Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Oprichting Ziektenpraeventie en gezondheids- bevordering Subsidieverlening door fondsbestuur ~etrokkenheid sociale partners Samenstelling Benoeming Volksgezondheid (Wet op het Praeventiefonds) ("Wprf"); als orgaan van het Praeventiefonds is bij Wprf haar bestuur aan- gewezen . Het praeventiefonds is in het leven geroepen bij AMvB van 14 augustus 1950 (stb. K 357) (Besluit op het Praeventiefonds) ("Bprfl') op grond van voorschriften in de Wprf. - Wprf. - Bprf. Doelstellingen en taken De gelden van het Praeventiefonds zullen worden bestemd tot het nemen of bevorderen van maatregelen, welke strekken om ziekte te voorkomen of de gezondheid te bevorderen (art. 1, eerste lid, Wprf). Bevoegdheden Het Praeventiefonds wordt beheerd door een bestuur, dat tevens is belast met het geven van bestemming aan en het toezicht op de besteding van gelden van het Praeventiefonds (art. 3, eerste lid, Wprf). Samenstelling en benoeminq De Kroon regelt de samenstelling en de wijze van benoeming van het bestuur met dien verstande, dat daarin in elk geval vertegenwoordigd zullen zijn de daartoe door de minister van VoMil aan te wijzen centrale organisaties van werkgevers en werknemers (art. 3, tweede lid, Wprf). Het bestuur bestaat uit tenminste zeventien leden. Leden zijn: de Directeur-generaal van de Volksgezondheid; de Geneeskundig Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid; de Genees- kundig Hoofdinspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid; de voorzitter en een lid van de Centrale Raad voor de Volksgezond- heid; de voorzitter van de Ziekenfondsraad; twee vertegen- woordigers van de ziekenfondsen; een vertegenwoordiger van het Arbeidsongeschiktheidsfonds; een vertegenwoordiger van de bedrijfsverenigingen bedoeld in de Organisatiewet Sociale Verzekering (Stb. 1952, 344); een geneeskundige; drie ver- tegenwoordigers van de naar het oordeel van de minister van VoMil in aanmerking komende centrale organisaties van werk- gevers en drie vertegenwoordigers van de naar het oordeel van de minister in aanmerking komende centrale organisaties van werknemers (art. 1, eerste lid, Bprf). De minister van VoMil benoemt het lid van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid, de vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, de vertegenwoordiger van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, de vertegenwoordiger van de bedrijfsverenigingen, de geneeskundige en de vertegenwoordigers van de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers na onderscheidenlijk te hebben gehoord de Centrale Raad voor de Volksgezondheid, het Gemeen-
Toevoeging extra leden Aanwijzing voorzitter Secretariaat Reglement m.b.t. werkwi j ze Stemmen Vertegenwoordiging van het fonds Inlichtingen/jaar- verslag/rekening en verantwoording Goedkeuring regle- ment Mededeling bestem- ming fondsgelden Vernietiging mede- gedeeld besluit schappelijk Overleg van Ziekenfondsorganisaties, het Bestuur van het ~rbeidsongeschiktheidsfonds, de Federatie van Bedrijfs- verenigingen, de Koninklijke Nederlandse ~aatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en de Stichting van de Arbeid (art. 1, tweede lid, Bprf) . De minister van VoMil is bevoegd naast de bovengenoemde leden ten hoogste drie leden aan het bestuur toe te voegen. Hij kan in plaats van de directeur-generaal van de Volksgezondheid een andere hoofdambtenaar van zijn departement als lid aanwijzen art. 1, derde lid, Bprf). De minister van VoMil wijst een van de leden als voorzitter en een ander als plaatsvervangend voorzitter van het bestuur aan (art. 1, derde lid, Bprf). ; a. De minister van VoMil voegt aan het bestuur een secretaris en verder personeel toe, wier bezoldiging ten laste van het fonds komt (art. 3, derde lid, Wprf). b. Het bestuur stelt met betrekking tot zijn werkwijze een reglement vast, waarin tevens de tijdelijke belegging van de beschikbare gelden wordt geregeld (art. 5 Bprf). c. Het bestuur mag niet besluiten zo niet tenminste 2/3 van het aantal leden ter vergadering aanwezig is. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen (art. 6 Bprf) . Het Praeventiefonds wordt in en buiten rechte vertegen- woordigd door de voorzitter van het bestuur en een door het bestuur aan te wijzen lid. Bij onstentenis van de voorzitter of het lid worden deze vervangen door onderscheidenlijk de plaatsvervangend voorzitter en een ander door het bestuur aan te wijzen lid (art. 1, derde lid, Wprf). Politick-bestuurlijke controle a. Het bestuur verstrekt aan de minister van VoMil alle gevraagde inlichtingen en brengt hem onder overlegging van een rekening en verantwoording jaarlijks verslag uit van zijn werkzaamheden (art. 7 Bprf). b. De minister van VoMil keurt het reglement met betrekkking tot de werkwijze goed (art. 5 Bprf). C. Van alle besluiten waarbij aan fondsgelden een bestemming wordt gegeven doet het bestuur schriftelijk mededeling aan de minister van VoMil (art. 4 Wprf). d. De minister van VoMil is bevoegd besluiten, waarbij aan fondsgelden een bestemming wordt gegeven, te vernietigen.
- Page 626 and 627: Bevordering tot- standkoming van ve
- Page 628 and 629: Goedkeuring of vaststelling van tar
- Page 630 and 631: amens st el ling en benoeming Incom
- Page 632 and 633: welke het centraal orgaan op een zo
- Page 634 and 635: Aanwijzingen m.b.t. inhoud richtlij
- Page 636 and 637: Uitbrengen j aar- verslag Schorsing
- Page 638 and 639: Secretariaat Financien Begrote uitg
- Page 640 and 641: Geheimhouding Besluitvormings- term
- Page 642 and 643: Instelling en oprichting Regelingen
- Page 644 and 645: Bekendmaking besluiten en mededelin
- Page 646 and 647: VoMil 1.4-6 Adres/telefoon Samenste
- Page 648 and 649: Oprichting Regelingen Bewaking kwal
- Page 650 and 651: Jaarverslag als onderdeel j aarver-
- Page 652 and 653: . Examinering in het buitenland Reg
- Page 654 and 655: Betrokkenheid docenten Regelingen o
- Page 656 and 657: Aanwi j z ing Regelingen Keuren van
- Page 658 and 659: Geen rechtsbescher- rningsregeling
- Page 660 and 661: periodiek keuren van toestellen Sam
- Page 662 and 663: Keuringswijze Geen controle- bepali
- Page 664 and 665: Keuringskosten VoMil 1.12 VoMil 1.1
- Page 666 and 667: geen bijzondere bepalingen ~oedkeur
- Page 668 and 669: Problemen met pre- ventieve control
- Page 670 and 671: ~nstelling ~anwijzing Regelingen Ve
- Page 672 and 673: Instelling Aanwij zing Regelingen V
- Page 674 and 675: Schadevergoeding ten laste van mili
- Page 678 and 679: Geen rechtsbescher- mingsregeling F
- Page 680 and 681: verlenen van kosten- vergoedingen ~
- Page 682 and 683: ~echtspersoonlij k- heid afhankelij
- Page 684 and 685: zorg voor tot gelding kunnen brenge
- Page 686 and 687: Inwinnen van in- formatie Artikel 3
- Page 688 and 689: Beoordeling ver- antwoord karakter
- Page 690 and 691: VoMil 1.20-1 Adres/telefoon VoMil 1
- Page 692 and 693: VoMil 1.20-23 Adres/telefoon VoMil
- Page 694 and 695: VoMil 1.20-44 VoMil 1.20-45 Adres/t
- Page 696 and 697: Financien Begrote uitgaven 1982 Laa
- Page 698 and 699: Nadere regels van Raad Mededeling v
- Page 700 and 701: Beheer Algemeen Fonds Bijzondere Zi
- Page 702 and 703: secretariaat Verkri jgbaarstelling
- Page 704 and 705: Ministeriele beleg- gingsvoorschrif
- Page 706 and 707: Secretariaat Financien Begrote uitg
- Page 708 and 709: Mededeling van besluiten aan Zieken
- Page 710 and 711: lijven buiten beschouwing (art. 78,
- Page 712 and 713: BIJLAGE 2 De publiekrechteli jke or
- Page 714 and 715: zorq voor eer der a. advoca tenstan
- Page 716 and 717: Deze rekeninq en verantwoordinq wor
- Page 718 and 719: Toewijzinq afvocaat aan c. De recht
- Page 720 and 721: Getuiqen en deskundiqen Niet-openba
- Page 722 and 723: Nederlandse orde en plaatseli jke o
- Page 724 and 725: Samens t ell inq Samens tellinq Sam
Toevoeging extra<br />
led<strong>en</strong><br />
Aanwijzing<br />
voorzitter<br />
Secretariaat<br />
Reglem<strong>en</strong>t m.b.t.<br />
werkwi j ze<br />
Stemm<strong>en</strong><br />
Verteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van het fonds<br />
Inlichting<strong>en</strong>/jaar-<br />
verslag/rek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />
verantwoording<br />
Goedkeuring regle-<br />
m<strong>en</strong>t<br />
Me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling bestem-<br />
ming fondsgeld<strong>en</strong><br />
Vernietiging me<strong>de</strong>-<br />
ge<strong>de</strong>eld besluit<br />
schappelijk Overleg van Ziek<strong>en</strong>fondsorganisaties, het Bestuur<br />
van het ~rbeidsongeschiktheidsfonds, <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>ratie van Bedrijfs-<br />
ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, <strong>de</strong> Koninklijke Ne<strong>de</strong>rlandse ~aatschappij tot<br />
Bevor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r G<strong>en</strong>eeskunst <strong>en</strong> <strong>de</strong> Stichting van <strong>de</strong> Arbeid (art.<br />
1, twee<strong>de</strong> lid, Bprf) .<br />
De minister van VoMil is bevoegd naast <strong>de</strong> bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> led<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> hoogste drie led<strong>en</strong> aan het bestuur toe te voeg<strong>en</strong>. Hij kan<br />
in plaats van <strong>de</strong> directeur-g<strong>en</strong>eraal van <strong>de</strong> Volksgezondheid e<strong>en</strong><br />
an<strong>de</strong>re hoofdambt<strong>en</strong>aar van zijn <strong>de</strong>partem<strong>en</strong>t als lid aanwijz<strong>en</strong><br />
art. 1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, Bprf).<br />
De minister van VoMil wijst e<strong>en</strong> van <strong>de</strong> led<strong>en</strong> als voorzitter<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> an<strong>de</strong>r als plaatsvervang<strong>en</strong>d voorzitter van het bestuur<br />
aan (art. 1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, Bprf).<br />
; a. De minister van VoMil voegt aan het bestuur e<strong>en</strong> secretaris<br />
<strong>en</strong> ver<strong>de</strong>r personeel toe, wier bezoldiging t<strong>en</strong> laste van het<br />
fonds komt (art. 3, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, Wprf).<br />
b. Het bestuur stelt met betrekking tot zijn werkwijze e<strong>en</strong><br />
reglem<strong>en</strong>t vast, waarin tev<strong>en</strong>s <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke belegging van <strong>de</strong><br />
beschikbare geld<strong>en</strong> wordt geregeld (art. 5 Bprf).<br />
c. Het bestuur mag niet besluit<strong>en</strong> zo niet t<strong>en</strong>minste 2/3 van het<br />
aantal led<strong>en</strong> ter verga<strong>de</strong>ring aanwezig is. Besluit<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij volstrekte meer<strong>de</strong>rheid van stemm<strong>en</strong> (art. 6<br />
Bprf) .<br />
Het Praev<strong>en</strong>tiefonds wordt in <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> rechte verteg<strong>en</strong>-<br />
woordigd door <strong>de</strong> voorzitter van het bestuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> door het<br />
bestuur aan te wijz<strong>en</strong> lid. Bij onst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van <strong>de</strong> voorzitter<br />
of het lid word<strong>en</strong> <strong>de</strong>ze vervang<strong>en</strong> door on<strong>de</strong>rscheid<strong>en</strong>lijk <strong>de</strong><br />
plaatsvervang<strong>en</strong>d voorzitter <strong>en</strong> e<strong>en</strong> an<strong>de</strong>r door het bestuur<br />
aan te wijz<strong>en</strong> lid (art. 1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, Wprf).<br />
Politick-bestuurlijke controle<br />
a. Het bestuur verstrekt aan <strong>de</strong> minister van VoMil alle<br />
gevraag<strong>de</strong> inlichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt hem on<strong>de</strong>r overlegging van<br />
e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> verantwoording jaarlijks verslag uit van<br />
zijn werkzaamhed<strong>en</strong> (art. 7 Bprf).<br />
b. De minister van VoMil keurt het reglem<strong>en</strong>t met betrekkking<br />
tot <strong>de</strong> werkwijze goed (art. 5 Bprf).<br />
C. Van alle besluit<strong>en</strong> waarbij aan fondsgeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestemming<br />
wordt gegev<strong>en</strong> doet het bestuur schriftelijk me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling aan<br />
<strong>de</strong> minister van VoMil (art. 4 Wprf).<br />
d. De minister van VoMil is bevoegd besluit<strong>en</strong>, waarbij aan<br />
fondsgeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestemming wordt gegev<strong>en</strong>, te vernietig<strong>en</strong>.