij de<br />

werkgever.”<br />

Constructies<br />

Gevraagd naar payrollconstructies en ‘declarabele uren bv’s’<br />

zoals Uniforce aanbiedt, stelt Boot dat het in een goed stelsel<br />

niet nodig moet zijn om vanwege fiscale redenen een derde in<br />

te schakelen. “Een snackbareigenaar die jongens en meisjes<br />

achter de frituur heeft staan en de verloning overlaat aan een<br />

derde, dat begrijp ik. Maar ik verwerp de extreme vorm van<br />

payrolling, waarbij een organisatie die groot genoeg is er een<br />

derde partij tussenin zet, alleen om aan regelgeving te ontkomen<br />

of juist om van regelgeving te profiteren.” ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


10<br />

De kern van de circulaire economie is<br />

waardering<br />

“Accountants will save the world,” zei Peter Bakker (ex-CEO TNT) op een klimaatbijeenkomst in 2012 te Rio. Een stevige uitspraak<br />

waarvan prof. dr. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit, anno <strong>2017</strong> zegt: “Waarschijnlijk iets<br />

te zwaar getafeld vóór de toespraak.” Wel dicht Jonker de branche een belangrijke rol toe.<br />

Door: Chris Wolters<br />

Bakker betoogde onder meer dat ‘planet’ en ‘people’ naast<br />

‘profit’ in de jaarrekening moesten worden meegenomen. Jan<br />

Jonker constateert vijf jaar later droogjes: “We staan aan het<br />

begin.” Jonker meent wel dat ook <strong>NOAB</strong>-leden een belangrijke<br />

rol kunnen vervullen. “Als je nieuwsbrieven rondstuurt met de<br />

mededeling dat je de klant op de hoogte houdt van economische<br />

ontwikkelingen, dan hoort bijvoorbeeld informatie over<br />

de transitie naar de circulaire economie daarbij.”<br />

Te smalle uitwerking<br />

Aanleiding voor het interview is de berichtgeving over de<br />

circulaire economie. In september 2016 gaven staatssecretaris<br />

Dijksma (Infrastructuur en Milieu) en minister Kamp (Economische<br />

Zaken) aan snel afspraken te gaan maken met het<br />

bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties om<br />

in ruim drie decennia tot een honderd procent circulaire economie<br />

te komen.<br />

‘Compenseert circulariteit de<br />

afnemende groei?’<br />

Het begrip circulaire economie wordt volgens Jonker echter<br />

te smal uitgewerkt. “Het blijft beperkt tot de materiekant, de<br />

grondstofstromen. Niet verkeerd, maar de economie is veel<br />

meer dan dat. De sociale dimensie hoort er ook bij. Er moeten<br />

antwoorden komen op vragen als ‘Wat betekent dit voor de<br />

werkgelegenheid, de macro-economie, de afbouw van de huidige<br />

economie? Ambtenaren praten liever niet over de krimp<br />

van de huidige economie die dat tot gevolg heeft. In ieder geval<br />

leidt een circulaire economie tot een andere economie met<br />

een ander evenwicht. Belangrijk is ook of die circulariteit de<br />

afnemende groei compenseert. Op die vraag blijft het meestal<br />

oorverdovend stil. Men heeft geen idee! Maar ook hoe je bijvoorbeeld<br />

een circulaire economie op regionaal niveau moet<br />

organiseren. Laat staan hoe je de waarde van afvalstoffen bepaalt<br />

en de kwaliteit borgt. Vraag verantwoordelijke bestuurders<br />

maar eens naar het opzetten van een grondstoffenbank. It<br />

does ring a bell, maar wat het is?”<br />

Hoog knuffelgehalte<br />

Jonker is niet zo bezig met definities over de circulaire economie.<br />

“Ik klus liever aan de praktische uitwerking, aan hoe<br />

zaken georganiseerd kunnen worden.” Hij verdiept zich liever<br />

meer in het onderzoeken van concepten waarin ontwerp, gebruik<br />

en hergebruik zo op elkaar zijn afgestemd dat materie zo<br />

lang mogelijk meegaat: “Het is een naïeve en onjuiste gedachte<br />

dat hergebruik onbeperkt mogelijk is. Een krant is 5 tot 8<br />

keer te recyclen, T-shirts zo’n 12 keer. ‘Loss’ zoals slijtage en<br />

‘leakage’ zijn onontkoombaar in de keten van hergebruik. Om<br />

tot hetzelfde aanvaardbare kwaliteitsniveau te komen moet je<br />

grondstoffen gaan bijmengen. Daarnaast is voldoende volume<br />

nodig om circulair organiseren op schaal rendabel te maken.<br />

In het ontwerpen van een product moet dus al meegenomen<br />

zijn dat de verschillende grondstoffen op een hoogwaardige<br />

manier kunnen worden hergebruikt.” Plastic straatpaaltjes<br />

persen van een heterogene bak vol kunststof vindt Jonker veel<br />

te mager. “Het is van een hoog knuffelgehalte als we duizend<br />

T-shirts ophalen met het oog op recycling, maar in de circulaire<br />

economie is veel volume en veel energie nodig. De materiaalstromen<br />

in de circulaire economie moeten vanaf het begin<br />

anders worden ingericht. Het is een mooi initiatief als we oes-<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


11<br />

terzwammen op koffiedik weten te kweken. Dat is dan wel een<br />

mono-materiestroom die bestaat bij de gratie van investeringen<br />

van derden. Maar alla, de waarde zit in het ontdekken hoe een<br />

kringloop werkend te krijgen. En dat lukt. De opgedane kennis<br />

is te benutten om bijvoorbeeld hoesjes van smartphones te<br />

recyclen, om maar iets te noemen.”<br />

Dagelijkse routine<br />

“Veel accountants- en administratiekantoren lijken vast te zitten<br />

in de dagelijkse routine.” Jonker vervolgt: “Wat is er nodig<br />

om een fiscale omgeving te creëren die bij de Haagse politiek<br />

de aanzet geeft om samen op weg te gaan naar een andere aanpak?”<br />

Hij meent dat de beroepsgroep alleen gaat ‘schuiven’ bij<br />

een juridisch-fiscale context waarin dit wordt geaccepteerd en<br />

liever nog: verplicht. “De grote organisaties praten er veel over<br />

en de kleinere kantoren zitten nog te veel in het ‘inklopritme’.<br />

Aangiften blijven doen op basis van gemonetariseerde bedragen,<br />

houdt veranderingen tegen.” Jonker ziet gezamenlijke<br />

perspectief in ICSR1. “Integrated corporate social reporting<br />

kan een fantastische bijdrage leveren aan het nadenken over<br />

het waarderen van bedrijven op verschillende niveaus. Dit<br />

moet naar mijn idee worden binnengebracht in het denken over<br />

duurzaam en verantwoord ondernemen. Het sluit naadloos aan<br />

bij de circulaire economie, bij sustainability. Conceptueel is<br />

het top, nu alleen nog de stap maken naar het organiseren.<br />

Ik zou de branche, accountants- en administratiekantoren,<br />

willen oproepen om daar actief naar te kijken. In mei is er een<br />

bijeenkomst in Arnhem die daar deels op aansluit. Daar zijn<br />

circulaire economie, businessmodellen en ‘waarderen’ sleutelbegrippen!<br />

Als wordt gesteld: ‘Ik draag bij aan de biodiversiteit’,<br />

dan moet duidelijk zijn waaraan dat wordt afgemeten c.q.<br />

hoe dat te waarderen. Daarna komt het monetariseren. Als je<br />

dat kunt, zit je op een berg toekomstig werk.”<br />

Verandercapaciteit<br />

Jonker gebruikt een metafoor om de accountants- en administratiebranche<br />

een beetje te prikkelen. “Denk aan wat de zeilvaart<br />

overkwam. Toen het eerste stoombootje rokend en pruttelend<br />

voorbij tufte, trok men de schouders op. Dat kon niks<br />

worden. De markt bestond immer voor 99,99% uit machtige<br />

zeilschepen. Binnen een paar jaar bleek hoezeer deze taxatie<br />

bezijden de waarheid was. Of denk aan de eerste reactie op<br />

de mobiele telefoon. ‘Als het belangrijk is sturen ze maar een<br />

Fotografie Paul Tolenaar<br />

Jan Jonker<br />

brief’, zei iemand. Inmiddels sturen we oneindig meer e-mails<br />

en nauwelijks nog brieven. De digitale ontwikkelingen gaan op<br />

dit moment sneller dan we ooit voor mogelijk hielden.<br />

‘De maatschappelijke<br />

verandercapaciteit is oneindig<br />

veel groter dan gedacht’<br />

Wat ik daarvan vind, eens of niet, ik voorzie dat binnen vijf<br />

jaar huizen, kantoren, snelwegen zijn gedigitaliseerd. Dat noemen<br />

we ‘smart’. Zelfs de groente krijgt een chip die versheid,<br />

bacteriën enzovoorts meldt. Dat gaat allemaal razendsnel en<br />

de maatschappelijke verandercapaciteit is oneindig veel groter<br />

dan gedacht. Daar ligt de uitdaging voor de branche: hoe kun<br />

je zaken als biodiversiteit, afval enzovoorts waarderen en verwerken<br />

in de cijfers? Afwachten kan, maar de praktijk leert dat<br />

je dan waarschijnlijk de boot mist.” ■<br />

Integrated corporate social reporting (ICSR) is de samenvattende rapportage<br />

waarin organisaties aangeven hoe zij duurzaam opereren en hoe strategie,<br />

governance, prestaties en vooruitzichten (maatschappelijke) waarde opleveren<br />

voor de korte, middellange en lange termijn.<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


12<br />

‘Blockchain gaat ons werk ingrijpend<br />

veranderen’<br />

Blockchain gaat een grote verandering betekenen voor de toekomst van de accountancy en de financiële wereld. Fou-Khan Tsang van<br />

Alfa Accountants legt uit waarom de technologie het vak gaat veranderen. De techniek staat nog in de experimentfase, maar wordt<br />

gezien als de nieuwe financiële infrastructuur. Een verkenning.<br />

Door: Hans Pieters<br />

“De Blockchain-technologie wordt ook wel ‘distributive ledger’<br />

genoemd. Oftewel een gedistribueerd grootboek,” vertelt<br />

Tsang. “Heb je het met administratie- en accountantskantoren<br />

over een grootboek, dan weet iedereen meteen wat je bedoelt.”<br />

Centraal grootboek<br />

‘Blockchain in één minuut’ is in essentie als volgt: “Als bedrijf<br />

A een transactie met bedrijf B doet, dan legt bedrijf A dat vast<br />

in het grootboek. Ook bedrijf B legt het vast in het grootboek.<br />

Daarmee is de transactie vastgelegd. Maar een derde die de<br />

transactie wil nagaan, zoals de Belastingdienst, weet niet van<br />

het bestaan ervan.”<br />

‘Er zal altijd een vorm van<br />

verantwoording blijven’<br />

Bij Blockchain zet je er in het midden een centraal grootboek<br />

bij. De transactie wordt nog steeds vastgelegd bij bedrijf A en<br />

bij bedrijf B, maar wordt ook weggeschreven in een centrale<br />

database. “Hierdoor is voor iedereen controleerbaar of die<br />

transactie heeft plaatsgevonden,” aldus Tsang. “Je zou zelfs<br />

kunnen zeggen, als het toch in die centrale database is opgeslagen,<br />

waarom zouden die twee partijen het dan nog eens apart<br />

moeten vastleggen?” Een tweede eigenschap van Blockchain is<br />

dat de centrale database wordt gekopieerd in meerdere databases,<br />

om ervoor te zorgen dat alle transacties altijd beschikbaar<br />

zijn. “Het belangrijkste voordeel is dat je met blockchain kunt<br />

‘vragen’ of een transactie wel heeft plaatsgevonden. De blockchain<br />

bevestigt dat. Daarmee zorg je dat een handeling controleerbaar<br />

is.” Tsang vervolgt: “Er wordt ook wel gezegd dat met<br />

blockchain het vertrouwen in het systeem wordt vastgelegd. In<br />

de basis gaat het erom dat transacties centraal worden opgeslagen,<br />

waardoor ze controleerbaar worden.”<br />

Bitcoin-technologie<br />

De eerste uitleg van Tsang heeft betrekking op de basisfunctionaliteit<br />

van blockchain. Zoals een rekenmachine kan optellen<br />

en vermenigvuldigen, zijn met blockchain allerlei andere<br />

toepassingen mogelijk. Zo is het mogelijk om condities te verbinden<br />

aan een transactie of overeenkomst: een ‘conditionele<br />

transactie’.<br />

“Denk aan de termijnhandel. Je spreekt bijvoorbeeld af om<br />

10.000 kilo aardappelen te kopen voor € 100. Tegelijk spreek<br />

je af dat de prijs omhooggaat naar € 125 als de temperatuur de<br />

komende tien dagen vijf graden onder nul is.” Een eigenschap<br />

van de blockchain is dat de transactie wordt vastgelegd met behulp<br />

van een unieke sleutel. Blockchain was de onderliggende<br />

technologie onder de Bitcoin. Vandaar dat er als eerste wordt<br />

gedacht aan financiële transacties. “Maar je kunt ook denken<br />

aan verzekeringen, bijvoorbeeld een levensverzekering, waarbij<br />

je een bedrag afspreekt dat je partner bij overlijden ontvangt,”<br />

aldus Tsang.<br />

De vraag wie van blockchain gaat profiteren wordt door Tsang<br />

omgedraaid tot ‘Voor wie is blockchain een bedreiging?’. “Het<br />

is een bedreiging voor dienstverleners die nu een rol spelen bij<br />

een transactie tussen twee partijen. Denk in de eerste instantie<br />

aan een bank. Als ik geld naar iemand wil overmaken, heb<br />

ik daar een bank voor nodig. Die treedt op als derde partij in<br />

het midden, die zorgt dat de financiële kant van de transactie<br />

plaatsvindt. Straks hebben we alleen nog maar de blockchain-<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


13<br />

Fou-Khan Tsang<br />

technologie nodig.” Uiteindelijk zijn alle zaken waar een derde<br />

partij tussen zit kwetsbaar voor blockchain.<br />

“Dus ook partijen die daarop toezien, denk aan de accountant.<br />

Nu moet hij de jaarrekening nog goedkeuren. Straks is<br />

het, gechargeerd, een kwestie van de blockchain raadplegen<br />

of het wel klopt.” Zeker is dat een deel van de traditionele<br />

werkzaamheden verdwijnt, maar relativeert Tsang “Je hebt nog<br />

steeds werk.” Tsang haalt een recente test aan van PwC, waarbij<br />

transacties binnen de blockchain werden verwerkt. “BTW<br />

hadden ze ‘een kleurtje’ gegeven. Dat werd bij een transactie<br />

gelijk verwerkt. Uit de blockchaintransacties was daardoor<br />

meteen duidelijk welke verplichtingenpositie iedereen bij de<br />

Belastingdienst had.” Hij vervolgt: “Als dat systeem betrouwbaar<br />

blijkt, kan de Belastingdienst daarop steunen. En hoeft<br />

een ondernemer geen aparte aangiften meer te doen.”<br />

Verantwoording<br />

Het antwoord op de stelling dat de jaarrekening gaat verdwijnen,<br />

hangt af van de vraagstelling. “Verdwijnt de papieren<br />

jaarrekening? ‘Ja’. Verdwijnt de jaarrekening? ‘Nee’. Er zal<br />

altijd een vorm van verantwoording blijven van de ene partij<br />

aan de andere partij. In welke verschijningsvorm dat zal zijn,<br />

weet ik niet. Kijk je sec naar de functie van de jaarrekening,<br />

een verantwoordingsstuk van de ondernemer naar derden, dan<br />

blijft die rol bestaan. In welke vorm dat is – een jaar-, kwartaal-<br />

of dagrekening – weet ik niet. De verantwoording blijft,<br />

misschien uitgebreid met niet-financiële informatie, zoals<br />

milieu.” Tsang verwacht dat de interval van het deponeren zal<br />

toenemen en sneller zal gaan. “Bij banken is die ontwikkeling<br />

al gaande. Informatie die ze vroeger op papier ontvingen, vragen<br />

ze nu digitaal uit. Bovendien vragen ze meer gegevens dan<br />

de digitale jaarrekening biedt.”<br />

Het voeren van de administratie zal door alle ontwikkelingen<br />

veranderen. “We zetten langzaam de eerste stappen op het gebied<br />

van elektronisch factureren.” Bij de overheid is dat per 1<br />

januari verplicht gesteld. In Scandinavische landen is die stap<br />

vijf jaar eerder gezet en wordt zestig tot zeventig procent van<br />

alle facturen digitaal verzonden. “Die tendens verwacht ik in<br />

Nederland ook.” Een andere belangrijke ontwikkeling is dat de<br />

banken per 1 januari 2018 hun systemen beschikbaar moeten<br />

stellen voor derden. “Banktransacties binnenhalen gaat waarschijnlijk<br />

realtime gebeuren.” Het effect is dat het voeren van<br />

administraties uiteindelijk verdwijnt en dat administraties ook<br />

zeven dagen per week, 24 uur per dag ‘bij’ zullen zijn,” voorspelt<br />

Tsang. “Dat is ook nodig, wil je naar een andere interval<br />

van jaarrekeningen gaan.”<br />

Kunstmatige intelligentie<br />

Een andere ontwikkeling die het vak gaat veranderen, is<br />

kunstmatige intelligentie. “Nu bevat de administratie toch<br />

nog menselijke fouten, zoals typefouten of interpretatiefouten.<br />

Dat gaat verdwijnen, doordat de computers zo slim en gestandaardiseerd<br />

zijn, dat fouten automatisch worden gecorrigeerd.<br />

Daarvan is de doorbraak dichterbij dan blockchain.”<br />

De gevolgen worden onderschat doordat alle ontwikkelingen<br />

niet in onderlinge samenhang worden bezien, denkt Tsang. “Ik<br />

vraag me altijd af ‘moet ik ze optellen of vermenigvuldigen?’.<br />

Combineer je de automatisering van de invoer met blockchain,<br />

dan ga je naar heel andere systemen.”<br />

Tsang heeft niet het gevoel dat de meeste kantoren enig idee<br />

hebben van wat er op hen afkomt. “Bepaalde kantoren hebben<br />

vandaag pas door dat er iets speelt op het gebied van SBR.”<br />

Wat hem doet verzuchten: “Het is een conservatief beroep.<br />

Ontwikkelingen duren even. SBR heeft ook vijf à tien jaar<br />

geduurd. Gelukkig is de Nederlandse ondernemer ook conservatief.”<br />

Met blockchain zal het ook vijf tot tien jaar duren,<br />

voordat het in de markt is. “Het zit aan het begin van de innovatiecyclus.”<br />

Banenverlies<br />

“Als we zo naïef zijn om te denken dat de ontslaggolf aan onze<br />

sector voorbijgaat, slaan we de plank mis met elkaar. Het weg<br />

automatiseren van banen gaat ook in de accountancy gebeuren,”<br />

is de stellige overtuiging van Tsang. De enige reden dat<br />

de kaalslag aan banen nog niet heeft plaatsgevonden, is dat<br />

een aantal deelprocessen complexer zijn, meent hij. “Maar het<br />

wordt nog wel spannend.” Het betekent niet dat hij pessimistisch<br />

is. “We gaan wel andere dingen verzinnen om werk te<br />

creëren. Je moet het niet als een doemscenario zien.” ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


14<br />

Wijzigingen in de Wwft: een risicoanalyse<br />

De internationale, grensoverschrijdende context en het feit dat criminelen continu op zoek zijn naar nieuwe kwetsbare plekken om<br />

geld wit te wassen, leiden tot voortdurende vernieuwing en aanscherping van anti-witwasregelgeving. <strong>NOAB</strong>-leden, maar bijvoorbeeld<br />

ook notarissen en accountants, hebben geen andere keuze dan mee te gaan met deze ontwikkelingen, en hun interne procedures<br />

hierop nader in te richten.<br />

Door: Jurjan Geertsma en Yvette Hermans<br />

Op 5 juni 2015 is door het Europese Parlement de vierde Europese<br />

Anti-witwasrichtlijn aangenomen. Nederland, en andere<br />

lidstaten, dienen deze op 26 juni <strong>2017</strong> in nationale regelgeving<br />

geïmplementeerd te hebben. Minister Dijsselbloem heeft hiertoe<br />

op 4 juli 2016 het concept wetsvoorstel ter consultatie gepubliceerd.<br />

De voorgestelde wijzigingen beogen de Wwft beter<br />

te laten aansluiten bij de Europese witwaswetgeving, maar ook<br />

tegemoet te laten komen aan door de Financial Action Task<br />

Force gesignaleerde tekortkomingen.<br />

Consultatieronde<br />

De consultatieronde is sinds 16 augustus 2016 gesloten, maar<br />

heeft tot op heden niet geleid tot een wetsvoorstel. De verwachting<br />

is ook niet dat Nederland de implementatietermijn<br />

zal redden. Het concept wetsvoorstel beoogt de wet- en regelgeving<br />

omtrent witwassen en terrorismefinanciering te vernieuwen<br />

en waar nodig aan te scherpen. Met de nieuwe wet- en<br />

regelgeving en aanhoudende aandacht van toezichthouders<br />

wordt voorkomen dat Nederlandse financiële instellingen (onbedoeld)<br />

een faciliterende rol spelen bij onder meer witwassen,<br />

terrorismefinanciering of overtredingen van de sanctieregelgeving.<br />

Vier kernverplichtingen Wwft<br />

Instellingen die onder de reikwijdte van de Wwft vallen, dienen<br />

te voldoen aan vier kernverplichtingen:<br />

1. het op basis van een risicoafweging verrichten van een gedegen<br />

– standaard, vereenvoudigd of verscherpt – cliëntenonderzoek;<br />

2. het melden van ongebruikelijke transactie bij de Financial<br />

Intelligence Unit (FIU);<br />

3. het aanbieden van periodieke opleidingen aan medewerkers<br />

zodat ze in staat zijn ongebruikelijke transacties te herkennen<br />

en een cliëntenonderzoek goed en volledig uit te voeren;<br />

en<br />

4. het adequaat vastleggen van de resultaten van de risicobeoordeling<br />

om op verzoek te verstrekken aan de toezichthouders.<br />

Met deze vier kernverplichtingen beoogt de wetgever de integere<br />

bedrijfsvoering te bewaken en te bevorderen en te voorkomen<br />

dat dienstverlenende instellingen (en/of personen) bewust<br />

of onbewust betrokken raken bij het witwassen van geld.<br />

Dienstverlenende instellingen, waaronder administratiekantoren<br />

en belastingadviseurs, fungeren hierbij als poortwachters<br />

die de integriteit, stabiliteit en reputatie van de financiële<br />

sector beschermen. Van de poortwachter wordt een actieve<br />

houding verwacht.<br />

‘Uw dienstverlening kan ge- of<br />

misbruikt worden voor ongure<br />

transacties’<br />

De aanstaande Wwft zal voortbouwen op de bestaande verplichting<br />

om cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke<br />

transacties te melden. Hierbij moet nog meer dan voorheen<br />

worden uitgegaan van een risicogebaseerde benadering. In het<br />

licht van deze benadering wordt onder de aanstaande Wwft<br />

geacht dat instellingen zelf, op grond van risicofactoren, een<br />

risicoanalyse maken van de risico’s die bepaalde cliënten en/of<br />

transacties met zich meebrengen en daar vervolgens concreet<br />

een risicocijfer aan hangen op grond waarvan effectieve maatregelen<br />

moeten worden getroffen. De instellingen, producten<br />

en diensten die onder de huidige Wwft in aanmerking komen<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


15<br />

voor een vereenvoudigd cliëntenonderzoek komen hiermee te<br />

vervallen. De risicogebaseerde benadering bestaat dus voornamelijk<br />

uit open normen die de instellingen zelf dienen in te<br />

vullen. Dit betekent te meer dat de administratiekantoren en<br />

belastingadviseurs moeten acteren. Niet alleen voor de cliënt,<br />

maar ook voor de instellingen geldt ‘show me’ in plaats van<br />

‘trust me’.<br />

Toezicht op naleving Wwft<br />

Ook beroepsvereniging <strong>NOAB</strong> en toezichthouder Bureau<br />

Financieel Toezicht (BFT) verscherpen de aandacht voor naleving<br />

van de Wwft. De <strong>NOAB</strong> toetst bijvoorbeeld bij de kwalificatie<br />

(toelating tot het <strong>NOAB</strong>-lidmaatschap) en de herkwalificatie<br />

(periodieke controle op de kwaliteitseisen) op naleving<br />

van de Wwft, en houdt <strong>NOAB</strong>-leden door middel van cursussen,<br />

e-learnings en nieuwsbrieven op de hoogte van de Wwftverplichtingen,<br />

jurisprudentie, de toekomstige ontwikkelingen<br />

en de trends in handhaving.<br />

Het BFT heeft eind 2016, door het versturen van informatiebrieven<br />

met een toelichting op de Wwft en online-vragenlijsten<br />

aangekondigd, de bewustwording rond wet- en regelgeving te<br />

stimuleren. Ook toetst het BFT op basis van een regulier onderzoek<br />

dan wel een risicogericht onderzoek de naleving van<br />

wet- en regelgeving. Aandachtspunten van BFT zijn opzet en<br />

bestaan van risicobeleid, opgestelde risicoprofielen per cliënt,<br />

cliëntacceptatieprocedures (incl. identificatie en verificatie van<br />

UBO en PEP), dossieropbouw, interne controlemaatregelen,<br />

opleidingen en trainingen aan het personeel en het treffen van<br />

maatregelen in de betalingsorganisatie.<br />

Rechtspraak<br />

De gevolgen van niet-correcte uitvoering van de Wwft blijken<br />

onder meer uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den<br />

Haag van 28 oktober 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:11828).<br />

Een belastingadviseur die zelfstandig en onafhankelijk beroepsactiviteiten<br />

uitoefent, en heeft nagelaten om ongebruikelijke<br />

transacties onverwijld te melden nadat het ongebruikelijke<br />

karakter van die transactie bekend was geworden, is<br />

veroordeeld tot een geldboete van € 30.000, waarvan € 10.000<br />

voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.<br />

‘De wetgever kent instellingen<br />

onder de Wwft een<br />

poortwachtersfunctie toe’<br />

Hoofdpunten uit het concept Wetswijziging Wwft:<br />

• Verscherping en uitbreiding van de risicogebaseerde benadering.<br />

• Instellingen dienen een risicoanalyse te maken met het bijpassende cliëntenonderzoek.<br />

• Wegvallen van de verwijzing naar het vereenvoudigd cliëntenonderzoek.<br />

• Verruiming van definities: het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse<br />

politically exposed person (PEP) komt te vervallen. Het Ultimate<br />

Beneficial Owner (UBO) percentage van 25% + 1 wordt slechts een<br />

indicatie dat betrokken persoon kwalificeert als UBO en, indien er geen<br />

duidelijke UBO aanwezig is, moet minimaal één persoon behorend tot het<br />

hoger leidinggevend personeel genoteerd worden als UBO. Gevolg van deze<br />

verruimde definities is dat meer gegevens verzameld moeten worden, en<br />

waarschijnlijk meer klanten onder het verscherpt cliëntenonderzoek vallen.<br />

• Er komt een centraal UBO-register waarbij iedere juridische entiteit en vennootschappen<br />

opgericht naar Nederlands recht verplicht worden om hun<br />

UBO te registreren.<br />

• Er wordt een bestuursrechtelijk kader geïntroduceerd voor het sanctioneren<br />

van overtredingen: hogere boetes, intrekken vergunning en waarschuwing<br />

of publieke verklaring vervaardigen indien een instelling een overtreding<br />

van de Wwft begaat.<br />

De rechtbank achtte de belastingadviseur een instelling in<br />

de zin van de Wwft waarop de verplichting rust om een ongebruikelijke<br />

transactie te melden. De belastingadviseur had<br />

bij de bepaling of de transacties een ongebruikelijk karakter<br />

hadden, gebruik kunnen maken van de objectieve en subjectieve<br />

meldingsindicatoren die, naar de ervaring leert, duiden<br />

op witwassen van opbrengsten van misdrijven. Indicatoren<br />

waren bijvoorbeeld de ongebruikelijke aard en de uitvoering<br />

van de transacties, het ongebruikelijke betaalverkeer, de voorkeur<br />

voor contant geld, betalingen zonder factuur of zonder<br />

overeenkomst en de discrepantie tussen de jaarrekening en de<br />

onderliggende stukken.<br />

Verweren als ‘ik ben niet op de hoogte van toepasselijke regelgeving’,<br />

‘de regelgeving is pas enkele jaren van toepassing’<br />

of ‘er heeft veel verwarring bestaan rondom de regelgeving’<br />

doen niet af aan de verantwoordelijkheid om te voldoen aan de<br />

Wwft. In beginsel wordt er van burgers en ondernemingen verwacht<br />

dat ze op de hoogte zijn van toepasselijke regelgeving.<br />

Daarnaast mag van personen die beroeps- of bedrijfsmatig activiteiten<br />

uitoefenen, verwacht worden dat ze bekend zijn met<br />

het terrein waarop zij zich begeven.<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


16<br />

Daarnaast benadrukt Rechtbank Amsterdam d.d. 30 juni 2016<br />

(ECLI:NL:RBAMS:2016:3965 en ECLI:NL:RBAMS:2016:3968)<br />

nog dat de verplichtingen uit de Wwft, in het geval van een<br />

belastingadviseur die activiteiten verricht in het kader van een<br />

organisatorische eenheid, rust bij de organisatorische eenheid.<br />

Het kantoor wordt als instelling aangemerkt en kan strafrechtelijk<br />

worden vervolgd. Een goed kantoorbeleid om dergelijke<br />

misstappen te voorkomen is dus essentieel.<br />

‘Blijf scherp’<br />

Het is belangrijk om te realiseren dat de rechter, om te bepalen<br />

of de transactie een ongebruikelijk karakter heeft en dus<br />

moet worden gemeld, toetst aan (subjectieve) indicatoren die<br />

vermeld staan in het Uitvoeringsbesluit Wwft en de richtlijnen<br />

van toezichthouders. Aan de hand van deze subjectieve<br />

indicatoren kan worden vastgesteld of er aanleiding is om te<br />

veronderstellen dat zij verband kunnen houden met witwassen<br />

of het financieren van terrorisme. Het is daarom belangrijk dat<br />

administratiekantoren en belastingadviseurs zelf ook expliciet<br />

toetsen aan deze indicatoren.<br />

Maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />

De Wwft is, gezien de huidige ontwikkelingen, onderhevig aan<br />

veel veranderingen. Wij willen benadrukken dat de wetgever<br />

aan instellingen die onder de Wwft werkzaamheden uitvoeren<br />

een poortwachtersfunctie heeft toegekend. Op grond daarvan<br />

rust op de Wwft-instellingen een belangrijke maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid. Het is van belang om als instelling continu<br />

op de hoogte te zijn van verplichtingen, jurisprudentie,<br />

toekomstige ontwikkelingen, en trends in toezicht en handhaving.<br />

En dit dient ook onder de aandacht te worden gebracht bij<br />

werknemers. Onvoldoende naleving van de Wwft maakt een<br />

instelling kwetsbaar. Het is voor de poortwachter van belang<br />

dat hij zichzelf ook adequaat bewapent.<br />

Mr. Jurjan Geertsma en Yvette Hermans zijn als partner resp.<br />

paralegal verbonden aan JahaeRaymakers te Amsterdam.<br />

Cursus volgen?<br />

Schrijf u in voor de cursus Wwft in de praktijk op 19 april, 11 mei of 22 mei.<br />

Meer informatie en aanmelden op www.noab.nl/educatie<br />

Steviger in<br />

mijn rol als<br />

adviseur!<br />

<br />

ADMINISTRATIE SNEL STARTEN RELATIES FACTUREN BOEKHOUDEN ARTIKELEN GARAGE RAPPORTAGE<br />

Inkopen Verkopen Boekhouden Bankieren Klanten Leveranciers Artikelen Voertuigen Instellingen Help<br />

Facturen Boekhouden Relaties Artikelen Garage Instellingen Ondersteuning<br />

Boekhouden<br />

Dagboek 1000: Kas<br />

Dagboek 1100: ABN-AMRO bank<br />

Sorteren Opslaan<br />

Annuleren Verwijderen<br />

Dhr. Ondernemer Uitloggen<br />

Dagboek<br />

1300 Debiteuren<br />

Dagboek 1110: RABO bank<br />

Dagboek 1200: Postbank<br />

Algemeen<br />

Incassomachtiging<br />

eindsaldo 2016<br />

voor boeking<br />

9.560,23<br />

9.232,13<br />

Dagboek 1300: Verkoop<br />

Nieuwe boeking<br />

Zoeken in 2016 (tik hier een trefwoord in)<br />

Boekingsdatum 19-05-2016<br />

Boekstuk<br />

na boeking 9.560,23<br />

2016<br />

Mei<br />

19-05-2016 Hotel de Bruijn<br />

Klant 10665<br />

Betalingstermijn 0<br />

Hotel de Bruijn, ARNEMUIDEN, 0118-769200<br />

19-05-2016 Athena<br />

Factuurnummer 730070<br />

19-05-2016 Acis<br />

2015<br />

Dagboek 1500: Inkoop<br />

Omschrijving Hotel de Bruijn<br />

Bedrag 328,00<br />

Dagboek 2100: Tussenrekening balans<br />

Dagboek 2250: Geldlade balie<br />

Dagboek 2251: Geldlade magazijn<br />

Aantal bijlagen: 0<br />

Dagboek 9990: Memoriaal<br />

Nieuw Dagboek<br />

Zoeken (uitgebreid)<br />

Omschrijving Grootboekrekening<br />

Kostenplaats Btw Credit<br />

Hotel de Bruijn<br />

3003 Voorraad Tuinartikelen<br />

Geen<br />

43,00<br />

Hotel de Bruijn<br />

7003 Kostprijs Omzet Tuinartikelen<br />

1 Winkelverkoop (voor sjabloon Balie)<br />

Geen<br />

75,00<br />

Hotel de Bruijn<br />

8003 Verkopen Tuinartikelen<br />

1 Winkelverkoop (voor sjabloon Balie)<br />

Hoog<br />

210,10<br />

Grootboek<br />

Btw af te dragen<br />

Verschil<br />

3003 Voorraad Tuinartikelen<br />

eindsaldo 2016 9.560,23<br />

voor boeking 9.232,13<br />

na boeking 9.560,23<br />

1 laag (6%)<br />

2 hoog (21%)<br />

3 overig (0%)<br />

44,12<br />

0,00<br />

Plaatsen<br />

U bent ingelogd op het SnelStart Services Platform<br />

Met SnelStart heeft u een krachtige oplossing in handen om ondernemers te ondersteunen.<br />

U en uw klant werken samen in een online administratie. Zo kunt u makkelijk controles uitvoeren én advies geven.<br />

Nieuwe klanten toevoegen gaat zeer eenvoudig. Probeer het vandaag nog!<br />

www.snelstart.nl/accountants<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


17<br />

Kantoor in beeld<br />

‘Communicatie is ons vak’<br />

Knape Administratie-Belastingconsulenten in Maasdam is een familiebedrijf pur sang. Enthousiasme, gedrevenheid, kennis van de<br />

klant, maar ook vertrouwen en zekerheid bieden, dát is waar Knape voor staat. En ja, bijzonder is wel dat oprichter Jaap Knape, 73<br />

jaar inmiddels, nog steeds binnen het kantoor actief is.<br />

Door: Henk Poker<br />

Het begon allemaal in 1968, toen Jaap een eigen administratiekantoor<br />

startte. Met potlood en gum werd bij klanten thuis de<br />

kolommenbalans opgemaakt. “En daarna moest ik vaak meeeten,”<br />

herinnert Jaap zich. Hij leerde daardoor de klant goed<br />

kennen en dat is, zo vindt hij, nog altijd het sterke punt van<br />

het kantoor. “We kennen onze klanten, willen de onderneming<br />

zien, hun achtergrond weten en dat wordt nog altijd op prijs<br />

gesteld.”<br />

Eigen keuze<br />

Zoon Hugo en dochter Krista zijn inmiddels al jarenlang binnen<br />

het kantoor actief. “We zijn nooit gepusht, het was onze<br />

eigen keuze,” zeggen ze in koor. Beiden waren aanvankelijk<br />

actief in andere branches, maar maakten uiteindelijk de overstap<br />

naar het familiebedrijf. “Vooral het contact met de klanten<br />

spreekt ons aan. Naar elkaar luisteren en gezamenlijk komen<br />

tot de beste oplossing, daar gaat het om. Ja, communicatie is<br />

een vak en dat ligt ons goed.”<br />

Dat betekent niet dat Knape met elke klant in zee gaat. “We<br />

zeggen ook wel eens ‘nee’ tegen een potentiële klant, dat doet<br />

pijn, maar pakt uiteindelijk vaak goed uit,” vertelt Hugo. De<br />

aanpak is vooral een gevolg van de cursus MKB Ondernemerscoach<br />

die bij <strong>NOAB</strong> werd gevolgd. “Daar hebben we geleerd<br />

anders naar klanten te kijken,” legt Krista uit. “Door de<br />

kennis die we daar hebben opgedaan zijn we ons anders gaan<br />

gedragen. We waren vooral zender, maar zijn nu vooral ontvanger<br />

geworden. Luister goed naar wat de klant wil, wie hij<br />

is. Dan krijg je signalen waar je veel aan hebt.”<br />

Optimaliseren<br />

“De cursus heeft ons ook geleerd een keuze te maken welke<br />

kant we willen opgaan,” vervolgt Krista. “Willen we veel produceren<br />

tegen een lage prijs of het klantenbestand verder optimaliseren<br />

en de diepgang in de relatie opzoeken? Wij hebben<br />

voor dat laatste gekozen en daar hebben we geen moment spijt<br />

van gehad.”<br />

Fotografie: Taul tolenaar<br />

Krista, Jaap en Hugo Knape<br />

“Met onze aanpak zitten we vooral bij onze klanten en dat<br />

maakt het werk ook zo leuk,” vult ze aan. “<strong>NOAB</strong> heeft ons<br />

daarbij prima op weg geholpen.”<br />

Verbouwing<br />

Om de positieve gevolgen van de gemaakte keuzes te onderstrepen,<br />

gaat Knape binnenkort verbouwen. “We hebben een<br />

pand dat we niet optimaal benutten,” legt Hugo uit. “Het wordt<br />

tijd dat we dat veranderen. Het leuke is dat de architect heeft<br />

gevraagd naar onze missie en kernwaarden, dat gaan we straks<br />

ongetwijfeld terugzien in het ontwerp.”<br />

Of Jaap het allemaal nog gaat meemaken? “Ik denk het wel,<br />

alhoewel ik ga afbouwen.” Jaap werkt nu nog drie dagen per<br />

week. “Maar, dat gaan er op korte termijn minder worden.”<br />

Knape is dan ook op zoek naar nieuwe medewerkers, maar gemakkelijk<br />

is dat niet. Hugo: “We hebben steeds hoger opgeleid<br />

personeel nodig, met name vanwege de automatisering. Dat is<br />

niet eenvoudig en het zou op termijn verdere groei zelfs in de<br />

weg kunnen staan. Wij hebben namelijk nog heel veel plannen,<br />

méér dan we nu kunnen uitvoeren.”<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


18<br />

Belastingdienst onder vuur<br />

Er is het afgelopen jaar veel misgegaan bij de Belastingdienst. De belastingmoraal is in het gedrang, wordt van verschillende kanten<br />

geconstateerd. De bond van hogere ambtenaren bij het ministerie van Financiën trekt aan de noodrem. De Commissie onderzoek<br />

Belastingdienst stelt in haar rapport dat ‘de continuïteit van de inning van belasting’ gevaar loopt.<br />

Door: Hans Pieters<br />

In 2015 startte de Belastingdienst een ingrijpend meerjarig<br />

veranderprogramma: de Investeringsagenda. Met als doel:<br />

‘een organisatie die beter, goedkoper en meer ‘in control’ is.’<br />

De rationale achter de Investeringsagenda is een verbeterde<br />

dienstverlening. Er gaat steeds meer tijd verloren aan klachten,<br />

bezwaren, telefonie en foutherstel. De tijd die dit kost gaat<br />

ten koste van de capaciteit op het toezicht. Een toelichting beschrijft<br />

de gevolgen hiervan: ‘Minder capaciteit voor toezicht<br />

betekent dat er minder belastinggeld binnenkomt doordat er<br />

minder controles kunnen worden uitgevoerd. Maar ook dreigt<br />

de naleving geleidelijk af te brokkelen door afnemend vertrouwen<br />

in de Belastingdienst als efficiënte handhavingsorganisatie’<br />

(belastingdienst-in-beeld.nl/themas/investeringsagendabelastingdienst/).<br />

‘De dienst en haar medewerkers<br />

verkeren al jaren in woelig<br />

vaarwater’<br />

De dienst en haar medewerkers verkeren al jaren in woelig<br />

vaarwater door verouderde computersystemen en complexe<br />

wetgeving die moeilijk uitvoerbaar is, zo constateert de Commissie<br />

onderzoek Belastingdienst rapporten aan de hand van<br />

onder meer de Algemene Rekenkamer.<br />

Horizontaal Toezicht<br />

De oplossing wordt gezocht in modernisering van de interactie<br />

met burgers en bedrijven. De Belastingdienst stuurt 150 miljoen<br />

brieven per jaar. Die communicatie moet in de toekomst<br />

plaatsvinden via een webportal. Een tweede richting is ‘informatiegestuurde<br />

handhaving’. Dit is al kleinschalig in gang gezet<br />

met de introductie van horizontaal toezicht. Onderdeel van<br />

de Investeringsagenda is een reorganisatie waarbij ongeveer<br />

5.000 functies verdwijnen, vormgegeven in de vorm van een<br />

vrijwillige vertrekregeling, en er tegelijkertijd ongeveer 1.500<br />

andersoortige functies bij komen.<br />

Anderhalf jaar later lijkt de Belastingdienst vooral ‘out of control’.<br />

De voorwaarden voor de vrijwillige vertrekregeling zijn<br />

zo soepel, dat ruim twintig procent van de medewerkers van<br />

de Belastingdienst zich voor de regeling meldt. Vooral de beter<br />

betaalde, hoogopgeleide medewerkers melden zich, terwijl de<br />

regeling met name bedoeld was om medewerkers met administratieve<br />

functies te vervangen.<br />

Onder curatele<br />

Begin oktober barst de bom. Wiebes moet in een brief aan de<br />

Tweede Kamer diep door het stof. De Belastingdienst wordt<br />

onder curatele gesteld. Een tweekoppige commissie krijgt naar<br />

aanleiding van de uit de hand gelopen vertrekregeling opdracht<br />

om onderzoek te doen naar de besluitvorming binnen de Belastingdienst.<br />

Halverwege december slaat de Vereniging van<br />

Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF)<br />

terug met een open brief met als aanhef ‘Belastingdienst door<br />

het ijs’. De brief somt de gevolgen van de reorganisatie op: de<br />

dienstverlening aan de burger komt in het gedrang, het individuele<br />

toezicht bij grote ondernemingen raakt ver weg en de<br />

controledichtheid bij het mkb zakt misschien wel naar slechts<br />

20.000 van de 1,6 miljoen ondernemingen.<br />

Bezuinigen op de Belastingdienst is in de woorden van de<br />

VHMF ‘penny-wise and pound-foolish’. Nog minder rechtshandhaving<br />

zal de belastingmoraal verder ondermijnen en de<br />

tax gap verder doen toenemen, waarschuwen de ambtenaren.<br />

De tax gap is de optelsom van belastinggelden die niet kunnen<br />

worden geïnd, gemist worden door onvolledige of onjuiste aangiften<br />

(nalevingstekort) of onbekend zijn omdat de verschuldigde<br />

belastingen volledig buiten zicht zijn (‘dark number’).<br />

Het ministerie van Financiën heeft geen inzicht in de omvang<br />

van de totale tax gap in Nederland, met uitzondering van de<br />

btw. Staatssecretaris Wiebes acht het berekenen van de tax gap<br />

weinig zinvol, heeft hij de Tweede Kamer laten weten in de<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


19<br />

J.L.M. Gribnau<br />

15e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst. Hij houdt liever<br />

vast aan jaarlijkse steekproeven (bottom up-benadering) op<br />

de aangiften van particulieren en mkb-ondernemingen, om zo<br />

de nalevingstekorten in beeld te brengen.<br />

Toch is er wel degelijk een percentage voorhanden. Volgens<br />

internationale schattingen, onder meer in opdracht van de<br />

OECD, was in Nederland in 2015 sprake van een schaduweconomie<br />

van circa negen procent van het bruto binnenlands<br />

product (het gemiddelde voor de gehele EU: 18,3%). Het gaat<br />

om het bedrag waarover geen belastingen worden afgedragen<br />

en betaald. Het gaat hierbij om de heffingsgrondslag, niet het<br />

gemiste bedrag (tax gap) aan belastingen.<br />

Boekenonderzoek<br />

Terug naar de brandbrief van de VHMF. In 2015 deed de Belastingdienst<br />

26.000 boekenonderzoeken, 12.000 minder dan<br />

in 2014 en bijna 58.000 minder dan in 1996. De pakkans is<br />

klein, constateert hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars<br />

in een Brandpunt-rapportage over de misstanden in de Amsterdamse<br />

horeca van 6 december 2016. “Feitelijk wordt bijna<br />

niet gecontroleerd. Tot mijn grote spijt en ergernis. Vroeger<br />

was het zo dat je om de vijf jaar een controle kreeg, maar die<br />

frequentie haalt de Belastingdienst niet meer. Kennelijk maakt<br />

de Belastingdienst daar een andere afweging.” Tot zijn grote<br />

ergernis. “Je weet dat er een zwarte sector is terwijl andere<br />

mensen keurig belasting betalen en feitelijk meer betalen dóór<br />

dat zwarte circuit.”<br />

De Brandpunt-rapportage legt bloot hoe een gebrek aan controle<br />

de belastingmoraliteit ondermijnt. Een klokkenluider die<br />

bot vangt bij instanties als de Belastingdienst en de Inspectie<br />

SZW geeft inzicht over moderne slavernij in de horeca, waarbij<br />

werknemers het overgrote deel van het salaris zwart krijgen<br />

uitbetaald en ook nog eens onder het minimumloon. Kavelaars<br />

bevestigt het geschetste beeld in de rapportage. “Uit officiële<br />

cijfers blijkt dat gemiddeld 10% van de omzet van de horeca<br />

zwart is. Het zijn dus zeker geen incidenten. Hoe meer contant<br />

wordt betaald in de sector, hoe makkelijker het is om die gelden<br />

aan het oog te onttrekken.” De klokkenluider en anderen<br />

denken dat het percentage drie, vier keer zo hoog ligt bij sommige<br />

horecazaken.<br />

Door het personeel zwart uit te betalen, hoeven eigenaren onder<br />

meer geen loonbelasting te betalen. Kavelaars maakt een<br />

rekensom. De omzet in de horeca is ongeveer 15 miljard euro.<br />

Tien procent fraude betekent dat over 1,5 miljard euro geen<br />

btw en winst- en loonbelasting wordt betaald en geen sociale<br />

premies worden afgedragen. “Dat leidt tot een som van 275<br />

miljoen euro op jaarbasis.” Het bedrag dat we als samenleving<br />

aan inkomsten mislopen.<br />

‘Feitelijk wordt bijna niet<br />

gecontroleerd’<br />

Het Financieele Dagblad constateert in het hoofdredactionele<br />

commentaar van 18 januari <strong>2017</strong> dat de aanpak van belastingontduiking<br />

het sluitstuk is van het belastingstelsel. Aanleiding<br />

is de aankondiging van staatssecretaris Wiebes van Financiën<br />

dat het is gedaan met de coulance voor zwartspaarders. Het<br />

FD stelt in haar commentaar dat het rechtvaardigheidsgevoel<br />

erodeert door een groeiend verschil in belastingdruk. De krant<br />

geeft drie voorbeelden: belastingontwijking door multinationals<br />

en de maatschappelijke verontwaardiging die ontstaat als<br />

miljardenbedrijven nauwelijks bijdragen aan de overheidskas;<br />

het veronderstelde rendement op vermogen in box 3 en tot slot<br />

het groeiende verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners.<br />

Het eerste punt wordt ondersteund door onderzoek van<br />

Motivaction in opdracht van ActionAid. Hieruit blijkt dat 78%<br />

van de Nederlanders het onrechtvaardig vindt dat zij zelf netjes<br />

belasting betalen terwijl internationale bedrijven dat niet doen.<br />

‘Fair share’<br />

Prof. mr. dr. J.L.M. Gribnau gebruikt de term ‘fair play’ om de<br />

rechtvaardigheid van belastingen te omschrijven. In het artikel<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


When you have to be right<br />

When you have to be right<br />

Verrassend<br />

Verrassend<br />

compleet<br />

compleet<br />

Verrassend<br />

Verrassend<br />

Voordelig<br />

Voordelig<br />

KBP Online is hét alles-in-een aangiftepakket in de cloud. Verrassend compleet en<br />

KBP voordelig, Online met is hét alle alles-in-een biljetsoorten aangiftepakket voor IB en Vpb, in inclusief de cloud. Uitstel, Verrassend Toeslagen, compleet VA, VIA, en SBA’s<br />

voordelig, en optionele met modules alle biljetsoorten voor accordering voor IB en en KvK-deponering. Vpb, inclusief Uitstel, Werk Toeslagen, waar en wanneer VA, VIA, u SBA’s wilt.<br />

en optionele modules voor accordering en KvK-deponering. Werk waar en wanneer u wilt.<br />

Probeer<br />

Probeer gratis!<br />

gratis!<br />

KBP Online: hét digitale<br />

KBP Online: hét digitale<br />

alles-in-een aangiftepakket<br />

alles-in-een aangiftepakket<br />

Gemak en besparing<br />

Gemak KBP Online en besparing is het voordeligste aangiftepakket in de cloud, waardoor u al snel honderden euro’s bespaart.<br />

KBP Bovendien Online kunt is het u voordeligste KBP Online koppelen aangiftepakket andere in software. cloud, waardoor Importeer u al jaarrekeninggegevens snel honderden euro’s bijvoorbeeld bespaart.<br />

Bovendien uit Twinfield kunt of Exact. u KBP En Online koppel koppelen als <strong>NOAB</strong>-lid aan andere uw KBP software. Importeer direct aan jaarrekeninggegevens uitgebreide vakinformatie bijvoorbeeld rond de<br />

uit aangifte Twinfield met of uw Exact. <strong>NOAB</strong> En inlog koppel voor als FiscaalPlus! <strong>NOAB</strong>-lid uw KBP software direct aan uitgebreide vakinformatie rond de<br />

aangifte met uw <strong>NOAB</strong> inlog voor FiscaalPlus!<br />

Vraag nu een gratis demo aan via www.kbpaangiftesoftware.nl<br />

Vraag Voor meer nu een informatie gratis demo kunt aan u bellen via www.kbpaangiftesoftware.nl<br />

naar 0570 - 67 34 44.<br />

Voor meer informatie kunt u bellen naar 0570 - 67 34 44.<br />

www.wolterskluwer.nl<br />

www.wolterskluwer.nl


21<br />

‘Fiscale ethiek in de boardroom’, gepubliceerd in het vakblad<br />

Taks Assurance, noemt hij het niet bijdragen, niet een ‘fair<br />

share’ betalen, een gebrek aan fair play jegens andere belastingplichtigen,<br />

mkb-ondernemers en burgers: ‘De maatschappij<br />

is immers een samenwerkingsverband. (…) De meeste mensen<br />

zullen er (…) geen moeite mee hebben als een onderneming de<br />

fiscaal voordeligste weg bewandelt. Maar waar zij wel moeite<br />

mee hebben is als het resultaat is dat de onderneming niets of<br />

bijna niets betaalt, dat er volstrekt geen fair share wordt bijgedragen.’<br />

Eerlijke belastingheffing gaat niet alleen over of een constructie<br />

legaal is en theoretisch te verdedigen, betoogt econoom<br />

Martin van Geest en auteur van Het Belastingparadijs in een<br />

opiniestuk in de Volkskrant: “Het betekent ook dat een bedrijf<br />

meebetaalt aan de overheidsdiensten waar het van profiteert in<br />

plaats van gratis mee te liften. Want als Starbucks niet betaalt,<br />

moeten wij, Jan Modaal, en het Nederlandse bedrijfsleven<br />

meer betalen.” Als de verschillen tussen belastingplichtigen te<br />

groot worden, gaat dit kortom ten koste van de bereidheid om<br />

belasting te betalen.<br />

Belastingmoraal<br />

De fiscus meet de belastingmoraal aan de hand van een drietal<br />

stellingen:<br />

• Nederlanders vinden belastingontduiking over het algemeen<br />

niet acceptabel.<br />

• Mensen in mijn omgeving zouden het sterk afkeuren als ik<br />

mijn belastingverplichtingen niet zou nakomen.<br />

• Ik zou me schuldig voelen als ik niet mijn volledige deel aan<br />

belastingen zou betalen.<br />

Op een schaal van nul (zwak) tot vijf (sterk) scoort de belastingmoraal<br />

3,9. Gemiddeld vindt 85% het (volstrekt) onaanvaardbaar<br />

als iemand doelbewust fraudeert en belasting ontduikt<br />

of een te hoog bedrag aan toeslagen probeert te krijgen.<br />

Veruit de meeste belastingplichtigen ervaren het Nederlandse<br />

belastingstelsel als rechtvaardig. Dit is nodig voor een goede<br />

belastingmoraal. Uit onderzoek van de Belastingdienst blijkt<br />

dat 43% van de belastingplichtigen vindt dat men vooral iets<br />

bijdraagt door belasting te betalen, 36% dat men vooral iets afstaat.<br />

Ruim één op de vijf (21%) is van mening dat er iets wordt<br />

afgenomen. Dit komt overeen met cijfers van onderzoeksbureau<br />

Motivaction. De helft van de Nederlanders heeft geen<br />

moeite met het betalen van belasting. Een gelijk percentage<br />

van de mensen probeert zo min mogelijk belasting te betalen.<br />

Zelfregulering<br />

Terug naar de horeca en de uitzonderingspositie voor internationale<br />

bedrijven. Brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland<br />

moet knarsetandend aanzien dat voor Airbnb andere<br />

regels lijken te gelden, laat KHN-woordvoerder Joris Prinssen<br />

aan het AD weten. Hij noemt het ‘gewoon een multinational<br />

uit San Francisco waar miljarden in gepompt zijn’: “Ze betalen<br />

in Nederland geen belastingen, trekken zich niets aan van vergunningen,<br />

voegen nauwelijks iets toe aan de werkgelegenheid<br />

en blijven buiten de regels voor hygiëne of brandveiligheid.”<br />

De bouw, een andere branche waar een deel van de bedrijven<br />

het niet zo nauw neemt met de (fiscale) regels, neemt het heft<br />

zelf in handen. Enkele grote bouwbedrijven vragen de koepel<br />

Bouwend Nederland om aangescherpte zelfregulering. De bedrijven<br />

willen een eigen ‘nalevingspolitie’ oprichten, die moet<br />

optreden tegen cao-ontduiking en uitbuiting van zzp’ers.<br />

Belastingopbrengsten<br />

De belangrijkste aanbeveling van de Commissie onderzoek<br />

Belastingdienst betreft het borgen van de continuïteit van de<br />

uitvoering van de belastingwetten. De commissie constateert<br />

dat de vertrekregeling niet synchroon loopt met de beoogde<br />

wijzigingen in de dagelijkse werkprocessen als gevolg van de<br />

Investeringsagenda. Wat dat betreft is er niets nieuws onder<br />

de zon. In haar onderzoek naar Horizontaal Toezicht waarschuwde<br />

de Commissie Stevens in 2012 in haar conclusie al dat<br />

‘nieuwe taakstellingen, zolang ze niet gepaard gaan met wezenlijke<br />

taakverlichting voor de Belastingdienst, afbreuk doen<br />

aan de mogelijkheden van toezicht door de Belastingdienst,<br />

met mogelijke gevolgen voor de belastingopbrengsten.’<br />

‘Nieuwe taakstellingen doen<br />

afbreuk aan de mogelijkheden<br />

van toezicht’<br />

Tegen het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico,<br />

stelt Tjibbe Joustra, een van de leden van de Commissie onderzoek<br />

Belastingdienst, dat de Belastingdienst eerlijk en efficiënt<br />

belasting moet heffen en belastingbetalers gelijk moet behandelen.<br />

“Dat mag wat kosten. Je moet ook inspectiebezoeken<br />

doen die misschien niet zo veel opleveren, maar wel belangrijk<br />

zijn om de belastingmoraal hoog te houden.” Het is een mooi<br />

voornemen. Voorlopig kan de Belastingdienst de werkdruk<br />

nauwelijks aan en staat het aantal controles zwaar onder druk,<br />

blijkt uit de brandbrief van VHMF. ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


22<br />

Advertorial<br />

De toegevoegde waarde van de<br />

rapportgenerator<br />

Vanaf 1 januari 2016 geldt een nieuw jaarrekeningregime. Administratie- en accountantskantoren die denken dat ze met een verkorte<br />

jaarrekening klaar zijn, hebben het bij het verkeerde eind, waarschuwt Kees Schaap van Pro Management. “Cijfers op zich, zonder<br />

enige toelichting, vertegenwoordigen geen enkele waarde.”<br />

Door: Hans Pieters<br />

De veranderingen dragen bij aan de vermindering<br />

van de administratieve lasten.<br />

Zogenoemde micro-ondernemingen<br />

hoeven alleen nog maar een verkorte<br />

balans en winst-en-verliesrekening op<br />

te stellen, zonder toelichting. “Met de<br />

introductie van enerzijds SBR voor digitale<br />

gegevensoverdracht en anderzijds de<br />

minimale eisen voor de publicatieplicht<br />

voor micro-ondernemingen, hoor ik in<br />

de markt dat een rapportgenerator voor<br />

de opmaak van jaarrekeningen niet meer<br />

nodig zou zijn,” vertelt Kees Schaap van<br />

Pro Management. Om te zeggen dat hij<br />

verbaasd is, is een understatement. “Niet<br />

de administratieve verplichting, maar de<br />

informatiebehoefte van de ondernemer<br />

moet leidend zijn!”<br />

Publicatiestukken<br />

De achterliggende logica lijkt begrijpelijk,<br />

maar is bezijden de realiteit. De<br />

informatiebehoefte van de ondernemer<br />

gaat verder dan de wettelijke verplichtingen<br />

voorschrijven, benadrukt Schaap.<br />

Hij beschrijft de minimumhandelingen:<br />

“Het administratie- en accountantskantoor<br />

rondt de administratie af en verstrekt<br />

de balans en resultatenrekening<br />

aan de ondernemer. Vervolgens plaatst<br />

het kantoor de cijfers in het aangiftepakket.<br />

Voor die bedrijven waarvoor stukken<br />

naar de Kamer van Koophandel moeten<br />

worden gezonden, worden de publicatiestukken<br />

vanuit het aangiftepakket voor<br />

micro-ondernemingen automatisch toegezonden.<br />

En klaar is Kees! Aan de publicatieverplichting<br />

voor de onderneming<br />

is tegen minimale kosten voldaan.”<br />

‘De informatiebehoefte<br />

van de<br />

ondernemer moet<br />

leidend zijn’<br />

Schaap is erg geschrokken van deze<br />

werkmethode. Hij vraagt zich af of het<br />

kantoor wel voldoende het nut van de<br />

jaarrekening voor de ondernemer zelf<br />

beseft. “Wat hebben de cijfers alleen in<br />

balans en resultatenrekening voor nut<br />

voor de – op het gebied van financiële<br />

administratie – minder ervaren ondernemers?<br />

Juist een vakman op administratief<br />

gebied moet toch weten dat cijfers<br />

op zich, zonder enige toelichting, geen<br />

enkele waarde vertegenwoordigen?”<br />

Rentabiliteitsprognose<br />

Om zijn verhaal kracht bij te zetten verwijst<br />

Schaap naar een recent onderzoek<br />

van de Kamer van Koophandel, waarbij<br />

ongeveer de helft van de ondernemers<br />

aangaf onzeker te zijn over de eigen<br />

financiële kennis. Vooral bij het inschatten<br />

van de winstgevendheid op langere<br />

termijn schiet de kennis vaak tekort, constateert<br />

de KvK na onderzoek onder bijna<br />

1.700 zelfstandigen en kleine tot middelgrote<br />

ondernemingen. Meer dan de helft<br />

van de ondernemers zegt onvoldoende<br />

te weten over de basisprincipes van<br />

onder meer de balans en winst-en-verliesrekening<br />

en over de benodigde cijfers<br />

voor een rentabiliteitsprognose. Deze<br />

onwetendheid heeft ook privé gevolgen.<br />

Zo was een kwart van de ondernemers<br />

gedwongen om privégeld aan te spreken<br />

om een gat te dichten. Ook betalingsachterstanden<br />

zijn ruim één op de zes ondernemers<br />

geen onbekend verschijnsel.<br />

Gedurende veertig jaar zijn wet- en regelgeving<br />

gevormd om te komen tot een<br />

volledige set van gegevens (teksten en cijfers).<br />

“Die zijn bedoeld om de lezers van<br />

de jaarrekening goed en volledig te informeren,<br />

met als doel dat duidelijk en helder<br />

inzicht wordt verschaft. Zodat onder<br />

andere de ondernemer zelf een duidelijk<br />

beeld krijgt van de bezittingen, schulden,<br />

opbrengsten en kosten, vertelt Schaap.<br />

“Een kale presentatie van cijfers verschaft<br />

die informatie in ieder geval niet.”<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


23<br />

Uitleg<br />

Het feit dat de nieuwe vereisten ontoereikend<br />

zijn om er zinvolle informatie<br />

uit te halen, blijkt volgens Schaap ook<br />

uit de eisen van onder andere de bankinstellingen,<br />

die zelfs nog méér gegevens<br />

van de ondernemer verlangen dan de cijfers<br />

die zijn opgenomen in de standaard<br />

jaarrekening. De ondernemer heeft de<br />

cijfers nodig: “Natuurlijk kan hij niet<br />

zonder jaarrekening en niet zonder een<br />

goede uitleg van wat er in de jaarrekening<br />

staat.”<br />

Schaap wil graag het misverstand uit de<br />

wereld hebben dat het genereren van een<br />

jaarrekening duur zou zijn. “Ik durf te<br />

beweren dat, indien een kantoor het administratieproces<br />

goed heeft ingericht,<br />

het genereren van de jaarrekening één<br />

druk op de knop is en een schat aan informatie<br />

oplevert voor de ondernemer.”<br />

Los van het feit dat de kosten hierbij<br />

geen rol zouden mogen spelen, is zo’n<br />

rapport juist een prima aanleiding om<br />

zaken eens goed te bespreken met de ondernemer.<br />

“En dat leidt vaak weer tot gewaardeerde<br />

extra opdrachten om diverse<br />

zaken te regelen,” weet Schaap.<br />

Toegevoegde waarde<br />

“Het is zonde om het werk uitsluitend te<br />

beperken tot wat minimaal vereist zou<br />

zijn voor de belastingdienst of Kamer<br />

van Koophandel. Met de jaarrekening<br />

leveren de kantoren een stuk toegevoegde<br />

waarde.” Schaap: “Ik ben ervan overtuigd<br />

dat iedere ondernemer waardeert dat hij<br />

regelmatig een compleet en helder inzicht<br />

heeft in zijn eigen onderneming en dat inzicht<br />

gebruikt voor beslissingen omtrent<br />

zijn toekomst.” Het is natuurlijk niet voor<br />

niets dat ook de bankinstellingen regelmatig<br />

een compleet overzicht van een<br />

onderneming eisen, meent hij. “Naast de<br />

cijfers levert het waardevolle informatie<br />

om te beseffen in wat voor stadium een<br />

onderneming zich bevindt en welke richting<br />

de onderneming opgaat.”<br />

De gegevens die in een jaarrekening<br />

zijn opgenomen, zijn minimale eisen.<br />

De informatie moet daarnaast ook in<br />

diverse SBR-rapportages worden opgenomen.<br />

Dit alles kan met PM-Report, de<br />

rapportgenerator van Pro Management,<br />

maar er zijn veel meer mogelijkheden.<br />

Denk aan extra toelichtingen, specificaties<br />

en bijvoorbeeld grafische overzichten<br />

om een nóg beter inzicht te geven.<br />

“Ook voor de opsteller zelf is het opstellen<br />

van het rapport vaak een moment dat<br />

bij meer zaken kan worden stilgestaan<br />

dan de toevallige cijfers in de boekhouding,”<br />

is de ervaring van Schaap.<br />

Kwaliteit<br />

Schaap is er dan ook van overtuigd dat<br />

er nog een lang leven is beschoren voor<br />

de rapportgenerator. “Deze voegt altijd<br />

veel toe wanneer naar de behoefte aan<br />

informatie van de ondernemer wordt<br />

gekeken.” Daarnaast is de inhoud ook de<br />

basis voor de officiële rapportages die<br />

steeds vaker in SBR-berichten worden<br />

uitgevraagd. Hij vervolgt: “Maar ook<br />

Kees Schaap<br />

Fotografie: Paul Tolenaar<br />

natuurlijk op momenten van bedrijfswaardering<br />

of -overdracht zal informatie<br />

moeten worden verstrekt die veel verder<br />

reikt dan de cijfers alleen. De rapportgenerator<br />

en de verzameling van tekstuele<br />

gegevens (zo’n 70% van de inhoud!)<br />

draagt ook bij aan de kwaliteit van de<br />

rapportage. Denk aan de toelichtingen<br />

en het kasstroomoverzicht. Dat proces<br />

waarborgt dat jaarlijks allerlei aspecten<br />

in ieder geval worden doorgelicht,” om<br />

met een bulderlach te eindigen: “Daarnaast<br />

is het opstellen van een mooie<br />

jaarrekening natuurlijk ook gewoon leuk<br />

om te doen.”<br />

Pro Management Software N.V.<br />

Lijstersingel 15<br />

2902 JD Capelle aan den IJssel<br />

Postbus 671<br />

2900 AR Capelle aan den IJssel<br />

T 010−451 76 76<br />

E info@promanagement.nl<br />

I www.promanagement.nl<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


24<br />

Nieuw: <strong>NOAB</strong> Bootcamp<br />

De huidige dynamiek in de markt, mede door vergaande automatisering, vraagt om strategische heroriëntaties. Het zorgt voor hoofdbrekens<br />

over IT-keuzes of gewenste kantoorprofilering. Maar alleen geoliede marketinginstrumenten en robotic accounting geven geen<br />

garantie op een succesvol voortbestaan. Op de nieuwe <strong>NOAB</strong> Bootcamp wordt de volgende generatie kantoorleiders klaargestoomd.<br />

Door: Reindert Doorn<br />

Minstens zo belangrijk is aanstormend talent. Een wannabeevennoot<br />

die IT omarmt en als authentieke leider het verschil<br />

maakt binnen én buiten het kantoor. Het werven van jonge<br />

leiders met de juiste vaardigheden is soms een onbegonnen<br />

zaak. Duizendpoten worden alom gevraagd, maar niet (altijd)<br />

gevonden. En dat is niet vreemd gezien de waaier van eisen die<br />

logischerwijs worden gesteld: relevante vakkennis, communicatief<br />

onderlegd, commercieel vaardig, proactief, analytisch<br />

vermogen en IT-kennis en -kunde. Als dan ook leiderschapsvaardigheden<br />

worden toegevoegd lijkt het labyrint nagenoeg<br />

onoplosbaar. Maar in plaats van extern werven, kunt u ook tijd<br />

investeren in het aanwezige en soms onderbelichte potentieel<br />

bínnen uw kantoor. Kennis van úw klanten hebben deze kandidaten<br />

immers al op zak!<br />

<strong>NOAB</strong><br />

Ontdek de <strong>NOAB</strong> Bootcamp!<br />

Of u nu zelf wil doorschakelen of iemand een ontwikkeltraject wil aanbieden:<br />

de nieuwe <strong>NOAB</strong> Bootcamp is een uitgelezen kans om hier handen en voeten<br />

aan te geven. Het intensieve driedaagse trainingsprogramma werd in 2016<br />

door de organisatie DOCCO ontwikkeld en is nu samen met <strong>NOAB</strong> speciaal<br />

voor leden op maat gemaakt.<br />

Het unieke programma kenmerkt zich door een hoog tempo, een directe<br />

concrete uitwerking van de lesstof en een verplichte follow-up. Tijdens de<br />

bootcamp werkt talent aan een persoonlijk en blauwdruk-kantoorplan, dat naderhand<br />

in beknopte vorm in het kantoor gepresenteerd dient te worden. Een<br />

assessment (persoonlijkheidstest) maakt onderdeel uit van de intake en vormt<br />

een rode draad in de sterk afwisselende programma’s. De inhoud is volledig<br />

gericht op toerusting van nieuwe en toekomstige leiders binnen het kantoor.<br />

Deelnemers van het bootcamp-programma kenden in 2016 ongekend hoge<br />

waarderingscijfers toe. “De meest intensieve ‘driedaagse’ ooit. Je gaat echter<br />

met meer energie naar huis dan dat je gekomen bent,” aldus één van de<br />

deelnemers.<br />

Deelnemen? De <strong>NOAB</strong> Bootcamp is van 7-9 juni in Soesterberg.<br />

Meer informatie: https://www.noab.nl/educatie/noab-bootcamp-softskillsict<br />

De kroonprins als allrounder?<br />

Wellicht bevindt u zich in een bevoorrechte positie, waarbij er<br />

voldoende talent binnen het kantoor is. En voldoende troonopvolging.<br />

Het is echter geen gemeengoed. Daar rijst eveneens de<br />

vraag op: wat mag u van iemand verwachten? Bestaat de duizendpoot?<br />

Het antwoord is onomwonden ‘néé’. Van torenhoge<br />

en soms onrealiseerbare verwachtingen gaat niemand beter<br />

presteren. En toch komen er bij een denkbeeldige ‘troonopvolging’<br />

essentiële − nieuwe − vaardigheden kijken. Ontwikkelde<br />

softskills zijn onmisbaar als er leiding gegeven moet worden.<br />

En juist die vaardigheden zijn geen vast onderdeel van de genoten<br />

vakopleidingen. Verdieping en verbreding is voor potentieel<br />

talent dus een must.<br />

ICT maakt nú het verschil, straks niet meer<br />

Niet alleen de interpersoonlijke vaardigheden ontbreken veelal<br />

in de bagage, ook<br />

vergaande kennis<br />

van automatisering<br />

is onontbeerlijk in<br />

de 21ste eeuw. Het<br />

optimaliseren van<br />

administratieve<br />

processen staat<br />

immers hoog op<br />

menig kantooragenda.<br />

Kennis van<br />

data-analyse, informatiemodellering<br />

en basisprincipes<br />

van softwareontwikkeling<br />

helpen<br />

het kantoor nét die<br />

extra digitaliseringsslag<br />

te maken<br />

ten opzichte van<br />

collega-kantoren.<br />

Fotografie Ruben Eshuis<br />

Reindert Doorn<br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


25<br />

Slechts begripskennis van UBL en SBR is onvoldoende. Kunt<br />

u als keten- en informatieregisseur nog zonder IT-vaardigheden<br />

de toekomst tegemoet treden? Nee, zelfs als software vereenvoudigt<br />

en de ‘cloud’ het beheer van IT versimpelt, zullen<br />

IT-projecten en -projectmanagement aan de orde van de dag<br />

blijven. Het zal in de toekomst zelfs moeilijker worden om − in<br />

een gedigitaliseerd tijdperk − het verschil te gaan maken door<br />

technologie, als diezelfde technologie gemeengoed is voor alle<br />

kantoren.<br />

Het gaat om de mens<br />

Het verschil wordt niet (meer) door de techniek gemaakt, maar<br />

door de mens. Natuurlijk speelt de inzet van IT een elementaire<br />

rol. De wijze waarop IT wordt ingezet in de praktijk, de<br />

verbinding met klanten en het creëren van een organisatiecultuur<br />

die gestoeld is op verbetering en wendbaarheid.<br />

Het zijn stuk voor stuk de meest kritische aspecten in de huidige<br />

marktdynamiek en aspecten waarin juist mensen het verschil<br />

maken. Kantoren die de afgelopen jaren op alle terreinen<br />

digitalisering tot het maximum hebben doorgevoerd bevestigen<br />

dit beeld: alle moderne gereedschappen zijn op orde, maar dit<br />

geeft niet vanzelfsprekend een concurrentievoordeel. ■<br />

Ing. R.B. Doorn is adviseur IT & Verandermanagement bij<br />

DOCCO, advies- en consultancybureau voor (strategische)<br />

ICT-trajecten bij accountants- en administratiekantoren en lid<br />

van de <strong>NOAB</strong>-adviesgroep.<br />

Drie stappen:<br />

ruimte geven aan nieuwe leiders<br />

Ga aan de slag met uw medewerkers en ga op zoek naar potentieel dat u kunt<br />

stimuleren.<br />

Met deze drie belangrijke stappen kunt u direct van start.<br />

Stap 1: Identificeer talent<br />

Het opzetten van een management traineeship voor high potentials is niet alleen<br />

weggelegd voor grote kantoren. Het begint bij het identificeren van talent.<br />

Maak duidelijk welke ruimte en kansen er zijn voor medewerkers die de ambitie<br />

hebben om door te groeien. Beoordeel de leercurve van medewerkers; welke<br />

groei en welke gedrevenheid neemt u waar? Soms is het daarbij belangrijker te<br />

kijken naar karakter dan kennis. Benoem tenslotte expliciet het potentieel bij<br />

uw medewerkers. Niet om de medewerker op een voetstuk te plaatsen, wel als<br />

vertrekpunt voor groei.<br />

Stap 2: Talent toerusten<br />

Stel samen met de medewerker(s) een ontwikkel- en trainingsplan op. Maak<br />

duidelijk welke verwachtingen u heeft bij ‘troonopvolgers’ en betrek externe<br />

ontwikkelingen hierin (zoals IT-vaardigheden en noodzakelijke softskills).<br />

Bespreek ook de kansen en ruimte die u van plan bent te geven: welke rollen<br />

en taken binnen het kantoor kan hij of zij op zich nemen om te groeien in verantwoordelijkheid?<br />

Laat de medewerker daarbij bijvoorbeeld deelnemen aan de<br />

<strong>NOAB</strong>-bootcamp (zie kader). Hij of zij wordt in drie dagen toegerust op thema’s<br />

als persoonlijk leiderschap, softskills en IT voor administratiekantoren.<br />

Stap 3: Talent vertrouwen geven<br />

Zonder falen geen succes. Geef medewerker(s) de ruimte om te leren en fouten<br />

te maken. Zolang deze ruimte er is − uiteraard binnen kaders − en er blijvende<br />

groei waarneembaar is, is het een voedingsbodem voor groei. Betrek potentieel<br />

talent bij strategische beslissingen, IT-keuzes en zelfs uw heisessies. Het geeft<br />

niet alleen waardevolle inbreng, maar is bovenal een signaal van vertrouwen in<br />

talent.<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


26<br />

‘Softwareleveranciers tonen te weinig visie’<br />

Accountants- en administratiekantoren zijn steeds meer afhankelijk van ICT/digitalisering. Op de vraag of de softwareleveranciers<br />

in voldoende mate inspelen op alle ontwikkelingen, kan wisselend worden geantwoord. Laat staan dat ze allemaal een visie op de<br />

toekomst hebben. Dat gegeven maakt accountants- en administratiekantoren kwetsbaar.<br />

Door: Henk Poker<br />

Onlangs presenteerde onderzoeksbureau GBNED de resultaten<br />

van een onderzoek onder de naam ‘ICT Accountancy<br />

2020/2030: accountantspraktijk op weg naar de toekomst’.<br />

Centrale vraag daarin is: wat is de visie van softwareleveranciers<br />

en brancheorganisaties aangaande de toekomst van de accountancysector<br />

en de rol die ICT hierbij speelt? Daarbij wordt<br />

bijvoorbeeld ingegaan op ontwikkelingen rondom robotic accounting,<br />

API, elektronisch factureren, SBR, RGS, Business<br />

Intelligence en ook blockchain.<br />

Achterlopen<br />

“Het doet mij denken aan het begin van deze eeuw, toen bepaalde<br />

softwareleveranciers als eerste met een SAAS-oplossing<br />

kwamen. Nog steeds hebben niet alle leveranciers dit voor<br />

elkaar en daardoor lopen zij, maar ook hun klanten, achter op<br />

de praktijk,” vindt Bottemanne. “Op dit moment speelt bijvoorbeeld<br />

API (zie kader), waarmee softwareprogramma’s onderling<br />

kunnen communiceren. Handmatige mutaties behoren<br />

daarmee tot het verleden en de informatie wordt real-time bij-<br />

‘Er zijn ontwikkelingen waar je<br />

bovenop moet zitten’<br />

Fotografie Lourens Smak<br />

Gerard Bottemanne<br />

Van softwareleveranciers mag worden verwacht dat zij hun<br />

cliënten bedienen met perfect werkende oplossingen, maar<br />

ook dat zij inspelen op toekomstige ontwikkelingen en hun<br />

visie daarover delen met de markt. Aan dat laatste schort het,<br />

concludeert Gerard Bottemanne van GBNED. “Ik vind dat<br />

softwareleveranciers, maar ook brancheorganisaties, eigenlijk<br />

continue moeten beschikken over een visie op de toekomst en<br />

deze ook elk jaar moeten herzien. Helaas is dat niet altijd het<br />

geval.”<br />

API staat voor Application Programming Interface en is een techniek onder de<br />

‘motorkap’ van softwaresystemen om ‘real-time’ gegevens uit te wisselen. In<br />

relatie tot cloud computing wordt gesproken over ‘web-api’. API kan worden<br />

gezien als tegenhanger voor de ouderwetse interfaces, waarbij gegevens,<br />

veelal batchgewijs, via een bestand uitgewisseld worden tussen de verschillende<br />

administratiesystemen.<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


gewerkt. Maar wie bepaalt wat goed is voor de kantoren, vraag<br />

ik dan. Veel softwareleveranciers worstelen met die vraag.”<br />

Terug naar de resultaten van het onderzoek. Van alle leveranciers<br />

die werden aangeschreven (ruim 50), reageerden er 15.<br />

Bottemanne: “Wat opvalt is dat maar een paar leveranciers met<br />

een visie richting toekomst komen, waarbij ook onderwerpen<br />

als PSD2, data-analyse en blockchain aan de orde kwamen. De<br />

meeste reacties waren echter vooral toegesneden op het eigen<br />

product. Nog erger vind ik het echter dat het gros niet eens de<br />

moeite heeft genomen om te reageren, een kwalijke zaak. Immers,<br />

als kantoor wil je toch weten hoe jouw softwareleverancier<br />

naar de toekomst kijkt?” Opvallend is dat vooral de gevestigde<br />

orde de moeite nam om te reageren. Bottemanne: “Je zou<br />

juist denken dat de jongere generatie een toekomstvisie heeft,<br />

maar dat heb ik niet of nauwelijks gezien.”<br />

Robotic accounting<br />

Waar veel kantoren volgens Bottemanne in geïnteresseerd zijn,<br />

is robotic accounting. “Handmatige handelingen worden steeds<br />

meer overgenomen door de computer. Denk aan het elektronisch<br />

bankieren, elektronisch factureren, kassabonnen die automatisch<br />

in de boekhouding worden verwerkt, het is een ontwikkeling<br />

die onomkeerbaar is. En dat betekent nogal wat voor<br />

de kantoren. Immers, hoe het ook gebeurt, een factuur moet nu<br />

en in de toekomst wel beoordeeld worden. Dat is een vraag die<br />

de kantoorhouder bezig zou moeten houden.”<br />

“Zo kun je elke factuur laten accorderen, maar je kunt er ook<br />

voor kiezen om een factuur die valt binnen een bepaalde marge<br />

automatisch te accepteren. Ik denk dat kantoren daar nu nog<br />

veel te weinig mee bezig zijn en dat er ook niet over wordt<br />

nagedacht, laat staan dat de materie is doorgesproken met de<br />

softwareleverancier. Maar ook de softwareleverancier communiceert<br />

dit niet met zijn klanten, dus dat kantoren hierin<br />

terughoudend zijn, begrijp ik. Daar is misschien wel een rol<br />

weggelegd voor de brancheorganisaties.”<br />

“Immers, kantoren worden ook lid van een brancheorganisatie,<br />

met het idee dat ze op weg worden geholpen om de juiste keuzes<br />

te maken. Ik heb begrepen dat <strong>NOAB</strong> daarmee best actief<br />

is. Toch ontbreekt het bij de meeste brancheorganisaties ook<br />

aan een visie. Dat is jammer. Ik sluit het daarom niet uit dat ik<br />

in de toekomst zelf een visiebijeenkomst ga organiseren, met<br />

als centrale vraag: waar gaan we met de digitalisering naartoe?<br />

Het is altijd goed om met elkaar te brainstormen en kennis met<br />

elkaar te delen.”<br />

Richting<br />

Dat het rapport in een behoefte voorziet, kan geconcludeerd<br />

worden aan het aantal downloads: in vier weken tijd ruim<br />

1.000 keer. “Veel kantoren worstelen met de vraag welke richting<br />

ze met hun automatisering op moeten en daarin ligt meteen<br />

een risico. Want, er zijn ontwikkelingen waar je bovenop<br />

moet zitten en dan wil je de juiste keuze maken.”<br />

Als voorbeeld noemt Bottemanne Payment Service Directive<br />

2, kortweg PSD2. “Na de introductie van PSD1, waarin onder<br />

andere de SEPA-bankrekening en de BIC-code voor banken<br />

werd vastgelegd, volgt nu een uitbreiding. PSD2 is in principe<br />

gericht op consumenten, micro-entiteiten en kleinere bedrijven<br />

en raakt het betalingsverkeer. PSD2 bepaalt dat de informatie<br />

van transacties ook aan andere partijen dan de bank verstrekt<br />

kan worden, uiteraard met toestemming van de rekeninghouder.<br />

Ik neem aan dat organisaties daar nu al volop mee bezig<br />

zijn, maar wat blijkt, dat is niet het geval.”<br />

Ontwikkelingen<br />

“Kijk, waar het om gaat is dat we de kantoorhouder ontzorgen.<br />

Je kunt niet van hem verlangen dat hij alle ontwikkelingen<br />

rondom digitalisering zelf bijhoudt en een scheiding aanbrengt<br />

tussen wat hij moet volgen en wat een hype is. Daarvoor heb<br />

je je softwareleverancier en je brancheorganisatie nodig. Want,<br />

één conclusie staat vast: de ontwikkelingen rondom digitalisering<br />

staan nooit stil. Werkzaamheden in en rondom de kantoren<br />

veranderen daardoor en daarom is het van belang dat softwareleveranciers<br />

en brancheorganisaties daar actief op inspelen en<br />

eigenlijk elk jaar met een visie zouden moeten komen. ”<br />

‘Kantoren hebben een leidraad<br />

nodig bij keuzes rond ICT’<br />

Softwareleveranciers en brancheorganisaties die nog niet op<br />

het verzoek van GBNED hebben gereageerd om aan het huidige<br />

rapport mee te werken, ontvangen binnenkort een nieuw<br />

verzoek. “Ik ga in de komende maanden de softwareleveranciers<br />

en brancheorganisaties wederom benaderen. Ik vind<br />

het belangrijk dat iedere betrokken partij met een visie komt,<br />

zodat kantoren een leidraad hebben voor alle moeilijke keuzes<br />

waarvoor ze in de komende jaren staan.” ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


28<br />

Lean Management: meer efficiency, met<br />

behoud van kwaliteit<br />

Een groot aantal kantoorhouders die vorig jaar deelnamen aan de cursus Lean Management keren dit jaar terug. “Onder andere<br />

daaruit blijkt dat ze de aangereikte tools goed in de praktijk kunnen toepassen,” zegt Marcia Richardson, docent bij de cursus Lean<br />

Management van <strong>NOAB</strong>.<br />

Door: Henk Poker<br />

Lean Management herbergt in feite drie elementen in zich:<br />

waarde leveren aan de klant, het proces goed inrichten en zorgen<br />

voor tevreden medewerkers. “Het gaat er om dat de capaciteiten<br />

binnen een organisatie op een slimme manier worden<br />

ingezet, waardoor zoveel mogelijk waarde voor de klant kan<br />

worden gecreëerd,” benadrukt Richardson. “Lean Management<br />

leidt tot een efficiëntere organisatie met een constante kwaliteit<br />

en hogere winstgevendheid.”<br />

Organische groei<br />

De cursus draait niet om de inhoud van het begrip lean management,<br />

maar kijkt vooral naar de kantoororganisatie en de<br />

klanten. “Hoe kijkt een klant naar je kantoor en de medewerker,<br />

en hoe ziet je bedrijfsvoering eruit? Wat kan er beter en<br />

efficiënter en hoe ben je georganiseerd? Veel kantoren kennen<br />

een organische groei. Daarbij is vaak niet nagedacht over hoe<br />

de organisatie is ingericht. Het is zo ontstaan en daarbij komt<br />

bedrijfsblindheid om de hoek kijken. ‘Het gaat toch goed,<br />

waarom zou ik veranderen?’, is een opmerking die ik regelmatig<br />

hoor.”<br />

Jules Goossens van FASOR bv in Ottersum is eerlijk<br />

wanneer hij zegt dat de cursus van vorig jaar niet bij hem<br />

geland is. “Ik heb er niet veel aan gehad, maar dat lag<br />

meer aan mij, dan aan de cursus of de manier waarop het<br />

onderwerp is behandeld. Ik zag om mij heen namelijk<br />

vooral enthousiaste kantoorhouders, die er ongetwijfeld<br />

iets mee in de praktijk hebben gedaan. Ja, ook binnen<br />

onze organisatie zijn verbeteringen mogelijk, kunnen we<br />

efficiënter werken, maar we doen dat nu op onze eigen<br />

manier, vanuit ons eigen inzicht.”<br />

Sabina Batist van Batist Administratieve Dienstverlening<br />

in Diemen was vorig jaar een enthousiaste deelnemer. “Ik<br />

heb de cursus als prettig ervaren, omdat er veelal vanuit<br />

de praktijk situaties werden aangehaald, waar je iets mee<br />

kunt. Dat vond ik erg handig.” Ze geeft aan dat Lean<br />

Management bij je kantoor moet passen. “Wanneer je het<br />

stap voor stap in je organisatie doorvoert, heeft het toegevoegde<br />

waarde. Het belangrijkste van de cursus vond ik<br />

dat we handvatten kregen aangereikt, waarmee we onze<br />

organisatie in kleine stapjes kunnen verbeteren. Dat inzicht<br />

hebben we wel gekregen. Ik kan de cursus dan ook<br />

aanraden bij collega-kantoorhouders, zeker nu hij een dag<br />

langer duurt dan voorheen.”<br />

Het vak van boekhouder/accountant noemt Richardson een dienend<br />

vak. “Echter, hoever moet je daarin gaan? Zwicht je voor<br />

klanten die hun boekhouding, inclusief bonnetjes, nog altijd in<br />

een schoenendoos aanleveren? Of maak je daar afspraken over<br />

en geef je aan hoe je het aangeleverd wilt hebben? En vraag je<br />

je wel eens af hoe je klant het jaarrapport aangeleverd wil hebben?<br />

Ik weet zeker dat het gros niet zit te wachten op een dik<br />

rapport, maar tevreden is met de kerncijfers op één A4’tje. Ik<br />

denk dat veel kantoorhouders het moeilijk vinden om daarover<br />

te praten.” In dit kader pleit ze ervoor om met een groene en<br />

rode stift op pad te gaan, wanneer een jaarrapport met de klant<br />

wordt besproken. “De klant geeft aan wat hij wil weten en wat<br />

hij minder interessant vindt. Als je dat met een stift markeert,<br />

weet je voor het jaar daarop precies wat welke klant wil zien.”<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


29<br />

Kleine dingen<br />

Tijdens de cursus Lean Management is veel ruimte<br />

voor simulatiegesprekken, bijvoorbeeld met een denkbeeldige<br />

klant. “Daarbij laten we zien hoe het ook<br />

anders kan. Vaak zit dat in kleine dingen. Een klant<br />

kan heel veel inzicht geven in verbeterpunten. Vraag<br />

bijvoorbeeld aan een klant die iets afkeurt waarom<br />

hij dat doet.” Richting medewerkers kan er volgens<br />

Richardson ook nog veel worden verbeterd. “Je levert<br />

met elkaar een product, samenwerken is daarom van<br />

belang. Maar ook, zet iemand daar in waar hij goed in<br />

is. Iedereen in z’n kracht, dat is niet alleen leuker, maar<br />

leidt ook tot betere resultaten.”<br />

In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan<br />

de vraag hoe je je als kantoor kunt onderscheiden. ”Waar wil<br />

je straks staan als kantoor en wat moet je daarvoor doen? Ik<br />

merk dat de meeste kantoorhouders dat niet eenvoudig vinden.<br />

Ze zijn bezig met hun running business, zijn daar druk mee en<br />

nemen te weinig tijd voor alle veranderingen die op hen afkomen.”<br />

Je moet die vraag stellen, benadrukt Richardson. ”Vergis<br />

je niet, klanten veranderen sneller van kantoor dan voorheen.<br />

Bijvoorbeeld wanneer je niet aan hun vraag kunt voldoen.”<br />

“Ik vond de cursus heel verhelderend,” zegt Ilona Rudolfs<br />

van Bimati in Zevenaar. Ze roemt de opzet van de cursus:<br />

geen lang hoorcollege, maar aan de hand van praktijkvoorbeelden<br />

tot keuzes komen. “Ik had na afloop echt het<br />

idee ‘hier kunnen we wat mee’.” Als voorbeeld noemt ze<br />

het reageren op een fout. “Ga niet je hele kantoororganisatie<br />

omgooien, maar los de oorzaak van de fout op.<br />

Dat is veel belangrijker. En durf je ook af te vragen of<br />

de vraag van een klant reëel is. Uiteindelijk gaat het niet<br />

alleen om efficiency, maar vooral ook om effectiviteit.<br />

Die insteek had de cursus ook en dat paste mij prima.”<br />

Ze heeft zich inmiddels ingeschreven voor de tweedaagse<br />

cursus later dit jaar.<br />

Fotografie Paul Tolenaar<br />

Marcia Richardson<br />

kan daarbij helpen,” legt ze uit. “Lean is geen project, het is een<br />

filosofie die uiteindelijk moet leiden tot maximale waarde tegen<br />

de laagste kosten. Kantoren die dat goed voor elkaar hebben,<br />

écht luisteren naar de klant, die hebben een concurrentievoordeel.<br />

En dat telt in <strong>2017</strong>.” Kortom, leer anders kijken naar je<br />

organisatie. “Anders kijken, beter inzicht, daar gaat het om.”<br />

‘Regelmatig hoor ik ‘Het gaat<br />

toch goed, waarom zou ik<br />

veranderen?’’<br />

Om efficiënter te werken stelt Richardson dat het goed is om<br />

elke dag gezamenlijk te starten. “Ga even tien minuten bij elkaar<br />

zitten, deel ideeën. Leg uit wat er die dag moet gebeuren<br />

en of er nog vragen zijn. Dat leidt tijdens zo’n dag tot veel minder<br />

verstoringen in het proces.” De cursus Lean Management is<br />

dit jaar uitgebreid van één naar twee dagen. “Mede op verzoek<br />

van de deelnemers van vorig jaar. Het merendeel heeft aangegeven<br />

dit jaar ook weer mee te doen,” zegt Richardson. ■<br />

Filosofie<br />

De marges staan onder druk, kantoren moeten efficiënter werken,<br />

hun organisatie wellicht anders inrichten, maar wel altijd<br />

met de klant als uitgangspunt. “De cursus Lean Management<br />

De cursusdagen zijn 14 en 21 juni aanstaande.<br />

Kijk op www.noab.nl/educatie om u aan te melden.<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


30<br />

Het verhaal van oud-ondernemers<br />

Wanneer stop je echt?<br />

“In gesprekken begin ik met luisteren. Wie heb ik vóór me, waar hechten ze aan, wat is hun business? Als ik een idee heb, begint<br />

het verbinden. Afnemer en product bij elkaar brengen. Dat werkt beter dan verkopen.” <strong>Activa</strong> sprak met Arnold Buurman, (oud-)<br />

ondernemer en pionier in ‘disposables’.<br />

Door: Chris Wolters<br />

Voor iemand die zichzelf al ruim zes jaar geleden heeft gepensioneerd,<br />

lijkt zo’n benadering verdacht veel op werken,<br />

maar dan anders. “Dat kan ik inderdaad niet laten. Handelen<br />

zit me in het bloed en omzet maken geeft me voldoening. Het<br />

gaat daarbij niet om de hoogte van het bedrag, maar of je een<br />

bestaande of beoogde klant kunt overtuigen om nieuwe, andere<br />

en/of betere oplossingen te kiezen. Daarna is het zaak aan te<br />

geven wat je daar als bedrijf in kunt betekenen.”<br />

Ontwikkelingen houden niet op<br />

“Papieren bekers werden al in het oude Chinese keizerrijk gebruikt<br />

om thee uit te drinken. Ook toen al waren die beschikbaar,<br />

voorzien van decoratieve voorstellingen, in verschillende<br />

afmetingen en kleuren.” Arnold Buurman (71) maakte carrière<br />

in ‘eenmalige artikelen’. Hij toog zelf in de jaren tachtig van de<br />

vorige eeuw naar China. “Dat was toen een hele onderneming.<br />

De reis, het politieke systeem, de manier van zakendoen. Soms<br />

namen we de hele jaarproductie in één keer af.<br />

‘Verbinden werkt beter dan<br />

verkopen’<br />

En niet alleen bakjes en bekertjes, maar ook zoiets als ijsdecoraties.”<br />

De geschiedenis van de moderne papieren beker gaat<br />

terug tot het begin van de 20ste eeuw. Alvin Davison, professor<br />

in de biologie, schreef rond 1910 het artikel ‘Dood in Drinkgerei<br />

op School’. Een angstaanjagende titel, gebaseerd op onderzoek<br />

verricht in scholen, die het gebruik van papieren bekers<br />

opjoeg. Goedkoop en hygiënisch. Onder meer om die reden<br />

werden ziekenhuizen grootverbruikers van bekertjes en andere<br />

eenmalige verpakkings- en hygiënische materialen. Buurman<br />

haalt meer uit het verleden: “Een onderzoek uit 1942 maakte<br />

duidelijk dat het hergebruik van glazen bekers ruim anderhalf<br />

keer zoveel kostte als eenmalige papieren bekers.” Buurman<br />

geeft aan dergelijke onderzoeken te gebruiken om zich te bezinnen<br />

op de marktbenadering. “Lezen, analyseren en dan de<br />

vraag omzetten in: ‘wat zou dat voor ons kunnen betekenen’.<br />

Zo ontstond ook de Stichting Retour (1991). Een systeem om<br />

gebruikte bekertjes in te zamelen en te hergebruiken. “Je kunt<br />

de strijd aanbinden, in het defensief gaan of kiezen voor proactief<br />

reageren. Dat laatste heeft mijn voorkeur. Steeds vanuit de<br />

ondernemersvisie om van een nadeel een voordeel te maken.”<br />

Nieuwe strategieën<br />

De ‘disposables-branche’ was voortdurend in beweging. Niet<br />

alleen volgden talloze kunststoffen elkaar in snel tempo op.<br />

Buurman blikt terug: “Steeds gingen we op drie fronten na<br />

wat de consequenties waren van wijzigingen. In grondstoffen,<br />

wetgeving en in de markt van de afnemers. Dat kwam<br />

neer op de vraag ‘Waar kunnen we de klant mee helpen?’ En<br />

daarnaast ‘Wat zijn de consequenties voor de logistiek?’. De<br />

volgende stap was daar een werkbaar model van te maken en<br />

dat (snel) in praktijk te brengen. Scherp opletten leidde ook<br />

tot vernieuwingen op administratief terrein. “Bijvoorbeeld,<br />

wat kost de behandeling van elke afzonderlijke factuur door<br />

een klant? We ontwikkelden de verzamelfactuur. Klinkt lo-<br />

Sluit uw <strong>NOAB</strong>-verzekering voor<br />

Beroepsaansprakelijkheid bij<br />

Hiscox, de specialist<br />

in Beroepsaansprakelijkheid<br />

www.BAVverzekering.nl<br />

www.hiscox.nl<br />

HISCOX<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


31<br />

gisch, maar klanten waren gewend met het oog op de controle<br />

overal een factuur voor te krijgen. Een andere stap is die van<br />

totaalleverancier. Leveren we koffiebekertjes? Dan toch ook<br />

de bijbehorende koffie. Toiletpapier, dan ook zeepdispensers,<br />

schoonmaakmiddelen en dan ook de bijbehorende schoonmaakartikelen.”<br />

Hoe zorg je dat de klant daarin met je meebeweegt?<br />

“Zoiets kost namelijk opslag en voorraadbeheer. Na<br />

een uitgebreide analyse namen we het voorraadbeheer op ons<br />

en de daaraan gekoppelde tijdige levering (just-in-time). We<br />

investeerden fors in opslag en automatisering. Nu is dat gewoon,<br />

toen was dat onderscheidend.”<br />

Steeds maar bouwen<br />

Buurman startte zijn loopbaan bij een bedrijf dat, oneerbiedig<br />

gezegd, in ‘wegwerpverpakkingen deed’. Buurman memoreert:<br />

“De dynamiek was anders. Contacten met de klant waren overzichtelijk:<br />

je stuurde een brief, belde of ging langs. Dan was er<br />

een folder van een nieuw product en/of een mooi gedrukte catalogus<br />

voor het assortiment. Reclame maakte je in vakbladen.<br />

Radio en televisie speelden in de B2B-markt eigenlijk geen<br />

rol.” In 1979 werd Buurman directeur van wat toen nog King<br />

Cup heette. Omzet zo’n € 900.000. Bij zijn vertrek lag die omzet<br />

op ongeveer € 55 miljoen per jaar.<br />

‘Hoe zorg je dat de klant met je<br />

meebeweegt?’<br />

“De algemene verklaring is dat we een uitstekend team hadden<br />

en bovenop het proces en de ontwikkelingen zaten. Er<br />

was natuurlijk meer: een strakke organisatie, sturen op cijfers.<br />

Analyses maken over waar verdienen we aan en waar niet aan,<br />

gerekend in tijd? Belangrijk was ook inzicht in investeringen<br />

en voorraad. Winkeldochters en investeringen in dode voorraad<br />

verdwenen. Met één druk op de knop wisten waar we<br />

stonden. Koppel dat aan een team van mensen die hetzelfde<br />

doel nastreven, tel daarbij op goede training en scholing. En…<br />

heel veel plezier in het werk. Dan is succes je beloning. Investeren<br />

in de relatie met de klanten mag ik niet vergeten. Zo ontstond<br />

bijvoorbeeld het fenomeen relatiedagen. Een dag waarop<br />

we leveranciers vroegen nieuwe producten te tonen, waarop we<br />

een boeiende kijk op het komende jaar schetsten. Tijdens een<br />

ontspannen avond met muziek konden we ontspannen nakaarten.<br />

Ondernemen is ook bouwen aan goede relaties.”<br />

Arnold Buurman<br />

Onderscheidend vermogen<br />

Gevraagd naar het onderscheidend vermogen, aarzelt Buurman<br />

heel even: “Wat is dat? Het verschil maak je niet met advertenties.<br />

Dat zal moeten komen van de totale aanpak: niveau van<br />

dienstverlening, van service en kwaliteit. De prijs komt zeker<br />

niet op de eerste plaats. Klanten zijn bereid iets meer te betalen<br />

als ze zeker weten dat ze het juiste product en de juiste dienst<br />

krijgen. Juist met een low-interestproduct is dat van belang.<br />

Wij hebben in de loop van de tijd besloten uitsluitend met<br />

A-merken te werken. Dus zegt de adviseur van Buurman Facilitaire<br />

Producten: “Vat het maar samen in meer doen dan de<br />

klant verwacht.” Daarbij hoort vooruitdenken. “Bij een notaris<br />

zijn vertrouwen en uitstraling belangrijk. Dat moet je overal terugvinden.<br />

Dus kreeg hij een bonenkoffiemachine. Vele malen<br />

duurder maar ook beter dan hij zelf zou hebben aangeschaft.<br />

De prijs was van latere zorg.”<br />

‘Het verschil maak je niet met<br />

advertenties’<br />

“De filosofie was: jouw markt, jouw klanten, verwachten een<br />

goede verse kop koffie. Nu, vijf jaar later, is zijn kantoor uitgebreid.<br />

Niet vanwege de koffie, wel door de aandacht voor<br />

details. Klanten zijn niet altijd even rationeel, net als ondernemers<br />

overigens. Die notaris is nu een actieve referentie en<br />

dat heeft aantoonbaar zeven klanten, zeven koffiemachines en<br />

zeven keer omzet opgeleverd.” ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


32<br />

‘Goed werk afleveren maakt de<br />

professional gelukkig’<br />

Integriteit staat nadrukkelijk op de maatschappelijke agenda, en dat komt niet alleen door alle schandalen van de afgelopen jaren.<br />

Financials, bankiers, verzekeraars, adviseurs: ze worden dagelijks geconfronteerd met vraagstukken waarbij integriteit een rol kan<br />

spelen. Integriteitsexpert Margreeth Kloppenburg is ervan overtuigd dat integer handelen zowel op de korte als lange termijn eerlijk<br />

en beter scoort.<br />

Door: Henk Poker<br />

Een confrontatie met haar eerste werkgever is min of meer<br />

bepalend geweest voor de weg die Margreeth Kloppenburg is<br />

gegaan. “We hadden een afspraak gemaakt over het salaris,<br />

maar op mijn eerste werkdag kreeg ik te horen dat ik 400 gulden<br />

minder ging verdienen. Ik vond dat ik toen maar één ding<br />

kon doen en dat was opstappen. Het ging mij niet om het geld,<br />

maar ik vond hem niet langer geloofwaardig.” Aldus geschiedde<br />

en met haar onderwijsachtergrond ging ze salestrainingen<br />

geven aan hoger opgeleiden in met name de financiële wereld.<br />

Zo gaf ze trainingen in het kader van ‘de vertrouwde adviseur’,<br />

waarbij het thema integriteit nadrukkelijk aan de orde kwam.<br />

Ze besloot zich daarin te gaan specialiseren.<br />

Fotografie Paul Tolenaar<br />

Margreeth Kloppenburg<br />

Eer en trots<br />

Bij elk vak draait het, zo vindt Kloppenburg, om beroepstrots<br />

en beroepseer. “Wie trots is op zijn beroep, is tevreden over<br />

de kwaliteit van het geleverde werk, omdat het werk zelf van<br />

belang is en betekenis heeft. Bij beroepseer ligt dat anders. Je<br />

spant je dan als vakmens ergens voor in en terwijl je dat doet<br />

streef je naar erkenning van anderen. Dat hoop je te behalen<br />

door aan normen te voldoen die door jezelf en door de beroepsgroep<br />

waar je bij hoort tot maat zijn verheven.”<br />

Moeras<br />

In de wereld van financiële professionals is heel veel over die<br />

maat der dingen vastgelegd en wordt redelijk nauwkeurig omschreven<br />

wat er in bepaalde situaties gedaan moet worden. “De<br />

praktijk is echter een moeras,” geeft Kloppenburg aan. “Daar<br />

wordt de professional dagelijks geconfronteerd met fundamentele<br />

vragen, waar protocollen, richtlijnen en wetten niet altijd<br />

helpen of jou vertellen wat het goede is om te doen. Wat is dan<br />

je normenkader?”<br />

Kloppenburg omschrijft verschillende normenkaders voor<br />

professionals: van jezelf en je directe omgeving, de organisatie<br />

waar je werkt, de klanten waarvoor je werkt, de beroepsgroep<br />

waar je bij hoort, de maatschappij en die van de toezichthou-<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


33<br />

ders. “Waar voorheen verschillende instituties waar je deel van<br />

uitmaakte min of meer leidend waren in wat wel of niet mocht,<br />

moet je nu vooral zélf bepalen wat juist is of niet. Dan ga je<br />

vaak af op je gevoel, op je intuïtie. En je leert van de momenten<br />

waarop je tegen bepaalde vragen aanloopt.”<br />

Agenda<br />

“Ik adviseer teams van professionals om integriteit wekelijks<br />

op de agenda te zetten. Aan de hand van praktijkvoorbeelden<br />

behandel je het thema en dat leidt uiteindelijk tot een evoluerend<br />

normenkader waar iedereen binnen dient te blijven.”<br />

Kloppenburg beaamt dat integriteit een ingewikkeld onderwerp<br />

is. “Ik merk het wanneer ik aan een groep financials<br />

een praktijkvoorbeeld inbreng en hoe daar dan op gereageerd<br />

wordt. Ze nemen aan dat een ieder hetzelfde denkt en handelt<br />

als zij zelf doen, maar dat is lang niet altijd het geval. Er zijn<br />

veel grijze gebieden.”<br />

<strong>NOAB</strong> werkt met een gedragscode die volgens Kloppenburg<br />

helder is, “maar bij veel kwesties gaat het toch om de interpretatie<br />

daarvan en die kun je niet altijd omschrijven. Er is een<br />

formeel kader, vastgelegd in de gedragscode, maar ook een<br />

informeel kader, waarin zaken als opvoeding, soort klant, de<br />

maatschappij, enzovoorts een rol spelen. De professional moet<br />

dit soort dilemma’s vaak alleen oplossen en dat is niet altijd<br />

gemakkelijk. Ga daarom het gesprek aan met een collega of<br />

binnen de organisatie. Dat helpt om tot de juiste beslissing te<br />

komen. Een bekende uitspraak luidt: ‘It takes others to achieve<br />

integrity’. En het helpt een kantoor ook een bepaalde richting in<br />

te gaan. Helaas nemen veel kantoorhouders beslissingen, zonder<br />

dat ze uitleggen waarom ze dat zo hebben gedaan en waarom<br />

zij een beslissing moreel juist vinden. Een gemiste kans.”<br />

‘Je moet nu vooral zélf bepalen<br />

wat juist is of niet’<br />

Integriteit kan heel basaal zijn, bijvoorbeeld bij het accepteren<br />

van nieuwe klanten. Als het goed loopt met je kantoor,<br />

kun je daar rustig over nadenken, maar wat als het minder<br />

goed gaat… “Geld mag voor een professional die goed werk<br />

wil afleveren geen drijvend principe zijn,” zegt Kloppenburg.<br />

“Verantwoordelijk werk doen is dat juist wel. En de ware professional<br />

wil ten diepste goed werk leveren, ook al is dat in de<br />

praktijk niet altijd eenvoudig.”<br />

Eervol<br />

Het lidmaatschap van een brancheorganisatie, zoals <strong>NOAB</strong>, kan<br />

daarbij helpen. Kloppenburg: “Zij houden de collectieve normen<br />

hoog en kunnen leden daarop aanspreken: realiseer je dat je<br />

deel uitmaakt van iets groters. Het is eervol om dit werk te doen<br />

en eervol om de normen van <strong>NOAB</strong> hoog te houden, normen die<br />

staan voor eerlijk en deskundig. Als iedereen zich dat realiseert,<br />

ontstaat er saamhorigheid die zich gaat uitbetalen.”<br />

‘Realiseer je dat je deel uitmaakt<br />

van iets groters’<br />

“Op de lange termijn rendeert integer handelen,” is de overtuiging<br />

van Kloppenburg en steeds meer onderzoek onderschrijft<br />

dat. “Het geeft rust, je slaapt beter en je hoeft niet te schipperen,<br />

want dat kost heel veel energie. Bovendien zorgt integer handelen<br />

vroeg of laat voor een goede reputatie die dan ook terecht<br />

gebaseerd is op eerlijk, oprecht en deskundig handelen en die<br />

daardoor bijdraagt aan een welverdiende sterkere marktpositie.”<br />

Duurzame insteek<br />

“Integriteit is als een spier, je moet haar blijven trainen. En het is<br />

meer dan ooit aan de orde,” besluit Kloppenburg. “Integriteit is<br />

nooit af en er zijn geen gouden antwoorden op welke situatie dan<br />

ook.” Tijdens bijeenkomsten bij <strong>NOAB</strong> is het Kloppenburg opgevallen<br />

dat deelnemers zich niet inhouden en dingen durven te delen.<br />

“Daar leeft dus het gevoel dat het veilig is. Ik vond de leden<br />

heel eerlijk. Mensen zoeken telkens bevestiging op de vraag of<br />

ze goed hebben gehandeld. Integriteit is een ingewikkelde materie<br />

en dat blijft het. Ik heb het idee dat het onderwerp binnen<br />

<strong>NOAB</strong> de kans krijgt om tot wasdom te komen en dat is goed. Ik<br />

zie dat als een duurzame insteek, waarmee je uiteindelijk daar<br />

komt waar je als organisatie en als leden van die organisatie wilt<br />

staan. Want uiteindelijk blijkt telkens weer dat goed werk afleveren<br />

datgene is wat de professional gelukkig maakt.” ■<br />

Drs. Margreeth Kloppenburg (1968), Zelfstandig trainer/adviseur.<br />

Onderzoeker/docent o.a. Hogeschool Utrecht, Nyenrode<br />

Business University. Lid adviesgroep Ethiek, cultuur en gedrag<br />

van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Accountants.<br />

Bestuurslid Stichting Beroepseer.<br />

Discussiebijeenkomsten<br />

Net als vorig jaar verzorgt <strong>NOAB</strong> ook dit jaar discussiebijeenkomsten voor de<br />

aangesloten kantoren. Ethiek en Integriteit (als businessmodel) is daarbij één<br />

van de onderwerpen. Houd de nieuwsbrief en website van <strong>NOAB</strong> in de gaten<br />

voor meer informatie met betrekking tot data en aanmelden.<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


34<br />

Branche in beeld<br />

‘Zorgverzekeraars gebruiken machtige<br />

positie verkeerd’<br />

Dat zegt Guusje ter Horst, voorzitter van het bestuur van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, kortweg KNGF.<br />

Volgens haar wordt het tijd dat het vak fysiotherapie op haar merites wordt beoordeeld. “Met fysiotherapie en patiëntenzorg op maat<br />

kun je duurdere zorg voorkomen. Gelukkig begint dat besef steeds meer door te dringen.”<br />

Door: Henk Poker<br />

Nederland telt één fysiotherapeut op elke duizend inwoners;<br />

daarmee is de dichtheid ten opzichte van andere Europese landen<br />

hoog. “Ik weet dat Zwitserland gemiddeld nog meer fysiotherapeuten<br />

telt, in andere landen is het anders georganiseerd,<br />

dat kun je niet vergelijken met ons land”, geeft Ter Horst aan.<br />

In het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)<br />

staan 34.000 fysiotherapeuten ingeschreven, waarvan<br />

26.000 fysiotherapeuten daadwerkelijk actief zijn, zoals het<br />

Centraal Kwaliteitsregister (CKR) van het KNGF aangeeft.<br />

Actieve fysiotherapeuten zijn verplicht zich in een register in<br />

te schrijven. “Een fysiotherapeut moet aan bepaalde eisen voldoen<br />

en dient daarvoor onder andere elk jaar studiepunten te<br />

behalen. In de toekomst worden intervisie en visitatie aan een<br />

nieuw kwaliteitssysteem toegevoegd.<br />

‘De huidige behandelindex heeft<br />

ongewenste gevolgen’<br />

Fysiotherapeuten gaan met collega’s praten over het vak en hun<br />

patiënten en zullen daartoe ook elkaars praktijk bezoeken. Zo<br />

leer je van elkaar, wordt er kennis gedeeld en dat komt het vak<br />

ten goede.” Overigens heeft het KNGF zelf 19.000 leden. “Ons<br />

doel is de komende jaren richting de 20.000 te groeien.”<br />

De taken van het KNGF zijn veelomvattend. Van informatievoorziening<br />

en kennisontwikkeling tot het verlenen van<br />

diensten en uiteraard belangenbehartiging, zowel op micro- als<br />

macroniveau. Ter Horst: “Daarbij moet je denken aan besprekingen<br />

met de zorgverzekeraars over contracten tot overleg<br />

met de politiek en andere partijen in de gezondheidszorg.”<br />

Behandelindex<br />

Vorig jaar kwam het vak van fysiotherapeut regelmatig in het<br />

nieuws, met name omdat er onder fysiotherapeuten veel aversie<br />

is tegen de behandelindex die de zorgverzekeraars hanteren.<br />

De behandelindex is een gemiddeld cijfer waarmee een fysiotherapeut<br />

kan zien hoeveel behandelingen hij mag verrichten.<br />

De index is gebaseerd op het gemiddeld aantal behandelingen<br />

van andere praktijken. Volgens de fysiotherapeuten gaat de<br />

zorgverzekeraar daarmee te veel op de stoel van de fysiotherapeut<br />

zitten, de behandelindex wordt als niet reëel en knellend<br />

ervaren. Frequente overschrijding kan ertoe leiden dat de fysiotherapeut<br />

geen contract meer kan afsluiten met een bepaalde<br />

zorgverzekeraar.<br />

Ter Horst snapt dat zorgverzekeraars kwaliteit voor een zo<br />

laag mogelijke prijs willen inkopen. “Ons land telt voldoende<br />

fysiotherapeuten, dus hoeven zorgverzekeraars weinig moeite<br />

te doen om fysiotherapeuten aan zich te binden. Dit heeft erin<br />

geresulteerd dat het tarief van fysiotherapeuten al acht jaar niet<br />

is geïndexeerd.”<br />

De fysiotherapeuten verzetten zich met hand en tand tegen de<br />

behandelindex. “Vooral omdat ze vinden dat de verzekeraars<br />

op de stoel van de fysiotherapeut gaan zitten, zij bepalen daarmee<br />

in feite het aantal behandelingen dat gegeven mag worden.<br />

Bedenk wel dat hierin ook de chronische patiënten worden<br />

meegeteld. Je loopt dan het risico dat chronische patiënten<br />

worden geweigerd, omdat de kans dat fysiotherapeuten boven<br />

de index uitkomen dan groter wordt. Dat kan natuurlijk niet de<br />

bedoeling zijn. Daarom vindt het KNGF de behandelindex een<br />

verkeerd instrument, zowel voor fysiotherapeuten als patiënten.”<br />

“Het KNGF begrijpt dat er een meetinstrument nodig is,” gaat<br />

Ter Horst verder. “Maar, zorg dan wel dat alle verzekeraars<br />

Fotografie Wiep van Apeldoorn<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


35<br />

dezelfde methode gebruiken, wees transparant hoe het wordt<br />

berekend en gebruik het als indicatie en niet als strafmaatregel.”<br />

Het besef bij verzekeraars dat de huidige behandelindex<br />

ongewenste gevolgen heeft, groeit. Ter Horst: “Verzekeraars<br />

zijn bezig met een nieuw uniform meetinstrument, dat hebben<br />

ze inmiddels opgepakt.”<br />

Balans<br />

Op de langere termijn moet de positie van de fysiotherapeut<br />

veranderen, vindt men bij het KNGF. “De fysiotherapie moet<br />

weer de positie in de gezondheidszorg krijgen, die hij hoort te<br />

hebben. Dus, dat de fysiotherapeut zélf bepaalt welke behandeling<br />

iemand nodig heeft, hoeveel behandelingen iemand nodig<br />

heeft en dat hij niet meteen een contract kwijtraakt wanneer<br />

hij boven een gemiddelde uitkomt.”<br />

“Op dit moment is de balans zoek”, vindt Ter Horst. “De zorgverzekeraar<br />

gebruikt zijn machtige positie op een verkeerde<br />

manier, het KNGF doet er alles aan om te komen tot contracten<br />

die passen bij de normale werkzaamheden van de fysiotherapeut.<br />

Nu is het tekenen bij het kruisje, dat is niet meer van deze<br />

tijd.”<br />

Op de vraag of het vak van fysiotherapeut wordt onderschat,<br />

antwoordt Ter Horst dat er te weinig wordt doorgedacht. “Hoewel<br />

dat wel enigszins begint te komen. Het doel moet zijn om<br />

medische zorg in de tweede lijn zoveel mogelijk te ontlasten, al<br />

was het alleen maar vanwege de kosten, maar ook het welbevinden<br />

van de patiënten. De fysiotherapeut is actief in de eerste<br />

lijn en kan middels behandelingen voorkomen dat mensen<br />

in de tweede lijn terechtkomen.” Als voorbeeld noemt ze etalagebenen,<br />

waarbij dankzij de behandeling van de fysiotherapeut<br />

dure operaties kunnen worden voorkomen. “Dit kan bij veel<br />

meer chronische aandoeningen worden gerealiseerd. Probleem<br />

is nu dat patiënten met een chronische aandoening de eerste<br />

twintig behandelingen zelf moeten betalen. Ik begrijp niet wie<br />

dit heeft bedacht. De fysiotherapeut is effectief of niet en niet<br />

pas vanaf de 21ste behandeling.”<br />

“Mijn verwachting is dat ook de behandeling van andere chronische<br />

aandoeningen de komende jaren terugkeert in de basisverzekering.<br />

Snel gaat het niet, maar er is beweging zichtbaar.<br />

Het inzicht dat de fysiotherapeut in de eerstelijnszorg veel kan<br />

betekenen voor patiënten, neemt in elk geval toe en dat is een<br />

goede ontwikkeling.”<br />

Waardering<br />

Het probleem heeft ook met waardering voor het vak te maken.<br />

Volgens Ter Horst zit dit bij patiënten wel goed, die het<br />

werk van de fysiotherapeut hoog waarderen, van een 8,3 tot en<br />

met een 9,2. “Desondanks hangt er nog een sfeer rond het vak<br />

waarin getwijfeld wordt aan nut en noodzaak. Men realiseert<br />

zich nog te weinig dat je met fysiotherapie duurdere zorg kunt<br />

voorkomen, terwijl dat toch het doel richting toekomst zou<br />

moeten zijn. Maar, er is hoop dat we langzamerhand de goede<br />

kant op gaan.”<br />

‘Met fysiotherapie kun je<br />

duurdere zorg voorkomen’<br />

Guusje ter Horst<br />

Ter Horst voorziet een goede toekomst voor de fysiotherapeut.<br />

“De vraag naar fysiotherapie neemt toe, bijvoorbeeld omdat<br />

er meer ouderen komen. Verder denk ik dat de substitutie van<br />

de tweedelijnszorg naar de eerstelijnszorg verder vorm krijgt.<br />

Ook richt het beleid van het kabinet zich op langer thuis blijven<br />

wonen, dus neemt de vraag naar zorg evenredig toe. De seinen<br />

staan op groen, het is aan het KNGF om de voorwaarden<br />

waaronder de fysiotherapeuten kunnen werken, blijvend te<br />

verbeteren.”<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


36<br />

Het ‘zzp-pensioen’<br />

Sinds ruim twee jaar is er een eigen collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen. Hierdoor is het opgebouwde pensioen beschermd<br />

als de ondernemer bijstand moet aanvragen. Bovendien mag het opgebouwde vermogen worden aangewend bij langdurige arbeidsongeschiktheid.<br />

Door: Hans Pieters<br />

Het pensioenproduct is eenvoudiger en goedkoper, maar vooral<br />

passend voor de situatie van de zzp’er. Maarten Post, voorzitter<br />

van Stichting ZZP Nederland, is één van de grondleggers.<br />

Lobby<br />

In 2014 heeft ZZP Nederland met PZO-ZZP, FNV Zelfstandigen<br />

en Zelfstandigen Bouw de handen ineengeslagen om<br />

te lobbyen voor een eigen pensioenregeling voor zzp’ers. Gesprekken<br />

met staatssecretaris Jette Klijnsma van Sociale Zaken<br />

en Werkgelegenheid leidden ertoe dat ondernemers zich sinds<br />

1 januari 2015 kunnen aansluiten bij een collectieve pensioenregeling<br />

voor zelfstandigen. Direct na het groen licht ontrolden<br />

de vier koepels samen met verzekeraar Loyalis en pensioenuitvoerder<br />

APG een eigen pensioenregeling: ZZP Pensioen.<br />

Het ZZP Pensioen is opgezet voor en door zzp’ers, zonder<br />

winstoogmerk. Anders dan de naam doet vermoeden, kan<br />

iedere IB-ondernemer en dga deelnemer worden. Naast ZZP<br />

Pensioen zijn er drie andere aanbieders van een collectieve<br />

pensioenregeling voor zelfstandigen: BrightPensioen, Brand<br />

New Day en Perlas Pensioen. “ZZP Pensioen onderscheidt<br />

zich door niet alleen de opbouw, maar ook de uitkeringsfase<br />

op eenvoudige en betaalbare wijze te regelen. Bovendien is er<br />

een deelnemersraad ingesteld, die het bestuur kan adviseren,”<br />

vertelt Post.<br />

‘Uitgangspunt is dat je zeggenschap<br />

hebt over je eigen geld’<br />

“Zelfstandigen willen zelf de regie over werk, geld en tijd,”<br />

stelt Maarten Post. Alle drie deze elementen zijn terug te<br />

vinden in het ZZP Pensioen. Hij vertelt over de belangrijkste<br />

voordelen van de collectieve pensioenregeling. “Ik ben een<br />

aantal jaren bestuurslid geweest van het pensioenfonds voor<br />

<strong>NOAB</strong><br />

de bouw, waardoor ik weet wat de problemen zijn. Een belangrijk<br />

uitgangspunt is dat je zeggenschap hebt over je eigen<br />

geld.” Een ander element dat voor zelfstandigen belangrijk is,<br />

is vrijheid en flexibiliteit. “Wij wilden geen verzekering. Als<br />

zzp’er heb je geen vast inkomen, dus je wilt zo min mogelijk<br />

vaste verplichtingen aangaan.” Een deelnemer aan de regeling<br />

kan de maximale jaarruimte inleggen, maar kan ook een paar<br />

jaar stoppen omdat hij het geld voor andere zaken nodig heeft.<br />

Een andere eis: het moest tegen lage administratiekosten. “Het<br />

enige wat je kwijt bent, is € 35 per jaar administratiekosten<br />

en 0,35% per jaar voor het beheer van je vermogen.” Ondernemers<br />

kunnen hun bestaande lijfrenteproducten eenvoudig<br />

overhevelen, door middel van een kapitaaloverdracht. “Dat is<br />

een fluitje van een cent.”<br />

Flexibele uitkeringsduur<br />

Het ZZP Pensioen kent een flexibele uitkeringsduur: tien,<br />

vijftien of twintig jaar, of<br />

levenslang. En een flexibel<br />

startmoment. Met het<br />

ZZP Pensioen kun je tussen<br />

je 60ste en 71ste met<br />

je pensioen starten. Op<br />

beide punten verschilt de<br />

regeling ten opzichte van<br />

werknemerspensioenen<br />

met een levenslange uitkering.<br />

“Dat kost gigantisch<br />

veel geld, omdat het een<br />

open-einderegeling is en de<br />

levensverwachting stijgt,”<br />

vertelt hij. “Bouwvakkers<br />

overlijden gemiddeld enkele<br />

jaren eerder dan werkenden<br />

in andere sectoren. Dat betekent<br />

dat het gros van de<br />

bouwvakkers het hele leven<br />

geld opzijlegt en vervolgens<br />

Fotografie Ton Borsboom<br />

Maarten Post<br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


37<br />

maar een beperkt aantal jaren van dat pensioen kan genieten.<br />

Ik vind dat oneerlijk. Eigenlijk betaalt de bouwvakker voor de<br />

hoogleraar die op z’n 25ste, 26ste begint met werken en een<br />

stuk langer leeft.”<br />

Flexibel heeft vooral voordelen, meent Post: “Je kunt je afvragen<br />

of je op je 87ste niet alleen van je AOW kunt rondkomen.”<br />

De pensioenuitkering wordt in plakjes verdeeld. “Een ton aan<br />

pensioenvermogen wordt bijvoorbeeld opgedeeld in 20 jaar.<br />

Het eerste jaar krijg je € 5.000, maar ondertussen groeit het<br />

vermogen tijdens de uitkeringsperiode aan.” Een belangrijk<br />

ander verschil met andere pensioenregelingen: “Eén van de<br />

opvallende elementen aan het ZZP Pensioen is dat het opgebouwde<br />

pensioenvermogen, mocht je komen te overlijden, altijd<br />

wordt uitgekeerd aan je nabestaanden. Die kunnen het bedrag<br />

ineens cashen of omzetten in een uitkering. In de meeste<br />

fondsen moet je je daar apart voor verzekeren op risicobasis.<br />

Omdat het ZZP Pensioen geen verzekering is, hebben we het<br />

altijd over het volledige vermogen.” Een verschil met de andere<br />

zzp-pensioenfondsen is dat ZZP Pensioen de uitkering ook zelf<br />

verzorgt. “De administratiekosten van de uitkering zijn gelijk<br />

aan de kosten bij de opbouwfase.”<br />

Spaargeld<br />

Verzekeraars zijn niet transparant over de kosten, stelt Post. Bij<br />

ZZP Pensioen worden deze benoemd. “Mensen willen weten<br />

wat ze kwijt zijn voor een keuze.” Als voorbeeld noemt hij<br />

de wens die vanuit de deelnemersraad is geuit om een inleggarantie<br />

te bieden. “Dat kost natuurlijk geld. Dat kun je van<br />

het vermogen afhalen, zonder dat je ziet hoeveel precies wordt<br />

ingehouden. Maar je kunt ook zeggen ‘je krijgt gewoon een<br />

factuur voor dat onderdeel’. Je moet de extra kosten benoemen.<br />

Het is voor ons belangrijk dat mensen niet achteraf het gevoel<br />

hebben dat de pensioenbeheerder de winst opstrijkt. Bij werknemerspensioenen<br />

zijn die kosten allemaal versleuteld.”<br />

Het effect van de lage spaarrente, afgezet tegen de inflatie en<br />

vermogensrendementsheffing zorgt ervoor dat spaargeld op dit<br />

moment alleen minder waard wordt. “Dat geld kun je dus nooit<br />

als pensioenvoorziening beschouwen,” constateert Post. “Voor<br />

een redelijke pensioenvoorziening die de inflatie kan bijhouden,<br />

heb je een rendement van 6,5% nodig. De rente komt<br />

gemiddeld niet boven de drie procent. De enige optie is collectief<br />

beleggen, want als je alleen belegt, heb je alle kosten voor<br />

jezelf.” Het ZZP Pensioen kent een aflopend risico naarmate je<br />

ouder wordt, “Des te langer de horizon, des te hoger het risico.<br />

Individueel kun je kiezen om ook na je vijftigste te kiezen voor<br />

een hoger risicoprofiel.” De uitvoering is uitbesteed aan Loyalis,<br />

een dochter van pensioenuitvoerder APG.<br />

Beeldvorming<br />

Pensioen heeft een slechte naam, constateert Post. “Je loopt<br />

mee in de bestaande vooroordelen. Mensen twijfelen zelfs<br />

of de AOW nog wel bestaat tegen de tijd dat ze met pensioen<br />

mogen. Voor zelfstandigen geldt dat wantrouwen in versterkte<br />

mate. Ze hebben negatieve ervaringen met financiële producten,<br />

zoals de torenhoge kosten voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />

en lijfrentepolissen waar een groot percentage<br />

van de inleg aan kosten verloren gaat. Daarom houden ze<br />

liever zelf regie over hun geld.”<br />

‘Pensioen heeft een slechte<br />

naam, je loopt mee in de<br />

bestaande vooroordelen’<br />

Combineer je het wantrouwen met het gegeven dat veel zelfstandigen<br />

geen inzicht hebben hoe het pensioensysteem werkt,<br />

dan wacht er een forse uitdaging, stelt hij. De beeldvorming<br />

zorgt ervoor dat de animo voor het nieuwe pensioenproduct<br />

nog gering is, de vier aanbieders hebben tezamen rond de vijfduizend<br />

deelnemers. De trage start was ingecalculeerd.<br />

“Het negatieve sentiment is de reden dat ik niet verwacht dat<br />

de boel binnen vijf jaar gaat lopen.” Tot zijn teleurstelling wil<br />

de overheid geen bewustwordingscampagne starten om zelfstandigen<br />

aan te zetten om een pensioenvoorziening op te bouwen.<br />

“In gesprekken met het ministerie krijg je te horen ‘jullie<br />

zijn een commerciële partij’, terwijl wij toch echt een stichting<br />

zijn.”<br />

Oudedagsreserve<br />

Post hoopt dat administratie- en accountantskantoren het pensioen<br />

actief op de agenda zetten. “Wat ik zie, is dat de kantoren<br />

zich te weinig verdiepen in de kenmerken van de verschillende<br />

pensioenregelingen. Terwijl ze er goed aan doen om hun klanten<br />

goed te informeren, in gewone taal, van wat er allemaal is<br />

en wat daar de voor- en nadelen zijn. Het gaat erom dat zelfstandigen<br />

meer pensioen opbouwen, op een goede manier.”<br />

Als voorbeeld noemt hij de fiscale oudedagsreserve (for). “Problemen<br />

met de for op of rond de pensioendatum kun je voorkomen<br />

door steeds een deel af te storten. Daar haal je ook nog<br />

voordeel omdat het vermogen in de tussentijd groeit.” ■<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


38<br />

‘<strong>NOAB</strong>-kantoren laten kansen liggen’<br />

Payrollbedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. Werkgevers kiezen steeds vaker voor samenwerking met een payrollbedrijf,<br />

omdat ze geen administratieve rompslomp willen en geen risico’s willen lopen met hun personeel. De praktijk is echter weerbarstig,<br />

zo blijkt uit een aantal rechtszaken. “Er is voor ons een schone taak weggelegd,” stelt <strong>NOAB</strong>-lid Hans Huiberts.<br />

Door: Henk Poker<br />

Zorgeloos gemak, uitsluiten van risico’s, maximale flexibiliteit,<br />

kostenbesparend: payrollbedrijven zetten hun ‘voordelen’ uitstekend<br />

in de markt. En steeds meer werkgevers kiezen ervoor<br />

hun personeel bij een payrollbedrijf onder te brengen. “Het<br />

klinkt de werkgevers als muziek in de oren wanneer een payrollbedrijf<br />

belooft dat alle administratieve taken en de daarbij<br />

behorende juridische verplichtingen uit handen worden genomen.<br />

Immers, als werkgever denk je hiermee fiscale, sociale en<br />

arbeidsrechtelijke risico’s uit te sluiten,” legt Huiberts uit. “Het<br />

is echter de vraag of payrollbedrijven al deze toezeggingen wel<br />

nakomen. Sterker nog, ik denk dat er de nodige haken en ogen<br />

aan vele overeenkomsten zitten.”<br />

Juridisch kader<br />

Daarover later meer. Voor een goed begrip is het van belang<br />

het juridische kader van payrolling te duiden. Wat is nu eigenlijk<br />

payrolling? De opdrachtgever/inlener werft en selecteert<br />

de werknemers, waarna deze in dienst treedt van het door de<br />

opdrachtgever/inlener gekozen payrollbedrijf. Die stelt de<br />

werknemer vervolgens permanent en exclusief ter beschikking<br />

aan de betreffende opdrachtgever/inlener. Het payrollbedrijf<br />

neemt daarbij, als administratief en ‘juridisch’ werkgever, de<br />

werknemer in dienst, maar de werknemer is wel bij de opdrachtgever/inlener<br />

onder diens gezag werkzaam. En dat speelt<br />

in de jurisprudentie een belangrijke rol.<br />

‘Er zitten de nodige haken en<br />

ogen aan vele overeenkomsten’<br />

“Van belang is hoe binnen deze arbeidsrechtelijke driehoeksverhouding<br />

het begrip payrolling juridisch moet worden gekwalificeerd,”<br />

legt Huiberts uit. “Dit is van belang om de feitelijke<br />

werkgever te kunnen vaststellen en daaruit voortvloeiend<br />

wie het risico loopt bij bijvoorbeeld langdurige ziekte en/of<br />

ontslag. Payrolling is niet wettelijk gedefinieerd en een payrollovereenkomst<br />

behoort niet tot de in het Burgerlijk Wetboek<br />

geregelde bijzondere overeenkomsten. Omdat er tussen het<br />

payrollbedrijf en de werknemer geen sprake is van een gezagsverhouding,<br />

is er feitelijk geen sprake van een arbeidsovereenkomst<br />

volgens art. 7:610 lid 1 BW. Alleen met een zelfstandige<br />

en duidelijke rol voor het payrollbedrijf bij het sluiten en uitvoeren<br />

van de overeenkomst, bestaat een arbeidsovereenkomst<br />

tussen payrollbedrijf en werknemer, onder de voorwaarde dat<br />

de werknemer duidelijk en ondubbelzinnig met deze payrollconstructie<br />

heeft ingestemd.”<br />

“Echter, in de praktijk is het meestal het payrollbedrijf dat<br />

samen met de opdrachtgever/inlener de payrollconstructie initieert.<br />

De werknemer tekent de hem voorgelegde payrollovereenkomst,<br />

omdat hij de begeerde baan wil krijgen of behouden,<br />

vaak zonder te overzien wat dit precies voor hem inhoudt.”<br />

Steeds meer rechters en politici kijken door de payrollconstructie<br />

heen en in de afgelopen jaren wees de rechter in het<br />

overgrote deel van de conflicten het bedrijf waar de werknemer<br />

werkzaam is, als feitelijke werkgever aan, ondanks het door<br />

het payrollbedrijf afgesloten contract. ‘Wezen’ gaat dan voor<br />

‘schijn’! De opdrachtgever/inlener is en blijft daardoor verantwoordelijk<br />

voor de verplichtingen die voortvloeien uit de<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Ontslagvergunning<br />

Huiberts: “Het UWV toetst of de situatie bij de opdrachtgever/<br />

inlener zodanig is dat een ontslagvergunning op zijn plaats<br />

is, ook al is de payrollwerknemer niet bij de betreffende opdrachtgever/inlener<br />

in dienst.” Als voorbeeld noemt hij de<br />

gevolgen van een faillissement van een payrollbedrijf. “Veertig<br />

taxichauffeurs kregen drie maanden geen salaris, hoewel ze<br />

wel gewoon hun werk deden. Het UWV oordeelde namelijk dat<br />

de chauffeurs geen aanspraak op een faillissementsuitkering<br />

konden maken, omdat het payrollbedrijf weliswaar op papier<br />

werkgever was, maar dat het taxibedrijf de feitelijke werkgever<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


39<br />

is. Het taxibedrijf moest de achterstallige<br />

salarissen betalen. Werkgevers<br />

die met een payrollbedrijf in zee<br />

gaan, doen er goed aan de overeenkomsten<br />

goed op hun juridische feiten<br />

door te lezen. Het kan verstrekkende<br />

gevolgen hebben, wanneer er<br />

ziekte, ontslag of faillissement aan<br />

de orde is.”<br />

Goedkoper<br />

Payrollbedrijven zeggen goedkoper<br />

te zijn. Huiberts wil daarover het<br />

volgende kwijt. Hij heeft berekend<br />

dat voor personeel dat op de loonlijst<br />

van zijn opdrachtgevers staat, een<br />

omrekenfactor geldt van maximaal<br />

1,52 (inclusief kosten volledige personeels-/salarisadministratie<br />

(max.<br />

Hans Huiberts<br />

€ 200,- p.p.p.j.), Ziekteverzuimverzekering (3%) en doorbetaling<br />

tijdens ziekte in eigenrisicoperiode (stel 1,5%). De omrekenfactor<br />

bij payrollbedrijven ligt gemiddeld op 1,67, exclusief<br />

de payrollmarge van € 0,25 per gewerkt uur. “Echter, omrekenfactoren<br />

van 1,70 tot 1,75 zijn zeker geen uitzonderingen.” (Zie<br />

het rekenvoorbeeld in het kader.)<br />

“Mijn conclusie is dat <strong>NOAB</strong>-kantoren veel werk laten liggen<br />

Salariskosten eigen verloning / payroll<br />

Restaurantbedrijf<br />

Gemiddelde omrekenfactor payroll: 1,72 *<br />

(onlangs door een groot payrollbedrijf geoffreerd)<br />

Bureaumarge payroll 0,24<br />

Omrekenfactor eigen verloning 1,52<br />

Omzet (excl. BTW) 800.000<br />

Productiviteit (gem. omzet per uur / per werknemer) 43 *<br />

Gemiddeld bruto uurloon (restaurant) stel 9,60<br />

Gem. salariskosten per uur eigen verloning 14,60<br />

(incl. ZW verz. 3%, ZG e/r 1,5%, pers.adm. € 200 max. p.p.p.j.)<br />

Te besteden uren 800.000 43 18.605<br />

Aantal productieve uren IB-ondernemer 1.500<br />

Totale salariskosten (eigen verloning) 17.105 14,60 249.733 31,2%<br />

Brutoloon (eigen verloning) 17.105 9,60 164.208<br />

Totale salariskosten payroll 164.208 1,72 282.438 35,3%<br />

Bureaumarge 17.105 0,24 4.105<br />

Verschil salariskosten eigen verloning / payroll per jaar 36.810 !!<br />

Stijging salariskosten 14,7%<br />

Omrekenfactor over brutoloon (excl. vak.geld/uren) 1,72 *<br />

Omrekenfactor over brutoloon (incl. vak.geld/uren) 1,19489 1,44<br />

Productiviteit (gem. omzet per uur / per werknemer) 43 *<br />

Productiviteit (gem. omzet per jaar / per werknemer) 1.750 75.250<br />

Fotografie Paul Tolenaar<br />

en zelfs kwijtraken aan payrollbedrijven. En dat heeft niet te<br />

maken met het feit dat we ons werk niet goed zouden doen,<br />

integendeel. Feit is wél dat payrollbedrijven hun ‘voordelen’<br />

veel beter weten te verkopen. Daar is voor ons een schone taak<br />

weggelegd.”<br />

Hoge Raad<br />

Inmiddels heeft de Hoge Raad op 4 november vorig jaar een<br />

uitspraak gedaan, die, naar het zich in eerste instantie liet aanzien,<br />

gunstig uitpakte voor payrollbedrijven. Huiberts: “Voor<br />

het toepassen van een uitzendovereenkomst (art. 7:690 BW)<br />

is het niet vereist dat de werkgever een allocatiefunctie (in het<br />

kader van de uitoefening van hun beroep vraag en aanbod van<br />

tijdelijk werk bij elkaar brengen) vervult. Hierdoor kunnen<br />

payrollbedrijven, die deze allocatiefunctie niet vervullen, profiteren<br />

van de voordelen die een uitzendovereenkomst geniet.”<br />

De Hoge Raad bevestigt in zijn arrest niet dat bij payrolling<br />

telkens sprake is van een uitzendovereenkomst. Het enkel<br />

contractueel vastleggen dat bij payrolling sprake is van een uitzendovereenkomst<br />

(art. 7:690 BW) is dan ook niet voldoende.<br />

Daarvoor moet zijn voldaan aan de elementen in de definitie<br />

van de uitzendovereenkomst. Het is de vraag of bij de thans<br />

meest gebruikelijke vorm van payrolling een arbeidsovereenkomst<br />

tot stand komt tussen het payrollbedrijf en de werknemer<br />

en daarmee of er sprake is van terbeschikkingstelling van<br />

een werknemer van het payrollbedrijf aan de opdrachtgever<br />

in de zin van art. 7:690 BW. Voor het werkgeverschap van het<br />

payrollbedrijf is meer vereist dan een ‘papieren’ constructie<br />

op basis waarvan het juridische werkgeverschap wordt ‘weg-<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


40<br />

gecontracteerd’ naar een ‘papieren werkgever’, die bij de totstandkoming<br />

en uitvoering van de arbeidsovereenkomst geen<br />

zelfstandige en inhoudelijke rol speelt.<br />

Zoals de Hoge Raad in zijn arresten aangeeft, is het aan de<br />

werkgever om in te grijpen als het van toepassing zijn van de<br />

regels op payrolling tot een onwenselijke situatie leidt. Welnu,<br />

een onwenselijke situatie is de volgende: per 1 juli 2015 is het<br />

ontslagrecht dat van toepassing is op een payrollwerknemer<br />

zodanig aangepast dat een payrollwerknemer dezelfde bescherming<br />

geniet als een werknemer die rechtstreeks in dienst<br />

is bij een werkgever.<br />

Echter, door een uitspraak van de Hoge Raad zou voor payrollbedrijven<br />

sprake zijn van een uitzendovereenkomst en het<br />

daarbij behorende verlichte ontslagregime. De uitkomst van dit<br />

arrest ondermijnt de kersverse bescherming voor de payrollmedewerkers<br />

volledig en zet de deur wijd open naar een nog breder<br />

gebruik van onzekere contracten.<br />

Meer zekerheid<br />

Anders dan voor een echte uitzendkracht zal bij een payrollmedewerker<br />

einde inleenperiode (opzegging door opdrachtgever)<br />

al snel einde arbeidsovereenkomst betekenen, omdat de<br />

werknemer niet in dienst is van een uitzendwerkgever met een<br />

allocatiefunctie op de arbeidsmarkt! Huiberts: “Het doel van<br />

de politiek en vakbonden is om meer zekerheid te bieden aan<br />

werknemers. Voor meer werkzekerheid dient het ontstane lek<br />

door de wetgever te worden gedicht. Minister Asscher onderkent<br />

het probleem, maar heeft daar meteen aan toegevoegd dat<br />

een wetswijziging niet meer in zijn kabinetsperiode verwezenlijkt<br />

zou kunnen worden. Een schone taak derhalve voor het<br />

nieuwe kabinet. En… de onduidelijkheid aangaande payrollconstructies<br />

blijft dus voorlopig voortduren!!”<br />

‘Payrollbedrijven weten hun<br />

‘voordelen’ veel beter te<br />

verkopen’<br />

In een reactie laat de Nederlandse Bond van Bemiddelingsen<br />

Uitzendondernemingen (NBBU) het volgende weten: ‘De<br />

NBBU ziet de payrollverhouding, net als de Hoge Raad, als<br />

een bijzondere vorm van uitzendverhouding, met als wettelijke<br />

basis het artikel 7:690 BW (uitzendovereenkomst). Daarbij<br />

vindt de NBBU het belangrijk dat payrollondernemingen hun<br />

werkgeversrol duidelijk en transparant invullen.’<br />

Vooraf moet duidelijk worden gemaakt aan de werknemers dat<br />

zij in dienst treden bij de payrollorganisatie en dat er een transparante<br />

invulling van het (materieel) werkgeverschap is. Werknemers<br />

die via een bij de NBBU aangesloten payrollorganisatie<br />

aan de slag gaan, krijgen een uitzendovereenkomst conform<br />

de NBBU-cao, waarbij de werknemers onder andere hetzelfde<br />

loon krijgen als de werknemers in dienst van de opdrachtgever<br />

en recht hebben op pensioenopbouw.<br />

adviesgroep Partners in kwaliteit<br />

Marree & Van Uunen<br />

Belastingadviseurs<br />

Sprendlingenstraat 61<br />

5061 KM Oisterwijk<br />

T. 013 - 577 34 81<br />

E. info@marree-cs.nl<br />

Voor uw fiscale vraagstukken<br />

<strong>NOAB</strong><br />

Punt & Van de Weerdt,<br />

Belastingadviseurs<br />

Parkstraat 20<br />

2514 JK Den Haag<br />

T. 070 - 302 58 25<br />

E. info@defiscalisten.nl<br />

Voor uw fiscale vraagstukken<br />

van elderen<br />

accountants | belastingadviseurs<br />

Kanaalpad 77 | 7321 AN Apeldoorn<br />

T. 055 - 522 33 77<br />

E. apeldoorn@vanelderen.nl<br />

Met vestigingen in:<br />

Ommen 0529 - 46 96 00<br />

Wezep 038 - 444 62 44<br />

Zwolle 038 - 423 15 83<br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


41<br />

Advertorial<br />

SnelStart trekt samen op met klanten<br />

Het gaat goed met SnelStart. De softwareleverancier van Texel groeit in al haar geledingen en wil dat graag vasthouden. Daarvoor<br />

wordt in toenemende mate samenwerking gezocht met kantoren en ondernemers. Dat alles zonder concessies te doen aan datgene<br />

waar SnelStart om bekendstaat: betrouwbaarheid en gemak.<br />

Door: Henk Poker<br />

In de markt leeft nog wel eens het idee<br />

dat SnelStart enigszins achterloopt op<br />

de ontwikkelingen in de branche. Niets<br />

is echter minder waar, vindt accountmanager<br />

Benno Bakker. “We hebben<br />

inmiddels een mooi innovatief product,<br />

maar zijn van nature bescheiden. We<br />

moeten beter vertellen welke mogelijkheden<br />

ons pakket allemaal heeft en wat<br />

het een kantoor, of de ondernemer, kan<br />

opleveren.”<br />

Dichterbij kantoren<br />

Als accountmanager is Benno de ogen<br />

en oren van SnelStart bij accountantsen<br />

administratiekantoren. “We hebben<br />

sinds 2015 drukbezochte roadshows,<br />

onder de naam SnelStart Aangenaam,<br />

staan op belangrijke beurzen en hebben<br />

gebruikersgroepen. Daarnaast bezoek ik<br />

zelf jaarlijks een groot aantal kantoren<br />

Benno Bakker<br />

die gebruikmaken van SnelStart. We<br />

willen weten waar behoefte aan is, zodat<br />

kantoren zo goed mogelijk kunnen<br />

samenwerken met hun klanten. Dit koppelen<br />

we vervolgens aan onze visie en<br />

daarmee gaan we aan de slag.”<br />

Gemak gekoppeld aan een passende<br />

prijs, dat is waar SnelStart groot mee is<br />

geworden en dat is wat klanten nog altijd<br />

van het bedrijf verwachten. “En dan<br />

maakt het niet uit of men offline, hybride<br />

of in de cloud wil werken,” geeft Bakker<br />

aan. “SnelStart heeft een brede klantengroep,<br />

daarom vinden we het belangrijk<br />

om deze mogelijkheden te blijven aanbieden.<br />

Iedere ondernemer kan hierdoor<br />

zelf bepalen of hij er klaar voor is.”<br />

Groei in de cloud<br />

Met online administraties gaat het ondertussen<br />

razendsnel. “Inmiddels werken<br />

er meer dan 20.000 klanten online.<br />

Per maand komen er 2.500 administraties<br />

bij,” zegt Bakker. “Er komt daarbij<br />

steeds meer online functionaliteit bij. Op<br />

je smartphone en op je tablet kun je ook<br />

facturen maken en inzicht krijgen in je<br />

cijfers, middels een dashboard. Documenten<br />

kunnen worden opgeslagen bij<br />

boekingen. Er zijn diverse koppelingen<br />

met grote banken en ook andere partijen<br />

in de accountancy koppelen makkelijk<br />

met SnelStart. Wij streven uiteindelijk<br />

naar het volledig automatiseren van de<br />

administratie.”<br />

Ook intern heeft SnelStart de zaken goed<br />

op orde, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de<br />

Klantenservice. “In de drukste maand<br />

januari was de wachttijd gemiddeld één<br />

minuut. Dat is uniek. We hebben inmiddels<br />

dan ook voldoende mensen om dit<br />

te realiseren. Kantoren vragen om duidelijkheid<br />

en betrouwbaarheid, dat biedt<br />

SnelStart.” Ter illustratie: in 2013 had<br />

SnelStart 35 medewerkers, inmiddels is<br />

dat gegroeid naar 110.<br />

Makkelijk online samenwerken<br />

De transitie naar de cloud is niet voor<br />

elk kantoor vanzelfsprekend. Daarom<br />

gaat SnelStart in april van dit jaar een<br />

nieuw samenwerkingsmodel lanceren.<br />

Hierbij wordt het kantoor uitgelegd op<br />

welke wijze hij online kan samenwerken<br />

met zijn klant. “We hebben relatief veel<br />

kleine kantoren als klant, die zich niet<br />

elke dag afvragen hoe ze dit proces kunnen<br />

realiseren en optimaliseren. Daarbij<br />

wil SnelStart graag helpen.”<br />

“We vinden het belangrijk dat kantoren<br />

weten wat er mogelijk is, zodat zij in de<br />

toekomst hun verdienmodel kunnen optimaliseren.<br />

Immers, daar ligt de uitdaging<br />

in de branche. SnelStart wil daarbij<br />

optreden als dé ideale partner: transparant,<br />

betrouwbaar en gemakkelijk, zoals<br />

we al jaren bekendstaan.”<br />

SnelStart<br />

Harkebuurt 3<br />

1794 HM Oosterend, Texel<br />

T 0222−36 30 60<br />

E klantenservice@snelstart.nl<br />

I www.snelstart.nl<br />

<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>


42<br />

Gewoon omdat het kan…<br />

Positieve energie in een klant stoppen<br />

“De leasemaatschappij was na overleg met mij bereid de standaardregels voor mijn klant iets ruimer te interpreteren. Zo kon mijn<br />

klant met een kleine aanbetaling een gloednieuwe auto leasen en die in de eerste twee maanden na de herstart van zijn activiteiten<br />

betalen.”<br />

Door: Chris Wolters<br />

Jean-Pierre van Boxel, eigenaar van JeBo Finance in Rijsbergen,<br />

begeleidde in 2016 bijna een jaar lang, pro Deo, een klant.<br />

Deze kon zich, mede als gevolg van de veranderde wetgeving,<br />

niet meer verhuren als freelance-vrachtwagenchauffeur. Het<br />

resultaat was verrassend.<br />

Aanpassen aan veranderde omstandigheden<br />

De Wet DBA trad op 1 mei 2016 in werking en op dezelfde<br />

datum verdween de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) die de<br />

opdrachtgever vrijwaarde van premie- en loonbelastingafdracht.<br />

“Tot aan de aangescherpte wetgeving verhuurde mijn<br />

cliënt zichzelf aan diverse transportbedrijven. Daarna kon deze<br />

professionele chauffeur alleen nog via payroll werken. Eén<br />

van de gevolgen was een scherpe inkomensdaling. Vervelende<br />

bijkomstigheid voor hem was ook dat hij een belastingschuld<br />

had opgebouwd door slecht cashmanagement. Daardoor was<br />

de mogelijkheid verkeken om dit gat snel te dichten. De enige<br />

oplossing was kopen of huren van een eigen vrachtwagen en zo<br />

met eigen materiaal te gaan rijden als zelfstandig ondernemer.”<br />

Van Boxel vervolgt zijn verhaal: “Een financiering verkrijgen<br />

leek een onmogelijke taak. We hebben echt alles geprobeerd,<br />

niks lukte. Mijn cliënt zag het op een bepaald moment niet<br />

meer zitten. De stress in zijn gezin was enorm. Tot overmaat<br />

van ramp overleden in deze moeilijke periode ook nog eens<br />

zijn moeder en zijn stiefvader. Een absoluut dieptepunt voor<br />

man, vrouw en familie!”<br />

Boxel: “Kortom, gaan met die banaan! Hij vertelde mij dat hij<br />

het zonder mij allang zou hebben opgegeven.” De man vertelde<br />

Van Boxel dat hij bij de Volvo-dealer een vertegenwoordiger<br />

had gesproken. Die bood de mogelijkheid een vrachtwagen te<br />

leasen. Tijdens dat gesprek gaven dealer en leasemaatschappij<br />

aan bereid te zijn de regels soepel te hanteren. “Zo kreeg mijn<br />

cliënt alle ruimte om te starten met aantrekkelijke financieringsvoorwaarden.<br />

Dat speelde in juni 2016. Nu in februari<br />

<strong>2017</strong> is de klant schuldenvrij. Hij heeft er weer zin in. Vorige<br />

maand vroeg hij mij wat hij mij verschuldigd was. Ik meldde<br />

blij te zijn dat ik hem had kunnen helpen. Voor mijn inspanningen<br />

hoefde hij wat mij betreft niet te betalen. Toch verzocht<br />

hij mij een factuur te sturen van € 2.500,-. Gewoon omdat hij,<br />

nu het goed met hem ging, graag iets terug wilde doen. Dat is<br />

service verlenen zoals ik dat wil. Gewoon omdat het kan…” ■<br />

Werken aan praktische oplossingen<br />

“Dit verhaal liet me niet los,” vervolgt Van Boxel. “Op een<br />

avond ben ik naar hem toe gereden. Toen heb ik gewoon gezegd<br />

dat dit zo niet langer kon. Daar voegde ik aan toe dat als<br />

we er samen positieve energie in zouden stoppen, er wel een<br />

oplossing móest komen. Niet opgeven was het devies! Eerlijk<br />

gezegd was ik er ook heilig van overtuigd dat er ergens een<br />

oplossing vandaan zou komen.” Daags na het bezoek van Van<br />

Boxel belde de man op. Hij had de moed bij elkaar geraapt<br />

en zei krachtig een eind aan de ellende te willen maken. Van<br />

<strong>NOAB</strong><br />

<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!