NOAB-Activa-2017-v7 definitief
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaargang 30 - Nummer 1 - <strong>2017</strong><br />
‘Als je de caissières gaat ver-zzp-en,<br />
kun je bijna alles ver-zzp-en’<br />
prof. mr. Gerrard Boot, hoogleraar Arbeidsrecht
Twinfield online boekhouden. Slimmer. Sneller.<br />
Samen.<br />
Gebruik jij al de voordelen van online boekhouden? Hiermee heb je altijd<br />
real-time inzicht in de laatste cijfers. Zo ben en blijf je automatisch up-to-date!<br />
Ook maakt Twinfield het makkelijk om slim met je klanten samen te werken.<br />
Zo houd je tijd over voor advies. En koppelen met andere software, zoals de<br />
bank? Geen probleem, Twinfield koppelt met meer dan 300 applicaties.<br />
Ook slimmer samenwerken?<br />
Weten wat Twinfield voor jouw kantoor kan betekenen? Ga dan naar:<br />
www.twinfield.nl/accountant
3<br />
Inhoud<br />
‘Schijnzelfstandigheid is nog<br />
steeds moeilijk te bestrijden’<br />
6<br />
De kern van de circulaire<br />
economie is waardering<br />
10<br />
Lean Management: meer efficiency,<br />
met behoud van kwaliteit<br />
28<br />
12 ‘Blockchain gaat ons werk<br />
ingrijpend veranderen’<br />
14 Wijzigingen in de Wwft: een<br />
risicoanalyse<br />
17 Kantoor in beeld<br />
18 Belastingdienst onder vuur<br />
22 Daarom tóch een rapportgenerator<br />
24 Nieuw: <strong>NOAB</strong> Bootcamp<br />
26 ‘Softwareleveranciers tonen te<br />
weinig visie’<br />
30 Wanneer stop je echt?<br />
32 ‘Gewoon goed mijn werk doen’<br />
34 ‘Zorgverzekeraars gebruiken<br />
machtige positie verkeerd’<br />
36 Het ‘zzp-pensioen’<br />
38 ‘<strong>NOAB</strong>-kantoren laten kansen<br />
liggen’<br />
41 SnelStart trekt samen op met<br />
klanten<br />
42 Positieve energie in een klant<br />
stoppen<br />
COLOFON <strong>Activa</strong> magazine is een uitgave van de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. <strong>Activa</strong> verschijnt 4x per jaar. Jaargang 30,<br />
nr. 1 maart <strong>2017</strong> ISSN 1384-2676 <strong>NOAB</strong> Postbus 2478 5202 CL ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 614 14 19 www.noab.nl mail: info@noab.nl Redactie<br />
Ed de Vlam (hoofdredacteur), Loft 238 Tekst & Media (eindredactie), Henk Poker, Chris Wolters, Hans Pieters Bladmanagement Michel Hamer, Chantal van Pelt<br />
Acquisitie <strong>NOAB</strong>, 073 - 614 14 19 Advertentietarieven Op aanvraag bij de uitgever Contactpersoon Michel Hamer Vormgeving Stephan Lerou ‘s-Hertogenbosch<br />
Opmaak Repro Design Zutphen Druk Dekkers van Gerwen ‘s-Hertogenbosch, 088-0280900 Abonnementenadministratie Opgave van abonnementen, opzegging en<br />
adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven aan de uitgever. Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van<br />
opzegging is ontvangen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Abonnementskosten € 45,- per jaar (incl. BTW). Coverfoto prof. mr. Gerrard Boot,<br />
hoogleraar Arbeidsrecht, fotografie Paul Tolenaar ■
Visma eAccounting & Practice Management<br />
Schakel uw cliënten moeiteloos aan!<br />
Online samenwerken met uw cliënten<br />
Visma eAccounting is een complete cloudoplossing voor kleinere ondernemers. Voor slechts € 15 per maand beschikt uw cliënt over<br />
een compleet pakket voor boekhouden en factureren. En met een paar simpele stappen kan hij ook gratis zijn eigen website maken<br />
met Visma eAccounting. Wil uw cliënt alleen factureren? Dan sluit u hem voor € 9 per maand aan op Visma eAccounting Factureren.<br />
Wilt u Visma eAccounting en Visma Practice Management gratis proberen?<br />
Kijk op eaccounting.nl /accountant<br />
adviesgroep Partners in kwaliteit<br />
kantoor Mr. van Zijl B.V.<br />
Advocaten • casemanagers<br />
Korvelseweg 142<br />
5025 JL Tilburg<br />
T. 013 - 463 55 99<br />
E. mail@kantoormrvanzijl.nl<br />
uw vragen over arbeidsrecht<br />
Dijkstra & Van den Ende Advocaten<br />
Wagenweg 12-b<br />
1442 BX Purmerend<br />
T. 0299 - 42 30 35<br />
E. secretariaat@de-advocaten.nl<br />
E. vandenende@de-advocaten.nl<br />
voor uw juridische vraagstukken<br />
Postbus 2478<br />
5202 CL ‘s-Hertogenbosch<br />
T. 073 - 614 14 19<br />
E. info@noab.nl<br />
www.noab.nl
5<br />
Voorwoord<br />
Martien Hermans<br />
Voorzitter van <strong>NOAB</strong><br />
Samen een nieuwe start!<br />
De afgelopen maanden is de Belastingdienst weer veel<br />
in het nieuws geweest. Meestal niet positief. De staatssecretaris<br />
wordt het vuur na aan de schenen gelegd in deze<br />
laatste maanden van zijn ambtsperiode. De Wet DBA, de<br />
dure vertrekregeling, de beveiligingslekken en het vertrek<br />
van de DG: het is niet eenvoudig om verantwoordelijk<br />
te zijn voor het reilen en zeilen bij de Belastingdienst.<br />
Ook wij merken dat het belangrijke ministerie van Financiën,<br />
waaronder de Belastingdienst als uitvoeringsorganisatie<br />
ressorteert, grote problemen kent, zowel op organisatorisch<br />
gebied, in personele zaken, en last-but-not-least<br />
met IT.<br />
Verschillende culturen<br />
Het is ook niet eenvoudig. Politici bedenken ideeën op<br />
het gebied van onder meer fiscale wetgeving, ambtenaren<br />
werken dit uit, de beide Kamers wijzigen er nog wat<br />
aan, de Belastingdienst doet een uitvoeringstoets en er<br />
is weer een nieuwe regel ‘geboren’. Ik zeg met nadruk<br />
‘nieuw’ omdat er vaak geen regels worden geschrapt,<br />
maar er vooral nieuwe regels bijkomen. Na publicatie in<br />
de Staatscourant begint het dan pas écht, aangezien de<br />
praktijk – ondernemers, burgers en bedrijven in Nederland<br />
– zijn werkwijze hierop moet aanpassen.<br />
Ook de Belastingdienst moet zijn systeem dan nog aanpassen.<br />
En daar wringt hem nu precies de schoen. Er is<br />
niet nagedacht over de gevolgen van wetgeving in de keten<br />
van belastingplichtige, intermediair en overheid. De<br />
systemen van de Belastingdienst zijn hopeloos verouderd.<br />
Met deze verouderde systemen probeert men dan ook nog<br />
ingewikkelde processen te gaan draaien, zoals EBV, eID,<br />
metatoezicht enzovoorts. Bovendien hebben we te maken<br />
met verschillende culturen binnen de Belastingdienst:<br />
de oude generatie die vooral denkt in fysiek toezicht en<br />
handhaving en de nieuwe generatie die moderne digitale<br />
processen wil implementeren om de belastinginning efficiënter<br />
te maken.<br />
Politieke lef en regie<br />
Zolang deze strijd blijft voortduren, zie ik de problemen<br />
bij het belangrijkste ministerie van ons land niet kleiner,<br />
maar eerder groter worden. En waar is onze premier in<br />
dit debat? Als het over integratie of Europees beleid gaat<br />
is hij direct te vinden op al onze nieuwszenders. Maar als<br />
het gaat over het ministerie dat ervoor moet zorgen dat er<br />
überhaupt geld in onze schatkist vloeit, is hij onzichtbaar.<br />
Er is echt politieke lef en regie nodig om de Belastingdienst<br />
in Nederland weer tot een gerespecteerd instituut<br />
te maken. Smelt de directies van het ministerie van Financiën<br />
en de Belastingdienst samen tot één team, vorm<br />
een ministerie van IT voor de gehele overheid, zorg dat er<br />
in 2020 een volledig nieuw vereenvoudigd belastingstelsel,<br />
gebouwd op moderne IT-systemen, operationeel is!<br />
Kost dit geld? Ja! Maar niets doen kost op termijn nog<br />
veel meer, omdat de continuïteit van de geldstromen in<br />
’s lands schatkist niet meer is gewaarborgd. De stekker uit<br />
het oude systeem en aan de slag met een modern systeem,<br />
waar andere landen jaloers naar zullen kijken. Dat verdienen<br />
alle toegewijde medewerkers van de Belastingdienst,<br />
maar méér nog alle burgers in dit land! Doormodderen zal<br />
de komende jaren telkens opnieuw tot incidenten en daarmee<br />
politiek gekrakeel leiden. Samen een nieuwe start<br />
maken zal leiden tot herstel van vertrouwen en toename<br />
van onze belastingmoraal. <strong>NOAB</strong> is er klaar voor! ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
6<br />
‘Schijnzelfstandigheid is nog steeds<br />
moeilijk te bestrijden’<br />
Staatssecretaris Wiebes van Financiën schortte eind 2016 de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties op, de opvolger van de<br />
VAR-verklaring. Zzp’ers zouden massaal opdrachten zijn misgelopen. Maar zeker zo belangrijk is de onduidelijkheid over de vraag<br />
wanneer sprake is van een arbeidsverhouding.<br />
Door: Hans Pieters<br />
Een kritisch rapport van de Commissie beoordeling modelovereenkomsten<br />
Wet DBA onder leiding van hoogleraar Arbeidsrecht<br />
prof. mr. Gerrard Boot, de ‘Commissie Boot’, gaf de<br />
doorslag om de Wet DBA uit te stellen tot 1 januari 2018. Tot<br />
die tijd krijgen zzp’ers en opdrachtgevers geen boete of naheffing,<br />
tenzij de opdrachtgever ‘opzettelijk een situatie van evidente<br />
schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan’.<br />
Het rapport en uitstel vormen een goede aanleiding om de<br />
naamgever van de commissie, Gerrard Boot, te interviewen.<br />
Risico<br />
Onder de VAR-winst uit onderneming lag het risico bij de<br />
zzp’er. Dat risico beperkte zich tot het mislopen van de ondernemersfaciliteiten.<br />
“Gek genoeg klagen de zzp-organisaties<br />
dáár niet over. Maar precies hetzelfde risico, maar dan gedeeld<br />
met de opdrachtgever, wordt wel als nadeel van het nieuwe<br />
systeem gezien. Dat is vreemd,” vindt Boot.<br />
‘Opeens is er behoefte aan een<br />
extreme mate van zekerheid’<br />
Een tweede punt van kritiek is dat de opdrachtgevers de<br />
modelovereenkomst te ingewikkeld vinden. “Terwijl VNO-<br />
NCW mede aan de wieg van de Wet DBA stond.” Boot vindt<br />
de ophef overdreven. “Per bedrijf kun je het af met een paar<br />
maatwerkovereenkomsten, afgestemd op de functie. Hiervóór<br />
moest je bij al die mensen gaan controleren of ze hun VARwuo<br />
hadden. Opeens is er behoefte aan een extreme mate van<br />
zekerheid.” Opdrachtgevers hadden in veel gevallen ook de<br />
algemene modellen van de Belastingdienst kunnen gebruiken,<br />
is zijn visie. “In de brancheovereenkomsten stond vaak weinig<br />
spectaculairs. In de zorg was bijvoorbeeld de enige relevante<br />
toevoeging dat je bij een klachtenregeling moet zijn aangesloten.”<br />
Caissières<br />
Opdrachtgevers en zzp’ers konden niet goed uit de voeten met<br />
de nieuwe wet. Het meldpunt DBA ontving ongeveer 1.800<br />
reacties. In de voortgangsrapportage constateert de Commissie<br />
dat de modelovereenkomsten duidelijkheid bieden voor<br />
opdrachtgevers, maar dat in sommige sectoren sprake was van<br />
een grijs gebied, met onzekerheid tot gevolg. “In de meeste<br />
gevallen bieden de modelovereenkomsten wél zekerheid,” benadrukt<br />
Boot. Bovendien, zo stelt hij, was één van de doelstellingen<br />
schijnzelfstandigheid tegen te gaan.<br />
Een belangrijk moment voor Boot bij de beoordeling van de<br />
Wet DBA, was informatie van de Belastingdienst dat er een<br />
modelovereenkomst voor caissières ter goedkeuring was voorgelegd.<br />
“Het was niet eens zo makkelijk voor de Belastingdienst<br />
om de voorgelegde modelovereenkomst af te wijzen.”<br />
Het markeert voor hem waar de grens wordt overschreden.<br />
“Als je de caissières gaat ver-zzp-en, kun je bijna alles ver-zzpen.<br />
Dan schaf je het hele sociale stelsel af. Dát was het moment<br />
dat ik dacht ‘je kunt het niet helemaal aan de markt overlaten’.<br />
Je kunt niet in redelijk menen dat een caissière een ondernemer<br />
is.”<br />
Hij somt op: “Een caissière heeft geen enkele vrijheid. Ze zit<br />
letterlijk op één vierkante meter en heeft nul ruimte om een<br />
eigen invulling aan haar werk te geven.” Bovendien is het<br />
maatschappelijk onwenselijk. “Het gaat om gewone arbeid,<br />
die normaliter op basis van een arbeidsovereenkomst wordt<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
7<br />
gedaan door mensen die het niet breed hebben en helemaal niet<br />
kiezen voor flexibilisering. Dat moet gewoon een arbeidsovereenkomst<br />
blijven. Het is iets wat ik al langere tijd denk, maar<br />
dit was er een mooi voorbeeld van.”<br />
Het voorbeeld verleidt hem tot een bespiegeling van een belangrijk<br />
motief om te flexibiliseren, zoals dat ook naar voren<br />
komt uit onderzoek van het CBS. “Als andere concurrenten<br />
hetzelfde hebben gedaan en je wordt daardoor kapot geconcurreerd,<br />
kan ik me voorstellen dat je je gedwongen voelt om te<br />
volgen.”<br />
De zwakte van de Wet DBA is dat schijnzelfstandigheid nog<br />
steeds heel moeilijk bestreden kan worden. Ter verduidelijking<br />
gebruikt hij het voorbeeld van de caissières. “Als de supermarkt<br />
zegt ‘je mag je vrij laten vervangen, de enige eis die we<br />
stellen is dat je vervanging een VOG-verklaring heeft’, is het<br />
voor de Belastingdienst erg moeilijk om daar de vinger achter<br />
te krijgen.”<br />
Uurtarief<br />
In zijn oratie bij de benoeming tot hoogleraar Arbeidsrecht<br />
heeft Boot aandacht proberen te vragen voor de grote groep<br />
zzp’ers waar arbeidsrechtelijk iets mee is. “Er moet ook oog<br />
zijn voor de sociaaleconomische positie en niet alleen maar<br />
voor het puur juridische criterium ‘gezagsverhouding’.” De<br />
groep zelfstandigen die de zaken financieel en organisatorisch<br />
op orde heeft, hoef je wat Boot betreft niet onnodig te betuttelen.<br />
Maar rond de helft heeft geen invloed op zijn of haar tarieven<br />
en is afhankelijk van één of slechts enkele grote opdrachtgevers,<br />
constateert hij. Hij ziet dit als ‘gedwongen zzp’ers’, een<br />
kwalificatie waarop hij veelvuldig is aangevallen, onder meer<br />
vanuit belangenbehartigers als ZZP-Nederland. Boot begrijpt<br />
het sentiment: “Vraag je een zzp’er ‘ben je gedwongen om<br />
zzp’er te zijn?’, dan zijn er maar heel weinig die dat erkennen.<br />
Dat heeft misschien ook wel met psychologie te maken, omdat<br />
het een nare constatering is.”<br />
Hij kwam tot zijn kwalificatie op basis van gegevens van de<br />
Belastingdienst (te vinden in het SER-advies ‘Zzp’er in beeld’<br />
uit 2010). “Zo’n veertig procent van de zzp’ers heeft een uurloon<br />
onder de € 15 en zestig procent een uurloon onder de € 20.<br />
Die getallen heb ik nooit weersproken gehoord.” Meer recente<br />
cijfers zijn niet openbaar, maar Boot acht het aannemelijk dat<br />
de tarieven in de tussentijd nauwelijks zijn veranderd.<br />
Fotografie: Paul Tolenaar<br />
Gerrard Boot<br />
Hij zet zijn argument kracht bij door het uurtarief van € 15<br />
af te zetten tegen het wettelijk minimumloon (€ 8,96 per uur<br />
bij een 40-urige werkweek). Het verschil onderaan de streep<br />
is minimaal, zo rekent hij voor: “Bovenop het minimumloon<br />
ontvangt een werknemer acht procent vakantiegeld. Bovendien<br />
heeft hij minimaal vier weken aan doorbetaalde vakantiedagen.<br />
De werkgever betaalt daarnaast een bijdrage aan werknemersverzekeringen,<br />
zoals WW en ZW,” somt Boot op. Genoeg<br />
reden dus om te constateren dat een grote groep het slecht<br />
heeft.<br />
Pakketbezorgers<br />
Een juridische strijd waarbij het onderscheid tussen werknemer<br />
en zzp’er is verduidelijkt, is de discussie rond de pakketbezorgers.<br />
“Hierover zijn uitgebreide civiele procedures gevoerd,<br />
als laatste bij het Gerechtshof Arnhem (bron: 17 augustus<br />
2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6621). Het Hof heeft geconcludeerd<br />
dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst en<br />
dat de pakketbezorgers echte ondernemers zijn.” Het Hof heeft<br />
haar uitspraak uitgebreid gemotiveerd. De pakketbezorgers<br />
hebben een behoorlijke ondernemersvrijheid, aldus Boot: “Ze<br />
moeten een eigen bus aanschaffen. Dat kan een 17 jaar oude<br />
Ford Transit zijn, maar ook een nieuwe Mercedes-bus. Dat<br />
maakt in je km-prijs enorm veel uit. Bovendien mogen ze<br />
zich voor een gedeelte van hun werk laten vervangen. Een<br />
pakketbezorger kan bij wijze van spreken zijn buurmeisje inschakelen.”<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
SINDS 1983<br />
Écht betalen<br />
vanuit je<br />
boekhouding<br />
Accounting Connected<br />
met een kapitale C<br />
Minox integreert Plingit. Payments simplified.<br />
Écht betalen vanuit je boekhouding, middels een veilige betaalapp.<br />
In drie eenvoudige stappen in één app een factuur scannen,<br />
goedkeuren en betalen. En dat zonder in te loggen bij je bank.<br />
Facturen<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Scannen<br />
Goedkeuren<br />
Betalen<br />
Gratis in onze boekhoudsoftware vanaf 15 euro per maand. Ga naar www.minox.nl/plingit
9<br />
Het is en was niet zo dat je voor het ondernemerschap meerdere<br />
opdrachtgevers nodig hebt, benadrukt Boot. “Bij de VARwuo<br />
(winst uit onderneming) kreeg je ook je VAR-verklaring<br />
als je invulde dat je drie of minder opdrachtgevers had, maar<br />
wel ondernemersrisico liep en had geïnvesteerd.” En ook bij<br />
de Wet DBA is het aantal opdrachtgevers niet het doorslaggevend<br />
criterium. “Vanuit de Belastingdienst gezien is het<br />
allerbelangrijkste van de Wet DBA dat er een knip werd gemaakt<br />
tussen het zijn van ondernemer aan de ene kant en de<br />
losse relatie tussen opdrachtgever en zzp’er aan de andere kant.<br />
“In de oude situatie, van de VAR, werd je vooraf aangemerkt<br />
als ondernemer. Dat werd pas achteraf getoetst. Het betekende<br />
automatisch dat je in al de losse relaties geen loonbelasting en<br />
premies verschuldigd was.” Die koppeling is bij de Wet DBA<br />
losgelaten, aldus Boot.<br />
Het werpt de vraag op hoe er een eind aan de onzekerheid rond<br />
zelfstandigheid kan komen. Een goed systeem moet aan drie<br />
dingen voldoen, somt Boot op. “Het moet een behoorlijke mate<br />
van zekerheid voor opdrachtgevers geven, je moet er schijnzelfstandigheid<br />
mee kunnen bestrijden en het systeem moet<br />
uitvoerbaar zijn.” Het systeem van de modelovereenkomsten<br />
voldoet alleen aan het eerste en het derde criterium, constateert<br />
hij. Lees je de wetsgeschiedenis van de Wet DBA, dan is het<br />
belangrijkste argument om de VAR af te schaffen het ongelijk<br />
verdeelde risico. “De opdrachtnemer wel, de opdrachtgever<br />
niet. Het woord schijnzelfstandigheid kom je amper tegen.”<br />
Met een enkele aanpassing is dit wel te doen. “Om schijnzelfstandigheid<br />
tegen te gaan moet je inhoudelijke criteria ontwikkelen.<br />
Een aanpassing van de wettelijke definitie van een<br />
arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) gaat misschien te ver,<br />
maar het formuleren van een extra rechtsvermoeden van een<br />
arbeidsovereenkomst zou kunnen. Dat is haalbaar en dan houd<br />
je de flexibiliteit.”<br />
Driehoek<br />
De Commissie Boot stelt een driehoek voor. De gezagsverhouding<br />
is één van de drie aspecten, naast de mate van beloning<br />
en de duur van de overeenkomst. De gezagsverhouding wordt<br />
gedefinieerd door het begrippenpaar corebusiness/inbedding.<br />
Beide zijn heel simpel. Als iets tot je corebusiness behoort, heb<br />
je er verstand van en kun je ook aansturen. Maar heb je last<br />
van muizen, dan huur je een ongediertebestrijder in.”<br />
De tweede pijler van de driehoek is de mate van beloning. “Als<br />
je mensen onderbetaalt, hebben ze behoefte aan bescherming<br />
van het werknemerschap. Betaal je juist heel veel, dan kun je<br />
ze met rust laten.” Pijler drie is de duur van de overeenkomst:<br />
“Of een opdracht twee dagen is of twee jaar duurt, maakt<br />
enorm veel uit.” De drie criteria samen vormen een moderne<br />
mix waarmee je makkelijk kunt zeggen of iets richting arbeidsoverkomst<br />
kantelt of juist niet, doceert Boot.<br />
Als voorbeeld noemt hij vakkenvullers in de supermarkt. “Dat<br />
werk is core business, dus kun je het niet uitbesteden aan<br />
zzp’ers, tenzij je ze vervolgens twee keer zoveel betaalt. En<br />
ook dan heb je na een half jaar of langer twee criteria die richting<br />
werknemerschap gaan. Bij alles wat schuurt, zal dus vaker<br />
een vermoeden van een arbeidsovereenkomst zijn. De echte<br />
specialisten houd je over.”<br />
‘Om schijnzelfstandigheid tegen<br />
te gaan moet je inhoudelijke<br />
criteria ontwikkelen’<br />
Het is een bruggetje naar de discussie over de maatschappelijke<br />
gevolgen van de flexibilisering. “Je bent geneigd de situatie<br />
van vandaag als norm te beschouwen. Maar je kunt ook drie<br />
stappen terugzetten en kijken ‘wat is nu een reële beloning?’.”<br />
Als voorbeeld noemt Boot de positie van muziekdocenten. De<br />
meesten zijn vanwege bezuinigingen in de kunstsector ontslagen<br />
om als zzp’er hetzelfde werk te doen. “Die mensen verdienen<br />
50, 60% van wat ze vroeger hadden. De Raad voor de<br />
Kunsten constateert dat de bezuinigingen in de culturele sector<br />
bijna helemaal terecht zijn gekomen bij de uitvoerende kunstenaars.<br />
Dat is niet goed.”<br />
Boot hoopt op een kentering in het debat. Hij wijst op een<br />
OESO-onderzoek, waaruit wereldwijd een duidelijke positieve<br />
correlatie blijkt tussen de mate van ontslagbescherming en de<br />
arbeidsproductiviteit per uur. “Blijkbaar voelen mensen met<br />
een goede ontslagbescherming zich meer betrokken bij de<br />
werkgever.”<br />
Constructies<br />
Gevraagd naar payrollconstructies en ‘declarabele uren bv’s’<br />
zoals Uniforce aanbiedt, stelt Boot dat het in een goed stelsel<br />
niet nodig moet zijn om vanwege fiscale redenen een derde in<br />
te schakelen. “Een snackbareigenaar die jongens en meisjes<br />
achter de frituur heeft staan en de verloning overlaat aan een<br />
derde, dat begrijp ik. Maar ik verwerp de extreme vorm van<br />
payrolling, waarbij een organisatie die groot genoeg is er een<br />
derde partij tussenin zet, alleen om aan regelgeving te ontkomen<br />
of juist om van regelgeving te profiteren.” ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
10<br />
De kern van de circulaire economie is<br />
waardering<br />
“Accountants will save the world,” zei Peter Bakker (ex-CEO TNT) op een klimaatbijeenkomst in 2012 te Rio. Een stevige uitspraak<br />
waarvan prof. dr. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit, anno <strong>2017</strong> zegt: “Waarschijnlijk iets<br />
te zwaar getafeld vóór de toespraak.” Wel dicht Jonker de branche een belangrijke rol toe.<br />
Door: Chris Wolters<br />
Bakker betoogde onder meer dat ‘planet’ en ‘people’ naast<br />
‘profit’ in de jaarrekening moesten worden meegenomen. Jan<br />
Jonker constateert vijf jaar later droogjes: “We staan aan het<br />
begin.” Jonker meent wel dat ook <strong>NOAB</strong>-leden een belangrijke<br />
rol kunnen vervullen. “Als je nieuwsbrieven rondstuurt met de<br />
mededeling dat je de klant op de hoogte houdt van economische<br />
ontwikkelingen, dan hoort bijvoorbeeld informatie over<br />
de transitie naar de circulaire economie daarbij.”<br />
Te smalle uitwerking<br />
Aanleiding voor het interview is de berichtgeving over de<br />
circulaire economie. In september 2016 gaven staatssecretaris<br />
Dijksma (Infrastructuur en Milieu) en minister Kamp (Economische<br />
Zaken) aan snel afspraken te gaan maken met het<br />
bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties om<br />
in ruim drie decennia tot een honderd procent circulaire economie<br />
te komen.<br />
‘Compenseert circulariteit de<br />
afnemende groei?’<br />
Het begrip circulaire economie wordt volgens Jonker echter<br />
te smal uitgewerkt. “Het blijft beperkt tot de materiekant, de<br />
grondstofstromen. Niet verkeerd, maar de economie is veel<br />
meer dan dat. De sociale dimensie hoort er ook bij. Er moeten<br />
antwoorden komen op vragen als ‘Wat betekent dit voor de<br />
werkgelegenheid, de macro-economie, de afbouw van de huidige<br />
economie? Ambtenaren praten liever niet over de krimp<br />
van de huidige economie die dat tot gevolg heeft. In ieder geval<br />
leidt een circulaire economie tot een andere economie met<br />
een ander evenwicht. Belangrijk is ook of die circulariteit de<br />
afnemende groei compenseert. Op die vraag blijft het meestal<br />
oorverdovend stil. Men heeft geen idee! Maar ook hoe je bijvoorbeeld<br />
een circulaire economie op regionaal niveau moet<br />
organiseren. Laat staan hoe je de waarde van afvalstoffen bepaalt<br />
en de kwaliteit borgt. Vraag verantwoordelijke bestuurders<br />
maar eens naar het opzetten van een grondstoffenbank. It<br />
does ring a bell, maar wat het is?”<br />
Hoog knuffelgehalte<br />
Jonker is niet zo bezig met definities over de circulaire economie.<br />
“Ik klus liever aan de praktische uitwerking, aan hoe<br />
zaken georganiseerd kunnen worden.” Hij verdiept zich liever<br />
meer in het onderzoeken van concepten waarin ontwerp, gebruik<br />
en hergebruik zo op elkaar zijn afgestemd dat materie zo<br />
lang mogelijk meegaat: “Het is een naïeve en onjuiste gedachte<br />
dat hergebruik onbeperkt mogelijk is. Een krant is 5 tot 8<br />
keer te recyclen, T-shirts zo’n 12 keer. ‘Loss’ zoals slijtage en<br />
‘leakage’ zijn onontkoombaar in de keten van hergebruik. Om<br />
tot hetzelfde aanvaardbare kwaliteitsniveau te komen moet je<br />
grondstoffen gaan bijmengen. Daarnaast is voldoende volume<br />
nodig om circulair organiseren op schaal rendabel te maken.<br />
In het ontwerpen van een product moet dus al meegenomen<br />
zijn dat de verschillende grondstoffen op een hoogwaardige<br />
manier kunnen worden hergebruikt.” Plastic straatpaaltjes<br />
persen van een heterogene bak vol kunststof vindt Jonker veel<br />
te mager. “Het is van een hoog knuffelgehalte als we duizend<br />
T-shirts ophalen met het oog op recycling, maar in de circulaire<br />
economie is veel volume en veel energie nodig. De materiaalstromen<br />
in de circulaire economie moeten vanaf het begin<br />
anders worden ingericht. Het is een mooi initiatief als we oes-<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
11<br />
terzwammen op koffiedik weten te kweken. Dat is dan wel een<br />
mono-materiestroom die bestaat bij de gratie van investeringen<br />
van derden. Maar alla, de waarde zit in het ontdekken hoe een<br />
kringloop werkend te krijgen. En dat lukt. De opgedane kennis<br />
is te benutten om bijvoorbeeld hoesjes van smartphones te<br />
recyclen, om maar iets te noemen.”<br />
Dagelijkse routine<br />
“Veel accountants- en administratiekantoren lijken vast te zitten<br />
in de dagelijkse routine.” Jonker vervolgt: “Wat is er nodig<br />
om een fiscale omgeving te creëren die bij de Haagse politiek<br />
de aanzet geeft om samen op weg te gaan naar een andere aanpak?”<br />
Hij meent dat de beroepsgroep alleen gaat ‘schuiven’ bij<br />
een juridisch-fiscale context waarin dit wordt geaccepteerd en<br />
liever nog: verplicht. “De grote organisaties praten er veel over<br />
en de kleinere kantoren zitten nog te veel in het ‘inklopritme’.<br />
Aangiften blijven doen op basis van gemonetariseerde bedragen,<br />
houdt veranderingen tegen.” Jonker ziet gezamenlijke<br />
perspectief in ICSR1. “Integrated corporate social reporting<br />
kan een fantastische bijdrage leveren aan het nadenken over<br />
het waarderen van bedrijven op verschillende niveaus. Dit<br />
moet naar mijn idee worden binnengebracht in het denken over<br />
duurzaam en verantwoord ondernemen. Het sluit naadloos aan<br />
bij de circulaire economie, bij sustainability. Conceptueel is<br />
het top, nu alleen nog de stap maken naar het organiseren.<br />
Ik zou de branche, accountants- en administratiekantoren,<br />
willen oproepen om daar actief naar te kijken. In mei is er een<br />
bijeenkomst in Arnhem die daar deels op aansluit. Daar zijn<br />
circulaire economie, businessmodellen en ‘waarderen’ sleutelbegrippen!<br />
Als wordt gesteld: ‘Ik draag bij aan de biodiversiteit’,<br />
dan moet duidelijk zijn waaraan dat wordt afgemeten c.q.<br />
hoe dat te waarderen. Daarna komt het monetariseren. Als je<br />
dat kunt, zit je op een berg toekomstig werk.”<br />
Verandercapaciteit<br />
Jonker gebruikt een metafoor om de accountants- en administratiebranche<br />
een beetje te prikkelen. “Denk aan wat de zeilvaart<br />
overkwam. Toen het eerste stoombootje rokend en pruttelend<br />
voorbij tufte, trok men de schouders op. Dat kon niks<br />
worden. De markt bestond immer voor 99,99% uit machtige<br />
zeilschepen. Binnen een paar jaar bleek hoezeer deze taxatie<br />
bezijden de waarheid was. Of denk aan de eerste reactie op<br />
de mobiele telefoon. ‘Als het belangrijk is sturen ze maar een<br />
Fotografie Paul Tolenaar<br />
Jan Jonker<br />
brief’, zei iemand. Inmiddels sturen we oneindig meer e-mails<br />
en nauwelijks nog brieven. De digitale ontwikkelingen gaan op<br />
dit moment sneller dan we ooit voor mogelijk hielden.<br />
‘De maatschappelijke<br />
verandercapaciteit is oneindig<br />
veel groter dan gedacht’<br />
Wat ik daarvan vind, eens of niet, ik voorzie dat binnen vijf<br />
jaar huizen, kantoren, snelwegen zijn gedigitaliseerd. Dat noemen<br />
we ‘smart’. Zelfs de groente krijgt een chip die versheid,<br />
bacteriën enzovoorts meldt. Dat gaat allemaal razendsnel en<br />
de maatschappelijke verandercapaciteit is oneindig veel groter<br />
dan gedacht. Daar ligt de uitdaging voor de branche: hoe kun<br />
je zaken als biodiversiteit, afval enzovoorts waarderen en verwerken<br />
in de cijfers? Afwachten kan, maar de praktijk leert dat<br />
je dan waarschijnlijk de boot mist.” ■<br />
Integrated corporate social reporting (ICSR) is de samenvattende rapportage<br />
waarin organisaties aangeven hoe zij duurzaam opereren en hoe strategie,<br />
governance, prestaties en vooruitzichten (maatschappelijke) waarde opleveren<br />
voor de korte, middellange en lange termijn.<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
12<br />
‘Blockchain gaat ons werk ingrijpend<br />
veranderen’<br />
Blockchain gaat een grote verandering betekenen voor de toekomst van de accountancy en de financiële wereld. Fou-Khan Tsang van<br />
Alfa Accountants legt uit waarom de technologie het vak gaat veranderen. De techniek staat nog in de experimentfase, maar wordt<br />
gezien als de nieuwe financiële infrastructuur. Een verkenning.<br />
Door: Hans Pieters<br />
“De Blockchain-technologie wordt ook wel ‘distributive ledger’<br />
genoemd. Oftewel een gedistribueerd grootboek,” vertelt<br />
Tsang. “Heb je het met administratie- en accountantskantoren<br />
over een grootboek, dan weet iedereen meteen wat je bedoelt.”<br />
Centraal grootboek<br />
‘Blockchain in één minuut’ is in essentie als volgt: “Als bedrijf<br />
A een transactie met bedrijf B doet, dan legt bedrijf A dat vast<br />
in het grootboek. Ook bedrijf B legt het vast in het grootboek.<br />
Daarmee is de transactie vastgelegd. Maar een derde die de<br />
transactie wil nagaan, zoals de Belastingdienst, weet niet van<br />
het bestaan ervan.”<br />
‘Er zal altijd een vorm van<br />
verantwoording blijven’<br />
Bij Blockchain zet je er in het midden een centraal grootboek<br />
bij. De transactie wordt nog steeds vastgelegd bij bedrijf A en<br />
bij bedrijf B, maar wordt ook weggeschreven in een centrale<br />
database. “Hierdoor is voor iedereen controleerbaar of die<br />
transactie heeft plaatsgevonden,” aldus Tsang. “Je zou zelfs<br />
kunnen zeggen, als het toch in die centrale database is opgeslagen,<br />
waarom zouden die twee partijen het dan nog eens apart<br />
moeten vastleggen?” Een tweede eigenschap van Blockchain is<br />
dat de centrale database wordt gekopieerd in meerdere databases,<br />
om ervoor te zorgen dat alle transacties altijd beschikbaar<br />
zijn. “Het belangrijkste voordeel is dat je met blockchain kunt<br />
‘vragen’ of een transactie wel heeft plaatsgevonden. De blockchain<br />
bevestigt dat. Daarmee zorg je dat een handeling controleerbaar<br />
is.” Tsang vervolgt: “Er wordt ook wel gezegd dat met<br />
blockchain het vertrouwen in het systeem wordt vastgelegd. In<br />
de basis gaat het erom dat transacties centraal worden opgeslagen,<br />
waardoor ze controleerbaar worden.”<br />
Bitcoin-technologie<br />
De eerste uitleg van Tsang heeft betrekking op de basisfunctionaliteit<br />
van blockchain. Zoals een rekenmachine kan optellen<br />
en vermenigvuldigen, zijn met blockchain allerlei andere<br />
toepassingen mogelijk. Zo is het mogelijk om condities te verbinden<br />
aan een transactie of overeenkomst: een ‘conditionele<br />
transactie’.<br />
“Denk aan de termijnhandel. Je spreekt bijvoorbeeld af om<br />
10.000 kilo aardappelen te kopen voor € 100. Tegelijk spreek<br />
je af dat de prijs omhooggaat naar € 125 als de temperatuur de<br />
komende tien dagen vijf graden onder nul is.” Een eigenschap<br />
van de blockchain is dat de transactie wordt vastgelegd met behulp<br />
van een unieke sleutel. Blockchain was de onderliggende<br />
technologie onder de Bitcoin. Vandaar dat er als eerste wordt<br />
gedacht aan financiële transacties. “Maar je kunt ook denken<br />
aan verzekeringen, bijvoorbeeld een levensverzekering, waarbij<br />
je een bedrag afspreekt dat je partner bij overlijden ontvangt,”<br />
aldus Tsang.<br />
De vraag wie van blockchain gaat profiteren wordt door Tsang<br />
omgedraaid tot ‘Voor wie is blockchain een bedreiging?’. “Het<br />
is een bedreiging voor dienstverleners die nu een rol spelen bij<br />
een transactie tussen twee partijen. Denk in de eerste instantie<br />
aan een bank. Als ik geld naar iemand wil overmaken, heb<br />
ik daar een bank voor nodig. Die treedt op als derde partij in<br />
het midden, die zorgt dat de financiële kant van de transactie<br />
plaatsvindt. Straks hebben we alleen nog maar de blockchain-<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
13<br />
Fou-Khan Tsang<br />
technologie nodig.” Uiteindelijk zijn alle zaken waar een derde<br />
partij tussen zit kwetsbaar voor blockchain.<br />
“Dus ook partijen die daarop toezien, denk aan de accountant.<br />
Nu moet hij de jaarrekening nog goedkeuren. Straks is<br />
het, gechargeerd, een kwestie van de blockchain raadplegen<br />
of het wel klopt.” Zeker is dat een deel van de traditionele<br />
werkzaamheden verdwijnt, maar relativeert Tsang “Je hebt nog<br />
steeds werk.” Tsang haalt een recente test aan van PwC, waarbij<br />
transacties binnen de blockchain werden verwerkt. “BTW<br />
hadden ze ‘een kleurtje’ gegeven. Dat werd bij een transactie<br />
gelijk verwerkt. Uit de blockchaintransacties was daardoor<br />
meteen duidelijk welke verplichtingenpositie iedereen bij de<br />
Belastingdienst had.” Hij vervolgt: “Als dat systeem betrouwbaar<br />
blijkt, kan de Belastingdienst daarop steunen. En hoeft<br />
een ondernemer geen aparte aangiften meer te doen.”<br />
Verantwoording<br />
Het antwoord op de stelling dat de jaarrekening gaat verdwijnen,<br />
hangt af van de vraagstelling. “Verdwijnt de papieren<br />
jaarrekening? ‘Ja’. Verdwijnt de jaarrekening? ‘Nee’. Er zal<br />
altijd een vorm van verantwoording blijven van de ene partij<br />
aan de andere partij. In welke verschijningsvorm dat zal zijn,<br />
weet ik niet. Kijk je sec naar de functie van de jaarrekening,<br />
een verantwoordingsstuk van de ondernemer naar derden, dan<br />
blijft die rol bestaan. In welke vorm dat is – een jaar-, kwartaal-<br />
of dagrekening – weet ik niet. De verantwoording blijft,<br />
misschien uitgebreid met niet-financiële informatie, zoals<br />
milieu.” Tsang verwacht dat de interval van het deponeren zal<br />
toenemen en sneller zal gaan. “Bij banken is die ontwikkeling<br />
al gaande. Informatie die ze vroeger op papier ontvingen, vragen<br />
ze nu digitaal uit. Bovendien vragen ze meer gegevens dan<br />
de digitale jaarrekening biedt.”<br />
Het voeren van de administratie zal door alle ontwikkelingen<br />
veranderen. “We zetten langzaam de eerste stappen op het gebied<br />
van elektronisch factureren.” Bij de overheid is dat per 1<br />
januari verplicht gesteld. In Scandinavische landen is die stap<br />
vijf jaar eerder gezet en wordt zestig tot zeventig procent van<br />
alle facturen digitaal verzonden. “Die tendens verwacht ik in<br />
Nederland ook.” Een andere belangrijke ontwikkeling is dat de<br />
banken per 1 januari 2018 hun systemen beschikbaar moeten<br />
stellen voor derden. “Banktransacties binnenhalen gaat waarschijnlijk<br />
realtime gebeuren.” Het effect is dat het voeren van<br />
administraties uiteindelijk verdwijnt en dat administraties ook<br />
zeven dagen per week, 24 uur per dag ‘bij’ zullen zijn,” voorspelt<br />
Tsang. “Dat is ook nodig, wil je naar een andere interval<br />
van jaarrekeningen gaan.”<br />
Kunstmatige intelligentie<br />
Een andere ontwikkeling die het vak gaat veranderen, is<br />
kunstmatige intelligentie. “Nu bevat de administratie toch<br />
nog menselijke fouten, zoals typefouten of interpretatiefouten.<br />
Dat gaat verdwijnen, doordat de computers zo slim en gestandaardiseerd<br />
zijn, dat fouten automatisch worden gecorrigeerd.<br />
Daarvan is de doorbraak dichterbij dan blockchain.”<br />
De gevolgen worden onderschat doordat alle ontwikkelingen<br />
niet in onderlinge samenhang worden bezien, denkt Tsang. “Ik<br />
vraag me altijd af ‘moet ik ze optellen of vermenigvuldigen?’.<br />
Combineer je de automatisering van de invoer met blockchain,<br />
dan ga je naar heel andere systemen.”<br />
Tsang heeft niet het gevoel dat de meeste kantoren enig idee<br />
hebben van wat er op hen afkomt. “Bepaalde kantoren hebben<br />
vandaag pas door dat er iets speelt op het gebied van SBR.”<br />
Wat hem doet verzuchten: “Het is een conservatief beroep.<br />
Ontwikkelingen duren even. SBR heeft ook vijf à tien jaar<br />
geduurd. Gelukkig is de Nederlandse ondernemer ook conservatief.”<br />
Met blockchain zal het ook vijf tot tien jaar duren,<br />
voordat het in de markt is. “Het zit aan het begin van de innovatiecyclus.”<br />
Banenverlies<br />
“Als we zo naïef zijn om te denken dat de ontslaggolf aan onze<br />
sector voorbijgaat, slaan we de plank mis met elkaar. Het weg<br />
automatiseren van banen gaat ook in de accountancy gebeuren,”<br />
is de stellige overtuiging van Tsang. De enige reden dat<br />
de kaalslag aan banen nog niet heeft plaatsgevonden, is dat<br />
een aantal deelprocessen complexer zijn, meent hij. “Maar het<br />
wordt nog wel spannend.” Het betekent niet dat hij pessimistisch<br />
is. “We gaan wel andere dingen verzinnen om werk te<br />
creëren. Je moet het niet als een doemscenario zien.” ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
14<br />
Wijzigingen in de Wwft: een risicoanalyse<br />
De internationale, grensoverschrijdende context en het feit dat criminelen continu op zoek zijn naar nieuwe kwetsbare plekken om<br />
geld wit te wassen, leiden tot voortdurende vernieuwing en aanscherping van anti-witwasregelgeving. <strong>NOAB</strong>-leden, maar bijvoorbeeld<br />
ook notarissen en accountants, hebben geen andere keuze dan mee te gaan met deze ontwikkelingen, en hun interne procedures<br />
hierop nader in te richten.<br />
Door: Jurjan Geertsma en Yvette Hermans<br />
Op 5 juni 2015 is door het Europese Parlement de vierde Europese<br />
Anti-witwasrichtlijn aangenomen. Nederland, en andere<br />
lidstaten, dienen deze op 26 juni <strong>2017</strong> in nationale regelgeving<br />
geïmplementeerd te hebben. Minister Dijsselbloem heeft hiertoe<br />
op 4 juli 2016 het concept wetsvoorstel ter consultatie gepubliceerd.<br />
De voorgestelde wijzigingen beogen de Wwft beter<br />
te laten aansluiten bij de Europese witwaswetgeving, maar ook<br />
tegemoet te laten komen aan door de Financial Action Task<br />
Force gesignaleerde tekortkomingen.<br />
Consultatieronde<br />
De consultatieronde is sinds 16 augustus 2016 gesloten, maar<br />
heeft tot op heden niet geleid tot een wetsvoorstel. De verwachting<br />
is ook niet dat Nederland de implementatietermijn<br />
zal redden. Het concept wetsvoorstel beoogt de wet- en regelgeving<br />
omtrent witwassen en terrorismefinanciering te vernieuwen<br />
en waar nodig aan te scherpen. Met de nieuwe wet- en<br />
regelgeving en aanhoudende aandacht van toezichthouders<br />
wordt voorkomen dat Nederlandse financiële instellingen (onbedoeld)<br />
een faciliterende rol spelen bij onder meer witwassen,<br />
terrorismefinanciering of overtredingen van de sanctieregelgeving.<br />
Vier kernverplichtingen Wwft<br />
Instellingen die onder de reikwijdte van de Wwft vallen, dienen<br />
te voldoen aan vier kernverplichtingen:<br />
1. het op basis van een risicoafweging verrichten van een gedegen<br />
– standaard, vereenvoudigd of verscherpt – cliëntenonderzoek;<br />
2. het melden van ongebruikelijke transactie bij de Financial<br />
Intelligence Unit (FIU);<br />
3. het aanbieden van periodieke opleidingen aan medewerkers<br />
zodat ze in staat zijn ongebruikelijke transacties te herkennen<br />
en een cliëntenonderzoek goed en volledig uit te voeren;<br />
en<br />
4. het adequaat vastleggen van de resultaten van de risicobeoordeling<br />
om op verzoek te verstrekken aan de toezichthouders.<br />
Met deze vier kernverplichtingen beoogt de wetgever de integere<br />
bedrijfsvoering te bewaken en te bevorderen en te voorkomen<br />
dat dienstverlenende instellingen (en/of personen) bewust<br />
of onbewust betrokken raken bij het witwassen van geld.<br />
Dienstverlenende instellingen, waaronder administratiekantoren<br />
en belastingadviseurs, fungeren hierbij als poortwachters<br />
die de integriteit, stabiliteit en reputatie van de financiële<br />
sector beschermen. Van de poortwachter wordt een actieve<br />
houding verwacht.<br />
‘Uw dienstverlening kan ge- of<br />
misbruikt worden voor ongure<br />
transacties’<br />
De aanstaande Wwft zal voortbouwen op de bestaande verplichting<br />
om cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke<br />
transacties te melden. Hierbij moet nog meer dan voorheen<br />
worden uitgegaan van een risicogebaseerde benadering. In het<br />
licht van deze benadering wordt onder de aanstaande Wwft<br />
geacht dat instellingen zelf, op grond van risicofactoren, een<br />
risicoanalyse maken van de risico’s die bepaalde cliënten en/of<br />
transacties met zich meebrengen en daar vervolgens concreet<br />
een risicocijfer aan hangen op grond waarvan effectieve maatregelen<br />
moeten worden getroffen. De instellingen, producten<br />
en diensten die onder de huidige Wwft in aanmerking komen<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
15<br />
voor een vereenvoudigd cliëntenonderzoek komen hiermee te<br />
vervallen. De risicogebaseerde benadering bestaat dus voornamelijk<br />
uit open normen die de instellingen zelf dienen in te<br />
vullen. Dit betekent te meer dat de administratiekantoren en<br />
belastingadviseurs moeten acteren. Niet alleen voor de cliënt,<br />
maar ook voor de instellingen geldt ‘show me’ in plaats van<br />
‘trust me’.<br />
Toezicht op naleving Wwft<br />
Ook beroepsvereniging <strong>NOAB</strong> en toezichthouder Bureau<br />
Financieel Toezicht (BFT) verscherpen de aandacht voor naleving<br />
van de Wwft. De <strong>NOAB</strong> toetst bijvoorbeeld bij de kwalificatie<br />
(toelating tot het <strong>NOAB</strong>-lidmaatschap) en de herkwalificatie<br />
(periodieke controle op de kwaliteitseisen) op naleving<br />
van de Wwft, en houdt <strong>NOAB</strong>-leden door middel van cursussen,<br />
e-learnings en nieuwsbrieven op de hoogte van de Wwftverplichtingen,<br />
jurisprudentie, de toekomstige ontwikkelingen<br />
en de trends in handhaving.<br />
Het BFT heeft eind 2016, door het versturen van informatiebrieven<br />
met een toelichting op de Wwft en online-vragenlijsten<br />
aangekondigd, de bewustwording rond wet- en regelgeving te<br />
stimuleren. Ook toetst het BFT op basis van een regulier onderzoek<br />
dan wel een risicogericht onderzoek de naleving van<br />
wet- en regelgeving. Aandachtspunten van BFT zijn opzet en<br />
bestaan van risicobeleid, opgestelde risicoprofielen per cliënt,<br />
cliëntacceptatieprocedures (incl. identificatie en verificatie van<br />
UBO en PEP), dossieropbouw, interne controlemaatregelen,<br />
opleidingen en trainingen aan het personeel en het treffen van<br />
maatregelen in de betalingsorganisatie.<br />
Rechtspraak<br />
De gevolgen van niet-correcte uitvoering van de Wwft blijken<br />
onder meer uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den<br />
Haag van 28 oktober 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:11828).<br />
Een belastingadviseur die zelfstandig en onafhankelijk beroepsactiviteiten<br />
uitoefent, en heeft nagelaten om ongebruikelijke<br />
transacties onverwijld te melden nadat het ongebruikelijke<br />
karakter van die transactie bekend was geworden, is<br />
veroordeeld tot een geldboete van € 30.000, waarvan € 10.000<br />
voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.<br />
‘De wetgever kent instellingen<br />
onder de Wwft een<br />
poortwachtersfunctie toe’<br />
Hoofdpunten uit het concept Wetswijziging Wwft:<br />
• Verscherping en uitbreiding van de risicogebaseerde benadering.<br />
• Instellingen dienen een risicoanalyse te maken met het bijpassende cliëntenonderzoek.<br />
• Wegvallen van de verwijzing naar het vereenvoudigd cliëntenonderzoek.<br />
• Verruiming van definities: het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse<br />
politically exposed person (PEP) komt te vervallen. Het Ultimate<br />
Beneficial Owner (UBO) percentage van 25% + 1 wordt slechts een<br />
indicatie dat betrokken persoon kwalificeert als UBO en, indien er geen<br />
duidelijke UBO aanwezig is, moet minimaal één persoon behorend tot het<br />
hoger leidinggevend personeel genoteerd worden als UBO. Gevolg van deze<br />
verruimde definities is dat meer gegevens verzameld moeten worden, en<br />
waarschijnlijk meer klanten onder het verscherpt cliëntenonderzoek vallen.<br />
• Er komt een centraal UBO-register waarbij iedere juridische entiteit en vennootschappen<br />
opgericht naar Nederlands recht verplicht worden om hun<br />
UBO te registreren.<br />
• Er wordt een bestuursrechtelijk kader geïntroduceerd voor het sanctioneren<br />
van overtredingen: hogere boetes, intrekken vergunning en waarschuwing<br />
of publieke verklaring vervaardigen indien een instelling een overtreding<br />
van de Wwft begaat.<br />
De rechtbank achtte de belastingadviseur een instelling in<br />
de zin van de Wwft waarop de verplichting rust om een ongebruikelijke<br />
transactie te melden. De belastingadviseur had<br />
bij de bepaling of de transacties een ongebruikelijk karakter<br />
hadden, gebruik kunnen maken van de objectieve en subjectieve<br />
meldingsindicatoren die, naar de ervaring leert, duiden<br />
op witwassen van opbrengsten van misdrijven. Indicatoren<br />
waren bijvoorbeeld de ongebruikelijke aard en de uitvoering<br />
van de transacties, het ongebruikelijke betaalverkeer, de voorkeur<br />
voor contant geld, betalingen zonder factuur of zonder<br />
overeenkomst en de discrepantie tussen de jaarrekening en de<br />
onderliggende stukken.<br />
Verweren als ‘ik ben niet op de hoogte van toepasselijke regelgeving’,<br />
‘de regelgeving is pas enkele jaren van toepassing’<br />
of ‘er heeft veel verwarring bestaan rondom de regelgeving’<br />
doen niet af aan de verantwoordelijkheid om te voldoen aan de<br />
Wwft. In beginsel wordt er van burgers en ondernemingen verwacht<br />
dat ze op de hoogte zijn van toepasselijke regelgeving.<br />
Daarnaast mag van personen die beroeps- of bedrijfsmatig activiteiten<br />
uitoefenen, verwacht worden dat ze bekend zijn met<br />
het terrein waarop zij zich begeven.<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
16<br />
Daarnaast benadrukt Rechtbank Amsterdam d.d. 30 juni 2016<br />
(ECLI:NL:RBAMS:2016:3965 en ECLI:NL:RBAMS:2016:3968)<br />
nog dat de verplichtingen uit de Wwft, in het geval van een<br />
belastingadviseur die activiteiten verricht in het kader van een<br />
organisatorische eenheid, rust bij de organisatorische eenheid.<br />
Het kantoor wordt als instelling aangemerkt en kan strafrechtelijk<br />
worden vervolgd. Een goed kantoorbeleid om dergelijke<br />
misstappen te voorkomen is dus essentieel.<br />
‘Blijf scherp’<br />
Het is belangrijk om te realiseren dat de rechter, om te bepalen<br />
of de transactie een ongebruikelijk karakter heeft en dus<br />
moet worden gemeld, toetst aan (subjectieve) indicatoren die<br />
vermeld staan in het Uitvoeringsbesluit Wwft en de richtlijnen<br />
van toezichthouders. Aan de hand van deze subjectieve<br />
indicatoren kan worden vastgesteld of er aanleiding is om te<br />
veronderstellen dat zij verband kunnen houden met witwassen<br />
of het financieren van terrorisme. Het is daarom belangrijk dat<br />
administratiekantoren en belastingadviseurs zelf ook expliciet<br />
toetsen aan deze indicatoren.<br />
Maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />
De Wwft is, gezien de huidige ontwikkelingen, onderhevig aan<br />
veel veranderingen. Wij willen benadrukken dat de wetgever<br />
aan instellingen die onder de Wwft werkzaamheden uitvoeren<br />
een poortwachtersfunctie heeft toegekend. Op grond daarvan<br />
rust op de Wwft-instellingen een belangrijke maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid. Het is van belang om als instelling continu<br />
op de hoogte te zijn van verplichtingen, jurisprudentie,<br />
toekomstige ontwikkelingen, en trends in toezicht en handhaving.<br />
En dit dient ook onder de aandacht te worden gebracht bij<br />
werknemers. Onvoldoende naleving van de Wwft maakt een<br />
instelling kwetsbaar. Het is voor de poortwachter van belang<br />
dat hij zichzelf ook adequaat bewapent.<br />
Mr. Jurjan Geertsma en Yvette Hermans zijn als partner resp.<br />
paralegal verbonden aan JahaeRaymakers te Amsterdam.<br />
Cursus volgen?<br />
Schrijf u in voor de cursus Wwft in de praktijk op 19 april, 11 mei of 22 mei.<br />
Meer informatie en aanmelden op www.noab.nl/educatie<br />
Steviger in<br />
mijn rol als<br />
adviseur!<br />
<br />
ADMINISTRATIE SNEL STARTEN RELATIES FACTUREN BOEKHOUDEN ARTIKELEN GARAGE RAPPORTAGE<br />
Inkopen Verkopen Boekhouden Bankieren Klanten Leveranciers Artikelen Voertuigen Instellingen Help<br />
Facturen Boekhouden Relaties Artikelen Garage Instellingen Ondersteuning<br />
Boekhouden<br />
Dagboek 1000: Kas<br />
Dagboek 1100: ABN-AMRO bank<br />
Sorteren Opslaan<br />
Annuleren Verwijderen<br />
Dhr. Ondernemer Uitloggen<br />
Dagboek<br />
1300 Debiteuren<br />
Dagboek 1110: RABO bank<br />
Dagboek 1200: Postbank<br />
Algemeen<br />
Incassomachtiging<br />
eindsaldo 2016<br />
voor boeking<br />
9.560,23<br />
9.232,13<br />
Dagboek 1300: Verkoop<br />
Nieuwe boeking<br />
Zoeken in 2016 (tik hier een trefwoord in)<br />
Boekingsdatum 19-05-2016<br />
Boekstuk<br />
na boeking 9.560,23<br />
2016<br />
Mei<br />
19-05-2016 Hotel de Bruijn<br />
Klant 10665<br />
Betalingstermijn 0<br />
Hotel de Bruijn, ARNEMUIDEN, 0118-769200<br />
19-05-2016 Athena<br />
Factuurnummer 730070<br />
19-05-2016 Acis<br />
2015<br />
Dagboek 1500: Inkoop<br />
Omschrijving Hotel de Bruijn<br />
Bedrag 328,00<br />
Dagboek 2100: Tussenrekening balans<br />
Dagboek 2250: Geldlade balie<br />
Dagboek 2251: Geldlade magazijn<br />
Aantal bijlagen: 0<br />
Dagboek 9990: Memoriaal<br />
Nieuw Dagboek<br />
Zoeken (uitgebreid)<br />
Omschrijving Grootboekrekening<br />
Kostenplaats Btw Credit<br />
Hotel de Bruijn<br />
3003 Voorraad Tuinartikelen<br />
Geen<br />
43,00<br />
Hotel de Bruijn<br />
7003 Kostprijs Omzet Tuinartikelen<br />
1 Winkelverkoop (voor sjabloon Balie)<br />
Geen<br />
75,00<br />
Hotel de Bruijn<br />
8003 Verkopen Tuinartikelen<br />
1 Winkelverkoop (voor sjabloon Balie)<br />
Hoog<br />
210,10<br />
Grootboek<br />
Btw af te dragen<br />
Verschil<br />
3003 Voorraad Tuinartikelen<br />
eindsaldo 2016 9.560,23<br />
voor boeking 9.232,13<br />
na boeking 9.560,23<br />
1 laag (6%)<br />
2 hoog (21%)<br />
3 overig (0%)<br />
44,12<br />
0,00<br />
Plaatsen<br />
U bent ingelogd op het SnelStart Services Platform<br />
Met SnelStart heeft u een krachtige oplossing in handen om ondernemers te ondersteunen.<br />
U en uw klant werken samen in een online administratie. Zo kunt u makkelijk controles uitvoeren én advies geven.<br />
Nieuwe klanten toevoegen gaat zeer eenvoudig. Probeer het vandaag nog!<br />
www.snelstart.nl/accountants<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
17<br />
Kantoor in beeld<br />
‘Communicatie is ons vak’<br />
Knape Administratie-Belastingconsulenten in Maasdam is een familiebedrijf pur sang. Enthousiasme, gedrevenheid, kennis van de<br />
klant, maar ook vertrouwen en zekerheid bieden, dát is waar Knape voor staat. En ja, bijzonder is wel dat oprichter Jaap Knape, 73<br />
jaar inmiddels, nog steeds binnen het kantoor actief is.<br />
Door: Henk Poker<br />
Het begon allemaal in 1968, toen Jaap een eigen administratiekantoor<br />
startte. Met potlood en gum werd bij klanten thuis de<br />
kolommenbalans opgemaakt. “En daarna moest ik vaak meeeten,”<br />
herinnert Jaap zich. Hij leerde daardoor de klant goed<br />
kennen en dat is, zo vindt hij, nog altijd het sterke punt van<br />
het kantoor. “We kennen onze klanten, willen de onderneming<br />
zien, hun achtergrond weten en dat wordt nog altijd op prijs<br />
gesteld.”<br />
Eigen keuze<br />
Zoon Hugo en dochter Krista zijn inmiddels al jarenlang binnen<br />
het kantoor actief. “We zijn nooit gepusht, het was onze<br />
eigen keuze,” zeggen ze in koor. Beiden waren aanvankelijk<br />
actief in andere branches, maar maakten uiteindelijk de overstap<br />
naar het familiebedrijf. “Vooral het contact met de klanten<br />
spreekt ons aan. Naar elkaar luisteren en gezamenlijk komen<br />
tot de beste oplossing, daar gaat het om. Ja, communicatie is<br />
een vak en dat ligt ons goed.”<br />
Dat betekent niet dat Knape met elke klant in zee gaat. “We<br />
zeggen ook wel eens ‘nee’ tegen een potentiële klant, dat doet<br />
pijn, maar pakt uiteindelijk vaak goed uit,” vertelt Hugo. De<br />
aanpak is vooral een gevolg van de cursus MKB Ondernemerscoach<br />
die bij <strong>NOAB</strong> werd gevolgd. “Daar hebben we geleerd<br />
anders naar klanten te kijken,” legt Krista uit. “Door de<br />
kennis die we daar hebben opgedaan zijn we ons anders gaan<br />
gedragen. We waren vooral zender, maar zijn nu vooral ontvanger<br />
geworden. Luister goed naar wat de klant wil, wie hij<br />
is. Dan krijg je signalen waar je veel aan hebt.”<br />
Optimaliseren<br />
“De cursus heeft ons ook geleerd een keuze te maken welke<br />
kant we willen opgaan,” vervolgt Krista. “Willen we veel produceren<br />
tegen een lage prijs of het klantenbestand verder optimaliseren<br />
en de diepgang in de relatie opzoeken? Wij hebben<br />
voor dat laatste gekozen en daar hebben we geen moment spijt<br />
van gehad.”<br />
Fotografie: Taul tolenaar<br />
Krista, Jaap en Hugo Knape<br />
“Met onze aanpak zitten we vooral bij onze klanten en dat<br />
maakt het werk ook zo leuk,” vult ze aan. “<strong>NOAB</strong> heeft ons<br />
daarbij prima op weg geholpen.”<br />
Verbouwing<br />
Om de positieve gevolgen van de gemaakte keuzes te onderstrepen,<br />
gaat Knape binnenkort verbouwen. “We hebben een<br />
pand dat we niet optimaal benutten,” legt Hugo uit. “Het wordt<br />
tijd dat we dat veranderen. Het leuke is dat de architect heeft<br />
gevraagd naar onze missie en kernwaarden, dat gaan we straks<br />
ongetwijfeld terugzien in het ontwerp.”<br />
Of Jaap het allemaal nog gaat meemaken? “Ik denk het wel,<br />
alhoewel ik ga afbouwen.” Jaap werkt nu nog drie dagen per<br />
week. “Maar, dat gaan er op korte termijn minder worden.”<br />
Knape is dan ook op zoek naar nieuwe medewerkers, maar gemakkelijk<br />
is dat niet. Hugo: “We hebben steeds hoger opgeleid<br />
personeel nodig, met name vanwege de automatisering. Dat is<br />
niet eenvoudig en het zou op termijn verdere groei zelfs in de<br />
weg kunnen staan. Wij hebben namelijk nog heel veel plannen,<br />
méér dan we nu kunnen uitvoeren.”<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
18<br />
Belastingdienst onder vuur<br />
Er is het afgelopen jaar veel misgegaan bij de Belastingdienst. De belastingmoraal is in het gedrang, wordt van verschillende kanten<br />
geconstateerd. De bond van hogere ambtenaren bij het ministerie van Financiën trekt aan de noodrem. De Commissie onderzoek<br />
Belastingdienst stelt in haar rapport dat ‘de continuïteit van de inning van belasting’ gevaar loopt.<br />
Door: Hans Pieters<br />
In 2015 startte de Belastingdienst een ingrijpend meerjarig<br />
veranderprogramma: de Investeringsagenda. Met als doel:<br />
‘een organisatie die beter, goedkoper en meer ‘in control’ is.’<br />
De rationale achter de Investeringsagenda is een verbeterde<br />
dienstverlening. Er gaat steeds meer tijd verloren aan klachten,<br />
bezwaren, telefonie en foutherstel. De tijd die dit kost gaat<br />
ten koste van de capaciteit op het toezicht. Een toelichting beschrijft<br />
de gevolgen hiervan: ‘Minder capaciteit voor toezicht<br />
betekent dat er minder belastinggeld binnenkomt doordat er<br />
minder controles kunnen worden uitgevoerd. Maar ook dreigt<br />
de naleving geleidelijk af te brokkelen door afnemend vertrouwen<br />
in de Belastingdienst als efficiënte handhavingsorganisatie’<br />
(belastingdienst-in-beeld.nl/themas/investeringsagendabelastingdienst/).<br />
‘De dienst en haar medewerkers<br />
verkeren al jaren in woelig<br />
vaarwater’<br />
De dienst en haar medewerkers verkeren al jaren in woelig<br />
vaarwater door verouderde computersystemen en complexe<br />
wetgeving die moeilijk uitvoerbaar is, zo constateert de Commissie<br />
onderzoek Belastingdienst rapporten aan de hand van<br />
onder meer de Algemene Rekenkamer.<br />
Horizontaal Toezicht<br />
De oplossing wordt gezocht in modernisering van de interactie<br />
met burgers en bedrijven. De Belastingdienst stuurt 150 miljoen<br />
brieven per jaar. Die communicatie moet in de toekomst<br />
plaatsvinden via een webportal. Een tweede richting is ‘informatiegestuurde<br />
handhaving’. Dit is al kleinschalig in gang gezet<br />
met de introductie van horizontaal toezicht. Onderdeel van<br />
de Investeringsagenda is een reorganisatie waarbij ongeveer<br />
5.000 functies verdwijnen, vormgegeven in de vorm van een<br />
vrijwillige vertrekregeling, en er tegelijkertijd ongeveer 1.500<br />
andersoortige functies bij komen.<br />
Anderhalf jaar later lijkt de Belastingdienst vooral ‘out of control’.<br />
De voorwaarden voor de vrijwillige vertrekregeling zijn<br />
zo soepel, dat ruim twintig procent van de medewerkers van<br />
de Belastingdienst zich voor de regeling meldt. Vooral de beter<br />
betaalde, hoogopgeleide medewerkers melden zich, terwijl de<br />
regeling met name bedoeld was om medewerkers met administratieve<br />
functies te vervangen.<br />
Onder curatele<br />
Begin oktober barst de bom. Wiebes moet in een brief aan de<br />
Tweede Kamer diep door het stof. De Belastingdienst wordt<br />
onder curatele gesteld. Een tweekoppige commissie krijgt naar<br />
aanleiding van de uit de hand gelopen vertrekregeling opdracht<br />
om onderzoek te doen naar de besluitvorming binnen de Belastingdienst.<br />
Halverwege december slaat de Vereniging van<br />
Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF)<br />
terug met een open brief met als aanhef ‘Belastingdienst door<br />
het ijs’. De brief somt de gevolgen van de reorganisatie op: de<br />
dienstverlening aan de burger komt in het gedrang, het individuele<br />
toezicht bij grote ondernemingen raakt ver weg en de<br />
controledichtheid bij het mkb zakt misschien wel naar slechts<br />
20.000 van de 1,6 miljoen ondernemingen.<br />
Bezuinigen op de Belastingdienst is in de woorden van de<br />
VHMF ‘penny-wise and pound-foolish’. Nog minder rechtshandhaving<br />
zal de belastingmoraal verder ondermijnen en de<br />
tax gap verder doen toenemen, waarschuwen de ambtenaren.<br />
De tax gap is de optelsom van belastinggelden die niet kunnen<br />
worden geïnd, gemist worden door onvolledige of onjuiste aangiften<br />
(nalevingstekort) of onbekend zijn omdat de verschuldigde<br />
belastingen volledig buiten zicht zijn (‘dark number’).<br />
Het ministerie van Financiën heeft geen inzicht in de omvang<br />
van de totale tax gap in Nederland, met uitzondering van de<br />
btw. Staatssecretaris Wiebes acht het berekenen van de tax gap<br />
weinig zinvol, heeft hij de Tweede Kamer laten weten in de<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
19<br />
J.L.M. Gribnau<br />
15e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst. Hij houdt liever<br />
vast aan jaarlijkse steekproeven (bottom up-benadering) op<br />
de aangiften van particulieren en mkb-ondernemingen, om zo<br />
de nalevingstekorten in beeld te brengen.<br />
Toch is er wel degelijk een percentage voorhanden. Volgens<br />
internationale schattingen, onder meer in opdracht van de<br />
OECD, was in Nederland in 2015 sprake van een schaduweconomie<br />
van circa negen procent van het bruto binnenlands<br />
product (het gemiddelde voor de gehele EU: 18,3%). Het gaat<br />
om het bedrag waarover geen belastingen worden afgedragen<br />
en betaald. Het gaat hierbij om de heffingsgrondslag, niet het<br />
gemiste bedrag (tax gap) aan belastingen.<br />
Boekenonderzoek<br />
Terug naar de brandbrief van de VHMF. In 2015 deed de Belastingdienst<br />
26.000 boekenonderzoeken, 12.000 minder dan<br />
in 2014 en bijna 58.000 minder dan in 1996. De pakkans is<br />
klein, constateert hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars<br />
in een Brandpunt-rapportage over de misstanden in de Amsterdamse<br />
horeca van 6 december 2016. “Feitelijk wordt bijna<br />
niet gecontroleerd. Tot mijn grote spijt en ergernis. Vroeger<br />
was het zo dat je om de vijf jaar een controle kreeg, maar die<br />
frequentie haalt de Belastingdienst niet meer. Kennelijk maakt<br />
de Belastingdienst daar een andere afweging.” Tot zijn grote<br />
ergernis. “Je weet dat er een zwarte sector is terwijl andere<br />
mensen keurig belasting betalen en feitelijk meer betalen dóór<br />
dat zwarte circuit.”<br />
De Brandpunt-rapportage legt bloot hoe een gebrek aan controle<br />
de belastingmoraliteit ondermijnt. Een klokkenluider die<br />
bot vangt bij instanties als de Belastingdienst en de Inspectie<br />
SZW geeft inzicht over moderne slavernij in de horeca, waarbij<br />
werknemers het overgrote deel van het salaris zwart krijgen<br />
uitbetaald en ook nog eens onder het minimumloon. Kavelaars<br />
bevestigt het geschetste beeld in de rapportage. “Uit officiële<br />
cijfers blijkt dat gemiddeld 10% van de omzet van de horeca<br />
zwart is. Het zijn dus zeker geen incidenten. Hoe meer contant<br />
wordt betaald in de sector, hoe makkelijker het is om die gelden<br />
aan het oog te onttrekken.” De klokkenluider en anderen<br />
denken dat het percentage drie, vier keer zo hoog ligt bij sommige<br />
horecazaken.<br />
Door het personeel zwart uit te betalen, hoeven eigenaren onder<br />
meer geen loonbelasting te betalen. Kavelaars maakt een<br />
rekensom. De omzet in de horeca is ongeveer 15 miljard euro.<br />
Tien procent fraude betekent dat over 1,5 miljard euro geen<br />
btw en winst- en loonbelasting wordt betaald en geen sociale<br />
premies worden afgedragen. “Dat leidt tot een som van 275<br />
miljoen euro op jaarbasis.” Het bedrag dat we als samenleving<br />
aan inkomsten mislopen.<br />
‘Feitelijk wordt bijna niet<br />
gecontroleerd’<br />
Het Financieele Dagblad constateert in het hoofdredactionele<br />
commentaar van 18 januari <strong>2017</strong> dat de aanpak van belastingontduiking<br />
het sluitstuk is van het belastingstelsel. Aanleiding<br />
is de aankondiging van staatssecretaris Wiebes van Financiën<br />
dat het is gedaan met de coulance voor zwartspaarders. Het<br />
FD stelt in haar commentaar dat het rechtvaardigheidsgevoel<br />
erodeert door een groeiend verschil in belastingdruk. De krant<br />
geeft drie voorbeelden: belastingontwijking door multinationals<br />
en de maatschappelijke verontwaardiging die ontstaat als<br />
miljardenbedrijven nauwelijks bijdragen aan de overheidskas;<br />
het veronderstelde rendement op vermogen in box 3 en tot slot<br />
het groeiende verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners.<br />
Het eerste punt wordt ondersteund door onderzoek van<br />
Motivaction in opdracht van ActionAid. Hieruit blijkt dat 78%<br />
van de Nederlanders het onrechtvaardig vindt dat zij zelf netjes<br />
belasting betalen terwijl internationale bedrijven dat niet doen.<br />
‘Fair share’<br />
Prof. mr. dr. J.L.M. Gribnau gebruikt de term ‘fair play’ om de<br />
rechtvaardigheid van belastingen te omschrijven. In het artikel<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
When you have to be right<br />
When you have to be right<br />
Verrassend<br />
Verrassend<br />
compleet<br />
compleet<br />
Verrassend<br />
Verrassend<br />
Voordelig<br />
Voordelig<br />
KBP Online is hét alles-in-een aangiftepakket in de cloud. Verrassend compleet en<br />
KBP voordelig, Online met is hét alle alles-in-een biljetsoorten aangiftepakket voor IB en Vpb, in inclusief de cloud. Uitstel, Verrassend Toeslagen, compleet VA, VIA, en SBA’s<br />
voordelig, en optionele met modules alle biljetsoorten voor accordering voor IB en en KvK-deponering. Vpb, inclusief Uitstel, Werk Toeslagen, waar en wanneer VA, VIA, u SBA’s wilt.<br />
en optionele modules voor accordering en KvK-deponering. Werk waar en wanneer u wilt.<br />
Probeer<br />
Probeer gratis!<br />
gratis!<br />
KBP Online: hét digitale<br />
KBP Online: hét digitale<br />
alles-in-een aangiftepakket<br />
alles-in-een aangiftepakket<br />
Gemak en besparing<br />
Gemak KBP Online en besparing is het voordeligste aangiftepakket in de cloud, waardoor u al snel honderden euro’s bespaart.<br />
KBP Bovendien Online kunt is het u voordeligste KBP Online koppelen aangiftepakket andere in software. cloud, waardoor Importeer u al jaarrekeninggegevens snel honderden euro’s bijvoorbeeld bespaart.<br />
Bovendien uit Twinfield kunt of Exact. u KBP En Online koppel koppelen als <strong>NOAB</strong>-lid aan andere uw KBP software. Importeer direct aan jaarrekeninggegevens uitgebreide vakinformatie bijvoorbeeld rond de<br />
uit aangifte Twinfield met of uw Exact. <strong>NOAB</strong> En inlog koppel voor als FiscaalPlus! <strong>NOAB</strong>-lid uw KBP software direct aan uitgebreide vakinformatie rond de<br />
aangifte met uw <strong>NOAB</strong> inlog voor FiscaalPlus!<br />
Vraag nu een gratis demo aan via www.kbpaangiftesoftware.nl<br />
Vraag Voor meer nu een informatie gratis demo kunt aan u bellen via www.kbpaangiftesoftware.nl<br />
naar 0570 - 67 34 44.<br />
Voor meer informatie kunt u bellen naar 0570 - 67 34 44.<br />
www.wolterskluwer.nl<br />
www.wolterskluwer.nl
21<br />
‘Fiscale ethiek in de boardroom’, gepubliceerd in het vakblad<br />
Taks Assurance, noemt hij het niet bijdragen, niet een ‘fair<br />
share’ betalen, een gebrek aan fair play jegens andere belastingplichtigen,<br />
mkb-ondernemers en burgers: ‘De maatschappij<br />
is immers een samenwerkingsverband. (…) De meeste mensen<br />
zullen er (…) geen moeite mee hebben als een onderneming de<br />
fiscaal voordeligste weg bewandelt. Maar waar zij wel moeite<br />
mee hebben is als het resultaat is dat de onderneming niets of<br />
bijna niets betaalt, dat er volstrekt geen fair share wordt bijgedragen.’<br />
Eerlijke belastingheffing gaat niet alleen over of een constructie<br />
legaal is en theoretisch te verdedigen, betoogt econoom<br />
Martin van Geest en auteur van Het Belastingparadijs in een<br />
opiniestuk in de Volkskrant: “Het betekent ook dat een bedrijf<br />
meebetaalt aan de overheidsdiensten waar het van profiteert in<br />
plaats van gratis mee te liften. Want als Starbucks niet betaalt,<br />
moeten wij, Jan Modaal, en het Nederlandse bedrijfsleven<br />
meer betalen.” Als de verschillen tussen belastingplichtigen te<br />
groot worden, gaat dit kortom ten koste van de bereidheid om<br />
belasting te betalen.<br />
Belastingmoraal<br />
De fiscus meet de belastingmoraal aan de hand van een drietal<br />
stellingen:<br />
• Nederlanders vinden belastingontduiking over het algemeen<br />
niet acceptabel.<br />
• Mensen in mijn omgeving zouden het sterk afkeuren als ik<br />
mijn belastingverplichtingen niet zou nakomen.<br />
• Ik zou me schuldig voelen als ik niet mijn volledige deel aan<br />
belastingen zou betalen.<br />
Op een schaal van nul (zwak) tot vijf (sterk) scoort de belastingmoraal<br />
3,9. Gemiddeld vindt 85% het (volstrekt) onaanvaardbaar<br />
als iemand doelbewust fraudeert en belasting ontduikt<br />
of een te hoog bedrag aan toeslagen probeert te krijgen.<br />
Veruit de meeste belastingplichtigen ervaren het Nederlandse<br />
belastingstelsel als rechtvaardig. Dit is nodig voor een goede<br />
belastingmoraal. Uit onderzoek van de Belastingdienst blijkt<br />
dat 43% van de belastingplichtigen vindt dat men vooral iets<br />
bijdraagt door belasting te betalen, 36% dat men vooral iets afstaat.<br />
Ruim één op de vijf (21%) is van mening dat er iets wordt<br />
afgenomen. Dit komt overeen met cijfers van onderzoeksbureau<br />
Motivaction. De helft van de Nederlanders heeft geen<br />
moeite met het betalen van belasting. Een gelijk percentage<br />
van de mensen probeert zo min mogelijk belasting te betalen.<br />
Zelfregulering<br />
Terug naar de horeca en de uitzonderingspositie voor internationale<br />
bedrijven. Brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland<br />
moet knarsetandend aanzien dat voor Airbnb andere<br />
regels lijken te gelden, laat KHN-woordvoerder Joris Prinssen<br />
aan het AD weten. Hij noemt het ‘gewoon een multinational<br />
uit San Francisco waar miljarden in gepompt zijn’: “Ze betalen<br />
in Nederland geen belastingen, trekken zich niets aan van vergunningen,<br />
voegen nauwelijks iets toe aan de werkgelegenheid<br />
en blijven buiten de regels voor hygiëne of brandveiligheid.”<br />
De bouw, een andere branche waar een deel van de bedrijven<br />
het niet zo nauw neemt met de (fiscale) regels, neemt het heft<br />
zelf in handen. Enkele grote bouwbedrijven vragen de koepel<br />
Bouwend Nederland om aangescherpte zelfregulering. De bedrijven<br />
willen een eigen ‘nalevingspolitie’ oprichten, die moet<br />
optreden tegen cao-ontduiking en uitbuiting van zzp’ers.<br />
Belastingopbrengsten<br />
De belangrijkste aanbeveling van de Commissie onderzoek<br />
Belastingdienst betreft het borgen van de continuïteit van de<br />
uitvoering van de belastingwetten. De commissie constateert<br />
dat de vertrekregeling niet synchroon loopt met de beoogde<br />
wijzigingen in de dagelijkse werkprocessen als gevolg van de<br />
Investeringsagenda. Wat dat betreft is er niets nieuws onder<br />
de zon. In haar onderzoek naar Horizontaal Toezicht waarschuwde<br />
de Commissie Stevens in 2012 in haar conclusie al dat<br />
‘nieuwe taakstellingen, zolang ze niet gepaard gaan met wezenlijke<br />
taakverlichting voor de Belastingdienst, afbreuk doen<br />
aan de mogelijkheden van toezicht door de Belastingdienst,<br />
met mogelijke gevolgen voor de belastingopbrengsten.’<br />
‘Nieuwe taakstellingen doen<br />
afbreuk aan de mogelijkheden<br />
van toezicht’<br />
Tegen het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico,<br />
stelt Tjibbe Joustra, een van de leden van de Commissie onderzoek<br />
Belastingdienst, dat de Belastingdienst eerlijk en efficiënt<br />
belasting moet heffen en belastingbetalers gelijk moet behandelen.<br />
“Dat mag wat kosten. Je moet ook inspectiebezoeken<br />
doen die misschien niet zo veel opleveren, maar wel belangrijk<br />
zijn om de belastingmoraal hoog te houden.” Het is een mooi<br />
voornemen. Voorlopig kan de Belastingdienst de werkdruk<br />
nauwelijks aan en staat het aantal controles zwaar onder druk,<br />
blijkt uit de brandbrief van VHMF. ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
22<br />
Advertorial<br />
De toegevoegde waarde van de<br />
rapportgenerator<br />
Vanaf 1 januari 2016 geldt een nieuw jaarrekeningregime. Administratie- en accountantskantoren die denken dat ze met een verkorte<br />
jaarrekening klaar zijn, hebben het bij het verkeerde eind, waarschuwt Kees Schaap van Pro Management. “Cijfers op zich, zonder<br />
enige toelichting, vertegenwoordigen geen enkele waarde.”<br />
Door: Hans Pieters<br />
De veranderingen dragen bij aan de vermindering<br />
van de administratieve lasten.<br />
Zogenoemde micro-ondernemingen<br />
hoeven alleen nog maar een verkorte<br />
balans en winst-en-verliesrekening op<br />
te stellen, zonder toelichting. “Met de<br />
introductie van enerzijds SBR voor digitale<br />
gegevensoverdracht en anderzijds de<br />
minimale eisen voor de publicatieplicht<br />
voor micro-ondernemingen, hoor ik in<br />
de markt dat een rapportgenerator voor<br />
de opmaak van jaarrekeningen niet meer<br />
nodig zou zijn,” vertelt Kees Schaap van<br />
Pro Management. Om te zeggen dat hij<br />
verbaasd is, is een understatement. “Niet<br />
de administratieve verplichting, maar de<br />
informatiebehoefte van de ondernemer<br />
moet leidend zijn!”<br />
Publicatiestukken<br />
De achterliggende logica lijkt begrijpelijk,<br />
maar is bezijden de realiteit. De<br />
informatiebehoefte van de ondernemer<br />
gaat verder dan de wettelijke verplichtingen<br />
voorschrijven, benadrukt Schaap.<br />
Hij beschrijft de minimumhandelingen:<br />
“Het administratie- en accountantskantoor<br />
rondt de administratie af en verstrekt<br />
de balans en resultatenrekening<br />
aan de ondernemer. Vervolgens plaatst<br />
het kantoor de cijfers in het aangiftepakket.<br />
Voor die bedrijven waarvoor stukken<br />
naar de Kamer van Koophandel moeten<br />
worden gezonden, worden de publicatiestukken<br />
vanuit het aangiftepakket voor<br />
micro-ondernemingen automatisch toegezonden.<br />
En klaar is Kees! Aan de publicatieverplichting<br />
voor de onderneming<br />
is tegen minimale kosten voldaan.”<br />
‘De informatiebehoefte<br />
van de<br />
ondernemer moet<br />
leidend zijn’<br />
Schaap is erg geschrokken van deze<br />
werkmethode. Hij vraagt zich af of het<br />
kantoor wel voldoende het nut van de<br />
jaarrekening voor de ondernemer zelf<br />
beseft. “Wat hebben de cijfers alleen in<br />
balans en resultatenrekening voor nut<br />
voor de – op het gebied van financiële<br />
administratie – minder ervaren ondernemers?<br />
Juist een vakman op administratief<br />
gebied moet toch weten dat cijfers<br />
op zich, zonder enige toelichting, geen<br />
enkele waarde vertegenwoordigen?”<br />
Rentabiliteitsprognose<br />
Om zijn verhaal kracht bij te zetten verwijst<br />
Schaap naar een recent onderzoek<br />
van de Kamer van Koophandel, waarbij<br />
ongeveer de helft van de ondernemers<br />
aangaf onzeker te zijn over de eigen<br />
financiële kennis. Vooral bij het inschatten<br />
van de winstgevendheid op langere<br />
termijn schiet de kennis vaak tekort, constateert<br />
de KvK na onderzoek onder bijna<br />
1.700 zelfstandigen en kleine tot middelgrote<br />
ondernemingen. Meer dan de helft<br />
van de ondernemers zegt onvoldoende<br />
te weten over de basisprincipes van<br />
onder meer de balans en winst-en-verliesrekening<br />
en over de benodigde cijfers<br />
voor een rentabiliteitsprognose. Deze<br />
onwetendheid heeft ook privé gevolgen.<br />
Zo was een kwart van de ondernemers<br />
gedwongen om privégeld aan te spreken<br />
om een gat te dichten. Ook betalingsachterstanden<br />
zijn ruim één op de zes ondernemers<br />
geen onbekend verschijnsel.<br />
Gedurende veertig jaar zijn wet- en regelgeving<br />
gevormd om te komen tot een<br />
volledige set van gegevens (teksten en cijfers).<br />
“Die zijn bedoeld om de lezers van<br />
de jaarrekening goed en volledig te informeren,<br />
met als doel dat duidelijk en helder<br />
inzicht wordt verschaft. Zodat onder<br />
andere de ondernemer zelf een duidelijk<br />
beeld krijgt van de bezittingen, schulden,<br />
opbrengsten en kosten, vertelt Schaap.<br />
“Een kale presentatie van cijfers verschaft<br />
die informatie in ieder geval niet.”<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
23<br />
Uitleg<br />
Het feit dat de nieuwe vereisten ontoereikend<br />
zijn om er zinvolle informatie<br />
uit te halen, blijkt volgens Schaap ook<br />
uit de eisen van onder andere de bankinstellingen,<br />
die zelfs nog méér gegevens<br />
van de ondernemer verlangen dan de cijfers<br />
die zijn opgenomen in de standaard<br />
jaarrekening. De ondernemer heeft de<br />
cijfers nodig: “Natuurlijk kan hij niet<br />
zonder jaarrekening en niet zonder een<br />
goede uitleg van wat er in de jaarrekening<br />
staat.”<br />
Schaap wil graag het misverstand uit de<br />
wereld hebben dat het genereren van een<br />
jaarrekening duur zou zijn. “Ik durf te<br />
beweren dat, indien een kantoor het administratieproces<br />
goed heeft ingericht,<br />
het genereren van de jaarrekening één<br />
druk op de knop is en een schat aan informatie<br />
oplevert voor de ondernemer.”<br />
Los van het feit dat de kosten hierbij<br />
geen rol zouden mogen spelen, is zo’n<br />
rapport juist een prima aanleiding om<br />
zaken eens goed te bespreken met de ondernemer.<br />
“En dat leidt vaak weer tot gewaardeerde<br />
extra opdrachten om diverse<br />
zaken te regelen,” weet Schaap.<br />
Toegevoegde waarde<br />
“Het is zonde om het werk uitsluitend te<br />
beperken tot wat minimaal vereist zou<br />
zijn voor de belastingdienst of Kamer<br />
van Koophandel. Met de jaarrekening<br />
leveren de kantoren een stuk toegevoegde<br />
waarde.” Schaap: “Ik ben ervan overtuigd<br />
dat iedere ondernemer waardeert dat hij<br />
regelmatig een compleet en helder inzicht<br />
heeft in zijn eigen onderneming en dat inzicht<br />
gebruikt voor beslissingen omtrent<br />
zijn toekomst.” Het is natuurlijk niet voor<br />
niets dat ook de bankinstellingen regelmatig<br />
een compleet overzicht van een<br />
onderneming eisen, meent hij. “Naast de<br />
cijfers levert het waardevolle informatie<br />
om te beseffen in wat voor stadium een<br />
onderneming zich bevindt en welke richting<br />
de onderneming opgaat.”<br />
De gegevens die in een jaarrekening<br />
zijn opgenomen, zijn minimale eisen.<br />
De informatie moet daarnaast ook in<br />
diverse SBR-rapportages worden opgenomen.<br />
Dit alles kan met PM-Report, de<br />
rapportgenerator van Pro Management,<br />
maar er zijn veel meer mogelijkheden.<br />
Denk aan extra toelichtingen, specificaties<br />
en bijvoorbeeld grafische overzichten<br />
om een nóg beter inzicht te geven.<br />
“Ook voor de opsteller zelf is het opstellen<br />
van het rapport vaak een moment dat<br />
bij meer zaken kan worden stilgestaan<br />
dan de toevallige cijfers in de boekhouding,”<br />
is de ervaring van Schaap.<br />
Kwaliteit<br />
Schaap is er dan ook van overtuigd dat<br />
er nog een lang leven is beschoren voor<br />
de rapportgenerator. “Deze voegt altijd<br />
veel toe wanneer naar de behoefte aan<br />
informatie van de ondernemer wordt<br />
gekeken.” Daarnaast is de inhoud ook de<br />
basis voor de officiële rapportages die<br />
steeds vaker in SBR-berichten worden<br />
uitgevraagd. Hij vervolgt: “Maar ook<br />
Kees Schaap<br />
Fotografie: Paul Tolenaar<br />
natuurlijk op momenten van bedrijfswaardering<br />
of -overdracht zal informatie<br />
moeten worden verstrekt die veel verder<br />
reikt dan de cijfers alleen. De rapportgenerator<br />
en de verzameling van tekstuele<br />
gegevens (zo’n 70% van de inhoud!)<br />
draagt ook bij aan de kwaliteit van de<br />
rapportage. Denk aan de toelichtingen<br />
en het kasstroomoverzicht. Dat proces<br />
waarborgt dat jaarlijks allerlei aspecten<br />
in ieder geval worden doorgelicht,” om<br />
met een bulderlach te eindigen: “Daarnaast<br />
is het opstellen van een mooie<br />
jaarrekening natuurlijk ook gewoon leuk<br />
om te doen.”<br />
Pro Management Software N.V.<br />
Lijstersingel 15<br />
2902 JD Capelle aan den IJssel<br />
Postbus 671<br />
2900 AR Capelle aan den IJssel<br />
T 010−451 76 76<br />
E info@promanagement.nl<br />
I www.promanagement.nl<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
24<br />
Nieuw: <strong>NOAB</strong> Bootcamp<br />
De huidige dynamiek in de markt, mede door vergaande automatisering, vraagt om strategische heroriëntaties. Het zorgt voor hoofdbrekens<br />
over IT-keuzes of gewenste kantoorprofilering. Maar alleen geoliede marketinginstrumenten en robotic accounting geven geen<br />
garantie op een succesvol voortbestaan. Op de nieuwe <strong>NOAB</strong> Bootcamp wordt de volgende generatie kantoorleiders klaargestoomd.<br />
Door: Reindert Doorn<br />
Minstens zo belangrijk is aanstormend talent. Een wannabeevennoot<br />
die IT omarmt en als authentieke leider het verschil<br />
maakt binnen én buiten het kantoor. Het werven van jonge<br />
leiders met de juiste vaardigheden is soms een onbegonnen<br />
zaak. Duizendpoten worden alom gevraagd, maar niet (altijd)<br />
gevonden. En dat is niet vreemd gezien de waaier van eisen die<br />
logischerwijs worden gesteld: relevante vakkennis, communicatief<br />
onderlegd, commercieel vaardig, proactief, analytisch<br />
vermogen en IT-kennis en -kunde. Als dan ook leiderschapsvaardigheden<br />
worden toegevoegd lijkt het labyrint nagenoeg<br />
onoplosbaar. Maar in plaats van extern werven, kunt u ook tijd<br />
investeren in het aanwezige en soms onderbelichte potentieel<br />
bínnen uw kantoor. Kennis van úw klanten hebben deze kandidaten<br />
immers al op zak!<br />
<strong>NOAB</strong><br />
Ontdek de <strong>NOAB</strong> Bootcamp!<br />
Of u nu zelf wil doorschakelen of iemand een ontwikkeltraject wil aanbieden:<br />
de nieuwe <strong>NOAB</strong> Bootcamp is een uitgelezen kans om hier handen en voeten<br />
aan te geven. Het intensieve driedaagse trainingsprogramma werd in 2016<br />
door de organisatie DOCCO ontwikkeld en is nu samen met <strong>NOAB</strong> speciaal<br />
voor leden op maat gemaakt.<br />
Het unieke programma kenmerkt zich door een hoog tempo, een directe<br />
concrete uitwerking van de lesstof en een verplichte follow-up. Tijdens de<br />
bootcamp werkt talent aan een persoonlijk en blauwdruk-kantoorplan, dat naderhand<br />
in beknopte vorm in het kantoor gepresenteerd dient te worden. Een<br />
assessment (persoonlijkheidstest) maakt onderdeel uit van de intake en vormt<br />
een rode draad in de sterk afwisselende programma’s. De inhoud is volledig<br />
gericht op toerusting van nieuwe en toekomstige leiders binnen het kantoor.<br />
Deelnemers van het bootcamp-programma kenden in 2016 ongekend hoge<br />
waarderingscijfers toe. “De meest intensieve ‘driedaagse’ ooit. Je gaat echter<br />
met meer energie naar huis dan dat je gekomen bent,” aldus één van de<br />
deelnemers.<br />
Deelnemen? De <strong>NOAB</strong> Bootcamp is van 7-9 juni in Soesterberg.<br />
Meer informatie: https://www.noab.nl/educatie/noab-bootcamp-softskillsict<br />
De kroonprins als allrounder?<br />
Wellicht bevindt u zich in een bevoorrechte positie, waarbij er<br />
voldoende talent binnen het kantoor is. En voldoende troonopvolging.<br />
Het is echter geen gemeengoed. Daar rijst eveneens de<br />
vraag op: wat mag u van iemand verwachten? Bestaat de duizendpoot?<br />
Het antwoord is onomwonden ‘néé’. Van torenhoge<br />
en soms onrealiseerbare verwachtingen gaat niemand beter<br />
presteren. En toch komen er bij een denkbeeldige ‘troonopvolging’<br />
essentiële − nieuwe − vaardigheden kijken. Ontwikkelde<br />
softskills zijn onmisbaar als er leiding gegeven moet worden.<br />
En juist die vaardigheden zijn geen vast onderdeel van de genoten<br />
vakopleidingen. Verdieping en verbreding is voor potentieel<br />
talent dus een must.<br />
ICT maakt nú het verschil, straks niet meer<br />
Niet alleen de interpersoonlijke vaardigheden ontbreken veelal<br />
in de bagage, ook<br />
vergaande kennis<br />
van automatisering<br />
is onontbeerlijk in<br />
de 21ste eeuw. Het<br />
optimaliseren van<br />
administratieve<br />
processen staat<br />
immers hoog op<br />
menig kantooragenda.<br />
Kennis van<br />
data-analyse, informatiemodellering<br />
en basisprincipes<br />
van softwareontwikkeling<br />
helpen<br />
het kantoor nét die<br />
extra digitaliseringsslag<br />
te maken<br />
ten opzichte van<br />
collega-kantoren.<br />
Fotografie Ruben Eshuis<br />
Reindert Doorn<br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
25<br />
Slechts begripskennis van UBL en SBR is onvoldoende. Kunt<br />
u als keten- en informatieregisseur nog zonder IT-vaardigheden<br />
de toekomst tegemoet treden? Nee, zelfs als software vereenvoudigt<br />
en de ‘cloud’ het beheer van IT versimpelt, zullen<br />
IT-projecten en -projectmanagement aan de orde van de dag<br />
blijven. Het zal in de toekomst zelfs moeilijker worden om − in<br />
een gedigitaliseerd tijdperk − het verschil te gaan maken door<br />
technologie, als diezelfde technologie gemeengoed is voor alle<br />
kantoren.<br />
Het gaat om de mens<br />
Het verschil wordt niet (meer) door de techniek gemaakt, maar<br />
door de mens. Natuurlijk speelt de inzet van IT een elementaire<br />
rol. De wijze waarop IT wordt ingezet in de praktijk, de<br />
verbinding met klanten en het creëren van een organisatiecultuur<br />
die gestoeld is op verbetering en wendbaarheid.<br />
Het zijn stuk voor stuk de meest kritische aspecten in de huidige<br />
marktdynamiek en aspecten waarin juist mensen het verschil<br />
maken. Kantoren die de afgelopen jaren op alle terreinen<br />
digitalisering tot het maximum hebben doorgevoerd bevestigen<br />
dit beeld: alle moderne gereedschappen zijn op orde, maar dit<br />
geeft niet vanzelfsprekend een concurrentievoordeel. ■<br />
Ing. R.B. Doorn is adviseur IT & Verandermanagement bij<br />
DOCCO, advies- en consultancybureau voor (strategische)<br />
ICT-trajecten bij accountants- en administratiekantoren en lid<br />
van de <strong>NOAB</strong>-adviesgroep.<br />
Drie stappen:<br />
ruimte geven aan nieuwe leiders<br />
Ga aan de slag met uw medewerkers en ga op zoek naar potentieel dat u kunt<br />
stimuleren.<br />
Met deze drie belangrijke stappen kunt u direct van start.<br />
Stap 1: Identificeer talent<br />
Het opzetten van een management traineeship voor high potentials is niet alleen<br />
weggelegd voor grote kantoren. Het begint bij het identificeren van talent.<br />
Maak duidelijk welke ruimte en kansen er zijn voor medewerkers die de ambitie<br />
hebben om door te groeien. Beoordeel de leercurve van medewerkers; welke<br />
groei en welke gedrevenheid neemt u waar? Soms is het daarbij belangrijker te<br />
kijken naar karakter dan kennis. Benoem tenslotte expliciet het potentieel bij<br />
uw medewerkers. Niet om de medewerker op een voetstuk te plaatsen, wel als<br />
vertrekpunt voor groei.<br />
Stap 2: Talent toerusten<br />
Stel samen met de medewerker(s) een ontwikkel- en trainingsplan op. Maak<br />
duidelijk welke verwachtingen u heeft bij ‘troonopvolgers’ en betrek externe<br />
ontwikkelingen hierin (zoals IT-vaardigheden en noodzakelijke softskills).<br />
Bespreek ook de kansen en ruimte die u van plan bent te geven: welke rollen<br />
en taken binnen het kantoor kan hij of zij op zich nemen om te groeien in verantwoordelijkheid?<br />
Laat de medewerker daarbij bijvoorbeeld deelnemen aan de<br />
<strong>NOAB</strong>-bootcamp (zie kader). Hij of zij wordt in drie dagen toegerust op thema’s<br />
als persoonlijk leiderschap, softskills en IT voor administratiekantoren.<br />
Stap 3: Talent vertrouwen geven<br />
Zonder falen geen succes. Geef medewerker(s) de ruimte om te leren en fouten<br />
te maken. Zolang deze ruimte er is − uiteraard binnen kaders − en er blijvende<br />
groei waarneembaar is, is het een voedingsbodem voor groei. Betrek potentieel<br />
talent bij strategische beslissingen, IT-keuzes en zelfs uw heisessies. Het geeft<br />
niet alleen waardevolle inbreng, maar is bovenal een signaal van vertrouwen in<br />
talent.<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
26<br />
‘Softwareleveranciers tonen te weinig visie’<br />
Accountants- en administratiekantoren zijn steeds meer afhankelijk van ICT/digitalisering. Op de vraag of de softwareleveranciers<br />
in voldoende mate inspelen op alle ontwikkelingen, kan wisselend worden geantwoord. Laat staan dat ze allemaal een visie op de<br />
toekomst hebben. Dat gegeven maakt accountants- en administratiekantoren kwetsbaar.<br />
Door: Henk Poker<br />
Onlangs presenteerde onderzoeksbureau GBNED de resultaten<br />
van een onderzoek onder de naam ‘ICT Accountancy<br />
2020/2030: accountantspraktijk op weg naar de toekomst’.<br />
Centrale vraag daarin is: wat is de visie van softwareleveranciers<br />
en brancheorganisaties aangaande de toekomst van de accountancysector<br />
en de rol die ICT hierbij speelt? Daarbij wordt<br />
bijvoorbeeld ingegaan op ontwikkelingen rondom robotic accounting,<br />
API, elektronisch factureren, SBR, RGS, Business<br />
Intelligence en ook blockchain.<br />
Achterlopen<br />
“Het doet mij denken aan het begin van deze eeuw, toen bepaalde<br />
softwareleveranciers als eerste met een SAAS-oplossing<br />
kwamen. Nog steeds hebben niet alle leveranciers dit voor<br />
elkaar en daardoor lopen zij, maar ook hun klanten, achter op<br />
de praktijk,” vindt Bottemanne. “Op dit moment speelt bijvoorbeeld<br />
API (zie kader), waarmee softwareprogramma’s onderling<br />
kunnen communiceren. Handmatige mutaties behoren<br />
daarmee tot het verleden en de informatie wordt real-time bij-<br />
‘Er zijn ontwikkelingen waar je<br />
bovenop moet zitten’<br />
Fotografie Lourens Smak<br />
Gerard Bottemanne<br />
Van softwareleveranciers mag worden verwacht dat zij hun<br />
cliënten bedienen met perfect werkende oplossingen, maar<br />
ook dat zij inspelen op toekomstige ontwikkelingen en hun<br />
visie daarover delen met de markt. Aan dat laatste schort het,<br />
concludeert Gerard Bottemanne van GBNED. “Ik vind dat<br />
softwareleveranciers, maar ook brancheorganisaties, eigenlijk<br />
continue moeten beschikken over een visie op de toekomst en<br />
deze ook elk jaar moeten herzien. Helaas is dat niet altijd het<br />
geval.”<br />
API staat voor Application Programming Interface en is een techniek onder de<br />
‘motorkap’ van softwaresystemen om ‘real-time’ gegevens uit te wisselen. In<br />
relatie tot cloud computing wordt gesproken over ‘web-api’. API kan worden<br />
gezien als tegenhanger voor de ouderwetse interfaces, waarbij gegevens,<br />
veelal batchgewijs, via een bestand uitgewisseld worden tussen de verschillende<br />
administratiesystemen.<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
gewerkt. Maar wie bepaalt wat goed is voor de kantoren, vraag<br />
ik dan. Veel softwareleveranciers worstelen met die vraag.”<br />
Terug naar de resultaten van het onderzoek. Van alle leveranciers<br />
die werden aangeschreven (ruim 50), reageerden er 15.<br />
Bottemanne: “Wat opvalt is dat maar een paar leveranciers met<br />
een visie richting toekomst komen, waarbij ook onderwerpen<br />
als PSD2, data-analyse en blockchain aan de orde kwamen. De<br />
meeste reacties waren echter vooral toegesneden op het eigen<br />
product. Nog erger vind ik het echter dat het gros niet eens de<br />
moeite heeft genomen om te reageren, een kwalijke zaak. Immers,<br />
als kantoor wil je toch weten hoe jouw softwareleverancier<br />
naar de toekomst kijkt?” Opvallend is dat vooral de gevestigde<br />
orde de moeite nam om te reageren. Bottemanne: “Je zou<br />
juist denken dat de jongere generatie een toekomstvisie heeft,<br />
maar dat heb ik niet of nauwelijks gezien.”<br />
Robotic accounting<br />
Waar veel kantoren volgens Bottemanne in geïnteresseerd zijn,<br />
is robotic accounting. “Handmatige handelingen worden steeds<br />
meer overgenomen door de computer. Denk aan het elektronisch<br />
bankieren, elektronisch factureren, kassabonnen die automatisch<br />
in de boekhouding worden verwerkt, het is een ontwikkeling<br />
die onomkeerbaar is. En dat betekent nogal wat voor<br />
de kantoren. Immers, hoe het ook gebeurt, een factuur moet nu<br />
en in de toekomst wel beoordeeld worden. Dat is een vraag die<br />
de kantoorhouder bezig zou moeten houden.”<br />
“Zo kun je elke factuur laten accorderen, maar je kunt er ook<br />
voor kiezen om een factuur die valt binnen een bepaalde marge<br />
automatisch te accepteren. Ik denk dat kantoren daar nu nog<br />
veel te weinig mee bezig zijn en dat er ook niet over wordt<br />
nagedacht, laat staan dat de materie is doorgesproken met de<br />
softwareleverancier. Maar ook de softwareleverancier communiceert<br />
dit niet met zijn klanten, dus dat kantoren hierin<br />
terughoudend zijn, begrijp ik. Daar is misschien wel een rol<br />
weggelegd voor de brancheorganisaties.”<br />
“Immers, kantoren worden ook lid van een brancheorganisatie,<br />
met het idee dat ze op weg worden geholpen om de juiste keuzes<br />
te maken. Ik heb begrepen dat <strong>NOAB</strong> daarmee best actief<br />
is. Toch ontbreekt het bij de meeste brancheorganisaties ook<br />
aan een visie. Dat is jammer. Ik sluit het daarom niet uit dat ik<br />
in de toekomst zelf een visiebijeenkomst ga organiseren, met<br />
als centrale vraag: waar gaan we met de digitalisering naartoe?<br />
Het is altijd goed om met elkaar te brainstormen en kennis met<br />
elkaar te delen.”<br />
Richting<br />
Dat het rapport in een behoefte voorziet, kan geconcludeerd<br />
worden aan het aantal downloads: in vier weken tijd ruim<br />
1.000 keer. “Veel kantoren worstelen met de vraag welke richting<br />
ze met hun automatisering op moeten en daarin ligt meteen<br />
een risico. Want, er zijn ontwikkelingen waar je bovenop<br />
moet zitten en dan wil je de juiste keuze maken.”<br />
Als voorbeeld noemt Bottemanne Payment Service Directive<br />
2, kortweg PSD2. “Na de introductie van PSD1, waarin onder<br />
andere de SEPA-bankrekening en de BIC-code voor banken<br />
werd vastgelegd, volgt nu een uitbreiding. PSD2 is in principe<br />
gericht op consumenten, micro-entiteiten en kleinere bedrijven<br />
en raakt het betalingsverkeer. PSD2 bepaalt dat de informatie<br />
van transacties ook aan andere partijen dan de bank verstrekt<br />
kan worden, uiteraard met toestemming van de rekeninghouder.<br />
Ik neem aan dat organisaties daar nu al volop mee bezig<br />
zijn, maar wat blijkt, dat is niet het geval.”<br />
Ontwikkelingen<br />
“Kijk, waar het om gaat is dat we de kantoorhouder ontzorgen.<br />
Je kunt niet van hem verlangen dat hij alle ontwikkelingen<br />
rondom digitalisering zelf bijhoudt en een scheiding aanbrengt<br />
tussen wat hij moet volgen en wat een hype is. Daarvoor heb<br />
je je softwareleverancier en je brancheorganisatie nodig. Want,<br />
één conclusie staat vast: de ontwikkelingen rondom digitalisering<br />
staan nooit stil. Werkzaamheden in en rondom de kantoren<br />
veranderen daardoor en daarom is het van belang dat softwareleveranciers<br />
en brancheorganisaties daar actief op inspelen en<br />
eigenlijk elk jaar met een visie zouden moeten komen. ”<br />
‘Kantoren hebben een leidraad<br />
nodig bij keuzes rond ICT’<br />
Softwareleveranciers en brancheorganisaties die nog niet op<br />
het verzoek van GBNED hebben gereageerd om aan het huidige<br />
rapport mee te werken, ontvangen binnenkort een nieuw<br />
verzoek. “Ik ga in de komende maanden de softwareleveranciers<br />
en brancheorganisaties wederom benaderen. Ik vind<br />
het belangrijk dat iedere betrokken partij met een visie komt,<br />
zodat kantoren een leidraad hebben voor alle moeilijke keuzes<br />
waarvoor ze in de komende jaren staan.” ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
28<br />
Lean Management: meer efficiency, met<br />
behoud van kwaliteit<br />
Een groot aantal kantoorhouders die vorig jaar deelnamen aan de cursus Lean Management keren dit jaar terug. “Onder andere<br />
daaruit blijkt dat ze de aangereikte tools goed in de praktijk kunnen toepassen,” zegt Marcia Richardson, docent bij de cursus Lean<br />
Management van <strong>NOAB</strong>.<br />
Door: Henk Poker<br />
Lean Management herbergt in feite drie elementen in zich:<br />
waarde leveren aan de klant, het proces goed inrichten en zorgen<br />
voor tevreden medewerkers. “Het gaat er om dat de capaciteiten<br />
binnen een organisatie op een slimme manier worden<br />
ingezet, waardoor zoveel mogelijk waarde voor de klant kan<br />
worden gecreëerd,” benadrukt Richardson. “Lean Management<br />
leidt tot een efficiëntere organisatie met een constante kwaliteit<br />
en hogere winstgevendheid.”<br />
Organische groei<br />
De cursus draait niet om de inhoud van het begrip lean management,<br />
maar kijkt vooral naar de kantoororganisatie en de<br />
klanten. “Hoe kijkt een klant naar je kantoor en de medewerker,<br />
en hoe ziet je bedrijfsvoering eruit? Wat kan er beter en<br />
efficiënter en hoe ben je georganiseerd? Veel kantoren kennen<br />
een organische groei. Daarbij is vaak niet nagedacht over hoe<br />
de organisatie is ingericht. Het is zo ontstaan en daarbij komt<br />
bedrijfsblindheid om de hoek kijken. ‘Het gaat toch goed,<br />
waarom zou ik veranderen?’, is een opmerking die ik regelmatig<br />
hoor.”<br />
Jules Goossens van FASOR bv in Ottersum is eerlijk<br />
wanneer hij zegt dat de cursus van vorig jaar niet bij hem<br />
geland is. “Ik heb er niet veel aan gehad, maar dat lag<br />
meer aan mij, dan aan de cursus of de manier waarop het<br />
onderwerp is behandeld. Ik zag om mij heen namelijk<br />
vooral enthousiaste kantoorhouders, die er ongetwijfeld<br />
iets mee in de praktijk hebben gedaan. Ja, ook binnen<br />
onze organisatie zijn verbeteringen mogelijk, kunnen we<br />
efficiënter werken, maar we doen dat nu op onze eigen<br />
manier, vanuit ons eigen inzicht.”<br />
Sabina Batist van Batist Administratieve Dienstverlening<br />
in Diemen was vorig jaar een enthousiaste deelnemer. “Ik<br />
heb de cursus als prettig ervaren, omdat er veelal vanuit<br />
de praktijk situaties werden aangehaald, waar je iets mee<br />
kunt. Dat vond ik erg handig.” Ze geeft aan dat Lean<br />
Management bij je kantoor moet passen. “Wanneer je het<br />
stap voor stap in je organisatie doorvoert, heeft het toegevoegde<br />
waarde. Het belangrijkste van de cursus vond ik<br />
dat we handvatten kregen aangereikt, waarmee we onze<br />
organisatie in kleine stapjes kunnen verbeteren. Dat inzicht<br />
hebben we wel gekregen. Ik kan de cursus dan ook<br />
aanraden bij collega-kantoorhouders, zeker nu hij een dag<br />
langer duurt dan voorheen.”<br />
Het vak van boekhouder/accountant noemt Richardson een dienend<br />
vak. “Echter, hoever moet je daarin gaan? Zwicht je voor<br />
klanten die hun boekhouding, inclusief bonnetjes, nog altijd in<br />
een schoenendoos aanleveren? Of maak je daar afspraken over<br />
en geef je aan hoe je het aangeleverd wilt hebben? En vraag je<br />
je wel eens af hoe je klant het jaarrapport aangeleverd wil hebben?<br />
Ik weet zeker dat het gros niet zit te wachten op een dik<br />
rapport, maar tevreden is met de kerncijfers op één A4’tje. Ik<br />
denk dat veel kantoorhouders het moeilijk vinden om daarover<br />
te praten.” In dit kader pleit ze ervoor om met een groene en<br />
rode stift op pad te gaan, wanneer een jaarrapport met de klant<br />
wordt besproken. “De klant geeft aan wat hij wil weten en wat<br />
hij minder interessant vindt. Als je dat met een stift markeert,<br />
weet je voor het jaar daarop precies wat welke klant wil zien.”<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
29<br />
Kleine dingen<br />
Tijdens de cursus Lean Management is veel ruimte<br />
voor simulatiegesprekken, bijvoorbeeld met een denkbeeldige<br />
klant. “Daarbij laten we zien hoe het ook<br />
anders kan. Vaak zit dat in kleine dingen. Een klant<br />
kan heel veel inzicht geven in verbeterpunten. Vraag<br />
bijvoorbeeld aan een klant die iets afkeurt waarom<br />
hij dat doet.” Richting medewerkers kan er volgens<br />
Richardson ook nog veel worden verbeterd. “Je levert<br />
met elkaar een product, samenwerken is daarom van<br />
belang. Maar ook, zet iemand daar in waar hij goed in<br />
is. Iedereen in z’n kracht, dat is niet alleen leuker, maar<br />
leidt ook tot betere resultaten.”<br />
In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan<br />
de vraag hoe je je als kantoor kunt onderscheiden. ”Waar wil<br />
je straks staan als kantoor en wat moet je daarvoor doen? Ik<br />
merk dat de meeste kantoorhouders dat niet eenvoudig vinden.<br />
Ze zijn bezig met hun running business, zijn daar druk mee en<br />
nemen te weinig tijd voor alle veranderingen die op hen afkomen.”<br />
Je moet die vraag stellen, benadrukt Richardson. ”Vergis<br />
je niet, klanten veranderen sneller van kantoor dan voorheen.<br />
Bijvoorbeeld wanneer je niet aan hun vraag kunt voldoen.”<br />
“Ik vond de cursus heel verhelderend,” zegt Ilona Rudolfs<br />
van Bimati in Zevenaar. Ze roemt de opzet van de cursus:<br />
geen lang hoorcollege, maar aan de hand van praktijkvoorbeelden<br />
tot keuzes komen. “Ik had na afloop echt het<br />
idee ‘hier kunnen we wat mee’.” Als voorbeeld noemt ze<br />
het reageren op een fout. “Ga niet je hele kantoororganisatie<br />
omgooien, maar los de oorzaak van de fout op.<br />
Dat is veel belangrijker. En durf je ook af te vragen of<br />
de vraag van een klant reëel is. Uiteindelijk gaat het niet<br />
alleen om efficiency, maar vooral ook om effectiviteit.<br />
Die insteek had de cursus ook en dat paste mij prima.”<br />
Ze heeft zich inmiddels ingeschreven voor de tweedaagse<br />
cursus later dit jaar.<br />
Fotografie Paul Tolenaar<br />
Marcia Richardson<br />
kan daarbij helpen,” legt ze uit. “Lean is geen project, het is een<br />
filosofie die uiteindelijk moet leiden tot maximale waarde tegen<br />
de laagste kosten. Kantoren die dat goed voor elkaar hebben,<br />
écht luisteren naar de klant, die hebben een concurrentievoordeel.<br />
En dat telt in <strong>2017</strong>.” Kortom, leer anders kijken naar je<br />
organisatie. “Anders kijken, beter inzicht, daar gaat het om.”<br />
‘Regelmatig hoor ik ‘Het gaat<br />
toch goed, waarom zou ik<br />
veranderen?’’<br />
Om efficiënter te werken stelt Richardson dat het goed is om<br />
elke dag gezamenlijk te starten. “Ga even tien minuten bij elkaar<br />
zitten, deel ideeën. Leg uit wat er die dag moet gebeuren<br />
en of er nog vragen zijn. Dat leidt tijdens zo’n dag tot veel minder<br />
verstoringen in het proces.” De cursus Lean Management is<br />
dit jaar uitgebreid van één naar twee dagen. “Mede op verzoek<br />
van de deelnemers van vorig jaar. Het merendeel heeft aangegeven<br />
dit jaar ook weer mee te doen,” zegt Richardson. ■<br />
Filosofie<br />
De marges staan onder druk, kantoren moeten efficiënter werken,<br />
hun organisatie wellicht anders inrichten, maar wel altijd<br />
met de klant als uitgangspunt. “De cursus Lean Management<br />
De cursusdagen zijn 14 en 21 juni aanstaande.<br />
Kijk op www.noab.nl/educatie om u aan te melden.<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
30<br />
Het verhaal van oud-ondernemers<br />
Wanneer stop je echt?<br />
“In gesprekken begin ik met luisteren. Wie heb ik vóór me, waar hechten ze aan, wat is hun business? Als ik een idee heb, begint<br />
het verbinden. Afnemer en product bij elkaar brengen. Dat werkt beter dan verkopen.” <strong>Activa</strong> sprak met Arnold Buurman, (oud-)<br />
ondernemer en pionier in ‘disposables’.<br />
Door: Chris Wolters<br />
Voor iemand die zichzelf al ruim zes jaar geleden heeft gepensioneerd,<br />
lijkt zo’n benadering verdacht veel op werken,<br />
maar dan anders. “Dat kan ik inderdaad niet laten. Handelen<br />
zit me in het bloed en omzet maken geeft me voldoening. Het<br />
gaat daarbij niet om de hoogte van het bedrag, maar of je een<br />
bestaande of beoogde klant kunt overtuigen om nieuwe, andere<br />
en/of betere oplossingen te kiezen. Daarna is het zaak aan te<br />
geven wat je daar als bedrijf in kunt betekenen.”<br />
Ontwikkelingen houden niet op<br />
“Papieren bekers werden al in het oude Chinese keizerrijk gebruikt<br />
om thee uit te drinken. Ook toen al waren die beschikbaar,<br />
voorzien van decoratieve voorstellingen, in verschillende<br />
afmetingen en kleuren.” Arnold Buurman (71) maakte carrière<br />
in ‘eenmalige artikelen’. Hij toog zelf in de jaren tachtig van de<br />
vorige eeuw naar China. “Dat was toen een hele onderneming.<br />
De reis, het politieke systeem, de manier van zakendoen. Soms<br />
namen we de hele jaarproductie in één keer af.<br />
‘Verbinden werkt beter dan<br />
verkopen’<br />
En niet alleen bakjes en bekertjes, maar ook zoiets als ijsdecoraties.”<br />
De geschiedenis van de moderne papieren beker gaat<br />
terug tot het begin van de 20ste eeuw. Alvin Davison, professor<br />
in de biologie, schreef rond 1910 het artikel ‘Dood in Drinkgerei<br />
op School’. Een angstaanjagende titel, gebaseerd op onderzoek<br />
verricht in scholen, die het gebruik van papieren bekers<br />
opjoeg. Goedkoop en hygiënisch. Onder meer om die reden<br />
werden ziekenhuizen grootverbruikers van bekertjes en andere<br />
eenmalige verpakkings- en hygiënische materialen. Buurman<br />
haalt meer uit het verleden: “Een onderzoek uit 1942 maakte<br />
duidelijk dat het hergebruik van glazen bekers ruim anderhalf<br />
keer zoveel kostte als eenmalige papieren bekers.” Buurman<br />
geeft aan dergelijke onderzoeken te gebruiken om zich te bezinnen<br />
op de marktbenadering. “Lezen, analyseren en dan de<br />
vraag omzetten in: ‘wat zou dat voor ons kunnen betekenen’.<br />
Zo ontstond ook de Stichting Retour (1991). Een systeem om<br />
gebruikte bekertjes in te zamelen en te hergebruiken. “Je kunt<br />
de strijd aanbinden, in het defensief gaan of kiezen voor proactief<br />
reageren. Dat laatste heeft mijn voorkeur. Steeds vanuit de<br />
ondernemersvisie om van een nadeel een voordeel te maken.”<br />
Nieuwe strategieën<br />
De ‘disposables-branche’ was voortdurend in beweging. Niet<br />
alleen volgden talloze kunststoffen elkaar in snel tempo op.<br />
Buurman blikt terug: “Steeds gingen we op drie fronten na<br />
wat de consequenties waren van wijzigingen. In grondstoffen,<br />
wetgeving en in de markt van de afnemers. Dat kwam<br />
neer op de vraag ‘Waar kunnen we de klant mee helpen?’ En<br />
daarnaast ‘Wat zijn de consequenties voor de logistiek?’. De<br />
volgende stap was daar een werkbaar model van te maken en<br />
dat (snel) in praktijk te brengen. Scherp opletten leidde ook<br />
tot vernieuwingen op administratief terrein. “Bijvoorbeeld,<br />
wat kost de behandeling van elke afzonderlijke factuur door<br />
een klant? We ontwikkelden de verzamelfactuur. Klinkt lo-<br />
Sluit uw <strong>NOAB</strong>-verzekering voor<br />
Beroepsaansprakelijkheid bij<br />
Hiscox, de specialist<br />
in Beroepsaansprakelijkheid<br />
www.BAVverzekering.nl<br />
www.hiscox.nl<br />
HISCOX<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
31<br />
gisch, maar klanten waren gewend met het oog op de controle<br />
overal een factuur voor te krijgen. Een andere stap is die van<br />
totaalleverancier. Leveren we koffiebekertjes? Dan toch ook<br />
de bijbehorende koffie. Toiletpapier, dan ook zeepdispensers,<br />
schoonmaakmiddelen en dan ook de bijbehorende schoonmaakartikelen.”<br />
Hoe zorg je dat de klant daarin met je meebeweegt?<br />
“Zoiets kost namelijk opslag en voorraadbeheer. Na<br />
een uitgebreide analyse namen we het voorraadbeheer op ons<br />
en de daaraan gekoppelde tijdige levering (just-in-time). We<br />
investeerden fors in opslag en automatisering. Nu is dat gewoon,<br />
toen was dat onderscheidend.”<br />
Steeds maar bouwen<br />
Buurman startte zijn loopbaan bij een bedrijf dat, oneerbiedig<br />
gezegd, in ‘wegwerpverpakkingen deed’. Buurman memoreert:<br />
“De dynamiek was anders. Contacten met de klant waren overzichtelijk:<br />
je stuurde een brief, belde of ging langs. Dan was er<br />
een folder van een nieuw product en/of een mooi gedrukte catalogus<br />
voor het assortiment. Reclame maakte je in vakbladen.<br />
Radio en televisie speelden in de B2B-markt eigenlijk geen<br />
rol.” In 1979 werd Buurman directeur van wat toen nog King<br />
Cup heette. Omzet zo’n € 900.000. Bij zijn vertrek lag die omzet<br />
op ongeveer € 55 miljoen per jaar.<br />
‘Hoe zorg je dat de klant met je<br />
meebeweegt?’<br />
“De algemene verklaring is dat we een uitstekend team hadden<br />
en bovenop het proces en de ontwikkelingen zaten. Er<br />
was natuurlijk meer: een strakke organisatie, sturen op cijfers.<br />
Analyses maken over waar verdienen we aan en waar niet aan,<br />
gerekend in tijd? Belangrijk was ook inzicht in investeringen<br />
en voorraad. Winkeldochters en investeringen in dode voorraad<br />
verdwenen. Met één druk op de knop wisten waar we<br />
stonden. Koppel dat aan een team van mensen die hetzelfde<br />
doel nastreven, tel daarbij op goede training en scholing. En…<br />
heel veel plezier in het werk. Dan is succes je beloning. Investeren<br />
in de relatie met de klanten mag ik niet vergeten. Zo ontstond<br />
bijvoorbeeld het fenomeen relatiedagen. Een dag waarop<br />
we leveranciers vroegen nieuwe producten te tonen, waarop we<br />
een boeiende kijk op het komende jaar schetsten. Tijdens een<br />
ontspannen avond met muziek konden we ontspannen nakaarten.<br />
Ondernemen is ook bouwen aan goede relaties.”<br />
Arnold Buurman<br />
Onderscheidend vermogen<br />
Gevraagd naar het onderscheidend vermogen, aarzelt Buurman<br />
heel even: “Wat is dat? Het verschil maak je niet met advertenties.<br />
Dat zal moeten komen van de totale aanpak: niveau van<br />
dienstverlening, van service en kwaliteit. De prijs komt zeker<br />
niet op de eerste plaats. Klanten zijn bereid iets meer te betalen<br />
als ze zeker weten dat ze het juiste product en de juiste dienst<br />
krijgen. Juist met een low-interestproduct is dat van belang.<br />
Wij hebben in de loop van de tijd besloten uitsluitend met<br />
A-merken te werken. Dus zegt de adviseur van Buurman Facilitaire<br />
Producten: “Vat het maar samen in meer doen dan de<br />
klant verwacht.” Daarbij hoort vooruitdenken. “Bij een notaris<br />
zijn vertrouwen en uitstraling belangrijk. Dat moet je overal terugvinden.<br />
Dus kreeg hij een bonenkoffiemachine. Vele malen<br />
duurder maar ook beter dan hij zelf zou hebben aangeschaft.<br />
De prijs was van latere zorg.”<br />
‘Het verschil maak je niet met<br />
advertenties’<br />
“De filosofie was: jouw markt, jouw klanten, verwachten een<br />
goede verse kop koffie. Nu, vijf jaar later, is zijn kantoor uitgebreid.<br />
Niet vanwege de koffie, wel door de aandacht voor<br />
details. Klanten zijn niet altijd even rationeel, net als ondernemers<br />
overigens. Die notaris is nu een actieve referentie en<br />
dat heeft aantoonbaar zeven klanten, zeven koffiemachines en<br />
zeven keer omzet opgeleverd.” ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
32<br />
‘Goed werk afleveren maakt de<br />
professional gelukkig’<br />
Integriteit staat nadrukkelijk op de maatschappelijke agenda, en dat komt niet alleen door alle schandalen van de afgelopen jaren.<br />
Financials, bankiers, verzekeraars, adviseurs: ze worden dagelijks geconfronteerd met vraagstukken waarbij integriteit een rol kan<br />
spelen. Integriteitsexpert Margreeth Kloppenburg is ervan overtuigd dat integer handelen zowel op de korte als lange termijn eerlijk<br />
en beter scoort.<br />
Door: Henk Poker<br />
Een confrontatie met haar eerste werkgever is min of meer<br />
bepalend geweest voor de weg die Margreeth Kloppenburg is<br />
gegaan. “We hadden een afspraak gemaakt over het salaris,<br />
maar op mijn eerste werkdag kreeg ik te horen dat ik 400 gulden<br />
minder ging verdienen. Ik vond dat ik toen maar één ding<br />
kon doen en dat was opstappen. Het ging mij niet om het geld,<br />
maar ik vond hem niet langer geloofwaardig.” Aldus geschiedde<br />
en met haar onderwijsachtergrond ging ze salestrainingen<br />
geven aan hoger opgeleiden in met name de financiële wereld.<br />
Zo gaf ze trainingen in het kader van ‘de vertrouwde adviseur’,<br />
waarbij het thema integriteit nadrukkelijk aan de orde kwam.<br />
Ze besloot zich daarin te gaan specialiseren.<br />
Fotografie Paul Tolenaar<br />
Margreeth Kloppenburg<br />
Eer en trots<br />
Bij elk vak draait het, zo vindt Kloppenburg, om beroepstrots<br />
en beroepseer. “Wie trots is op zijn beroep, is tevreden over<br />
de kwaliteit van het geleverde werk, omdat het werk zelf van<br />
belang is en betekenis heeft. Bij beroepseer ligt dat anders. Je<br />
spant je dan als vakmens ergens voor in en terwijl je dat doet<br />
streef je naar erkenning van anderen. Dat hoop je te behalen<br />
door aan normen te voldoen die door jezelf en door de beroepsgroep<br />
waar je bij hoort tot maat zijn verheven.”<br />
Moeras<br />
In de wereld van financiële professionals is heel veel over die<br />
maat der dingen vastgelegd en wordt redelijk nauwkeurig omschreven<br />
wat er in bepaalde situaties gedaan moet worden. “De<br />
praktijk is echter een moeras,” geeft Kloppenburg aan. “Daar<br />
wordt de professional dagelijks geconfronteerd met fundamentele<br />
vragen, waar protocollen, richtlijnen en wetten niet altijd<br />
helpen of jou vertellen wat het goede is om te doen. Wat is dan<br />
je normenkader?”<br />
Kloppenburg omschrijft verschillende normenkaders voor<br />
professionals: van jezelf en je directe omgeving, de organisatie<br />
waar je werkt, de klanten waarvoor je werkt, de beroepsgroep<br />
waar je bij hoort, de maatschappij en die van de toezichthou-<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
33<br />
ders. “Waar voorheen verschillende instituties waar je deel van<br />
uitmaakte min of meer leidend waren in wat wel of niet mocht,<br />
moet je nu vooral zélf bepalen wat juist is of niet. Dan ga je<br />
vaak af op je gevoel, op je intuïtie. En je leert van de momenten<br />
waarop je tegen bepaalde vragen aanloopt.”<br />
Agenda<br />
“Ik adviseer teams van professionals om integriteit wekelijks<br />
op de agenda te zetten. Aan de hand van praktijkvoorbeelden<br />
behandel je het thema en dat leidt uiteindelijk tot een evoluerend<br />
normenkader waar iedereen binnen dient te blijven.”<br />
Kloppenburg beaamt dat integriteit een ingewikkeld onderwerp<br />
is. “Ik merk het wanneer ik aan een groep financials<br />
een praktijkvoorbeeld inbreng en hoe daar dan op gereageerd<br />
wordt. Ze nemen aan dat een ieder hetzelfde denkt en handelt<br />
als zij zelf doen, maar dat is lang niet altijd het geval. Er zijn<br />
veel grijze gebieden.”<br />
<strong>NOAB</strong> werkt met een gedragscode die volgens Kloppenburg<br />
helder is, “maar bij veel kwesties gaat het toch om de interpretatie<br />
daarvan en die kun je niet altijd omschrijven. Er is een<br />
formeel kader, vastgelegd in de gedragscode, maar ook een<br />
informeel kader, waarin zaken als opvoeding, soort klant, de<br />
maatschappij, enzovoorts een rol spelen. De professional moet<br />
dit soort dilemma’s vaak alleen oplossen en dat is niet altijd<br />
gemakkelijk. Ga daarom het gesprek aan met een collega of<br />
binnen de organisatie. Dat helpt om tot de juiste beslissing te<br />
komen. Een bekende uitspraak luidt: ‘It takes others to achieve<br />
integrity’. En het helpt een kantoor ook een bepaalde richting in<br />
te gaan. Helaas nemen veel kantoorhouders beslissingen, zonder<br />
dat ze uitleggen waarom ze dat zo hebben gedaan en waarom<br />
zij een beslissing moreel juist vinden. Een gemiste kans.”<br />
‘Je moet nu vooral zélf bepalen<br />
wat juist is of niet’<br />
Integriteit kan heel basaal zijn, bijvoorbeeld bij het accepteren<br />
van nieuwe klanten. Als het goed loopt met je kantoor,<br />
kun je daar rustig over nadenken, maar wat als het minder<br />
goed gaat… “Geld mag voor een professional die goed werk<br />
wil afleveren geen drijvend principe zijn,” zegt Kloppenburg.<br />
“Verantwoordelijk werk doen is dat juist wel. En de ware professional<br />
wil ten diepste goed werk leveren, ook al is dat in de<br />
praktijk niet altijd eenvoudig.”<br />
Eervol<br />
Het lidmaatschap van een brancheorganisatie, zoals <strong>NOAB</strong>, kan<br />
daarbij helpen. Kloppenburg: “Zij houden de collectieve normen<br />
hoog en kunnen leden daarop aanspreken: realiseer je dat je<br />
deel uitmaakt van iets groters. Het is eervol om dit werk te doen<br />
en eervol om de normen van <strong>NOAB</strong> hoog te houden, normen die<br />
staan voor eerlijk en deskundig. Als iedereen zich dat realiseert,<br />
ontstaat er saamhorigheid die zich gaat uitbetalen.”<br />
‘Realiseer je dat je deel uitmaakt<br />
van iets groters’<br />
“Op de lange termijn rendeert integer handelen,” is de overtuiging<br />
van Kloppenburg en steeds meer onderzoek onderschrijft<br />
dat. “Het geeft rust, je slaapt beter en je hoeft niet te schipperen,<br />
want dat kost heel veel energie. Bovendien zorgt integer handelen<br />
vroeg of laat voor een goede reputatie die dan ook terecht<br />
gebaseerd is op eerlijk, oprecht en deskundig handelen en die<br />
daardoor bijdraagt aan een welverdiende sterkere marktpositie.”<br />
Duurzame insteek<br />
“Integriteit is als een spier, je moet haar blijven trainen. En het is<br />
meer dan ooit aan de orde,” besluit Kloppenburg. “Integriteit is<br />
nooit af en er zijn geen gouden antwoorden op welke situatie dan<br />
ook.” Tijdens bijeenkomsten bij <strong>NOAB</strong> is het Kloppenburg opgevallen<br />
dat deelnemers zich niet inhouden en dingen durven te delen.<br />
“Daar leeft dus het gevoel dat het veilig is. Ik vond de leden<br />
heel eerlijk. Mensen zoeken telkens bevestiging op de vraag of<br />
ze goed hebben gehandeld. Integriteit is een ingewikkelde materie<br />
en dat blijft het. Ik heb het idee dat het onderwerp binnen<br />
<strong>NOAB</strong> de kans krijgt om tot wasdom te komen en dat is goed. Ik<br />
zie dat als een duurzame insteek, waarmee je uiteindelijk daar<br />
komt waar je als organisatie en als leden van die organisatie wilt<br />
staan. Want uiteindelijk blijkt telkens weer dat goed werk afleveren<br />
datgene is wat de professional gelukkig maakt.” ■<br />
Drs. Margreeth Kloppenburg (1968), Zelfstandig trainer/adviseur.<br />
Onderzoeker/docent o.a. Hogeschool Utrecht, Nyenrode<br />
Business University. Lid adviesgroep Ethiek, cultuur en gedrag<br />
van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Accountants.<br />
Bestuurslid Stichting Beroepseer.<br />
Discussiebijeenkomsten<br />
Net als vorig jaar verzorgt <strong>NOAB</strong> ook dit jaar discussiebijeenkomsten voor de<br />
aangesloten kantoren. Ethiek en Integriteit (als businessmodel) is daarbij één<br />
van de onderwerpen. Houd de nieuwsbrief en website van <strong>NOAB</strong> in de gaten<br />
voor meer informatie met betrekking tot data en aanmelden.<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
34<br />
Branche in beeld<br />
‘Zorgverzekeraars gebruiken machtige<br />
positie verkeerd’<br />
Dat zegt Guusje ter Horst, voorzitter van het bestuur van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, kortweg KNGF.<br />
Volgens haar wordt het tijd dat het vak fysiotherapie op haar merites wordt beoordeeld. “Met fysiotherapie en patiëntenzorg op maat<br />
kun je duurdere zorg voorkomen. Gelukkig begint dat besef steeds meer door te dringen.”<br />
Door: Henk Poker<br />
Nederland telt één fysiotherapeut op elke duizend inwoners;<br />
daarmee is de dichtheid ten opzichte van andere Europese landen<br />
hoog. “Ik weet dat Zwitserland gemiddeld nog meer fysiotherapeuten<br />
telt, in andere landen is het anders georganiseerd,<br />
dat kun je niet vergelijken met ons land”, geeft Ter Horst aan.<br />
In het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)<br />
staan 34.000 fysiotherapeuten ingeschreven, waarvan<br />
26.000 fysiotherapeuten daadwerkelijk actief zijn, zoals het<br />
Centraal Kwaliteitsregister (CKR) van het KNGF aangeeft.<br />
Actieve fysiotherapeuten zijn verplicht zich in een register in<br />
te schrijven. “Een fysiotherapeut moet aan bepaalde eisen voldoen<br />
en dient daarvoor onder andere elk jaar studiepunten te<br />
behalen. In de toekomst worden intervisie en visitatie aan een<br />
nieuw kwaliteitssysteem toegevoegd.<br />
‘De huidige behandelindex heeft<br />
ongewenste gevolgen’<br />
Fysiotherapeuten gaan met collega’s praten over het vak en hun<br />
patiënten en zullen daartoe ook elkaars praktijk bezoeken. Zo<br />
leer je van elkaar, wordt er kennis gedeeld en dat komt het vak<br />
ten goede.” Overigens heeft het KNGF zelf 19.000 leden. “Ons<br />
doel is de komende jaren richting de 20.000 te groeien.”<br />
De taken van het KNGF zijn veelomvattend. Van informatievoorziening<br />
en kennisontwikkeling tot het verlenen van<br />
diensten en uiteraard belangenbehartiging, zowel op micro- als<br />
macroniveau. Ter Horst: “Daarbij moet je denken aan besprekingen<br />
met de zorgverzekeraars over contracten tot overleg<br />
met de politiek en andere partijen in de gezondheidszorg.”<br />
Behandelindex<br />
Vorig jaar kwam het vak van fysiotherapeut regelmatig in het<br />
nieuws, met name omdat er onder fysiotherapeuten veel aversie<br />
is tegen de behandelindex die de zorgverzekeraars hanteren.<br />
De behandelindex is een gemiddeld cijfer waarmee een fysiotherapeut<br />
kan zien hoeveel behandelingen hij mag verrichten.<br />
De index is gebaseerd op het gemiddeld aantal behandelingen<br />
van andere praktijken. Volgens de fysiotherapeuten gaat de<br />
zorgverzekeraar daarmee te veel op de stoel van de fysiotherapeut<br />
zitten, de behandelindex wordt als niet reëel en knellend<br />
ervaren. Frequente overschrijding kan ertoe leiden dat de fysiotherapeut<br />
geen contract meer kan afsluiten met een bepaalde<br />
zorgverzekeraar.<br />
Ter Horst snapt dat zorgverzekeraars kwaliteit voor een zo<br />
laag mogelijke prijs willen inkopen. “Ons land telt voldoende<br />
fysiotherapeuten, dus hoeven zorgverzekeraars weinig moeite<br />
te doen om fysiotherapeuten aan zich te binden. Dit heeft erin<br />
geresulteerd dat het tarief van fysiotherapeuten al acht jaar niet<br />
is geïndexeerd.”<br />
De fysiotherapeuten verzetten zich met hand en tand tegen de<br />
behandelindex. “Vooral omdat ze vinden dat de verzekeraars<br />
op de stoel van de fysiotherapeut gaan zitten, zij bepalen daarmee<br />
in feite het aantal behandelingen dat gegeven mag worden.<br />
Bedenk wel dat hierin ook de chronische patiënten worden<br />
meegeteld. Je loopt dan het risico dat chronische patiënten<br />
worden geweigerd, omdat de kans dat fysiotherapeuten boven<br />
de index uitkomen dan groter wordt. Dat kan natuurlijk niet de<br />
bedoeling zijn. Daarom vindt het KNGF de behandelindex een<br />
verkeerd instrument, zowel voor fysiotherapeuten als patiënten.”<br />
“Het KNGF begrijpt dat er een meetinstrument nodig is,” gaat<br />
Ter Horst verder. “Maar, zorg dan wel dat alle verzekeraars<br />
Fotografie Wiep van Apeldoorn<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
35<br />
dezelfde methode gebruiken, wees transparant hoe het wordt<br />
berekend en gebruik het als indicatie en niet als strafmaatregel.”<br />
Het besef bij verzekeraars dat de huidige behandelindex<br />
ongewenste gevolgen heeft, groeit. Ter Horst: “Verzekeraars<br />
zijn bezig met een nieuw uniform meetinstrument, dat hebben<br />
ze inmiddels opgepakt.”<br />
Balans<br />
Op de langere termijn moet de positie van de fysiotherapeut<br />
veranderen, vindt men bij het KNGF. “De fysiotherapie moet<br />
weer de positie in de gezondheidszorg krijgen, die hij hoort te<br />
hebben. Dus, dat de fysiotherapeut zélf bepaalt welke behandeling<br />
iemand nodig heeft, hoeveel behandelingen iemand nodig<br />
heeft en dat hij niet meteen een contract kwijtraakt wanneer<br />
hij boven een gemiddelde uitkomt.”<br />
“Op dit moment is de balans zoek”, vindt Ter Horst. “De zorgverzekeraar<br />
gebruikt zijn machtige positie op een verkeerde<br />
manier, het KNGF doet er alles aan om te komen tot contracten<br />
die passen bij de normale werkzaamheden van de fysiotherapeut.<br />
Nu is het tekenen bij het kruisje, dat is niet meer van deze<br />
tijd.”<br />
Op de vraag of het vak van fysiotherapeut wordt onderschat,<br />
antwoordt Ter Horst dat er te weinig wordt doorgedacht. “Hoewel<br />
dat wel enigszins begint te komen. Het doel moet zijn om<br />
medische zorg in de tweede lijn zoveel mogelijk te ontlasten, al<br />
was het alleen maar vanwege de kosten, maar ook het welbevinden<br />
van de patiënten. De fysiotherapeut is actief in de eerste<br />
lijn en kan middels behandelingen voorkomen dat mensen<br />
in de tweede lijn terechtkomen.” Als voorbeeld noemt ze etalagebenen,<br />
waarbij dankzij de behandeling van de fysiotherapeut<br />
dure operaties kunnen worden voorkomen. “Dit kan bij veel<br />
meer chronische aandoeningen worden gerealiseerd. Probleem<br />
is nu dat patiënten met een chronische aandoening de eerste<br />
twintig behandelingen zelf moeten betalen. Ik begrijp niet wie<br />
dit heeft bedacht. De fysiotherapeut is effectief of niet en niet<br />
pas vanaf de 21ste behandeling.”<br />
“Mijn verwachting is dat ook de behandeling van andere chronische<br />
aandoeningen de komende jaren terugkeert in de basisverzekering.<br />
Snel gaat het niet, maar er is beweging zichtbaar.<br />
Het inzicht dat de fysiotherapeut in de eerstelijnszorg veel kan<br />
betekenen voor patiënten, neemt in elk geval toe en dat is een<br />
goede ontwikkeling.”<br />
Waardering<br />
Het probleem heeft ook met waardering voor het vak te maken.<br />
Volgens Ter Horst zit dit bij patiënten wel goed, die het<br />
werk van de fysiotherapeut hoog waarderen, van een 8,3 tot en<br />
met een 9,2. “Desondanks hangt er nog een sfeer rond het vak<br />
waarin getwijfeld wordt aan nut en noodzaak. Men realiseert<br />
zich nog te weinig dat je met fysiotherapie duurdere zorg kunt<br />
voorkomen, terwijl dat toch het doel richting toekomst zou<br />
moeten zijn. Maar, er is hoop dat we langzamerhand de goede<br />
kant op gaan.”<br />
‘Met fysiotherapie kun je<br />
duurdere zorg voorkomen’<br />
Guusje ter Horst<br />
Ter Horst voorziet een goede toekomst voor de fysiotherapeut.<br />
“De vraag naar fysiotherapie neemt toe, bijvoorbeeld omdat<br />
er meer ouderen komen. Verder denk ik dat de substitutie van<br />
de tweedelijnszorg naar de eerstelijnszorg verder vorm krijgt.<br />
Ook richt het beleid van het kabinet zich op langer thuis blijven<br />
wonen, dus neemt de vraag naar zorg evenredig toe. De seinen<br />
staan op groen, het is aan het KNGF om de voorwaarden<br />
waaronder de fysiotherapeuten kunnen werken, blijvend te<br />
verbeteren.”<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
36<br />
Het ‘zzp-pensioen’<br />
Sinds ruim twee jaar is er een eigen collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen. Hierdoor is het opgebouwde pensioen beschermd<br />
als de ondernemer bijstand moet aanvragen. Bovendien mag het opgebouwde vermogen worden aangewend bij langdurige arbeidsongeschiktheid.<br />
Door: Hans Pieters<br />
Het pensioenproduct is eenvoudiger en goedkoper, maar vooral<br />
passend voor de situatie van de zzp’er. Maarten Post, voorzitter<br />
van Stichting ZZP Nederland, is één van de grondleggers.<br />
Lobby<br />
In 2014 heeft ZZP Nederland met PZO-ZZP, FNV Zelfstandigen<br />
en Zelfstandigen Bouw de handen ineengeslagen om<br />
te lobbyen voor een eigen pensioenregeling voor zzp’ers. Gesprekken<br />
met staatssecretaris Jette Klijnsma van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid leidden ertoe dat ondernemers zich sinds<br />
1 januari 2015 kunnen aansluiten bij een collectieve pensioenregeling<br />
voor zelfstandigen. Direct na het groen licht ontrolden<br />
de vier koepels samen met verzekeraar Loyalis en pensioenuitvoerder<br />
APG een eigen pensioenregeling: ZZP Pensioen.<br />
Het ZZP Pensioen is opgezet voor en door zzp’ers, zonder<br />
winstoogmerk. Anders dan de naam doet vermoeden, kan<br />
iedere IB-ondernemer en dga deelnemer worden. Naast ZZP<br />
Pensioen zijn er drie andere aanbieders van een collectieve<br />
pensioenregeling voor zelfstandigen: BrightPensioen, Brand<br />
New Day en Perlas Pensioen. “ZZP Pensioen onderscheidt<br />
zich door niet alleen de opbouw, maar ook de uitkeringsfase<br />
op eenvoudige en betaalbare wijze te regelen. Bovendien is er<br />
een deelnemersraad ingesteld, die het bestuur kan adviseren,”<br />
vertelt Post.<br />
‘Uitgangspunt is dat je zeggenschap<br />
hebt over je eigen geld’<br />
“Zelfstandigen willen zelf de regie over werk, geld en tijd,”<br />
stelt Maarten Post. Alle drie deze elementen zijn terug te<br />
vinden in het ZZP Pensioen. Hij vertelt over de belangrijkste<br />
voordelen van de collectieve pensioenregeling. “Ik ben een<br />
aantal jaren bestuurslid geweest van het pensioenfonds voor<br />
<strong>NOAB</strong><br />
de bouw, waardoor ik weet wat de problemen zijn. Een belangrijk<br />
uitgangspunt is dat je zeggenschap hebt over je eigen<br />
geld.” Een ander element dat voor zelfstandigen belangrijk is,<br />
is vrijheid en flexibiliteit. “Wij wilden geen verzekering. Als<br />
zzp’er heb je geen vast inkomen, dus je wilt zo min mogelijk<br />
vaste verplichtingen aangaan.” Een deelnemer aan de regeling<br />
kan de maximale jaarruimte inleggen, maar kan ook een paar<br />
jaar stoppen omdat hij het geld voor andere zaken nodig heeft.<br />
Een andere eis: het moest tegen lage administratiekosten. “Het<br />
enige wat je kwijt bent, is € 35 per jaar administratiekosten<br />
en 0,35% per jaar voor het beheer van je vermogen.” Ondernemers<br />
kunnen hun bestaande lijfrenteproducten eenvoudig<br />
overhevelen, door middel van een kapitaaloverdracht. “Dat is<br />
een fluitje van een cent.”<br />
Flexibele uitkeringsduur<br />
Het ZZP Pensioen kent een flexibele uitkeringsduur: tien,<br />
vijftien of twintig jaar, of<br />
levenslang. En een flexibel<br />
startmoment. Met het<br />
ZZP Pensioen kun je tussen<br />
je 60ste en 71ste met<br />
je pensioen starten. Op<br />
beide punten verschilt de<br />
regeling ten opzichte van<br />
werknemerspensioenen<br />
met een levenslange uitkering.<br />
“Dat kost gigantisch<br />
veel geld, omdat het een<br />
open-einderegeling is en de<br />
levensverwachting stijgt,”<br />
vertelt hij. “Bouwvakkers<br />
overlijden gemiddeld enkele<br />
jaren eerder dan werkenden<br />
in andere sectoren. Dat betekent<br />
dat het gros van de<br />
bouwvakkers het hele leven<br />
geld opzijlegt en vervolgens<br />
Fotografie Ton Borsboom<br />
Maarten Post<br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
37<br />
maar een beperkt aantal jaren van dat pensioen kan genieten.<br />
Ik vind dat oneerlijk. Eigenlijk betaalt de bouwvakker voor de<br />
hoogleraar die op z’n 25ste, 26ste begint met werken en een<br />
stuk langer leeft.”<br />
Flexibel heeft vooral voordelen, meent Post: “Je kunt je afvragen<br />
of je op je 87ste niet alleen van je AOW kunt rondkomen.”<br />
De pensioenuitkering wordt in plakjes verdeeld. “Een ton aan<br />
pensioenvermogen wordt bijvoorbeeld opgedeeld in 20 jaar.<br />
Het eerste jaar krijg je € 5.000, maar ondertussen groeit het<br />
vermogen tijdens de uitkeringsperiode aan.” Een belangrijk<br />
ander verschil met andere pensioenregelingen: “Eén van de<br />
opvallende elementen aan het ZZP Pensioen is dat het opgebouwde<br />
pensioenvermogen, mocht je komen te overlijden, altijd<br />
wordt uitgekeerd aan je nabestaanden. Die kunnen het bedrag<br />
ineens cashen of omzetten in een uitkering. In de meeste<br />
fondsen moet je je daar apart voor verzekeren op risicobasis.<br />
Omdat het ZZP Pensioen geen verzekering is, hebben we het<br />
altijd over het volledige vermogen.” Een verschil met de andere<br />
zzp-pensioenfondsen is dat ZZP Pensioen de uitkering ook zelf<br />
verzorgt. “De administratiekosten van de uitkering zijn gelijk<br />
aan de kosten bij de opbouwfase.”<br />
Spaargeld<br />
Verzekeraars zijn niet transparant over de kosten, stelt Post. Bij<br />
ZZP Pensioen worden deze benoemd. “Mensen willen weten<br />
wat ze kwijt zijn voor een keuze.” Als voorbeeld noemt hij<br />
de wens die vanuit de deelnemersraad is geuit om een inleggarantie<br />
te bieden. “Dat kost natuurlijk geld. Dat kun je van<br />
het vermogen afhalen, zonder dat je ziet hoeveel precies wordt<br />
ingehouden. Maar je kunt ook zeggen ‘je krijgt gewoon een<br />
factuur voor dat onderdeel’. Je moet de extra kosten benoemen.<br />
Het is voor ons belangrijk dat mensen niet achteraf het gevoel<br />
hebben dat de pensioenbeheerder de winst opstrijkt. Bij werknemerspensioenen<br />
zijn die kosten allemaal versleuteld.”<br />
Het effect van de lage spaarrente, afgezet tegen de inflatie en<br />
vermogensrendementsheffing zorgt ervoor dat spaargeld op dit<br />
moment alleen minder waard wordt. “Dat geld kun je dus nooit<br />
als pensioenvoorziening beschouwen,” constateert Post. “Voor<br />
een redelijke pensioenvoorziening die de inflatie kan bijhouden,<br />
heb je een rendement van 6,5% nodig. De rente komt<br />
gemiddeld niet boven de drie procent. De enige optie is collectief<br />
beleggen, want als je alleen belegt, heb je alle kosten voor<br />
jezelf.” Het ZZP Pensioen kent een aflopend risico naarmate je<br />
ouder wordt, “Des te langer de horizon, des te hoger het risico.<br />
Individueel kun je kiezen om ook na je vijftigste te kiezen voor<br />
een hoger risicoprofiel.” De uitvoering is uitbesteed aan Loyalis,<br />
een dochter van pensioenuitvoerder APG.<br />
Beeldvorming<br />
Pensioen heeft een slechte naam, constateert Post. “Je loopt<br />
mee in de bestaande vooroordelen. Mensen twijfelen zelfs<br />
of de AOW nog wel bestaat tegen de tijd dat ze met pensioen<br />
mogen. Voor zelfstandigen geldt dat wantrouwen in versterkte<br />
mate. Ze hebben negatieve ervaringen met financiële producten,<br />
zoals de torenhoge kosten voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
en lijfrentepolissen waar een groot percentage<br />
van de inleg aan kosten verloren gaat. Daarom houden ze<br />
liever zelf regie over hun geld.”<br />
‘Pensioen heeft een slechte<br />
naam, je loopt mee in de<br />
bestaande vooroordelen’<br />
Combineer je het wantrouwen met het gegeven dat veel zelfstandigen<br />
geen inzicht hebben hoe het pensioensysteem werkt,<br />
dan wacht er een forse uitdaging, stelt hij. De beeldvorming<br />
zorgt ervoor dat de animo voor het nieuwe pensioenproduct<br />
nog gering is, de vier aanbieders hebben tezamen rond de vijfduizend<br />
deelnemers. De trage start was ingecalculeerd.<br />
“Het negatieve sentiment is de reden dat ik niet verwacht dat<br />
de boel binnen vijf jaar gaat lopen.” Tot zijn teleurstelling wil<br />
de overheid geen bewustwordingscampagne starten om zelfstandigen<br />
aan te zetten om een pensioenvoorziening op te bouwen.<br />
“In gesprekken met het ministerie krijg je te horen ‘jullie<br />
zijn een commerciële partij’, terwijl wij toch echt een stichting<br />
zijn.”<br />
Oudedagsreserve<br />
Post hoopt dat administratie- en accountantskantoren het pensioen<br />
actief op de agenda zetten. “Wat ik zie, is dat de kantoren<br />
zich te weinig verdiepen in de kenmerken van de verschillende<br />
pensioenregelingen. Terwijl ze er goed aan doen om hun klanten<br />
goed te informeren, in gewone taal, van wat er allemaal is<br />
en wat daar de voor- en nadelen zijn. Het gaat erom dat zelfstandigen<br />
meer pensioen opbouwen, op een goede manier.”<br />
Als voorbeeld noemt hij de fiscale oudedagsreserve (for). “Problemen<br />
met de for op of rond de pensioendatum kun je voorkomen<br />
door steeds een deel af te storten. Daar haal je ook nog<br />
voordeel omdat het vermogen in de tussentijd groeit.” ■<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
38<br />
‘<strong>NOAB</strong>-kantoren laten kansen liggen’<br />
Payrollbedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. Werkgevers kiezen steeds vaker voor samenwerking met een payrollbedrijf,<br />
omdat ze geen administratieve rompslomp willen en geen risico’s willen lopen met hun personeel. De praktijk is echter weerbarstig,<br />
zo blijkt uit een aantal rechtszaken. “Er is voor ons een schone taak weggelegd,” stelt <strong>NOAB</strong>-lid Hans Huiberts.<br />
Door: Henk Poker<br />
Zorgeloos gemak, uitsluiten van risico’s, maximale flexibiliteit,<br />
kostenbesparend: payrollbedrijven zetten hun ‘voordelen’ uitstekend<br />
in de markt. En steeds meer werkgevers kiezen ervoor<br />
hun personeel bij een payrollbedrijf onder te brengen. “Het<br />
klinkt de werkgevers als muziek in de oren wanneer een payrollbedrijf<br />
belooft dat alle administratieve taken en de daarbij<br />
behorende juridische verplichtingen uit handen worden genomen.<br />
Immers, als werkgever denk je hiermee fiscale, sociale en<br />
arbeidsrechtelijke risico’s uit te sluiten,” legt Huiberts uit. “Het<br />
is echter de vraag of payrollbedrijven al deze toezeggingen wel<br />
nakomen. Sterker nog, ik denk dat er de nodige haken en ogen<br />
aan vele overeenkomsten zitten.”<br />
Juridisch kader<br />
Daarover later meer. Voor een goed begrip is het van belang<br />
het juridische kader van payrolling te duiden. Wat is nu eigenlijk<br />
payrolling? De opdrachtgever/inlener werft en selecteert<br />
de werknemers, waarna deze in dienst treedt van het door de<br />
opdrachtgever/inlener gekozen payrollbedrijf. Die stelt de<br />
werknemer vervolgens permanent en exclusief ter beschikking<br />
aan de betreffende opdrachtgever/inlener. Het payrollbedrijf<br />
neemt daarbij, als administratief en ‘juridisch’ werkgever, de<br />
werknemer in dienst, maar de werknemer is wel bij de opdrachtgever/inlener<br />
onder diens gezag werkzaam. En dat speelt<br />
in de jurisprudentie een belangrijke rol.<br />
‘Er zitten de nodige haken en<br />
ogen aan vele overeenkomsten’<br />
“Van belang is hoe binnen deze arbeidsrechtelijke driehoeksverhouding<br />
het begrip payrolling juridisch moet worden gekwalificeerd,”<br />
legt Huiberts uit. “Dit is van belang om de feitelijke<br />
werkgever te kunnen vaststellen en daaruit voortvloeiend<br />
wie het risico loopt bij bijvoorbeeld langdurige ziekte en/of<br />
ontslag. Payrolling is niet wettelijk gedefinieerd en een payrollovereenkomst<br />
behoort niet tot de in het Burgerlijk Wetboek<br />
geregelde bijzondere overeenkomsten. Omdat er tussen het<br />
payrollbedrijf en de werknemer geen sprake is van een gezagsverhouding,<br />
is er feitelijk geen sprake van een arbeidsovereenkomst<br />
volgens art. 7:610 lid 1 BW. Alleen met een zelfstandige<br />
en duidelijke rol voor het payrollbedrijf bij het sluiten en uitvoeren<br />
van de overeenkomst, bestaat een arbeidsovereenkomst<br />
tussen payrollbedrijf en werknemer, onder de voorwaarde dat<br />
de werknemer duidelijk en ondubbelzinnig met deze payrollconstructie<br />
heeft ingestemd.”<br />
“Echter, in de praktijk is het meestal het payrollbedrijf dat<br />
samen met de opdrachtgever/inlener de payrollconstructie initieert.<br />
De werknemer tekent de hem voorgelegde payrollovereenkomst,<br />
omdat hij de begeerde baan wil krijgen of behouden,<br />
vaak zonder te overzien wat dit precies voor hem inhoudt.”<br />
Steeds meer rechters en politici kijken door de payrollconstructie<br />
heen en in de afgelopen jaren wees de rechter in het<br />
overgrote deel van de conflicten het bedrijf waar de werknemer<br />
werkzaam is, als feitelijke werkgever aan, ondanks het door<br />
het payrollbedrijf afgesloten contract. ‘Wezen’ gaat dan voor<br />
‘schijn’! De opdrachtgever/inlener is en blijft daardoor verantwoordelijk<br />
voor de verplichtingen die voortvloeien uit de<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Ontslagvergunning<br />
Huiberts: “Het UWV toetst of de situatie bij de opdrachtgever/<br />
inlener zodanig is dat een ontslagvergunning op zijn plaats<br />
is, ook al is de payrollwerknemer niet bij de betreffende opdrachtgever/inlener<br />
in dienst.” Als voorbeeld noemt hij de<br />
gevolgen van een faillissement van een payrollbedrijf. “Veertig<br />
taxichauffeurs kregen drie maanden geen salaris, hoewel ze<br />
wel gewoon hun werk deden. Het UWV oordeelde namelijk dat<br />
de chauffeurs geen aanspraak op een faillissementsuitkering<br />
konden maken, omdat het payrollbedrijf weliswaar op papier<br />
werkgever was, maar dat het taxibedrijf de feitelijke werkgever<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
39<br />
is. Het taxibedrijf moest de achterstallige<br />
salarissen betalen. Werkgevers<br />
die met een payrollbedrijf in zee<br />
gaan, doen er goed aan de overeenkomsten<br />
goed op hun juridische feiten<br />
door te lezen. Het kan verstrekkende<br />
gevolgen hebben, wanneer er<br />
ziekte, ontslag of faillissement aan<br />
de orde is.”<br />
Goedkoper<br />
Payrollbedrijven zeggen goedkoper<br />
te zijn. Huiberts wil daarover het<br />
volgende kwijt. Hij heeft berekend<br />
dat voor personeel dat op de loonlijst<br />
van zijn opdrachtgevers staat, een<br />
omrekenfactor geldt van maximaal<br />
1,52 (inclusief kosten volledige personeels-/salarisadministratie<br />
(max.<br />
Hans Huiberts<br />
€ 200,- p.p.p.j.), Ziekteverzuimverzekering (3%) en doorbetaling<br />
tijdens ziekte in eigenrisicoperiode (stel 1,5%). De omrekenfactor<br />
bij payrollbedrijven ligt gemiddeld op 1,67, exclusief<br />
de payrollmarge van € 0,25 per gewerkt uur. “Echter, omrekenfactoren<br />
van 1,70 tot 1,75 zijn zeker geen uitzonderingen.” (Zie<br />
het rekenvoorbeeld in het kader.)<br />
“Mijn conclusie is dat <strong>NOAB</strong>-kantoren veel werk laten liggen<br />
Salariskosten eigen verloning / payroll<br />
Restaurantbedrijf<br />
Gemiddelde omrekenfactor payroll: 1,72 *<br />
(onlangs door een groot payrollbedrijf geoffreerd)<br />
Bureaumarge payroll 0,24<br />
Omrekenfactor eigen verloning 1,52<br />
Omzet (excl. BTW) 800.000<br />
Productiviteit (gem. omzet per uur / per werknemer) 43 *<br />
Gemiddeld bruto uurloon (restaurant) stel 9,60<br />
Gem. salariskosten per uur eigen verloning 14,60<br />
(incl. ZW verz. 3%, ZG e/r 1,5%, pers.adm. € 200 max. p.p.p.j.)<br />
Te besteden uren 800.000 43 18.605<br />
Aantal productieve uren IB-ondernemer 1.500<br />
Totale salariskosten (eigen verloning) 17.105 14,60 249.733 31,2%<br />
Brutoloon (eigen verloning) 17.105 9,60 164.208<br />
Totale salariskosten payroll 164.208 1,72 282.438 35,3%<br />
Bureaumarge 17.105 0,24 4.105<br />
Verschil salariskosten eigen verloning / payroll per jaar 36.810 !!<br />
Stijging salariskosten 14,7%<br />
Omrekenfactor over brutoloon (excl. vak.geld/uren) 1,72 *<br />
Omrekenfactor over brutoloon (incl. vak.geld/uren) 1,19489 1,44<br />
Productiviteit (gem. omzet per uur / per werknemer) 43 *<br />
Productiviteit (gem. omzet per jaar / per werknemer) 1.750 75.250<br />
Fotografie Paul Tolenaar<br />
en zelfs kwijtraken aan payrollbedrijven. En dat heeft niet te<br />
maken met het feit dat we ons werk niet goed zouden doen,<br />
integendeel. Feit is wél dat payrollbedrijven hun ‘voordelen’<br />
veel beter weten te verkopen. Daar is voor ons een schone taak<br />
weggelegd.”<br />
Hoge Raad<br />
Inmiddels heeft de Hoge Raad op 4 november vorig jaar een<br />
uitspraak gedaan, die, naar het zich in eerste instantie liet aanzien,<br />
gunstig uitpakte voor payrollbedrijven. Huiberts: “Voor<br />
het toepassen van een uitzendovereenkomst (art. 7:690 BW)<br />
is het niet vereist dat de werkgever een allocatiefunctie (in het<br />
kader van de uitoefening van hun beroep vraag en aanbod van<br />
tijdelijk werk bij elkaar brengen) vervult. Hierdoor kunnen<br />
payrollbedrijven, die deze allocatiefunctie niet vervullen, profiteren<br />
van de voordelen die een uitzendovereenkomst geniet.”<br />
De Hoge Raad bevestigt in zijn arrest niet dat bij payrolling<br />
telkens sprake is van een uitzendovereenkomst. Het enkel<br />
contractueel vastleggen dat bij payrolling sprake is van een uitzendovereenkomst<br />
(art. 7:690 BW) is dan ook niet voldoende.<br />
Daarvoor moet zijn voldaan aan de elementen in de definitie<br />
van de uitzendovereenkomst. Het is de vraag of bij de thans<br />
meest gebruikelijke vorm van payrolling een arbeidsovereenkomst<br />
tot stand komt tussen het payrollbedrijf en de werknemer<br />
en daarmee of er sprake is van terbeschikkingstelling van<br />
een werknemer van het payrollbedrijf aan de opdrachtgever<br />
in de zin van art. 7:690 BW. Voor het werkgeverschap van het<br />
payrollbedrijf is meer vereist dan een ‘papieren’ constructie<br />
op basis waarvan het juridische werkgeverschap wordt ‘weg-<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
40<br />
gecontracteerd’ naar een ‘papieren werkgever’, die bij de totstandkoming<br />
en uitvoering van de arbeidsovereenkomst geen<br />
zelfstandige en inhoudelijke rol speelt.<br />
Zoals de Hoge Raad in zijn arresten aangeeft, is het aan de<br />
werkgever om in te grijpen als het van toepassing zijn van de<br />
regels op payrolling tot een onwenselijke situatie leidt. Welnu,<br />
een onwenselijke situatie is de volgende: per 1 juli 2015 is het<br />
ontslagrecht dat van toepassing is op een payrollwerknemer<br />
zodanig aangepast dat een payrollwerknemer dezelfde bescherming<br />
geniet als een werknemer die rechtstreeks in dienst<br />
is bij een werkgever.<br />
Echter, door een uitspraak van de Hoge Raad zou voor payrollbedrijven<br />
sprake zijn van een uitzendovereenkomst en het<br />
daarbij behorende verlichte ontslagregime. De uitkomst van dit<br />
arrest ondermijnt de kersverse bescherming voor de payrollmedewerkers<br />
volledig en zet de deur wijd open naar een nog breder<br />
gebruik van onzekere contracten.<br />
Meer zekerheid<br />
Anders dan voor een echte uitzendkracht zal bij een payrollmedewerker<br />
einde inleenperiode (opzegging door opdrachtgever)<br />
al snel einde arbeidsovereenkomst betekenen, omdat de<br />
werknemer niet in dienst is van een uitzendwerkgever met een<br />
allocatiefunctie op de arbeidsmarkt! Huiberts: “Het doel van<br />
de politiek en vakbonden is om meer zekerheid te bieden aan<br />
werknemers. Voor meer werkzekerheid dient het ontstane lek<br />
door de wetgever te worden gedicht. Minister Asscher onderkent<br />
het probleem, maar heeft daar meteen aan toegevoegd dat<br />
een wetswijziging niet meer in zijn kabinetsperiode verwezenlijkt<br />
zou kunnen worden. Een schone taak derhalve voor het<br />
nieuwe kabinet. En… de onduidelijkheid aangaande payrollconstructies<br />
blijft dus voorlopig voortduren!!”<br />
‘Payrollbedrijven weten hun<br />
‘voordelen’ veel beter te<br />
verkopen’<br />
In een reactie laat de Nederlandse Bond van Bemiddelingsen<br />
Uitzendondernemingen (NBBU) het volgende weten: ‘De<br />
NBBU ziet de payrollverhouding, net als de Hoge Raad, als<br />
een bijzondere vorm van uitzendverhouding, met als wettelijke<br />
basis het artikel 7:690 BW (uitzendovereenkomst). Daarbij<br />
vindt de NBBU het belangrijk dat payrollondernemingen hun<br />
werkgeversrol duidelijk en transparant invullen.’<br />
Vooraf moet duidelijk worden gemaakt aan de werknemers dat<br />
zij in dienst treden bij de payrollorganisatie en dat er een transparante<br />
invulling van het (materieel) werkgeverschap is. Werknemers<br />
die via een bij de NBBU aangesloten payrollorganisatie<br />
aan de slag gaan, krijgen een uitzendovereenkomst conform<br />
de NBBU-cao, waarbij de werknemers onder andere hetzelfde<br />
loon krijgen als de werknemers in dienst van de opdrachtgever<br />
en recht hebben op pensioenopbouw.<br />
adviesgroep Partners in kwaliteit<br />
Marree & Van Uunen<br />
Belastingadviseurs<br />
Sprendlingenstraat 61<br />
5061 KM Oisterwijk<br />
T. 013 - 577 34 81<br />
E. info@marree-cs.nl<br />
Voor uw fiscale vraagstukken<br />
<strong>NOAB</strong><br />
Punt & Van de Weerdt,<br />
Belastingadviseurs<br />
Parkstraat 20<br />
2514 JK Den Haag<br />
T. 070 - 302 58 25<br />
E. info@defiscalisten.nl<br />
Voor uw fiscale vraagstukken<br />
van elderen<br />
accountants | belastingadviseurs<br />
Kanaalpad 77 | 7321 AN Apeldoorn<br />
T. 055 - 522 33 77<br />
E. apeldoorn@vanelderen.nl<br />
Met vestigingen in:<br />
Ommen 0529 - 46 96 00<br />
Wezep 038 - 444 62 44<br />
Zwolle 038 - 423 15 83<br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
41<br />
Advertorial<br />
SnelStart trekt samen op met klanten<br />
Het gaat goed met SnelStart. De softwareleverancier van Texel groeit in al haar geledingen en wil dat graag vasthouden. Daarvoor<br />
wordt in toenemende mate samenwerking gezocht met kantoren en ondernemers. Dat alles zonder concessies te doen aan datgene<br />
waar SnelStart om bekendstaat: betrouwbaarheid en gemak.<br />
Door: Henk Poker<br />
In de markt leeft nog wel eens het idee<br />
dat SnelStart enigszins achterloopt op<br />
de ontwikkelingen in de branche. Niets<br />
is echter minder waar, vindt accountmanager<br />
Benno Bakker. “We hebben<br />
inmiddels een mooi innovatief product,<br />
maar zijn van nature bescheiden. We<br />
moeten beter vertellen welke mogelijkheden<br />
ons pakket allemaal heeft en wat<br />
het een kantoor, of de ondernemer, kan<br />
opleveren.”<br />
Dichterbij kantoren<br />
Als accountmanager is Benno de ogen<br />
en oren van SnelStart bij accountantsen<br />
administratiekantoren. “We hebben<br />
sinds 2015 drukbezochte roadshows,<br />
onder de naam SnelStart Aangenaam,<br />
staan op belangrijke beurzen en hebben<br />
gebruikersgroepen. Daarnaast bezoek ik<br />
zelf jaarlijks een groot aantal kantoren<br />
Benno Bakker<br />
die gebruikmaken van SnelStart. We<br />
willen weten waar behoefte aan is, zodat<br />
kantoren zo goed mogelijk kunnen<br />
samenwerken met hun klanten. Dit koppelen<br />
we vervolgens aan onze visie en<br />
daarmee gaan we aan de slag.”<br />
Gemak gekoppeld aan een passende<br />
prijs, dat is waar SnelStart groot mee is<br />
geworden en dat is wat klanten nog altijd<br />
van het bedrijf verwachten. “En dan<br />
maakt het niet uit of men offline, hybride<br />
of in de cloud wil werken,” geeft Bakker<br />
aan. “SnelStart heeft een brede klantengroep,<br />
daarom vinden we het belangrijk<br />
om deze mogelijkheden te blijven aanbieden.<br />
Iedere ondernemer kan hierdoor<br />
zelf bepalen of hij er klaar voor is.”<br />
Groei in de cloud<br />
Met online administraties gaat het ondertussen<br />
razendsnel. “Inmiddels werken<br />
er meer dan 20.000 klanten online.<br />
Per maand komen er 2.500 administraties<br />
bij,” zegt Bakker. “Er komt daarbij<br />
steeds meer online functionaliteit bij. Op<br />
je smartphone en op je tablet kun je ook<br />
facturen maken en inzicht krijgen in je<br />
cijfers, middels een dashboard. Documenten<br />
kunnen worden opgeslagen bij<br />
boekingen. Er zijn diverse koppelingen<br />
met grote banken en ook andere partijen<br />
in de accountancy koppelen makkelijk<br />
met SnelStart. Wij streven uiteindelijk<br />
naar het volledig automatiseren van de<br />
administratie.”<br />
Ook intern heeft SnelStart de zaken goed<br />
op orde, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de<br />
Klantenservice. “In de drukste maand<br />
januari was de wachttijd gemiddeld één<br />
minuut. Dat is uniek. We hebben inmiddels<br />
dan ook voldoende mensen om dit<br />
te realiseren. Kantoren vragen om duidelijkheid<br />
en betrouwbaarheid, dat biedt<br />
SnelStart.” Ter illustratie: in 2013 had<br />
SnelStart 35 medewerkers, inmiddels is<br />
dat gegroeid naar 110.<br />
Makkelijk online samenwerken<br />
De transitie naar de cloud is niet voor<br />
elk kantoor vanzelfsprekend. Daarom<br />
gaat SnelStart in april van dit jaar een<br />
nieuw samenwerkingsmodel lanceren.<br />
Hierbij wordt het kantoor uitgelegd op<br />
welke wijze hij online kan samenwerken<br />
met zijn klant. “We hebben relatief veel<br />
kleine kantoren als klant, die zich niet<br />
elke dag afvragen hoe ze dit proces kunnen<br />
realiseren en optimaliseren. Daarbij<br />
wil SnelStart graag helpen.”<br />
“We vinden het belangrijk dat kantoren<br />
weten wat er mogelijk is, zodat zij in de<br />
toekomst hun verdienmodel kunnen optimaliseren.<br />
Immers, daar ligt de uitdaging<br />
in de branche. SnelStart wil daarbij<br />
optreden als dé ideale partner: transparant,<br />
betrouwbaar en gemakkelijk, zoals<br />
we al jaren bekendstaan.”<br />
SnelStart<br />
Harkebuurt 3<br />
1794 HM Oosterend, Texel<br />
T 0222−36 30 60<br />
E klantenservice@snelstart.nl<br />
I www.snelstart.nl<br />
<strong>NOAB</strong> <strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>
42<br />
Gewoon omdat het kan…<br />
Positieve energie in een klant stoppen<br />
“De leasemaatschappij was na overleg met mij bereid de standaardregels voor mijn klant iets ruimer te interpreteren. Zo kon mijn<br />
klant met een kleine aanbetaling een gloednieuwe auto leasen en die in de eerste twee maanden na de herstart van zijn activiteiten<br />
betalen.”<br />
Door: Chris Wolters<br />
Jean-Pierre van Boxel, eigenaar van JeBo Finance in Rijsbergen,<br />
begeleidde in 2016 bijna een jaar lang, pro Deo, een klant.<br />
Deze kon zich, mede als gevolg van de veranderde wetgeving,<br />
niet meer verhuren als freelance-vrachtwagenchauffeur. Het<br />
resultaat was verrassend.<br />
Aanpassen aan veranderde omstandigheden<br />
De Wet DBA trad op 1 mei 2016 in werking en op dezelfde<br />
datum verdween de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) die de<br />
opdrachtgever vrijwaarde van premie- en loonbelastingafdracht.<br />
“Tot aan de aangescherpte wetgeving verhuurde mijn<br />
cliënt zichzelf aan diverse transportbedrijven. Daarna kon deze<br />
professionele chauffeur alleen nog via payroll werken. Eén<br />
van de gevolgen was een scherpe inkomensdaling. Vervelende<br />
bijkomstigheid voor hem was ook dat hij een belastingschuld<br />
had opgebouwd door slecht cashmanagement. Daardoor was<br />
de mogelijkheid verkeken om dit gat snel te dichten. De enige<br />
oplossing was kopen of huren van een eigen vrachtwagen en zo<br />
met eigen materiaal te gaan rijden als zelfstandig ondernemer.”<br />
Van Boxel vervolgt zijn verhaal: “Een financiering verkrijgen<br />
leek een onmogelijke taak. We hebben echt alles geprobeerd,<br />
niks lukte. Mijn cliënt zag het op een bepaald moment niet<br />
meer zitten. De stress in zijn gezin was enorm. Tot overmaat<br />
van ramp overleden in deze moeilijke periode ook nog eens<br />
zijn moeder en zijn stiefvader. Een absoluut dieptepunt voor<br />
man, vrouw en familie!”<br />
Boxel: “Kortom, gaan met die banaan! Hij vertelde mij dat hij<br />
het zonder mij allang zou hebben opgegeven.” De man vertelde<br />
Van Boxel dat hij bij de Volvo-dealer een vertegenwoordiger<br />
had gesproken. Die bood de mogelijkheid een vrachtwagen te<br />
leasen. Tijdens dat gesprek gaven dealer en leasemaatschappij<br />
aan bereid te zijn de regels soepel te hanteren. “Zo kreeg mijn<br />
cliënt alle ruimte om te starten met aantrekkelijke financieringsvoorwaarden.<br />
Dat speelde in juni 2016. Nu in februari<br />
<strong>2017</strong> is de klant schuldenvrij. Hij heeft er weer zin in. Vorige<br />
maand vroeg hij mij wat hij mij verschuldigd was. Ik meldde<br />
blij te zijn dat ik hem had kunnen helpen. Voor mijn inspanningen<br />
hoefde hij wat mij betreft niet te betalen. Toch verzocht<br />
hij mij een factuur te sturen van € 2.500,-. Gewoon omdat hij,<br />
nu het goed met hem ging, graag iets terug wilde doen. Dat is<br />
service verlenen zoals ik dat wil. Gewoon omdat het kan…” ■<br />
Werken aan praktische oplossingen<br />
“Dit verhaal liet me niet los,” vervolgt Van Boxel. “Op een<br />
avond ben ik naar hem toe gereden. Toen heb ik gewoon gezegd<br />
dat dit zo niet langer kon. Daar voegde ik aan toe dat als<br />
we er samen positieve energie in zouden stoppen, er wel een<br />
oplossing móest komen. Niet opgeven was het devies! Eerlijk<br />
gezegd was ik er ook heilig van overtuigd dat er ergens een<br />
oplossing vandaan zou komen.” Daags na het bezoek van Van<br />
Boxel belde de man op. Hij had de moed bij elkaar geraapt<br />
en zei krachtig een eind aan de ellende te willen maken. Van<br />
<strong>NOAB</strong><br />
<strong>Activa</strong> | Nummer 1 - <strong>2017</strong>