Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale

Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale

10.12.2012 Views

Geen rechtspersoon Winst is voor Staat Rechtspersoonli jkheid . Geen. Financien a. De netto-opbrengsten van de casino's strekken ten bate van de schatkist (art. 27p, derde lid, Wks) . b. De beqroting van de vergunninqhouder dient mede te bevatten een bijdrage in de kosten van de raad (art. 27 Obcs). Samens tell ing Feitelijke gegevens Leden mr. J.P. Hustinx (voorzitter), mevr-mr. M.N.W. ~ettmeijer-Labberton (plv. voorzitter), drs. D.J. Schoenmaker, W.L. ~iddrh, R.J. Vogels, P. de Nooijer, vacature. Adv. leden drs. B. Polders (secretaris), mr. J.R.H. Kuyper (Just.), F.J. Gallast (Just.), drs. A. van Tilburg (EZ), drs. M.W.M. Doll (EZ), mr. J. Verwey (EZ), drs. P. Velde (Fin.). Bureau 3 medewerkers. . . Financien Uitgaven worden bekostigd uit door de Nationale Stichting ~asinospelen ter beschikking gestelde middelen. Beqrote uitgaven 1982 Apparaatskosten f 400.000,--. Laatste jaarverslag 1980. Just. 1.5 Ins telling Opr ichting Regelingen Informatievergaring Coordinatie Opmer kingen Geen. RADEN VOOR DE KINDERBESCHERMING Er zijn 19 Raden, QQn in ieder arrondissement. Adressen en telefoonnummers zijn vermeld in de rubr iek "Feitelijke gegevens". Instellinq en oprichtinq Ingesteld bi j art. 238 boek 1 BW. Opgericht bij AMvB van 20 juni 1956 (Stb. 336), ondertekend door de minister van Just.. - Art. 238-243, Boek 1 BW. - ~rganisatiebesluit Raden voor de Kinderbescherming 1969; AMvB van 9 dec. 1969 (Stb. 543) ("Obrk") - ~lee~kinderenwet; wet van 21 december 1951 (Stb. 595) ~oelstell ingen en taken a. De Raden houden zich op de hoogte van de ontwikkeling van de kinderbescherming (in hun qebied) (art. 238, derde lid, boek 1 BW). b. De Raden bevorderen de samenwerking van de in hun qeb ied werkende instellinqen van kinderbescherming (art. 238 I derde en vierde lid, boek 1 BW)

Adviser inq Uitvoer inq opqedr aqen taken Territoriale qrenzen Zorq voorlopiq toever trouwde k inderen Uitlokken rechterli jke beslissinqen Rapporteren in adoptie procedures/in hoqer beroep qaan Toez icht ver zorq inq kinderen onder vooqdij van een instelling De Raden dienen uit eiqen beweqinq of op verzoek autori- teiten en instellinqen van advies (art. 238, derde lid, boek 1 BW) De Raad kwijt zich van de opdrachten waarmee de minister hem in kinderbescherminqsaanqeleqenheden belast (art. 25, tweede lid, Obrk). De Raad verricht de taken die de wet- qever hem opdraaqt (art. 238, tweede lid, boek 1 BW) . Kort aanqeduid zi jn deze taken: ti jdeli jke verzorqinq van minderjariqen; toezicht op de verzorqinq van minderjariqen; uitlokken van rechtelijke beslissinqen. Per arrondissement is er een Raad (art. 238, eerste lid, boek 1 BW) . Bevoeqdheden a. De Raad draaqt zorq voor de minderjariqen, die krachtens eniq wettelijk voorschrift door de rechter of de officier van Justitie aan hun zorq voorlopiq zijn toevertrouwd (art. 240, eerste lid, boek 1 BW). Op qrond van feiten die tot ontzettinq van een ouder kunnen leiden kan de Officier van Justitie - indien hij dit in het belanq van delkinderen noodzakelijk acht - deze aan de macht van de ouders onttrekken en voorlopiq aan de Raad toevertrouwen (art. 272, eerste lid, boek 1 BW). b. De Raad stelt zich op de hooqte van alle qevallen waarin maatreqelen met betrekkinq tot het qezaq over minderjariqen - ontzettinq van de toeziende vooqdij daaronder beqrepen - overwoqen dienen te worden (art. 242 boek 1 BW). Dit kan dan leiden tot een verzoek aan de rechter tot ontzettinq uit, ontheffinq van of herstel in de ouderlijke macht c.q. vooqdij (zie bijv. art. 267 en 270, eerste lid, boek 1 BW). De Raad verzoekt de rechter in de qezaqsuitoefeninq over minderjariqen te voorzien, indien de Raad blijkt dat een minderjariqe niet onder het wettelijk vereiste qezaq staat, of dat dit qezaq niet over hem wordt uitqeoefend (art. 211, eerste lid, boek 1 BW). c. Verzoekschr iften 'tot het uitspreken of tot het herroepen van een adoptie worden bij de qriffie inqediend; de qriffie stuurt een afschrift naar de Raad die een onderzoek instelt en zijn rapport ter qriffie indient. Ter rechtzittinq wordt mede de Raad opqeroepen. Alvorens het onderzoek wordt afqesloten brenqt de Raad mondelinq advies uit ter terechtzittinq. Teqen de toewijzinq van een verzoek tot het uitspreken van adoptie kan de Raad in hoqer beroep komen. Teqen de toewijzinq van een verzoek tot adoptieherroepinq kan de Raad in hoqer beroep komen, indien de verzoeker een kind heeft (zie art. 970 t/m 984 Wetboek Burqerli jke Rechtsvorder inq) . d. De rechtspersoon, die haar toevertrouwde minderjariqen in pleeqqezinnen of inrichtinqen doet opnemen, houdt de Raad schriftelijk op de hooqte van de plaatsen waar zij zich

Adviser inq<br />

Uitvoer inq opqedr aq<strong>en</strong><br />

tak<strong>en</strong><br />

Territoriale qr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

Zorq voorlopiq<br />

toever trouw<strong>de</strong> k in<strong>de</strong>r<strong>en</strong><br />

Uitlokk<strong>en</strong> rechterli jke<br />

beslissinq<strong>en</strong><br />

Rapporter<strong>en</strong> in adoptie<br />

procedures/in hoqer<br />

beroep qaan<br />

Toez icht ver zorq inq<br />

kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r vooqdij<br />

van e<strong>en</strong> instelling<br />

De Rad<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> uit eiq<strong>en</strong> beweqinq of op verzoek autori-<br />

teit<strong>en</strong> <strong>en</strong> instellinq<strong>en</strong> van advies (art. 238, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid,<br />

boek 1 BW)<br />

De Raad kwijt zich van <strong>de</strong> opdracht<strong>en</strong> waarmee <strong>de</strong> minister<br />

hem in kin<strong>de</strong>rbescherminqsaanqeleq<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> belast (art. 25,<br />

twee<strong>de</strong> lid, Obrk). De Raad verricht <strong>de</strong> tak<strong>en</strong> die <strong>de</strong> wet-<br />

qever hem opdraaqt (art. 238, twee<strong>de</strong> lid, boek 1 BW) .<br />

Kort aanqeduid zi jn <strong>de</strong>ze tak<strong>en</strong>: ti j<strong>de</strong>li jke verzorqinq van<br />

min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong>; toezicht op <strong>de</strong> verzorqinq van min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong>;<br />

uitlokk<strong>en</strong> van rechtelijke beslissinq<strong>en</strong>.<br />

Per arrondissem<strong>en</strong>t is er e<strong>en</strong> Raad (art. 238, eerste lid,<br />

boek 1 BW) .<br />

Bevoeqdhed<strong>en</strong><br />

a. De Raad draaqt zorq voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong>, die kracht<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong>iq wettelijk voorschrift door <strong>de</strong> rechter of <strong>de</strong> officier<br />

van Justitie aan hun zorq voorlopiq zijn toevertrouwd (art.<br />

240, eerste lid, boek 1 BW).<br />

Op qrond van feit<strong>en</strong> die tot ontzettinq van e<strong>en</strong> ou<strong>de</strong>r kunn<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong> kan <strong>de</strong> Officier van Justitie - indi<strong>en</strong> hij dit in het<br />

belanq van <strong>de</strong>lkin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> noodzakelijk acht - <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong><br />

macht van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs onttrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorlopiq aan <strong>de</strong> Raad<br />

toevertrouw<strong>en</strong> (art. 272, eerste lid, boek 1 BW).<br />

b. De Raad stelt zich op <strong>de</strong> hooqte van alle qevall<strong>en</strong> waarin<br />

maatreqel<strong>en</strong> met betrekkinq tot het qezaq over min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong><br />

- ontzettinq van <strong>de</strong> toezi<strong>en</strong><strong>de</strong> vooqdij daaron<strong>de</strong>r<br />

beqrep<strong>en</strong> - overwoq<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> (art. 242 boek 1 BW).<br />

Dit kan dan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verzoek aan <strong>de</strong> rechter tot ontzettinq<br />

uit, ontheffinq van of herstel in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlijke<br />

macht c.q. vooqdij (zie bijv. art. 267 <strong>en</strong> 270, eerste lid,<br />

boek 1 BW).<br />

De Raad verzoekt <strong>de</strong> rechter in <strong>de</strong> qezaqsuitoef<strong>en</strong>inq over<br />

min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> <strong>de</strong> Raad blijkt dat e<strong>en</strong><br />

min<strong>de</strong>rjariqe niet on<strong>de</strong>r het wettelijk vereiste qezaq staat,<br />

of dat dit qezaq niet over hem wordt uitqeoef<strong>en</strong>d (art. 211,<br />

eerste lid, boek 1 BW).<br />

c. Verzoekschr ift<strong>en</strong> 'tot het uitsprek<strong>en</strong> of tot het herroep<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> adoptie word<strong>en</strong> bij <strong>de</strong> qriffie inqedi<strong>en</strong>d; <strong>de</strong> qriffie<br />

stuurt e<strong>en</strong> afschrift naar <strong>de</strong> Raad die e<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rzoek instelt<br />

<strong>en</strong> zijn rapport ter qriffie indi<strong>en</strong>t.<br />

Ter rechtzittinq wordt me<strong>de</strong> <strong>de</strong> Raad opqeroep<strong>en</strong>. Alvor<strong>en</strong>s<br />

het on<strong>de</strong>rzoek wordt afqeslot<strong>en</strong> br<strong>en</strong>qt <strong>de</strong> Raad mon<strong>de</strong>linq<br />

advies uit ter terechtzittinq. Teq<strong>en</strong> <strong>de</strong> toewijzinq van e<strong>en</strong><br />

verzoek tot het uitsprek<strong>en</strong> van adoptie kan <strong>de</strong> Raad in hoqer<br />

beroep kom<strong>en</strong>. Teq<strong>en</strong> <strong>de</strong> toewijzinq van e<strong>en</strong> verzoek tot<br />

adoptieherroepinq kan <strong>de</strong> Raad in hoqer beroep kom<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong><br />

<strong>de</strong> verzoeker e<strong>en</strong> kind heeft (zie art. 970 t/m 984 Wetboek<br />

Burqerli jke Rechtsvor<strong>de</strong>r inq) .<br />

d. De rechtspersoon, die haar toevertrouw<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjariq<strong>en</strong> in<br />

pleeqqezinn<strong>en</strong> of inrichtinq<strong>en</strong> doet opnem<strong>en</strong>, houdt <strong>de</strong> Raad<br />

schriftelijk op <strong>de</strong> hooqte van <strong>de</strong> plaats<strong>en</strong> waar zij zich

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!